Aanpassingen beleid OM opvolging moties en interne instructies OM strafbeschikking
Rechtsstaat en Rechtsorde
Brief regering
Nummer: 2025D14581, datum: 2025-04-03, bijgewerkt: 2025-04-04 10:27, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -930 Rechtsstaat en Rechtsorde.
Onderdeel van zaak 2025Z06318:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-04-08 17:00: Debat over het bericht dat het OM strafbare feiten waarop maximaal zes jaar cel staat voortaan zelf gaat afhandelen via strafbeschikkingen (Plenair debat (debat)), TK
- 2025-04-10 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Mede met het oog op het debat met uw Kamer op 8 april aanstaande over
de verruiming van de toepassing van de strafbeschikking gaan wij in deze
brief in op enkele relevante ontwikkelingen. Hieronder lichten wij een
recent besluit van het Openbaar Ministerie (OM) toe om enkele
aanpassingen aan te brengen bij de toepassing van de verruiming van de
strafbeschikking bij veelvoorkomende vermogenscriminaliteit. Daarna
lichten wij toe hoe wij opvolging gaan geven aan drie moties die u over
dit onderwerp heeft aangenomen. Als laatste reageren wij op uw verzoek
om inzage te geven in interne aanwijzingen en richtlijnen van het OM
inzake het instrument van de strafbeschikking.
Voordat wij dat doen, willen wij het volgende graag benadrukken. Het OM
maakt sinds 2008 gebruik van de strafbeschikking. Hiervoor heeft uw
Kamer een wet aangenomen die het OM de bevoegdheid geeft om bij sommige
relatief lichtere misdrijven een strafbeschikking op te leggen. Het OM
opereert zelfstandig en onafhankelijk binnen de wettelijke kaders en
moet dit ook blijven doen. De strafrechtketen staat onder druk, waardoor
bijvoorbeeld de doorlooptijden te lang zijn en er maar beperkt ruimte is
om zaken via de rechter af te doen. Het OM wil met behulp van de
strafbeschikking de doorlooptijden verbeteren en juist meer
criminaliteit aanpakken. Wij ondersteunen dat doel volledig: met de
strafbeschikking zorgen we ervoor dat criminaliteit niet onbestraft
blijft.
Aanpassingen beleid OM
Mede naar aanleiding van de gestelde vragen tijdens de door u
georganiseerde ronde tafel op 26 maart jl. heeft het College van
procureurs-generaal besloten enkele aanpassingen aan te brengen ten
aanzien van de verruiming van de toepassing van de strafbeschikking. Het
OM heeft over de aanpassingen in het beleid vandaag een nieuwsbericht op
zijn website geplaatst. Met de aanpassingen geeft het OM aan bereid te
zijn te luisteren naar kritische signalen vanuit de politiek en
ketenpartners. Wij ondersteunen deze aanpak van het OM. Wij hechten er
wel aan te benadrukken dat het belangrijk is dat het OM zelfstandig en
onafhankelijk zijn werk moet kunnen doen. Dit betekent dat de politiek
zo veel mogelijk op afstand moet blijven, niet alleen wat vervolging in
individuele zaken betreft maar ook waar het gaat om het algemene
vervolgingsbeleid.
In de werkinstructie van 1 februari jl. kondigde het OM aan om later
in dit jaar de inzet van de strafbeschikking verder uit te breiden. Het
College heeft besloten te wachten met nieuwe tijdelijke instructies die
de toepassing van de strafbeschikking verder verruimen. Het College wil
eerst de resultaten bezien van de huidige instructie – de “Tijdelijke
instructie intensivering strafbeschikking” – en de mate waarin deze
bijdraagt aan de ontlasting van de strafrechtketen. Ook wil het College
de resultaten van het WODC-onderzoek naar de strafbeschikking afwachten,
evenals het vervolgonderzoek dat de procureur-generaal bij de Hoge Raad
naar de strafbeschikking heeft aangekondigd. In dat vervolgonderzoek zal
aandacht worden besteed aan de vorm, inhoud en implicaties van de
recente beleidswijziging van het OM.
De nieuwe werkinstructie van februari jl. maakte het mogelijk om bij
veelvoorkomende vermogensdelicten die worden gepleegd door asielzoekers
en illegale vreemdelingen een strafbeschikking op te leggen. Waar het
College van mening was dat het opleggen van een strafbeschikking aan
illegale vreemdelingen en asielzoekers zou leiden tot meer
bestraffingen, zou het de indruk kunnen wekken dat zij er lichter door
zouden worden bestraft. Het College ziet er om deze reden van af om
illegale vreemdelingen en asielzoekers onder de tijdelijke instructie te
laten vallen.
Naast deze twee wijzigingen zal het OM in samenspraak met
Slachtofferhulp Nederland de positie van het slachtoffer ten aanzien van
de strafbeschikking versterken en zal het OM de informatieverstrekking
richting de verdachten optimaliseren.
Opvolging moties
Op 25 maart 2025 heeft uw Kamer drie moties aangenomen die zich richten
op de toepassing van de strafbeschikking.
De eerste motie van het lid Koops (NSC) richt zich op het wettelijk
verankeren dat er geen strafbeschikking mag worden uitgevaardigd in
gevallen waarin een taakstrafverbod geldt.1 Aan
deze motie zal uitvoering worden gegeven in het wetsvoorstel over de
uitbreiding van het taakstrafverbod, zoals dat in het regeerprogramma is
aangekondigd. Het streven is om dat wetsvoorstel in de zomer van dit
jaar in consultatie te brengen.
De tweede motie van het lid Koops ziet op de verbetering van de
schriftelijke informatie die het OM verstrekt aan ontvangers van een
strafbeschikking ten aanzien van de rechten en positie van betrokkene.2 Het College van procureurs-generaal
heeft, zoals hiervoor toegelicht, ons laten weten de
informatieverstrekking richting de verdachten te zullen optimaliseren
conform het gestelde in de motie. Het OM zal hierover overleg voeren met
onder andere de Nederlandse Orde van Advocaten. Voor wat betreft de
verbetering van de rechtsbescherming verwijzen wij u verder naar onze
brief van 25 maart jongstleden waarin wij reageren op het verzoek van
het lid Omtzigt (NSC) om een toelichting op het nieuwe beleid van het
OM.3
De derde motie van het lid Eerdmans (JA21) betreft een verzoek aan het
kabinet om asielzoekers die misdrijven plegen uit te zonderen van de
nieuwe werkwijze van het Openbaar Ministerie om de strafbeschikking
vaker toe te passen.4 Zoals hiervoor is toegelicht heeft
het College besloten dat de instructie niet meer van toepassing is op
asielzoekers en illegale vreemdelingen.
Verzoek om inzage interne instructies
strafbeschikking
In uw brief van 27 maart 2025 verzoekt u de minister van JenV inzage te
geven in de interne richtlijnen en aanwijzingen betreffende het
instrument van de strafbeschikking. De aanwijzingen en richtlijnen van
het College worden gepubliceerd in de Staatscourant en zijn te
raadplegen via https://www.om.nl/onderwerpen/beleidsregels.
Instructies hebben geen externe werking.
Het OM heeft de minister van Justitie en Veiligheid laten weten dat er naast de Tijdelijke instructie intensivering strafbeschikking bij veelvoorkomende vermogensdelicten geen andere instructies, richtlijnen of aanwijzingen zijn over strafbeschikkingen die niet openbaar zijn gemaakt.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
De Staatssecretaris Rechtsbescherming,
T.H.D. Struycken