[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken Wet integrale suïcidepreventie

Geestelijke gezondheidszorg

Brief regering

Nummer: 2025D15363, datum: 2025-04-07, bijgewerkt: 2025-04-09 12:30, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25424-730).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 25424 -730 Geestelijke gezondheidszorg.

Onderdeel van zaak 2025Z06671:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

25 424 Geestelijke gezondheidszorg

35 754 Voorstel van wet van de leden Bikker, Westerveld, Krul, Diederik van Dijk, Dobbe, Kostić, Van der Plas en Joseph tot wijziging van de Wet publieke gezondheid ter bevordering en verankering van integrale suïcidepreventie (Wet integrale suïcidepreventie)

Nr. 730 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2025

In aanloop naar het commissiedebat suïcidepreventie en ggz van 15 april 2025, geef ik u met deze brief een stand van zaken van het proces van de inwerkingtreding van de Wet integrale suïcidepreventie (hierna: de wet). Ik ga in de brief daarnaast in op de uitvoeringstoets door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) en de uitwerking van de algemene maatregel van bestuur suïcidepreventie (hierna: de AMvB). Tot slot sta ik stil bij het onderzoeksprogramma dat één van de elementen uit de AMvB is.

Inwerkingtreding van de wet

Op 26 juni 2024 is de Wet integrale suïcidepreventie gepubliceerd in het Staatsblad.1 Daarbij is aangegeven dat de verwachte inwerkingtreding op z’n vroegst 1 juli 2025 zou zijn. Nu de VWS-begroting later wordt goedgekeurd dan voorzien, konden er nog geen financiële verplichtingen richting gemeenten worden aangegaan. Een wet in werking laten treden zonder financiële afspraak past niet in de afspraken tussen overheid en decentrale overheden. Verder is de inwerkingtreding van de wet is afhankelijk van een aantal onderdelen, die op dit moment nog nadere uitwerking behoeven. Hierdoor is de datum van 1 juli 2025 niet haalbaar gebleken.

Wat betreft de onderdelen die dan nog verdere uitwerking behoeven gaat het om: het financieel arrangement voor gemeenten, de landelijke nota gezondheidsbeleid en de AMvB.

• Over het financieel arrangement is begin maart 2025 overeenstemming bereikt met de VNG. Er is besloten het beschikbare budget via de algemene uitkering aan het gemeentefonds toe te voegen. Ik ga dit samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de VNG de komende tijd verder uitwerken.

• Daarnaast zullen aanvullende concrete afspraken over regionale samenwerking en het uitwerken van een kwalitatieve vorm van monitoring worden gemaakt. Deze afspraken worden onderdeel van de komende landelijke nota gezondheidsbeleid (zie verder onder de kopjes uitvoeringstoets en onderzoeksprogramma), die naar verwachting voor de zomer richting uw Kamer zal worden gestuurd.

• Ook is uitwerking van de AMvB een randvoorwaarde voor de inwerkingtreding van de wet. Deze AMvB zal conform eerdere toezegging met beide Kamers worden gedeeld, alvorens aan de Raad van State te worden aangeboden voor advies (zie verder onder het kopje algemene maatregel van bestuur).

Het is van belang om deze onderdelen zorgvuldig en in goede gesprekken met andere partijen uit te werken. Dit maakt dat inwerkingtreding van de Wet integrale suïcidepreventie nu wordt voorzien per 1 januari 2026.

Uitvoeringstoets

Eind vorig jaar is de uitvoeringstoets van de VNG verschenen. Eind januari van dit jaar ontving ik ook het advies van de VNG. Met deze Kamerbrief doe ik de eerdere toezeggingen af om inhoudelijk te reageren op de uitvoeringstoets en de gevolgen hiervan voor de raming van de financiële dekking.23 Eveneens is dit conform het verzoek om een kabinetsreactie op de uitvoeringstoets van de VNG uit de procedurevergadering van de commissie VWS van afgelopen 2 april.

Allereerst is het goed om in de brief van de VNG te lezen dat gemeenten de wet omarmen en dat de wet voor gemeenten uitvoerbaar is. Wel geeft de VNG aan dat het ambitieniveau afhankelijk is van de financiering richting gemeenten.

Middelen naar gemeenten

Door de VNG wordt in haar advies aangegeven dat met het huidige beschikbare budget gemeenten wel beleid kunnen vormgeven, maar niet met de onderbouwde en effectieve aanpak die veel koplopergemeenten hanteren. Voor deze aanpak acht de VNG aanvullende middelen noodzakelijk. Ik kan hier echter niet in tegemoet komen. Dit om de volgende redenen:

• Bij het bepalen van de hoogte van de middelen voor gemeenten is uitgegaan van hetgeen de indieners van de wet hebben berekend. Voor dat doel en het daaraan gekoppelde ambitieniveau, vonden de initiatiefnemers van de wet € 10 miljoen toereikend. Dat betekent dat gemeenten met de huidige middelen van € 10 miljoen moeten kunnen voldoen aan het ambitieniveau dat de initiatiefnemers van de wet voor ogen hadden.

• Verder wordt er in de uitvoeringstoets geen nadere onderbouwing gegeven van de extra middelen.

• Daarnaast zijn er geen aanvullende financiële middelen beschikbaar omdat er nog een aantal andere financiële vraagstukken zijn die prioriteit hebben om op te lossen.

Ondersteuningsprogramma

Uit de uitvoeringstoets is gebleken dat gemeenten sterke behoefte hebben aan een ondersteuning en een leernetwerk op regionaal niveau. De VNG zet in op het vormgeven van een leer- en ondersteuningsprogramma voor gemeenten en verzoekt om financiële ondersteuning. Het biedt gemeenten – die nu nog niet met suïcidepreventie bezig zijn – de kans om met ondersteuning van de VNG, te kijken hoe er binnen het huidige budget een zo effectief mogelijk beleid kan worden gerealiseerd. Ik ga binnenkort in gesprek met de VNG over hun voorstel voor een ondersteuningsprogramma voor gemeenten om zich voor te bereiden op een inwerkingtreding van de wet per 1 januari 2026.

Algemene maatregel van bestuur

De uitwerking van de AMvB is een randvoorwaarde voor de inwerkingtreding van de wet. In de AMvB worden regels gesteld over de inhoud en wijze van totstandkoming van het landelijke integrale suïcidepreventiebeleid. De internetconsultatie van de AMvB is eind januari 2025 gesloten. De planning is om de AMvB in de tweede helft van april met beide Kamers te delen conform eerdere toezegging.4 Daarna wordt het voor advies voorgelegd aan de Afdeling Advisering van de Raad van State. Deze procedure zal naar verwachting drie tot vier maanden in beslag nemen.

Onderzoeksprogramma

In de AMvB is het ontwikkelen van een onderzoeksprogramma één van de uit te werken instrumenten. Voor het onderzoeksprogramma is een jaarlijks bedrag van € 1.000.000,– beschikbaar. Hierover is uw Kamer eind vorig jaar geïnformeerd.5 Ik ga dit de komende maanden als volgt uitwerken:

– ZonMw- onderzoeksprogramma: € 700.000,– wordt besteed aan een ZonMw-programma.

– Monitor: € 300.000,– voor een kwalitatieve vorm van monitoring voor het rijk en gemeenten. Tot deze monitoring heeft de VNG in reactie op de uitvoeringstoets ook opgeroepen. Uiteraard betrek ik hier de VNG en Stichting 113 Zelfmoordpreventie bij.

Tot slot

Een latere inwerkingtreding van de wet biedt de ruimte voor onder andere het goed afronden van het financiële arrangement, een zorgvuldige uitwerking van de AMvB alsook het starten van een ondersteuningsprogramma voor gemeenten.

Naast de hier besproken punten wordt de komende periode ook verder gewerkt aan de volgende – vierde – Landelijke Agenda Integrale Suïcidepreventie (gecoördineerd door stichting 113 Zelfmoordpreventie), deze moet in januari 2026 van start gaan. Daarnaast worden de laatste stappen gezet in het gratis maken van de hulplijn.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans


  1. Stb. 2024, nr. 189 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl).↩︎

  2. Kamerstukken II, 2024–25, 25 424, nr. 721.↩︎

  3. Kamerstukken II, 2023–24, 35 754, nr. 16.↩︎

  4. Kamerstukken I/II, 2024–25, 25 424, nr. 721.↩︎

  5. Kamerstukken I/II, 2024–25, 25 424, nr. 721.↩︎