Rectificatie EMU-saldo 2024 door het CBS
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2025D16486, datum: 2025-04-11, bijgewerkt: 2025-04-17 16:39, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 IX-41 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2025Z07265:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2025-04-15 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-17 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2025-06-09 00:00: Debat over de Voorjaarsnota 2025 (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (🔗 origineel)
36600 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025
Nr. 41 Brief van de minister van Financiën
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2025
Het CBS heeft op 8 april een rectificatie op het EMU-saldo over 2024 gepubliceerd. Verdere informatie over de rectificatie heeft het CBS op 10 april naar buiten gebracht.1 Het EMU-saldo komt hiermee uit op -0,9% van het bbp in plaats van de eerder gepubliceerde -1,1%.
Het CBS rapporteert via Eurostat op halfjaarlijkse basis over de realisatie van het Nederlandse EMU-saldo en de EMU-schuld aan de Europese Commissie. Het gecorrigeerde EMU-saldo van 0,9% wordt ook via deze weg aan de Europese Commissie gecommuniceerd. Het gecorrigeerde EMU-saldo wordt tevens overgenomen in het Financieel Jaarverslag van het Rijk, dat op de derde woensdag van mei aan uw Kamer aangeboden wordt.
Naar aanleiding van een verzoek van het lid Van der Lee2 ga ik hierbij ook in op het verschil van de realisatie met de oorspronkelijke raming en de langjarige ramingsafwijking. Bij Miljoenennota 2024 werd het EMU-saldo 2024 geraamd op 2,9% van het bbp; daarmee is het EMU-saldo na rectificatie 2%-punt lager dan oorspronkelijk geraamd vrijwel volledig als gevolg van uitgestelde uitgaven. De oorzaken van het verschil tussen de oorspronkelijke raming en de realisatie van het EMU-saldo 2024 heb ik toegelicht in twee eerdere brieven over (1) de voorlopige realisatie van de belastinginkomsten en uitgaven3 en (2) de realisatie van het EMU-saldo zoals vastgesteld door het CBS4. De rectificatie verbetert het EMU-saldo met 0,2%-punt ten opzichte van deze laatste brief.
Daarnaast heeft de heer Van der Lee gevraagd naar het effect van de realisatie 2024 op de langjarige ramingsafwijking. De Expertgroep realistisch ramen heeft onderzoek gedaan naar de ramingsverschillen in historisch perspectief. De gemiddelde ramingsafwijking over de periode 2004-2023 bedroeg 0,4% van het bbp. Hierbij geldt dat de afwijking over 2004 – 2020 gemiddeld 0% was. Als de periode wordt verlengd naar 2004-2024, zoals het lid Van der Lee doet, komt de gemiddelde ramingsafwijking met het gerectificeerde EMU-saldo 2024 uit op 0,5% van het bbp. Zoals de Expertgroep al heeft geconstateerd hebben de inkomsten zich over 2024 vrijwel conform verwachting ontwikkeld en is het meevallend beeld vrijwel volledig veroorzaakt door te optimistische planning van uitgaven in de begrotingen. Deze uitgaven zullen grotendeels later tot besteding komen. Ook stelt de Expertgroep uitdrukkelijk dat meevallers uit het verleden niet betekenen dat deze zich in de toekomst ook zullen voordoen.
De minister van Financiën,
E. Heinen
Tekort overheid opgelopen, 0,9 procent bbp over 2024 | CBS↩︎
Verzoek van het lid Van der Lee om een brief van de minister van Financiën n.a.v. het erratum bij de CBS-cijfers over het overheidssaldo 2024 | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
Kamerstukken II, vergaderjaar 2024/2025, 36 600, nr. 48↩︎
Kamerstukken II, vergaderjaar 2024/2025, 36 600, nr.40↩︎