[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inspectie Justitie en Veiligheid omtrent afgeschermde detentie

Justitiële Inrichtingen

Brief regering

Nummer: 2025D15432, datum: 2025-04-08, bijgewerkt: 2025-04-11 09:35, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24587-1048).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24587 -1048 Justitiële Inrichtingen.

Onderdeel van zaak 2025Z06696:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 1048 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2025

Met deze brief bied ik u de brief van de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) van 31 maart 2025 aan, waarbij de IJenV ingaat op de detentie van mevrouw I. Weski (betrokkene). Betrokkene was vanwege veiligheidsredenen gedurende negen dagen voorlopig gehecht op een afgeschermde locatie. Dit betrof de periode van 24 april tot en met 2 mei 2023. De Directeur Generaal van de Dienst Justiele Inrichtingen (DJI) is daarnaast over de uitkomsten van dit onderzoek door de IJenV per brief geïnformeerd. De inhoud van die brief is geheim en daarom gerubriceerd. De centrale conclusie kan echter wel openbaar gemaakt worden. Onderstaande brief bevat tevens mijn reactie op de openbaar gemaakte brief.

Rapport IJenV

Op 21 april 2023 werd de betrokkene aangehouden vanwege de verdenking van deelname aan een criminele organisatie. In haar boek Het geluid van de stilte stelt betrokkene dat zij de eerste dagen van haar detentie heeft doorgebracht in een ondergrondse bunker, waarvan zij de locatie niet mocht vernemen. Dit is voor de IJenV mede aanleiding geweest deze detentieperiode en de betreffende locatie nader te onderzoeken.

In bijgevoegde brief geeft de IJenV aan begrip te hebben voor de bijzondere omstandigheden van deze detentie. De IJenV constateert:

– dat zij niet door de DJI is geïnformeerd over het bestaan van de locatie waar de detentie plaats heeft gevonden. Hierdoor was er geen controle mogelijk door de IJenV zoals bedoeld in art. 17 lid 2 sub c van het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning (hierna: ICPPED), aldus de inspectie. Na de plaatsing heeft de IJenV de locatie kunnen schouwen en daarbij hebben ze volledig medewerking vanuit DJI verkregen.

– dat er voor de betreffende locatie geen Commissie van Toezicht (CvT) is ingesteld en er waren geen huisregels verstrekt terwijl dit wel is vereist onder de Penitentiaire beginselwet.

– dat er geen transparantie is geweest richting de IJenV en betrokkene over de plaatsing en het verblijf van betrokkene.

Verder geeft de IJenV aan dat er veel in het werk is gesteld om de detentie van betrokkene vorm te geven en dat aandacht besteed is aan het welzijn en de veiligheid van betrokkene tijdens haar detentie.

Beleidsreactie

In uitzonderlijke situaties is het mogelijk dat een gedetineerde op een afgeschermde plek geplaatst wordt. Dit kan het geval zijn als dit bijvoorbeeld noodzakelijk is met het oog op de veiligheid en/of het welzijn van de gedetineerde, de veiligheid van de maatschappij, andere gedetineerden en/of de DJI medewerkers. In de afgelopen decennia is er slechts een enkele keer sprake geweest van een dergelijke plaatsing. Nadat er door de rechter of rechter-commissaris is bevolen tot het overgaan van het detineren van een verdachte vindt er voorafgaand aan de plaatsing op een afgeschermde aangewezen detentielocatie een zorgvuldige afweging van DJI plaats, waarbij per plaatsing de mate van afscherming wordt bezien. Deze afweging vindt plaats op basis van de op dat moment beschikbare informatie van bijvoorbeeld het Openbaar Ministerie of de politie. Ook gedurende de plaatsing vindt een continue afweging plaats omtrent de noodzaak van de veiligheidsmaatregelen. Er wordt afgeschaald zodra dat mogelijk wordt geacht.

Ook in de situatie van afgeschermde detentie moeten en kunnen gedetineerden erop vertrouwen dat hun detentie veilig, zorgvuldig en humaan ten uitvoer wordt gelegd met toepassing van geldende wet- en regelgeving. Ook is het van groot belang dat de gedetineerde tijdens de periode van afgeschermde detentie in contact staat met zijn of haar advocaat. De IJenV en DJI hebben mij bevestigd dat DJI uitzonderlijk veel in het werk heeft gesteld om de negen dagen durende periode van afgeschermde detentie op een verantwoorde en humane manier vorm te geven. Zo heeft betrokkene haar advocaat kunnen ontvangen en dagelijks gesproken met een medewerker van DJI omtrent haar welzijn.

Het is echter van belang dat – ook in een dergelijke bijzondere situatie – onafhankelijk toezicht kan worden uitgeoefend, zowel door de IJenV als door een CvT. Ook bij een afgeschermde locatie moet helder zijn geregeld dat er een CvT is ingesteld en moet de IJenV op de hoogte zijn van die afgeschermde locatie.

Ten aanzien van dat er volgens de IJenV geen transparantie is geweest over de plaatsing en het verblijf van betrokkene, merk ik op dat de IJenV normaliter niet wordt geïnformeerd over individuele plaatsingen, ook niet als deze plaatsvinden op een afgeschermde locatie. De IJenV had echter wel op de hoogte moeten zijn van deze afgeschermde locatie en het gebruik daarvan. Daarnaast had het, gelet op de zeer bijzondere omstandigheden van deze situatie, wel voor de hand gelegen om de IJenV proactief op de hoogte te stellen.

Naar aanleiding van de afgeschermde detentie van betrokkene zijn er -vooruitlopend op de brief van de IJenV – inmiddels afspraken gemaakt tussen de IJenV en DJI rondom het detineren op een afgeschermde locatie en het houden van toezicht hierop. Deze afspraken zien o.a. op het vormgeven van toezicht door de inspectie op deze afgeschermde vorm van detentie. Deze afspraken zijn eind 2024 ondertekend. Ook wordt er een aparte CvT ingericht voor de afgeschermde vorm van detentie. Dit bevindt zich in de afrondende fase, en zal nog dit voorjaar zijn gerealiseerd. Tot slot zal de DJI op basis van het reguliere model, huisregels vaststellen voor deze vorm van detentie.

Ten aanzien van de individuele zaak die ten grondslag lag aan het onderzoek van de IJenV is het van belang te melden dat er sprake is van lopende juridische procedures. Dat betekent dat ik nu niet verder op de details van de individuele zaak in ga.

Tot slot

Ik vind het belangrijk dat er onafhankelijk toezicht wordt uitgeoefend. Ook als de uitzonderlijke situatie zich voordoet waarbij een gedetineerde vanwege veiligheidsrisico’s op een afgeschermde plek wordt gedetineerd. Ik ben de IJenV dan ook erkentelijk voor de brief, dit heeft geleid tot verbeterde werkafspraken tussen DJI en de IJenV en de inrichting van een CvT voor deze bijzondere vorm van detentie.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
I. Coenradie