Nadere informatie over (complexe) casuïstiek ongedocumenteerden en verantwoordelijkheden
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D15174, datum: 2025-04-07, bijgewerkt: 2025-04-09 17:03, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-3394).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3394 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z06599:
- Indiener: M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- 2025-04-08 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-09 13:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Asiel en Migratie
- 2025-04-24 10:00: Vreemdelingen- en asielbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Asiel en Migratie
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3394 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2025
In het commissiedebat Vreemdelingen- en Asielbeleid d.d. 12 maart 2025 heb ik aan uw Kamer nadere informatie toegezegd over (complexe) casuïstiek onder ongedocumenteerden en de verantwoordelijkheden hieromtrent, in het licht van de beëindiging van de rijksbijdrage aan de Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV). In deze brief ga ik hier nader op in. Volledigheidshalve schets ik eerst een algemeen beeld van de handelwijze zoals deze is besproken m.b.t. de casuïstiek onder ongedocumenteerden, om vervolgens nader in te gaan op meer complexe gevallen.
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld is de inzet van het rijk ten aanzien van personen zonder rechtmatig verblijf in de eerste plaats gericht op terugkeer. In ambtelijke en bestuurlijke overleggen eind 2024 is de werkwijze na de beëindiging van de rijksbijdrage aan de LVV met gemeenten en rijksdiensten nader besproken.
De Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV) heeft de verantwoordelijkheid voor het vertrekproces van deze groep. Als een gemeente of de DTenV signaleert dat terugkeer aan de orde is, zal de DTenV in gesprek gaan met de vreemdeling en de gemeente. Hierbij kunnen verschillende instrumenten worden ingezet, zoals hulp bij het verkrijgen van documenten en het vaststellen van de identiteit en nationaliteit, (financiële) terugkeerondersteuning, meldplicht en, indien nodig, inbewaringstelling. Bij voldoende zicht op terugkeer kan onderdak en begeleiding worden geboden in de vrijheidsbeperkende locatie (VBL).
Ik wil hierbij benadrukken dat de vreemdeling in de eerste plaats zelf de verantwoordelijkheid heeft om mee te werken aan terugkeer en zich beschikbaar te houden voor vertrek.
Indien voor casuïstiek informatie benodigd is vanuit de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), kan hierin via verschillende kanalen worden voorzien. Zo kan informatie worden opgevraagd via de Ketenservicelijn, kunnen dossiers online worden opgevraagd en is er een maatwerkloket. In het kader van verblijfsaanvragen is contact met de zaakverantwoordelijk medewerkers mogelijk.
Bij meer complexe casussen, waarbij sprake is van belemmeringen voor terugkeer, kan in overleg met DTenV en indien nodig IND de betreffende individuele casuïstiek nader worden bezien, waarbij verschillende oplossingen kunnen worden verkend.
Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van omstandigheden waardoor terugkeer in een casus (tijdelijk) niet mogelijk is, ondanks dat de vreemdeling er redelijkerwijs alles aan heeft gedaan om terugkeer te realiseren. In deze gevallen bestaat de mogelijkheid dat de DTenV vaststelt dat sprake is van een buitenschuldsituatie en daarover de IND een ambtsadvies geeft, wat tot (tijdelijke) vergunningverlening kan leiden. Indien een betrokkene wegens een medische behandeling niet kan reizen naar zijn of haar land van herkomst kan uitstel van vertrek worden toegekend, waarmee er recht op rijksopvang ontstaat.
Uiteraard kunnen de vreemdeling en diens gemachtigde ook de mogelijkheid voor een (herhaalde) verblijfsaanvraag onderzoeken als zij daartoe redenen zien. Desgevraagd kan de IND via de eerder in deze brief aangegeven mogelijkheden aan betrokkene, of diens gemachtigde, informatie verstrekken over de voorwaarden hieromtrent. Wanneer een (herhaalde) asielaanvraag is ingediend ontstaat er recht op rijksopvang.
Er kan sprake zijn van casussen waarbij het in het bijzonder moeilijk is en/of lang duurt om tot een oplossing te komen. Het kan zijn dat er substantiële belemmeringen zijn voor terugkeer. Dit kan bijvoorbeeld gelegen zijn in een gebrek aan medewerking van de vreemdeling of het land van herkomst, een gebrek aan documenten of medische omstandigheden. Bij deze casussen is vaak sprake van problemen die de grenzen van het vreemdelingenrechtelijke domein overschrijden en bijvoorbeeld ook raken aan het zorg- en veiligheidsdomein.
Deze complexe casuïstiek is gebaat bij een meer integrale benadering vanuit de verschillende ketens. Daarom is aan de Landelijke Regietafel Migratie besproken dat over deze problematiek het gesprek zal worden gevoerd tussen de betrokken departementen en gemeenten, om de mogelijkheden voor een gezamenlijke aanpak te verkennen. Het Ministerie van BZK zal dit gesprek organiseren en voorbereiden, in overleg met het Ministerie van Asiel en Migratie. Dit zal zich in eerste instantie richten op duiding van de complexe casuïstiek en mogelijke handelingsperspectieven. Er zal in dit overleg zelf dus geen individuele casuïstiek worden beoordeeld; hiervoor staan de eerder in deze brief aangegeven routes open. Er worden voorbereidingen getroffen om het hiervoor genoemde overleg in aanloop naar de volgende Landelijke Regietafel te organiseren.
De Minister van Asiel en Migratie,
M.H.M. Faber-van de Klashorst