[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het bericht dat de VS uit de WHO stapt (Kamerstuk 36600-XVI-176)

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D15170, datum: 2025-04-07, bijgewerkt: 2025-04-09 11:09, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D15170).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z03858:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2025D15170 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 5 maart 2025 inzake Reactie op verzoek commissie over het bericht dat de VS uit de WHO stapt (Kamerstuk 36 600 XVI, nr. 176).

De voorzitter van de commissie,
Mohandis

Adjunct-griffier van de commissie,
Sjerp

Inhoudsopgave

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
II. Reactie van de Minister

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de reactie op het verzoek van de commissie over het bericht dat de Verenigde Staten (VS) uit de WHO stapt en hebben hierover geen aanvullende vragen en/of opmerkingen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met zorg en interesse kennisgenomen van de kabinetsreactie over het vertrek van de VS uit de WHO. Genoemde leden hebben grote zorgen over het vertrek van de VS, die circa 20% van het totale WHO-budget van $ 3,75 miljard per jaar financieren. Deze leden vrezen de impact hiervan op de mondiale pandemische paraatheid en de mogelijke gevolgen voor de levering van vaccins, medicatie en medische apparatuur tijdens pandemieën.

De Minister schrijft in de kabinetsreactie dat het besluit van de Amerikaanse president Trump om het Executive Order (EO) te ondertekenen waarmee het lidmaatschap van de WHO werd opgezegd, resulteerde in de onmiddellijke stopzetting van alle betalingen door de VS aan de WHO. Wat zijn tot op heden de gevolgen hiervan? Is er bijvoorbeeld al sprake van een «braindrain» doordat Amerikaanse experts die bij de WHO gedetacheerd zijn worden teruggetrokken? Wat zijn de gevolgen nu de VS ook reeds toegezegde betalingen op al verrichte werkzaamheden in 2024 niet heeft voldaan? Zijn er projecten of initiatieven die hierdoor zijn komen stil te liggen of hier op andere manieren al de gevolgen van ondervinden? Zo ja, om hoeveel projecten gaat het? Welke gevolgen heeft de terugtrekking van de VS daarnaast op de autoriteit van het instituut? Wat is de impact van de terugtrekking op de slagvaardigheid van de organisatie bij het bevorderen van basale gezondheidszorg in ontwikkelingslanden, en het in de kiem smoren van potentiële pandemieën zoals mpox? Wat is daarnaast de impact op het werk van de WHO op het bevorderen van gelijkwaardige toegang tot vaccins, ook door ontwikkelingslanden, waarvan het belang voor de wereldwijde gezondheid is gebleken tijdens de vaccinongelijkheid bij de COVID-19-pandemie?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen daarnaast in de kabinetsreactie dat de terugtrekking van Amerikaans personeel bij de WHO specifiek voor Nederland kan leiden tot een afname in directe samenwerking met de VS, vooral op het gebied van onderzoek en het delen van medische kennis en technologieën. Zijn de eerste gevolgen hiervan al merkbaar en zo ja, op welke wijze? Is de samenwerking tussen Nederland en de VS hechter dan andere aangesloten landen bij de WHO? Op welke manier kan de afname in directe samenwerking met de VS worden gecompenseerd door samenwerking op het gebied van onderzoek en technologie met andere landen, bijvoorbeeld binnen de Europese Unie? Is de Minister bereid zich hier hard voor te maken?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de beslisnota dat het kabinet vooralsnog kiest voor een zakelijke en feitelijke reactie op het besluit van de Amerikaanse regering omdat de relatie van de VS belangrijk is voor Nederland. Is het kabinet daarnaast voornemens om zich wel stevig uit te spreken over de mogelijke gevolgen hiervan voor de wereldwijde pandemische paraatheid, waardoor ook de VS uiteindelijk geraakt kunnen worden? Kan de Minister toezeggen dat het kabinet de WHO actief zal blijven steunen? Hebben de Nederlandse bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking en de vermindering van bijdragen aan de VN gevolgen voor de Nederlandse bijdrage aan de WHO? Wat is de impact op het werk van de WHO als meerdere belangrijke donorlanden hun bijdrage naar beneden bijstellen?

Tot slot hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie nog enkele vragen over de gevolgen voor de pandemische paraatheid in Nederland, die immers ook beïnvloed wordt door een mogelijke achteruitgang van de mondiale pandemische paraatheid door de terugtrekking van de VS. Wat betekent dit voor de opgave van Nederland op het gebied van pandemische paraatheid? Verandert dit de doelstellingen van het kabinet? Worden de gevolgen van het terugtrekken van de VS uit de WHO meegenomen in het Plan Weerbaarheid? Wordt de noodzaak voor een oplossing voor de bezuinigingen op pandemische paraatheid in Nederland volgens de Minister hiermee groter?

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de reactie op het verzoek van de commissie over het bericht dat de VS uit de WHO stapt. Hoewel zij inzien dat een mogelijk vertrek van de VS uit de WHO grote gevolgen zal hebben, vinden zij het begrijpelijk dat het kabinet hier niet over wil speculeren. Genoemde leden hebben toch nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister hoe het staat met het kabinetsbrede weerbaarheidsbeleid jegens gezondheidscrises en in hoeverre de onduidelijkheid over de stappen van de VS en de WHO van invloed is op de voortgang van haar beleid. Ook willen zij weten in hoeverre de Minister verwacht dat de stappen van de VS van invloed zijn op de strategische autonomie met betrekking tot gezondheid en zorg in Europa.

Tot slot lezen de leden van de VVD-fractie dat één van de gevolgen kan zijn dat het moeilijker wordt om belangrijke gezondheidsdata zo snel mogelijk te delen. Genoemde leden vragen welke typen gezondheidsdata vanuit de VS gedeeld worden. Welke directe samenwerkingen lopen er momenteel tussen de VS en Nederland en tussen de VS en de EU?

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie betreuren het dat de VS uit de WHO zijn gestapt. Deze leden onderstrepen het belang van internationale samenwerking bij de aanpak van mondiale gezondheidsvraagstukken, zoals pandemische paraatheid. Genoemde leden hebben nog enkele vragen over de kabinetsreactie op het terugtreden van de VS uit de WHO.

De leden van de NSC-fractie lezen dat de terugtrekking van de VS uit de WHO gevolgen zal hebben voor de directe samenwerking tussen Nederland en de VS op het gebied van onderzoek en het delen van medische kennis en technologieën. Kan de Minister een beter beeld schetsen van wat deze verminderde samenwerking concreet zal betekenen voor de gezondheidszorg in Nederland? Zal de Minister zich inzetten om deze samenwerking toch voor te zetten, eventueel op bilateraal niveau?

De leden van de NSC-fractie hebben grote zorgen over de staat van de pandemische paraatheid. Zoals ook de Minister schrijft, is dit per definitie een mondiale uitdaging en is de WHO een essentiële schakel in de wereldwijde aanpak. De Minister geeft aan dat de WHO bijvoorbeeld de samenwerking tussen landen tijdens een gezondheidscrisis faciliteert. Kan de Minister aangeven welke impact het vertrek van de VS uit de WHO heeft op de beschikbaarheid en verdeling van vaccins en medische hulpmiddelen bij een volgende pandemie? Tot slot vragen deze leden of er plannen zijn om nauwer samen te werken met de EU of andere internationale gezondheidsinitiatieven om de gevolgen van de Amerikaanse beslissing op te vangen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Met interesse hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van de brief van de Minister over het nieuws dat de VS uit de WHO stappen. Daartoe hebben deze leden verdere vragen.

De Minister geeft in deze brief aan dat het vertrek van de VS kan leiden tot een meer gefragmenteerde aanpak van uitbraken van infectieziekten en pandemieën, waardoor de WHO minder effectief zou kunnen reageren op uitbraken van infectieziekten of pandemieën. Ziet de Minister daartoe het belang om als Nederland zelf alles op alles te moeten zetten om goed voorbereid te zijn op een nieuwe pandemie? Daartoe vragen de leden van de D66-fractie welke plannen de Minister heeft om de pandemische paraatheid voor Nederland te garanderen. Zij vragen of de Minister nog steeds vasthoudt aan haar aangekondigde bezuinigingen op pandemische paraatheid, terwijl de Minister weet dat onze pandemische paraatheid er slechter voorstaat dan voor de COVID-19 crisis1. Kan de Minister aangeven op welke wijze zij voorkomt dat de publieke gezondheidszorg en de GGD’en die hierin een vitale rol spelen met deze bezuinigingen verder worden afgebroken? Deze leden vragen tevens of de Minister kan aangeven op welke wijze zij voorkomt dat eerder gedane investeringen teniet worden gedaan.

De Minister benoemt dat door het vertrek van de VS uit de WHO wetenschappelijke contracten bevroren kunnen worden, wat wereldwijde samenwerking in het geding brengt en waardoor het moeilijker kan worden om belangrijke gezondheidsdata snel te delen. De leden van de D66-fractie vragen aan de Minister op welke manier ervoor gezorgd wordt dat Nederlandse beleidsmakers en onderzoekers toegang blijven houden tot de expertise van Amerikaanse wetenschappers, in het belang van de continuering van goede zorg en pandemische paraatheid.

Tot slot, deze leden vinden het belangrijk dat Nederland zelf goed is voorbereid op een nieuwe pandemie maar zien dat dit alleen kan als we ook internationaal, dus middels de WHO zijn voorbereid. Kan de Minister aangeven wat haar inzet is op Europees en mondiaal niveau om de pandemische paraatheid te versterken, zo vragen deze leden. Kan de Minister daarbij toelichten welke stappen zij al heeft ondernomen en wat we verder kunnen verwachten?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van BBB-fractie hebben kennisgenomen van de reactie op verzoek van de commissie over het bericht dat de VS uit de WHO stapt. Deze leden hebben de volgende vragen aan de Minister.

De leden van de BBB-fractie zijn blij dat Nederland zich bij de WHO actief inzet voor het behoud van nationale soevereiniteit in het kader van de IHR-wijzigingen en het pandemie-instrument. Dankzij de scherpe motie van het lid Keijzer2 blijft Nederland de regie behouden over zijn eigen gezondheid en soevereiniteit.

De leden van de BBB-fractie hebben ervoor gezorgd dat Nederland niet automatisch akkoord gaat met de voorgestelde wijzigingen van de Internationale Gezondheidsregels (IHR) van de WHO. Dit betekent dat een zorgvuldige, transparante discussie plaatsvindt in de Kamer voordat een besluit wordt genomen. Desondanks hebben deze leden enkele vragen over de voortgang van de onderhandelingen en de verdere koers die Nederland volgt.

Wat is na het vertrek van de VS de eigen deelname van Nederland aan de WHO en de invloed daarvan op de nationale gezondheidspolitiek? Hoe wordt Nederland vertegenwoordigd in de onderhandelingen over het pandemieverdrag?

In hoeverre is het kabinet bereid te blijven zorgen voor transparantie en democratische besluitvorming, zoals eerder vastgelegd in de motie Keijzer? Hoe garandeert de Minister dat er een zorgvuldige afweging komt van de voorgestelde wijzigingen voordat Nederland een standpunt inneemt over de nieuwe regelgeving van zowel de IHR als het pandemieverdrag?

Hoe staat het kabinet tegenover deze voorgestelde wijzigingen van zowel de IHR als het pandemieverdrag waarover nog wordt onderhandeld?

Wat is de huidige stand van de onderhandelingen over het pandemie-instrument? Hoe ziet het kabinet de rol van Nederland bij het bereiken van een compromis, en denkt de Minister überhaupt dat het verstandig is om akkoord te gaan met een eventueel pandemieverdrag?

Aangezien de geopolitieke situatie, zoals de recente verkiezingen in de VS, invloed kan hebben op de onderhandelingen, wat verwacht het kabinet dat de impact daarvan zal zijn op de onderhandelingen bij het pandemieverdrag? Hoe bereidt Nederland zich voor op deze mogelijk gewijzigde situatie? En welke rol zal Nederland hierin nemen?

Hoe wordt de nationale soevereiniteit gewaarborgd in de context van de internationale samenwerking, vooral in het geval van overdracht van bevoegdheden over de bestrijding van gezondheidscrisissen?

Zijn er waarborgen dat Nederland niet gedwongen zal worden maatregelen in te voeren die ingaan tegen onze nationale belangen? Zo nee, kan de Minister toezeggen te staan voor het feit dat Nederland nooit gedwongen maatregelen in zal moeten voeren die ingaan tegen onze nationale belangen?

II. Reactie van de Minister


  1. Parool, 27 februari 2025, https://www.parool.nl/nederland/nederland-is-nu-slechter-voorbereid-op-pandemie-dan-voor-corona-minder-ic-bedden-en-geen-noodplan~bb3726a0/↩︎

  2. Kamerstuk 25 295, nr. 2185, Motie van het lid Keijzer c.s. over de minister zich kenbaar laten onthouden van het accorderen van het onderhandelingsresultaat tijdens de aanstaande WHA↩︎