[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Kamminga over het bericht 'Aantal Nederlandse handelsmissies afgenomen, ook fors minder opbrengst'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D16064, datum: 2025-04-10, bijgewerkt: 2025-04-14 08:38, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1898).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z05380:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1898

Vragen van het lid Kamminga (VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het bericht «Aantal Nederlandse handelsmissies afgenomen, ook fors minder opbrengst» (ingezonden 21 maart 2025).

Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) (ontvangen 10 april 2025).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Aantal Nederlandse handelsmissies afgenomen, ook fors minder opbrengst»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herkent u hetgeen geschetst in het NOS-artikel?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Hoe bent u voornemens om de door u genoemde 12 handelsmissies per jaar zo effectief mogelijk vorm te geven en hoe gaat u ervoor zorgen dat de Nederlandse belangen zo goed mogelijk in het buitenland worden vertegenwoordigd?

Antwoord 3

Er is een zorgvuldig proces om de (economische) reisagenda van het kabinet publiek en privaat af te stemmen, met onder andere werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland, brancheorganisaties, topsectoren en regionale ontwikkelingsmaatschappen. De wensen van het bedrijfsleven en relevante kennisinstellingen wegen zwaar in de besluitvorming naar welke landen en in welke sectoren de missies plaatsvinden. Verder spelen de posten in het buitenland een belangrijke rol om de belangstelling en vraag van bezochte landen in kaart te brengen. Tot slot vindt afstemming plaats binnen het Koninkrijk en met decentrale overheden.

Vraag 4

Op welke wijze staan de te organiseren handelsmissies in relatie tot de prioriteiten die u in de beleidsbrief Handel aan de Kamer kenbaar gaat maken en wordt het bedrijfsleven bij deze weging betrokken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Het kabinet zal een nauwe verbinding blijven leggen tussen de inzet van het instrument economische missie en relevante beleidsbrieven, inclusief de nog af te ronden beleidsbrief «Buitenlandse Handel». Voor de prioriteiten van de beleidsbrief Handel heeft het kabinet gebruik gemaakt van de tientallen gesprekken, reizen en bezoeken met en naar ondernemers. Voor de wijze waarop de samenwerking met het bedrijfsleven geschiedt, zie vraag 3.

Vraag 5

Wordt er voorafgaand aan een kalenderjaar geïdentificeerd op welke manier er een optimale waarde kan worden gegenereerd voor het Nederlandse bedrijfsleven door het organiseren van handelsmissies? Zo nee, bent u bereid om dit in kaart te brengen?

Antwoord 5

Zie ook het antwoord op vraag 3. Dit proces vindt eens per half jaar plaats, en de reisagenda wordt dus tweemaal per jaar afgestemd.

Doorgaans worden missies voorafgegaan door marktstudies en verkennende evenementen en/of meer kleinschalige missies, gericht op specifieke sectoren of nichemarkten.

Vraag 6

Hoe gaat u de wensen van de Nederlandse handelssectoren in de aard van de handelsmissies incorporeren? Hoeveel inspraak hebben ondernemers in de opzet van handelsmissies?

Antwoord 6

Zie ook het antwoord op vraag 3. Economische missies worden voortdurend verbeterd op basis van input van de deelnemende ondernemers. Hiervoor worden gedegen evaluaties uitgevoerd onder deelnemers aan alle economische missies. De uitkomsten van deze evaluaties worden jaarlijks met de Kamer gedeeld in de Kamerbrief «Rapportage economische missies». Op basis van het goede rapportcijfer dat deelnemers aan de missies geven (gemiddeld een 8,1 in 2024) kunnen we concluderen dat deelnemers over het algemeen tevreden zijn met wat de missies hen bieden.

Vraag 7

Hoe gaat u meer inzetten op vraaggestuurde en sectorspecifieke handelsmissies? Hoe garandeert u dat er voldoende voorbereiding en nazorg voor de deelnemende ondernemers is?

Antwoord 7

Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 3 en 6.

Er vindt uitgebreide e-mailcommunicatie met de deelnemers voorafgaand aan de missie plaats. Naast deze communicatie, is er een missie-app waarin het programma wordt gedeeld, de gesprekspartners worden toegelicht en de deelnemers aan de missie staan vermeld. Tot slot vindt enkele weken voor de start van de missie een deelnemersbijeenkomst plaats, waar de missie wordt doorlopen, aandachtspunten worden benoemd en vragen worden beantwoord.

Inhoudelijk worden meestal brancheorganisaties of bijvoorbeeld topsectoren aangehaakt bij de voorbereiding, vanwege hun specifieke kennis en netwerk binnen een bepaalde sector.

De deelnemers aan de missie kunnen terecht bij de posten ter plaatse voor nadere ondersteuning en opvolging. Ook staat RVO de bedrijven bij met een breed scala aan instrumenten.

Ten slotte is een economische missie in beginsel altijd onderdeel van een meerjarige programmering met een keten aan activiteiten, met bijv. marktstudies, gezamenlijke deelname aan een relevante internationale beurs, en/of de opzet van een cluster bedrijven dat gezamenlijk een markt wil betreden met behulp van het RVO-handelsinstrumentarium.

Vraag 8

Welke rol ziet u voor organisaties als VNO-NCW en MKB-Nederland bij het organiseren van handelsmissies?

Antwoord 8

VNO-NCW en MKB-Nederland worden actief betrokken bij de keuzes voor markten en sectoren voor economische missies. Daarnaast draagt VNO-NCW bij aan de algehele voorbereiding van missies en reist vaak mee. Voorzitter VNO-NCW is met regelmaat zakelijk missieleider, en VNO-NCW organiseert vaak bepaalde onderdelen, zoals een CEO Roundtable, met als doel om belemmeringen op buitenlandse markten weg te nemen.

Vraag 9

Naar welke landen/gebieden bent u voornemens om de komende kabinetsperiode handelsmissies te organiseren? Op wat voor gronden neemt u deze beslissing?

Antwoord 9

Nog voor het zomerreces geef ik leiding aan economische missies naar Italië en Indonesië, en geven mijn collega’s van EZ en VWS leiding aan economische missies naar Japan in het kader van de Expo.

Momenteel bevindt de besluitvorming voor de economische missies in de tweede helft van 2025 zich in een afrondende fase. De manier waarop deze agenda tot stand komt beschreef ik in de antwoorden op de vragen 3 tot en met 6.

Vraag 10

Vind u dat het aantal handelsmissies moet worden geïntensiveerd met meer dan 12 missies per jaar, gezien de geopolitieke situatie in de wereld en het voornemen om nieuwe markten aan te boren? Zo ja, op welke manier bent u voornemens om dit te bewerkstellingen? Zo nee, waarom is specifiek voor het aantal van 12 gekozen, terwijl dit in 2015 bijvoorbeeld nog 21 was?

Antwoord 10

Ongeveer twaalf missies per jaar lijkt goed aan te sluiten bij de behoeften en mogelijkheden van het bedrijfsleven. Zie ook het antwoord op vraag 5.

Vraag 11

Bent u voornemens om aan een lange termijn agenda voor handelsmissies te werken waardoor ook de komende jaren voor ondernemers meer zekerheid bestaat? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

Op basis van de beleidsbrief handel en publiek-private samenwerking bestaat er al een meerjarige strategie als basis onder de besluitvorming voor economische missies. Het is een bewuste keuze om voor de daadwerkelijke planning te werken op basis van periodes van zes maanden, omdat dit balans biedt tussen inspelen op de actualiteit en potentiële deelnemers voldoende voorbereidingstijd geven.

Vraag 12

Heeft u in overweging genomen om bredere handelsmissies op te zetten, bijvoorbeeld in Benelux-verband of met Duitsland?

Antwoord 12

Twee keer eerder organiseerden we een economische missie met bewindspersonen in samenwerking met België. De laatste keer was december 2023 naar de Verenigde Staten. De missies werden ongeveer hetzelfde beoordeeld door ondernemers in vergelijking met andere missies. We blijven actief kijken naar verdere samenwerking. Tegelijkertijd zijn dergelijke gezamenlijke missies organisatorisch een stuk complexer, en dat geldt ook voor de coördinatie van bijvoorbeeld markten, thema’s en agenda’s.

Vraag 13

Bent u bekend met het rapport «Vervolgonderzoek economische missies onder leiding van bewindspersonen» dat het CBS in 2024 heeft gepubliceerd?2 Deelt u de mening dat de resultaten uit dit rapport overtuigend laten zien dat bestaande handelaren wel degelijk baat hebben bij missiedeelname, de kans dat een structurele handelaar een buitenlandse markt verlaat halveert en daarnaast missiedeelname de kans verhoogt dat incidentele exporteurs uitgroeien tot structurele exporteurs met een factor 1,6?

Antwoord 13

Ja, daar ben ik mee bekend en ja, die mening deel ik.


  1. Nos.nl. «Aantal Nederlandse handelsmissies afgenomen, ook fors minder opbrengst». Via: Aantal Nederlandse handelsmissies afgenomen, ook fors minder opbrengst↩︎

  2. Vervolgonderzoek economische missies onder leiding van bewindspersonen | CBS↩︎