Antwoord op vragen van het lid Van den Hil over het bericht ‘Oud- turnster Petra Witjes heeft eindelijk geen nachtmerries meer. ‘Ik wil de mensen die mij verkeerd hebben behandeld niet laten winnen’’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D13724, datum: 2025-03-28, bijgewerkt: 2025-04-01 14:17, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1764).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2025Z03793:
- Gericht aan: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: J. van den Hil, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1764
Vragen van het lid Van den Hil (VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Oud-turnster Petra Witjes heeft eindelijk geen nachtmerries meer. «Ik wil de mensen die mij verkeerd hebben behandeld niet laten winnen»» (ingezonden 4 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 28 maart 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1731.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Oud-turnster Petra Witjes heeft eindelijk geen nachtmerries meer. «Ik wil de mensen die mij verkeerd hebben behandeld niet laten winnen»»?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennis genomen van het bericht. Tevens heb ik het boek dat Petra Witjes heeft geschreven van haar mogen ontvangen.
Vraag 2
Hoe worden de pijnlijke verhalen zoals die van Petra Witjes, maar ook van andere ervaringsdeskundigen, meegenomen in de oprichting van het onafhankelijke integriteitscentrum?
Antwoord 2
Grensoverschrijdend gedrag hoort nergens thuis, ook niet in de sport. Het verhaal van Petra Witjes, maar ook die van andere sporters die grensoverschrijdend gedrag hebben ervaren, beschouw ik daarom nog steeds als een onderstreping van het belang om te werken aan sociale veiligheid in de sport. Met de oprichting van het onafhankelijk integriteitscentrum bied ik de sport ondersteuning voor een effectieve aanpak van integriteitsschendingen.
Vraag 3
Hoe wordt er dus voor gezorgd dat er niet óver, maar mét sporters wordt gesproken en ervaringsdeskundigheid integraal wordt betrokken?
Antwoord 3
In aanloop naar het wetsvoorstel worden gesprekken gevoerd tussen het Ministerie van VWS, koepelorganisaties, sportbonden en met NL Sporter en de overkoepelende atletencommissie van NOC*NSF. Deze aangesloten partijen vertegenwoordigen de belangen van sporters. De input die tijdens deze sessies wordt opgehaald speelt een belangrijke rol in de totstandkoming van het onafhankelijk integriteitscentrum.
Daarnaast streef ik ernaar het wetsvoorstel rond de zomer in te dienen ter internetconsultatie. Tijdens deze fase kan iedereen op het wetsvoorstel reageren. De input uit de consultatie wordt vervolgens gewogen en verwerkt in het wetsvoorstel. Daarom moedig ik iedereen die betrokken is in de sport, inclusief ervaringsdeskundigen of slachtoffers, aan om op het wetsvoorstel te reageren.
Vraag 4 en 5
Kunt u een tijdspad geven van het wetsvoorstel voor de totstandkoming van het onafhankelijke integriteitscentrum voor de sport?
De verwachting was dat het wetsvoorstel eind 2024 in consultatie zou gaan, is dit inmiddels gebeurd?
Antwoord 4 en 5
Op dit moment wordt gewerkt aan het opstellen van het wetsvoorstel. Het streven is om het wetsvoorstel rond de zomer voor te leggen ter internetconsultatie.
Vraag 6
Zo ja, wat zijn de eerste resultaten hiervan? Zo niet, wat heeft gezorgd voor de vertraging?
Antwoord 6
In de «Najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 – Toekomstig Sportbeleid»2 van 28 november 2024 heb ik aangegeven ernaar te streven het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van dit jaar in consultatie te laten gaan. Het wetsvoorstel is op het gebied van privacy en de bestuursvorm complex. Recentelijk is gebleken dat de complexiteit van de genoemde onderwerpen groter is dan eerder ingeschat. Daar vindt afstemming over plaats met betrokken partijen en ministeries. Daarom is het nog niet gelukt om het wetsvoorstel ter consultatie aan te bieden.
Vraag 7
Hoe verschilt een onafhankelijk integriteitscentrum van het huidige Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN)?
Antwoord 7
Het wetsvoorstel beoogt dat het huidige CVSN wordt losgekoppeld van NOC*NSF, opgaat in het onafhankelijk integriteitscentrum en dat met de oprichting van het onafhankelijk integriteitscentrum bevoegdheden en een grondslag voor gegevensverwerking worden geregeld. Hiermee kunnen gegevens van een melding worden verwerkt en kunnen gegevens worden verzameld ten behoeve van het onderzoek en de advisering over een melding; dit kon het CVSN eerder op deze manier niet.
Vraag 8
Hoe wordt bewerkstelligd dat dit nieuwe integriteitscentrum echt onafhankelijk kan opereren?
Antwoord 8
In het professioneel statuut van NOC*NSF is vastgelegd dat alle medewerkers bij het CVSN, inclusief de vertrouwenspersonen, casemanagers als overige medewerkers, hun werk onafhankelijk van de directie van NOC*NSF moeten kunnen doen3. Desondanks wordt het CVSN losgekoppeld van NOC*NSF en ondergebracht in het onafhankelijk integriteitscentrum om elke mogelijke schijn van afhankelijkheid op basis van de organisatiestructuur weg te nemen. Ook worden in het wetsvoorstel waarborgen opgenomen waarmee het integriteitscentrum onafhankelijk komt te opereren.
Vraag 9
Wat zijn de eerste ervaringen met de pedagogisch experts die sinds januari 2025 worden ingezet door NOC*NSF?
Antwoord 9
NOC*NSF geeft aan dat er per 1 januari 2025 acht pedagogisch experts (3,6 fte) zijn gestart voor de vijf TeamNL centra waar talenten en topsporters kunnen trainen, wonen en studeren. Omdat de experts pas zeer recent zijn aangesteld is het te vroeg voor NOC*NSF om al te reflecteren op deze nieuwe rol. De komende maanden staan in het teken van het vergroten van hun zichtbaarheid, vindbaarheid en herkenbaarheid voor sporters, coaches en andere stafleden.
Vraag 10
Is het grootschalige onderzoek naar de factoren die bijdragen aan de positieve en negatieve aspecten van de topsportcultuur al opgeleverd?
Antwoord vraag 10
Nee, nog niet. Naar verwachting wordt dit rapport medio 2025 opgeleverd.
Vraag 11
Bent u van plan een beleidsreactie te geven op dit onderzoek?
Antwoord 11
Ja.
Vraag 12
Wat zijn de uitkomsten van het jaarverslag van 2023 van het CVSN als het gaat om het aantal meldingen en de aard ervan?
Antwoord 12
Het CVSN geeft aan dat in het jaarverslag van 2023 van het CVSN4 een totaal aantal van 1264 meldingen staat, waarvan 1009 zijn gedaan bij het CVSN en 255 bij de bonden. Van deze 1264 meldingen, raken er 1107 aan grensoverschrijdend gedrag, 46 aan integriteit, 13 aan verboden middelen, 5 aan matchfixing en gokken, en 80 aan overige zaken (i.e. vragen rondom preventie, vragen over positie/ rol betrokkene, meldingen over eetproblematiek). Ten slotte zijn er 13 meldingen waarvan de schendingscategorie niet in het dossier is aangegeven.
Vraag 13
Zijn er al cijfers over het aantal meldingen bij het CVSN in het jaar 2024 bekend?
Antwoord 13
Het jaarverslag van het CVSN van 2024 is nog niet gepubliceerd. Het CVSN streeft ernaar dit verslag dit voorjaar op te leveren.
Trouw, 22 februari 2025, https://www.trouw.nl/sport/oud-turnster-petra-witjes-heeft-eindelijk-geen-nachtmerries-meer-ik-wil-de-mensen-die-mij-verkeerd-hebben-behandeld-niet-laten-winnen~b0730cc4/↩︎
Kamerstukken II, 2023/24, 30 234, nr. 396.↩︎
CVSN, «Over CVSN» (https://centrumveiligesport.nl/over-cvsn/over-cvsn)↩︎
CVSN, «2023 Jaarverslag CVSN» (https://centrumveiligesport.nl/preventie/kennis-en-kunde/feiten-cijfers-en-documenten)↩︎