Antwoord op vragen van het lid Veltman over de monitoring van zero-emissiezones
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D16714, datum: 2025-04-14, bijgewerkt: 2025-04-15 14:13, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1935).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z05463:
- Gericht aan: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: H.N. Veltman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1935
Vragen van het lid Veltman (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de tweemaandelijkse rapportage zero-emissiezones en de gevolgen voor ondernemers en over de vervolgafspraken met brancheorganisaties (ingezonden 24 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 14 april 2025).
Vraag 1
Kunt u, als u spreekt over geen noemenswaardige problemen bij de invoering van zero-emissiezones, de term noemenswaardig definiëren?1, 2
Antwoord 1
Met de term «noemenswaardig» wordt bedoeld dat iets belangrijk genoeg is om gemeld te worden in de tweemaandelijkse rapportage die met de Kamer gedeeld wordt.
Vraag 2
Hoe rijmt u de bewering dat gemeenten geen noemenswaardige problemen ervaren bij de invoering van zero-emissiezones met uw uitspraak dat de precieze impact op ondernemers die niet aan de eisen voldoen en mogelijk in de knel komen, lastig is vast te stellen?
Antwoord 2
De monitoring is gebaseerd op data van één maand, waardoor het nog niet mogelijk is de precieze impact van de zero-emissiezones vast te stellen.
Vraag 3
Kunt u aangeven wat de effecten zijn van de zero-emissiezones op de levering van goederen en diensten in de zero-emissiezones?
Antwoord 3
De eerste rapportage betreft de eerste maand na de invoering van de zero-emissiezones, nl. januari 2025. Tijdens deze periode gold een boetevrije periode waarin slechts waarschuwingsbrieven zijn verzonden en nog geen boetes zijn uitgedeeld. Uit de rapportage blijkt dat er in deze periode geen signalen zijn geweest van impact op de levering van goederen en diensten. Zoals verzocht in de motie-Veltman3 blijven we dit monitoren en zullen we hierover rapporteren in de tweemaandelijkse rapportage als hier effecten optreden.
Vraag 4
Verzamelen de gemeenten informatie over de effecten van de zero-emissiezones op ondernemers en op de levering van goederen en diensten in de zero-emissiezones? Zo nee, hoe weten gemeenten wat de effecten van de zero-emissiezones zijn op ondernemers en op de levering van goederen en diensten in de zero-emissiezones?
Antwoord 4
Ja, gemeenten verzamelen informatie over de effecten van de zero-emissiezones op ondernemers. Dit doen zij ten eerste door het analyseren van de gegevens over voertuigen vanuit de camerasystemen, het aantal verstuurde waarschuwingsbrieven en het aantal verleende/afgewezen ontheffingen. En ten tweede door gesprekken, bijeenkomsten en (online) communicatiecampagnes. Gemeenten geven aan dat hun ervaring is dat er op dit moment voldoende ruimte is binnen het beleid om ondernemers die zich bij hen melden een oplossing te bieden. De signalen vanuit de gemeenten worden meegenomen in de rapportages.
Vraag 5
Heeft u naast informatie van gemeenten ook informatie opgehaald bij ondernemers en ondernemersorganisaties om de gevolgen van de zero-emissiezones voor ondernemers die niet aan de eisen voldoen of ondernemers die anderszins in de knel komen in kaart te brengen? Zo ja, waarom is dit dan niet in uw brief opgenomen? Zo nee, waarom heeft u niet met ondernemers of ondernemersorganisaties gesproken?
Antwoord 5
Ja, er is structureel overleg met verschillende brancheorganisatie die aangesloten zijn bij het convenant. Hierin zijn afspraken gemaakt over de uitvoering van zero-emissiezones, en ook is de opzet van deze monitoring gedeeld en besproken. Hierbij horen Transport en Logistiek Nederland (TLN), Evofenedex, RAI vereniging, BOVAG, TechniekNL, OnderhoudNL, AannemersfederatieNL (AFNL), Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA) en Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG). Verder zijn er losse gesprekken gevoerd met VNO en Ondernemend Nederland (ONL). De signalen vanuit deze organisaties en hun achterban zijn meegenomen in de brief.
Verder is in aanloop naar de invoering van de eerste zero-emissiezones via verschillende kanalen, zoals brieven en online campagnes, gecommuniceerd om ondernemers bewust te maken van de invoering van de zones, hen te helpen in actie te komen en te onderzoeken wat dit voor hen betekent. Zij kunnen voor vragen en informatie terecht op www.opwegnaarzes.nl. Zoals in de brief beschreven, zijn via deze website in januari 2025 ruim 16.000 gesprekken met ondernemers gevoerd via de AI-chatbot. Ook zijn er in diezelfde maand via email 487 vragen van ondernemers binnengekomen en beantwoord.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat het cruciaal is om met ondernemersvertegenwoordigers te overleggen over de impact van zero-emissiezones op ondernemers? Zo ja, kunt u in de toekomstige tweemaandelijkse updates over de impact van zero-emissiezones informatie uit gesprekken met ondernemersorganisaties opnemen?
Antwoord 6
Daar ben ik het mee eens en dat zal net als in de brief over januari 2025 in de komende rapportages worden meegenomen.
Vraag 7
Bent u bekend met het feit dat, als gemeenten lokale ontheffingen invoeren boven op de landelijke ontheffingen, zij geen gebruik mogen maken van de landelijke infrastructuur ter afhandeling van aanvragen voor lokale ontheffingen?
Antwoord 7
Ik ben bekend met het feit dat gemeenten voor eventuele extra lokale ontheffingen een eigen infrastructuur moeten inrichten. Daarbij wil ik benadrukken dat een eigen infrastructuur alleen geldt voor de eventuele extra gehanteerde ontheffingen en niet voor de ontheffingen die voor álle gemeenten gelden en door álle gemeenten via het centraal loket worden verwerkt. We blijven streven naar een zo geharmoniseerd mogelijk beleid, waarin ontheffingen voor alle gemeenten gelden, en blijven hierover met gemeenten in gesprek. Dit is ook onderdeel van de afspraken die worden gemaakt in de Uitvoeringsagenda Zero-emissiezones.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat het niet mogelijk maken van een landelijke ontheffing voor marktkooplieden leidt tot een onevenredige last voor marktkooplieden die in meerdere gemeenten actief zijn, maar nu in iedere gemeente een ontheffing moeten aanvragen?
Antwoord 8
Nee, dat ben ik niet met u eens. Marktkooplieden kunnen, net als andere ondernemers, gebruikmaken van de overgangsregelingen, vrijstellingen, en landelijke geldende ontheffingen. Marktkooplieden kunnen deze ontheffingen bij één Centraal Loket aanvragen. Als extra handreiking hebben sommige gemeenten hier een lokale ontheffing voor de marktkooplieden aan toegevoegd om het hen gemakkelijker te maken waar mogelijk of bijvoorbeeld omdat de lokale politiek dit verzoek heeft gedaan.
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat dit gemeenten ontmoedigt om lokaal soelaas te bieden aan de ambulante handel in de vorm van ontheffingen?
Antwoord 9
Nee, dat ben ik niet met u eens. Gemeenten bepalen zelf of zij een extra lokale ontheffing voor de ambulante handel hanteren, maar geven tegelijk ook aan dat juist het landelijke systeem van overgangsregelingen, vrijstellingen en ontheffingen voldoende ruimte biedt om ook deze groep ondernemers te helpen.
Vraag 10
Kunt u aangeven wanneer gemeenten van mening zijn dat er «lokaal aanleiding is» om de boetevrije periode te verlengen? Welke mening heeft u hier zelf over?
Antwoord 10
Dat kan bijvoorbeeld in het kader van de lokale politiek besloten worden, zoals in Nijmegen is gebeurd. De gemeenteraad heeft daar verzocht om een langere boetevrije periode te hanteren. In Leiden is naar aanleiding van afspraken met de lokale ondernemersvereniging bepaald dat de boetevrije periode een maand langer duurt. De afspraak dat vanwege lokale aanleiding een langere boetevrije periode kan gelden, is in goed overleg gemaakt waardoor ik hier achter kan staan.