Verslag van een Interparlementaire conferentie van de parlementaire controlegroep Europol (JPSG)
Bijeenkomsten van de Parlementaire Controlegroep (JPSG) Europol
Verslag van een bijeenkomst
Nummer: 2025D12907, datum: 2025-03-26, bijgewerkt: 2025-03-27 09:07, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t.
Onderdeel van kamerstukdossier 34931 -13 Bijeenkomsten van de Parlementaire Controlegroep (JPSG) Europol .
Onderdeel van zaak 2025Z05607:
- Indiener: Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t.
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal N 1/2
Vergaderjaar 2024-2025
34 931 Bijeenkomsten van de Parlementaire Controlegroep (JPSG) Europol
Nr. 13 VERSLAG VAN EEN INTERPARLEMENTAIRE CONFERENTIE
Vastgesteld 26 maart 2025
Op 23 en 24 februari 2025 vond in Warschau, Polen, de zestiende bijeenkomst plaats van de gezamenlijke parlementaire controlegroep Europol (verder: JPSG).1
De JPSG houdt op basis van artikel 51 van de Europolverordening2 politiek toezicht op de activiteiten van het Europees Agentschap voor politiesamenwerking Europol. De JPSG bestaat uit leden van de nationale parlementen ― maximaal vier leden, gelijkelijk te verdelen over beide Kamers der Staten-Generaal ― en uit leden van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE-commissie) van het Europees Parlement. De JPSG komt in beginsel tweemaal per jaar bijeen. Het co-voorzitterschap ligt bij de LIBE-commissie en de EU-lidstaat die voorzitter van de Raad is..
Vanuit de Eerste Kamer namen aan de zestiende JPSG-bijeenkomst de leden Van Hattem (PVV) en Janssen (SP) deel. Vanuit de Tweede Kamer namen aan deze bijeenkomst de leden Mutluer (GroenLinks-PvdA) en Van der Werf (D66) deel.
1. Vaststelling van de agenda en opening van de vergadering
Mevrouw Małgorzata Kidawa-Błońska, maarschalk van de Senaat van de Republiek Polen, opende de bijeenkomst en dit agendaonderdeel met een welkomsttoespraak. Mevrouw Kidawa-Błońska memoreerde onder meer dat Europol een belangrijke rol speelt bij de bestrijding grensoverschrijdende criminaliteit. Ook gaf mevrouw Kidawa-Błońska aan dat het Poolse Voorzitterschap veiligheid als centraal thema heeft gekozen. Hoewel in het licht van de huidige mondiale instabiliteit de meeste aandacht nu wordt gegeven aan de externe veiligheid en de bescherming van onze grenzen en Europese waarden, gaf mevrouw Kidawa-Błońska aan dat de interne veiligheid van even groot belang is en dat de hoeksteen daarvan de effectieve bestrijding van internationaal georganiseerde criminaliteit betreft. Tot slot gaf mevrouw Kidawa-Błońska aan dat het de uitdrukkelijke taak van alle parlementariërs is om de veiligheid van onderdanen in hun lidstaten in al haar dimensies te garanderen.
De vergadering werd daarop geopend door de covoorzitters van de conferentie, mevrouw Caterina Chinnici, lid van het Europees Parlement (die inviel voor JPSG covoorzitter en LIBE-voorzitter Javier Zarzalejos), de heer Kazimierz M. Ujazdowski, covoorzitter van de JPSG alsmede voorzitter van de delegatie van de Senaat van de Republiek Polen bij de JPSG en de heer Konrad Frysztak, medevoorzitter van de JPSG alsmede voorzitter van de delegatie van de Sejm van de Republiek Polen bij de JPSG.. De heer Ujazdowski gaf onder meer aan dat de dreigings-evaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit (EU-SOCTA) 2025 op 18 maart 2025 zal worden gepresenteerd.
Vervolgens lichtte de heer Ujazdowski de agenda van de onderhavige bijeenkomst kort, procedureel, toe. In het bijzonder gaf de heer Ujazdowski daarbij aan dat Eurocommissaris Brunner niet in persoon aanwezig kan zijn bij deze bijeenkomst wegens andere verplichtingen, maar dat zijn interventie via een videoboodschap zou plaatsvinden.
De heer Frysztak gaf aan de vergadering een terugkoppeling van de presidentiële Trojka die op 23 februari 2025 plaatsvond. Hij gaf in het bijzonder aan dat de Trojka niet tot overeenstemming is gekomen over de te benoemen leden voor het Adviesforum voor de grondrechten (Consultative Forum on Fundamental Rights). De JPSG stemde in met het voorstel van de Trojka om de benoeming van de leden van het Adviesforum voor de grondrechten uit te stellen en het onderwerp tijdens de volgende bijeenkomst van de JPSG in Brussel opnieuw te agenderen. De Trojka zal zich beraden over het vervolg van de benoemingsprocedure en de JPSG hierover schriftelijk informeren.
2. Key-note speech van de Europees commissaris voor Binnenlandse Zaken en Migratie & van de minister van Binnenlandse Zaken en Bestuur van Polen
De heer Tomasz Siemoniak, minister van Binnenlandse Zaken en Bestuur van Polen, gaf in zijn interventie aan dat er veel belangrijke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden onder het Poolse voorzitterschap. Spreker memoreerde dat het op de dag af drie jaar geleden is dat Rusland Oekraïne binnenviel. Deze gebeurtenis heeft belangrijke consequenties gehad voor de interne en externe veiligheid, migratie(stromen) en op diverse andere terreinen. De parlementaire dimensie van deze ontwikkelingen geeft volgens de heer Siemoniak meer publieke steun en een groter mandaat om te handelen. De heer Siemoniak verzekerde dat de Poolse regering voorstander is van het versterken van de Europese instellingen die verantwoordelijk zijn voor de (interne) veiligheid en het uitrusten van deze instellingen met een groter scala aan instrumenten. Voor wat betreft de interne veiligheid heeft het Poolse voorzitterschap drie prioriteiten gesteld, te weten i) het bestrijden van illegale migratie, ii) de bescherming van burgers en de civiele verdediging, en iii) de bestrijding van de internationale georganiseerde misdaad, in het bijzonder de mensensmokkel, wapensmokkel en drugshandel. De laatste prioriteit is ook een prioriteit voor alle nationale handhavingsautoriteiten en organisaties als Europol. De heer Siemoniak benadrukte het belang van internationale samenwerking tussen de opsporings- en handhavingsautoriteiten om de georganiseerde criminaliteit te bestrijden. Nu de georganiseerde criminaliteit internationaal opereert, moet de bestrijding hiervan ook met internationale samenwerking plaatsvinden. De heer Siemoniak gaf aan te hopen op een vreedzaam einde van de oorlog in Oekraïne, maar vroeg daarbij tegelijkertijd aandacht voor het risico dat na het einde van deze oorlog een illegale wapenhandel op gang komt. Tot slot gaf de heer Siemoniak aan dat de Europese Unie in het kader van haar beveiliging moet anticiperen op dreigingen en hij riep de lidstaten op tot handelen in plaats van af te wachten.
De Eurocommissaris Brunner (Binnenlandse Zaken en Migratie) hield via een videoboodschap vanuit Kiev een interventie. De heer Brunner prees daarbij de door Europol geboekte resultaten, met inbegrip van een aantal recente spraakmakende operaties. De heer Brunner benadrukte dat het nu meer dan ooit de tijd is voor Europol om te leveren waarbij spreker wees op de littekens van de wrede aanval van Rusland op Oekraïne die overal zichtbaar zijn in Kiev. De impact hiervan wordt volgens spreker binnen de grenzen van de Europese Unie ook voelbaar in de vorm van de hybride oorlogsvoering die wordt gebruikt om onze maatschappij te ontwrichten en de (interne) veiligheid van de Europese Unie bedreigt. Deze dreiging gaat samen met nieuwe en toenemende interne dreigingen, die de nationale grenzen overschrijdt met de snelheid van cyber. In dit kader noemde de heer Brunner het veelvuldig voorkomen van bende gerelateerde schietpartijen al dan niet in combinatie met druggerelateerde criminaliteit.
De heer Brunner kondigde aan dat Europol zijn aanpak in het licht van de dreigingen ook volgend uit de huidige geopolitieke situatie, zal wijzigen. De rol van Europol moet daarbij versterkt worden. De heer Brunner stelde dat de bemensing van Europol verdubbeld moet worden, waarbij spreker er vertrouwen in uitsprak dat de daarvoor benodigde budgettaire middelen beschikbaar zullen komen. Tot slot wees de heer Brunner erop dat met deze uitbreiding van het agentschap, het toezicht op de activiteiten van Europol – door de JPSG – ook versterkt zal moeten worden.
3. Terugblik activiteiten Europol november 2024 – februari 2025 & antwoord op schriftelijke bijdragen van diverse delegaties
Mevrouw Catherine De Bolle, uitvoerend directeur van Europol, verzorgde een uitgebreide presentatie van de activiteiten van de strategische en operationele ontwikkelingen binnen Europol. Spreker keek daarbij terug op de periode sinds de vorige JPSG-vergadering op 21 november 20243 en ging ook in op het meerjarig programmeringsdocument 2026-2028, waarin de langetermijndoelstellingen van Europol in de strijd tegen georganiseerde misdaad, terrorisme en opkomende veiligheidsdreigingen worden uiteengezet. Mevrouw De Bolle wees op de versterkte partnerschappen van Europol met rechtshandhavingsinstanties wereldwijd, de verbeterde technologische capaciteiten en de voortdurende inspanningen van Europol om criminele netwerken te ontmantelen. Mevrouw De Bolle bevestigde ook de toezegging van het Agentschap om de handhaving van EU-sancties te ondersteunen en de criminele infiltratie van legale bedrijven aan te pakken.
Mevrouw De Bolle onderstreepte het belang van nieuw EU-beleid en -wetgeving voor de ontwikkeling van nieuwe initiatieven binnen Europol. De invloed van de EU-interoperabiliteitsagenda en de implementatie van de Digital Services Act (DSA) is binnen Europol reeds merkbaar. In 2025 wordt een akkoord op een gedeeltelijke wijziging van de Europol-verordening verwacht, waarmee de organisatie een grotere rol kan vervullen in de aanpak van mensensmokkel.
Daarnaast zet Europol de constructieve dialoog met de Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (EDPS) voort. In januari 2025 bespraken beide partijen lopende kwesties, waaronder het beheer van grote en complexe datasets. Europol heeft tien machine learning-modellen ontwikkeld onder toezicht van de EDPS, gericht op het identificeren van urgente dreigingen. Daarbij vindt altijd menselijke validatie plaats. Europol onderzoekt ook de mogelijkheden om op een veilige manier gegevens in de cloud te verwerken. Sinds de EDPS in 2017 toezicht houdt op Europol, zijn 218 aanbevelingen gedaan, waarvan 87% is geïmplementeerd. In december 2024 adviseerde de EDPS over een technische tool voor gezamenlijke operationele analyses, waarbij lidstaten en Europol gezamenlijk verantwoordelijk zijn. Europol zal dit advies opvolgen voordat de tool in gebruik wordt genomen.
Ook breidt Europol haar externe samenwerkingen uit, vooral met de EU-buurlanden in de Westelijke Balkan, het Oostelijk Partnerschap en de MENA-regio. Daarnaast intensifieert het de samenwerking met het Verenigd Koninkrijk en Latijns-Amerika.
Mevrouw De Bolle besprak het recente Europol-verslag ‘Decoding the EU’s most threatening criminal networks’, waaruit blijkt dat 86% van deze criminele netwerken legale bedrijfsstructuren misbruikt. Ook noemde ze het project ASSET, dat voor het eerst plaatsvond. Daarbij werkten 80 financiële experts en 43 opsporingsinstanties uit 28 landen samen om criminele vermogensbestanddelen in beslag te nemen.
In haar afsluiting ging mevrouw De Bolle in op de toekomstige uitdagingen van Europol, met name op de uitbreiding van de operationele capaciteiten. Door recente geopolitieke ontwikkelingen, zoals steun aan Oekraïne, is Europol’s operationele output aanzienlijk toegenomen. Mevrouw De Bolle gaf aan dat verdere groei extra financiële middelen vereist, aangezien efficiëntie alleen niet kan volstaan.
De heer Ireneusz Siénko, directeur van het Poolse Bureau voor Internationale Politiesamenwerking en sinds december 2024 voorzitter van de (door lidstaatvertegenwoordigers bemande) Bestuursraad van Europol, presenteerde een samenvatting van het rapport van zijn voorganger en de belangrijkste besluiten van de Bestuursraad van de afgelopen drie maanden. In december 2024 vond een reguliere vergadering van de Bestuursraad plaats en in januari 2025 een online planningsbijeenkomst. De Bestuursraad heeft het meerjarig programmeringsdocument 2025-2027 en het concept-programmingsdocument 2026-2028 goedgekeurd. De door de Bestuursraad gestelde prioriteiten zijn afgestemd op de nieuwe EU-strategie voor interne veiligheid en de rol van Europol als EU-informatiehub, met toegang tot meer EU-databases. De Bestuursraad benadrukte dat extra middelen essentieel zijn om verdere groei mogelijk te maken.
De heer Siénko benoemde ook de goedkeuring van een nieuwe externe strategie van Europol en benadrukte dat het respecteren van fundamentele rechten en de bescherming van persoonsgegevens hierin centraal staan. Daarnaast heeft de Bestuursraad nieuwe uitvoeringsregels voor de functionaris voor gegevensbescherming (DPO) aangenomen ─ in lijn met aanbevelingen van de EDPS ─ om de onafhankelijkheid en rol van de DPO te versterken. De Bestuursraad zal in juni 2025 in Warschau een discussie voeren over de toekomst van Europol, met aandacht voor operationele en analysecapaciteiten, governance en innovatie.
In de gedachtewisseling die volgde namen meerdere leden het woord. Het Nederlandse Eerste Kamerlid Van Hattem vroeg mevrouw de Bolle naar de toekomst van Europol en de rol van de Europese Commissie. Genoemd lid vroeg hoe de directe respons ─ waar mevrouw De Bolle naar verwees ─ zich verhoudt tot de Europese Commissie en of zij bepaalde taken van Europol kan vorderen. Daarnaast vroeg genoemd lid wat lidstaten nog meer kunnen doen in de aanpak van migrantensmokkel en op welke wijze misbruik van Schengen-visa door smokkelaarsnetwerken kan worden bestreden. Tot slot vroeg genoemd lid, gelet op het Europol ‘Report on terrorism 2024’ waarin islamitisch terrorisme als grootste factor wordt benoemd, welke concrete inspanningen Europol levert om islamitisch terrorisme te voorkomen en of er voldoende informatie beschikbaar is over islamitische netwerken. Daarbij wees genoemd lid op een recente bijeenkomst in Nederland waar sprekers zich positief uitlieten over de Hamas-aanval op Israël in oktober 2023.
Mevrouw De Bolle antwoordde dat lidstaten niet willen dat Europol dwangmaatregelen uitvoert, zoals huiszoekingen of arrestaties. Europol moet duplicatie voorkomen, expertise op Europees niveau bieden en innovatieve tools ontwikkelen. Directe operationele bevelen van de Europese Commissie aan Europol zijn niet mogelijk en worden niet gegeven. Wat betreft migrantensmokkel ontvangt Europol volgens mevrouw de Bolle momenteel onvoldoende informatie van lidstaten. Op het gebied van terrorisme ziet Europol een snelle online radicalisering van jongeren. Mevrouw De Bolle gaf aan dat Europol’s Percy-tool belangrijk is bij het verwijderen van illegale online inhoud. Europol ondersteunt lidstaten bij onderzoeken naar de financiering van Hamas binnen de Europese Unie en er is een Israëlische liaisonofficier bij Europol aanwezig.
Het Nederlandse Eerste Kamerlid Janssen vroeg mevrouw De Bolle naar de samenwerking tussen Europol en Eurojust. Met de voorgenomen uitbreiding van Europol bestaat het risico dat Eurojust hierbij achterblijft, wat volgens genoemd lid problemen in de strafrechtketen zou kunnen veroorzaken. Hij vroeg of mevrouw De Bolle deze zorgen herkent en of zij hierover in gesprek is of gaat met Eurojust.
Mevrouw de Bolle benadrukte dat Europol en Eurojust regelmatig en goed samenwerken, vooral binnen gezamenlijke onderzoeksteams. De betrokkenheid van Eurojust varieert per operatie en afhankelijk van de nationale opzet. De meeste zaken waarin Europol ondersteunt, vallen onder de leiding van justitiële autoriteiten, vooral bij zware, georganiseerde misdaad, cybercriminaliteit en terrorisme. Er zijn regelmatige besprekingen tussen Europol en Eurojust en binnenkort vindt een overleg op hoog niveau plaats over de strategische ontwikkeling en samenwerking. De mogelijke uitbreiding van Europols mandaat en middelen zal hierbij ook worden besproken, met als gezamenlijk doel het dienen van de Europese burger.
4. Gegevensbescherming
De heer Wojciech Wiewiórowski, Europese Toezichthouder voor
gegevensbescherming (EDPS), gaf zoals gebruikelijk tijdens
JPSG-vergaderingen, een overzicht van zijn recente toezicht op
activiteiten van Europol. De heer Wiewiórowski ging uitgebreid in op
enkele belangrijke initiatieven van Europol die, naar zijn mening, de
aandacht van de EDPS in het komende jaar zullen vergen.
Ten eerste noemde de heer Wiewiórowski de gezamenlijke operationele
analyse tussen de lidstaten van de Europese Unie en Europol. Eerder
heeft de EDPS in dit kader al aangegeven dat de deelnemende lidstaten en
Europol gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de verwerking van de
persoonsgegevens die bij de gezamenlijke operationele analyses worden
verwerkt, hetgeen ook betekent dat Europol en de deelnemende lidstaten
de verplichting delen om te zorgen voor naleving van de toepasselijke
garanties voor gegevensbescherming. Daarom moeten volgens de EDPS de
deelnemende lidstaten en Europol ─ voordat een gezamenlijke operationele
analyse wordt gestart in het kader van een strafrechtelijk onderzoek ─
hun respectieve verantwoordelijkheden voor gegevensbescherming duidelijk
definiëren en overeenkomen. De EDPS beval Europol en de bevoegde
autoriteiten van de lidstaten die deelnemen aan toekomstige gezamenlijke
operationele analysezaken dan ook aan om expliciet een regeling te
treffen om de verantwoordelijkheden van betrokken partijen vast te
leggen in termen van informatiebeveiliging, het verstrekken van
informatie aan betrokkenen en het meewerken de beantwoording van
inzageverzoeken van individuen of aan andere verzoeken van betrokkenen
om hun rechten uit te oefenen.
Ten tweede noemde de heer Wiewiórowski de onderwerpen machine learning en kunstmatige intelligentie (AI). De heer Wiewiórowski wees erop dat op het gebruik van AI in de rechtshandhaving niet alleen wordt toegezien door de regels voor het verantwoord ontwikkelen en gebruiken van AI in de nieuwe AI-verordening. Bij het gebruik van AI speelt ook het belang van correcte verwerking van (grote hoeveelheden) persoonsgegevens, hetgeen de EDPS in zijn traditionele rol als gegevensbeschermingsautoriteit onderzoekt. In dit kader kaartte de heer Wiewiórowski een onderwerp aan waar hij tijdens de laatste JPSG-bijeenkomst niet aan was toegekomen, namelijk de verwerking van biometrische gegevens door Europol en in het bijzonder het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie, een technologie die grotendeels is gebaseerd op AI-technologie. De heer Wiewiórowski gaf aan dat gezichtsherkenning één van de belangrijkste aandachtsgebieden van de EDPS was in zijn toezichthoudende rol tijdens het vorige mandaat. De heer Wiewiórowski waarschuwde ervoor dat als dergelijke toepassingen niet goed worden gereguleerd en bestuurd, deze geneigd zijn om onnodig fundamentele rechten te schenden - ook buiten het recht op bescherming van persoonsgegevens.
Vooruitkijkend gaf de heer Wiewiórowski aan dat de EDPS een aantal strategische prioriteiten heeft geïdentificeerd die zijn toezichthoudende werk met betrekking tot Europol op de korte en middellange termijn zullen definiëren. De eerste prioriteit betreft ‘onderzoek en innovatie’; waarbij de EDPS een belangrijke rol zal blijven spelen in het machtigen van Europol's datawetenschappers om de grenzen van innovatie te verleggen en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat hun werk is gebaseerd op een solide basis van gegevensbescherming. De tweede prioriteit betreft internationale samenwerking. De heer Wiewiórowski gaf aan dat onderzoek naar grensoverschrijdende criminaliteit, terrorisme en cybergerelateerde misdrijven vaak afhankelijk is van informatie-uitwisseling met autoriteiten van niet-EU/EER-landen. De derde prioriteit betreft tot slot de samenwerking met private partijen.
De heer Ebner, plaatsvervangend uitvoerend directeur governance van Europol, benadrukte in zijn bijdrage dat nu de bevoegdheden van Europol zijn uitgebreid er tegelijkertijd ook meer aandacht is voor gegevensbescherming. De heer Ebner gaf aan dat dit in de dagelijkse praktijk betekent dat de afgelopen jaren er bij Europol zo’n 3.200 verzoeken om inzage van betrokkenen zijn behandeld, gebaseerd op de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Hieruit zijn maar 13 klachten voortgekomen, waarvan het bij slechts 4 een (deels) gegronde klacht betrof volgens de EDPS. Europol heeft de afgelopen jaren 280 aanbevelingen van de EDPS ontvangen, waarvan er 87% is geïmplementeerd. De heer Ebner gaf aan dat Europol het onderwerp gegevensbescherming heel serieus neemt en dat het agentschap op dit moment 25 medewerkers in dienst heeft die zich volledig op dit onderwerp toeleggen.
In reactie op de bijdrage van de heer Wiewiórowski inzake het instrument van de gezamenlijke operationele analyse gaf de heer Ebner aan dat er op dit moment nog geen sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de deelnemende lidstaten en Europol. Dit achtte de heer Ebner op dit moment nog voorbarig, maar Europol is zeker voornemens om een gezamenlijke verantwoordelijkheid in de toekomst vast te leggen. Over het gebruik van AI en gezichtsherkenning benadrukte de heer Ebner dat er verschillende vormen van AI zijn. AI varieert van vertaalinstrumenten tot bijvoorbeeld de analytische inzet van AI. De heer Ebner gaf aan dat belangrijke (politie)beslissingen niet geautomatiseerd worden genomen en dat er altijd een menselijke blik is bij besluiten. De heer Ebner beaamde het belang van onderzoek en ontwikkeling op het gebied van AI. Daarbij benadrukte spreker dat de technologie van AI zich heel snel ontwikkelt en dat de samenwerking tussen de EDPS en Europol gebaat is bij meer snelheid aan beide zijden en het verminderen van de complexiteit. De heer Ebner gaf over de samenwerking met private partijen aan dat deze grote mogelijkheden biedt, maar dat dit wel op een zorgvuldige wijze moet plaatsvinden. Als belangrijkste samenwerking op dit gebied noemde de heer Ebner nog het Amerikaanse National Center for Missing and Exploited Children (NCMEC) dat een belangrijke rol speelt bij het opsporen en tegengaan van online kindermisbruik.
In de gedachtewisseling die volgde met de JPSG-leden stelde het Tweede Kamerlid Mutluer de heer Ebner een vraag naar de moeilijkheden die betrokkenen ervaren bij het laten verwijderen van hun naam uit de database van Europol met gegevens over criminelen en criminele netwerken in het geval deze ten onrechte daarin is opgenomen. Het lid Mutluer gaf aan dat de betrokkenen die het betreft weinig informatie ontvangen, tegen bureaucratische regelingen aanlopen en het ontbreken van duidelijke richtlijnen ervaren. Genoemd lid vroeg de heer Ebner naar de noodzakelijke stappen die een betrokkene moet zetten om dit te herstellen, wat de rol daarbij is van Europol en op welke wijze een eerlijke behandeling door de betreffende overheid wordt gegarandeerd. De heer Ebner gaf in antwoord hierop aan dat dit soms niet geheel valt uit te sluiten, nu er in die databanken miljoenen namen van verdachten zijn opgenomen. Dit zou zo spoedig mogelijk hersteld moeten worden. Europol loopt hier volgens de heer Ebner echter tegen het probleem aan dat de databanken toebehoren aan de nationale autoriteiten, het tijd kost om uit te zoeken waar de fout zit en in sommige gevallen de nationale autoriteiten van mening verschillen met het betreffende individu over het al dan niet zijn van verdachte. De heer Ebner gaf tot slot aan dat in het uiterste geval een individu een zaak aanhangig kan maken bij de rechter.
5. Themasessie I: Bestrijding van de drugshandel in Europa – uitdagingen voor Europol en de lidstaten
De heer Andy Kraag, hoofd van de afdeling Ernstige en Georganiseerde Criminaliteit bij Europol, gaf een presentatie waarbij hij aangaf dat Europa nog steeds wordt overspoeld door drugs waarbij cocaïne en de ongekende groei in de productie van synthetische drugs de grootste bedreigingen vormen. De heer Kraag signaleerde dat de meest urgente uitdagingen op het terrein van het bestrijden van de drugshandel in Europa gelegen zijn in de nieuwe drugssmokkelroutes- en handelsmethoden, het gebruik van moderne digitale technologieën door criminelen en de rekrutering van minderjarigen voor geweldsmisdrijven. Europol ondersteunt de lidstaten, de rechtshandhavingsinstanties en de onderzoeken die deze doen door het systematisch en voortdurend analyseren van de kenmerken van de drugshandel en de bedrijfsmodellen die eraan ten grondslag liggen, waardoor de operationele effectiviteit wordt versterkt en het beleid wordt gestuurd. De heer Kraag gaf voor de toekomst aan dat de focus van Europol ligt op de analyse van grote datasets. Op het kantoor van Europol zijn 53 nationaliteiten vertegenwoordigd, waarbij Europol voornemens is om het internationale bereik nog verder te vergroten buiten Europa. Ten aanzien van de operationele coördinatie en ondersteuning die Europol geeft, gaf de heer Kraag voor de toekomst aan dat bij het verstoren van de criminele netwerken er aandacht moet zijn voor alle elementen die daarbij een rol spelen. Dit betreft onder meer zaken zoals logistiek, corruptie, communicatiesystemen, geld en bezittingen en het gebruik van geweld. De heer Kraag benadrukte dat de enige manier om een crimineel netwerk te ontmantelen is om al deze elementen aan te pakken.
De heer Kraag onderstreepte daarnaast dat de bestrijding van drugshandel een zeer nauwe samenwerking vereist tussen EU-lidstaten en derde landen zoals landen in Latijns Amerika en Zuid- West Afrika.
De heer Kraag merkte op dat hoewel Europol op operationeel niveau resultaten boekt, criminele netwerken de drijvende kracht blijven achter veel van de ernstigste dreigingen in de Europese Unie. De heer Kraag wees er verder op dat uit door Europol verzamelde inlichtingen blijkt dat 86% van hen legale bedrijfsstructuren uitbuiten om illegale winsten wit te wassen. Tot slot merkte de heer Kraag op dat Europol nauw samenwerkt met de particuliere sector en nationale rechtshandhavingsinstanties om deze netwerken te ontmantelen en financiële lacunes te dichten.
De heer Cezary Luba, opperbevelhebber van het Centraal Onderzoeksbureau van de Poolse politie, gaf aan dat de continu veranderende drugsmarkt een snelle aanpassing vereist in de methoden om drugshandel te bestrijden. Het Europees Multidisciplinair Platform tegen Criminele Dreigingen (EMPACT) speelt volgens de heer Luba daarbij een belangrijke rol. Als uitdagingen voor de bestrijding van internationale drugshandel noemde de heer Luba het dynamische karakter van de drugshandel, de opkomst van synthetische drugs, de kwetsbaarheden in de grensbewaking/beveiliging en de impact van de oorlog in Oekraïne. De heer Luba benadrukte dat de wetgeving van de Europese Unie met betrekking tot drugs moet worden geharmoniseerd, het niveau van grenscontroles moet worden verhoogd en de wetgevende reactie op nieuw opkomende opioïden sneller moet zijn. De heer Luba signaleerde verder dat moeilijkheden bij het detecteren en classificeren van nieuwe stoffen ook een probleem vormen.
In de gedachtewisseling die daarop volgde, stelde het Eerste Kamerlid Van Hattem een vraag over de positie van de havenautoriteiten van de kleine en binnenlandse havens die een rol spelen bij de drugshandel en of deze over voldoende instrumenten beschikken om deze vorm van criminaliteit te bestrijden. Over de productie- en handel van drugs vroeg voornoemd lid naar de wijze waarop Europol met de lokale autoriteiten samenwerkt. Met betrekking tot de nieuwe doorvoerroute voor drugs die via West Afrika loopt, vroeg voornoemd lid wat Europol nodig heeft om deze effectiever te bestrijden. Tot slot vroeg voornoemd lid naar de dreiging die uitgaat van het drugsimperium van het voormalige regime in Syrië dat te boek stond als grootste producent en exporteur van de drug Captagon. De heer Kraag gaf in antwoord op de laatste vraag aan dat de drug Captagon in de Europese Unie maar beperkt voorkomt en dat hier op dit moment geen dreiging vanuit gaat. Met betrekking tot de bestrijding van de drugs die via de route van West Afrika verloopt, gaf de heer Kraag aan dat er behoefte is aan meer inzet van personeel aan de kant van zowel Europol als aan de kant van West Afrika. In dit kader zijn werkafspraken met deze landen nodig. In zijn reactie op de vraag naar de havenautoriteiten verwees de heer Kraag naar de Europese Havenalliantie en dat Europol de havenautoriteiten op het gebied van beveiliging en onderzoek ondersteunt. De heer Kraag wees erop dat de ondersteuning door Europol groter kan zijn wanneer zij daarvoor meer middelen tot haar beschikking heeft. In de samenwerking met lokale autoriteiten benadrukte de heer Kraag dat hoe meer informatie Europol ontvangt, hoe meer ondersteuning het agentschap aan de autoriteiten kan bieden.
6. Themasessie II: Strijd tegen seksuele uitbuiting van kinderen, online en offline
Dit agendapunt startte met presentaties door de heer Lecouffe, plaatsvervangend uitvoerend directeur van Europol en door de Europese Commissie. De heer Lecouffe gaf een overzicht van de opkomst en impact van AI op het vlak van online kindermisbruik. Met betrekking tot kindermisbruikafbeeldingen (vaak als “Child Sexual Abuse Material” of CSAM aangeduid) stelde hij dat sprake is van een zeer scherpe stijging van het aantal deepfake afbeeldingen die met de opkomst van AI eenvoudiger te generen zijn en massaler verspreid kunnen worden. Zorgelijk is dat er op reguliere web platforms op grote schaal links opduiken die naar deze deepfake SCAM op illegale web platforms leiden. De heer Lecouffe gaf aan dat onderzoekers in juli 2024 voor het eerst bewijs vonden dat een chatbot een Large Language Model (LLM) ertoe aanzette expliciet CSAM-materiaal te genereren en dit op een populair sociaal-media-platform te plaatsten. In juridisch opzicht leidt dit tot het dilemma op welke wijze een strafzaak aan te pakken als er geen sprake is van een direct menselijk slachtoffer of een menselijke dader. Eveneens zorgwekkend is het streven naar een "metaverse", een drie dimensionale, virtuele wereld – een op zich legitieme ontwikkeling die naar verwacht wordt ook echter ook kwetsbaar zal blijken te zijn voor het aldaar opduiken van CSAM.
De presentatie door de heer Lecouffe werd gevolgd door een presentatie door de heer Labrador Jimenez, teamleider tegengaan seksueel kindermisbruik bij de Europese Commissie. De heer Jimenez ging in op de verschillende wetgevende en niet-wetgevende initiatieven die op EU-niveau zijn ingezet. De heer Jimenez besprak hierbij de CSAM-verordening die in Brussel op de onderhandelingstafel ligt maar waarover zowel op lidstaat- als op EU-niveau veel debat is omdat deze voorstelt de vertrouwelijkheid van het elektronisch berichtenverkeer (encryptie van mails, chats etc.) in te perken om langs die weg online kindermisbruik op te sporen en te voorkomen. Over dit voorstel is in de Raad geen overeenstemming. Het Europees Parlement heeft wel al een positie op het voorstel bepaald waarbij het Europees Parlement het voorstel van de Europese Commissie tot inperking van encryptie uit het voorstel heeft verwijderd. Een tweede wetgevend initiatief betreft een richtlijnvoorstel dat zich primair op de strafrechtelijke kant van (al dan niet digitaal) kindermisbruik richt. Hiertoe wordt de bestaande richtlijn uit 2011 herzien. Dit om onder meer rekening te houden met recentere fenomenen zoals livestreaming van misbruik en het bezitten en uitwisselen van pedofiliehandboeken. Ook recente ontwikkelingen als deep fakes en door AI gegenereerd misbruikmateriaal worden in de definitie van kindermisbruik betrokken. Verder zet het voorstel in op langere verjaringstermijnen en ruimere rechten voor slachtoffers op financiële compensatie. Ook ziet het voorstel op betere preventie met onder meer maatregelen gericht op een veiliger internet en strengere eisen bij de werving voor functies waar nauw contact met kinderen inherent is aan het werk. Over dit voorstel starten de Raad en het Europees Parlement dit voorjaar de eindonderhandelingen. Een derde initiatief betreft een tijdelijke verordening om online kindermisbruik tegen te gaan. Deze geeft web providers die op hun netwerken verdachte activiteit waarnemen die kan duiden op online kindermisbruik, de mogelijkheid deze vrijwillig te detecteren, rapporteren en te verwijderen. De verordening biedt daartoe een tijdelijke uitzondering op de e-privacyrichtlijn. De verlenging van de tijdelijke maatregel was nodig gezien de moeizame onderhandelingen over de hierboven besproken CSAM-verordening. De duur van deze tijdelijke verordening is verlengd tot 3 april 2026. In zijn presentatie wees de heer Lecouffe erop dat als er tegen die tijd geen akkoord is op de CSAM-verordening, de vraag is hoe online CSAM dan nog opgespoord kan worden.
7. Update over de activiteiten van Europol in verband met de oorlog in Oekraïne
Presentatie door de heer Jean-Philippe Lecouffe, plaatsvervangend uitvoerend directeur van Europol
De heer Lecouffe, plaatsvervangend uitvoerend directeur van Europol, gaf een update van de activiteiten van Europol in verband met de oorlog in Oekraïne. Hij gaf aan dat het land al voor de oorlog een belangrijke regionale partner was voor Europol. Om de samenwerking te versterken is op het hoofdkantoor een tweede liaisonofficier uit Oekraïne gestationeerd. Eén van de gebieden waarop Europol actief is, is het meehelpen bij het veiligstellen van bewijs van oorlogsmisdaden. Ook wordt samengewerkt bij het tegengaan van cybercrime en hybride dreigingen. De heer Lecouffe gaf aan dat er ook wordt nagedacht over uitdagingen die kunnen optreden als de oorlog op enig moment over zou zijn. Eén van de risico’s is het verdwijnen van oorlogswapens in het illegale circuit. Een ander risico is criminele activiteit (bijvoorbeeld mensenhandel) rond de omvangrijke migratiestromen die dan verwacht worden. Op een vraag van leden gaf de heer Lecouffe aan dat hij verwacht dat als de oorlog op enig moment over zou zijn, opnieuw ─ net als bij het beging van de oorlog ─ aparte campagnes zullen worden gestart om mensenhandel zoveel mogelijk tegen te gaan.
De JPSG-covoorzitters mevrouw Chinnici, de heer Ujazdowski en de heer Konrad Frysztak sloten de vergadering af onder dankzegging aan sprekers en leden.
De volgende JPSG-vergadering zal plaatsvinden op maandag 3 en dinsdag 4 november 2025 te Brussel, België.
Namens de delegatie van de Eerste Kamer,
Van Hattem
Janssen
De griffier van de delegatie van de Eerste Kamer,
Wittich-de Ridder
Namens de delegatie van de Tweede Kamer,
Mutluer
Van der Werf
De griffier van de delegatie van de Tweede Kamer,
Rook
De agenda en de verdere documenten zijn hier te vinden: Joint Parliamentary Scrutiny Group on Europol (JPSG on Europol) - IPEX.eu (webstream bijeenkomst: ochtendsessie en middagsessie.)↩︎
Verordening (EU) 2022/991 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/794, wat betreft de samenwerking van Europol met particuliere partijen, de verwerking van persoonsgegevens door Europol ter ondersteuning van strafrechtelijke onderzoeken, en de rol van Europol bij onderzoek en innovatie.↩︎
Voor het verslag van deze vergadering; zie: Kamerstuk Staten-Generaal 2024/25, 34 931, EK, M / TK, nr. 12.↩︎