Geannoteerde Agenda OJCS-Raad 12 en 13 mei 2025, Onderdelen Jeugd en Sport
Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Brief regering
Nummer: 2025D17038, datum: 2025-04-15, bijgewerkt: 2025-04-18 10:35, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-34-436).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 34-436 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport .
Onderdeel van zaak 2025Z07494:
- Indiener: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-04-16 12:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-22 10:00: Formele OJCS Raad d.d. 12 en 13 mei 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-04-24 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Nr. 436 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2025
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda van de EU Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur en Sportraad (OJCS-Raad) voor de onderdelen Jeugd en Sport aan. De Raad vindt plaats in Brussel op maandag 12 mei (Jeugd) en dinsdag 13 mei (Sport) onder het Poolse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie.
In de bijlage wordt de Nederlandse inzet tijdens de Jeugd- en Sportraad nader toegelicht.
Ook ontvangt u hierbij de verslagen van de voorgaande Jeugd- en Sportraad van 25 en 26 november jl.
Ik ben niet voornemens namens Nederland deel te nemen aan deze Jeugd- en Sportraad. Voor beide raden zal ik mij ambtelijk laten vervangen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
GEANNOTEERDE AGENDA OJCS RAAD – JEUGD
Jeugd – Maandag 12 mei 2025
Voor de Jeugdraad staan de volgende onderwerpen geagendeerd:
I. Raadsconclusies over een gemeenschap van jonge Europeanen gebaseerd op universele waarden voor een gemeenschappelijk en veilig Europa;
II. Raadsresolutie over de versterking van de governance van de EU-Jeugddialoog in het kader van de evaluatie van de EU-Strategie voor jongeren 2019–2027;
III. Opzet voor het beleidsdebat over impact van desinformatie, manipulatie en de bedreigingen in de digitale wereld op de levens van jongeren.
I. Raadsconclusies over een gemeenschap van jonge Europeanen gebaseerd op universele waarden voor een gemeenschappelijk en veilig Europa
Inhoud
In deze raadconclusies wordt ingegaan op het verschijnsel dat onder jongeren (het vertrouwen in) de waarden van de Europese Unie onder druk staat en het vertrouwen in de instituties van de Europese Unie afneemt. Daarvoor worden verschillen oorzaken genoemd, waaronder de perceptie dat jongeren en hun belangen onvoldoende betrokken worden in de beleidsvorming. In de raadsconclusies wordt onderstreept dat jongeren sleuteldragers zijn van de toekomst van Europa. Te midden van alle geopolitieke spanningen, klimaatverandering en uitdagingen die de digitale ontwikkelingen met zich brengen, is het daarom cruciaal om jongeren de waarden van de Europese Unie mee te geven en hen in staat te stellen actief bij te dragen aan de democratische processen, sociale inclusie en veiligheid van de Europese Unie. Het tegengaan van desinformatie en de verspreiding van nepnieuws wordt als essentieel gezien voor het beschermen van democratische processen en het beschermen van kinderen en jongeren tegen manipulatie.
In de raadsconclusies zijn ook de aanbevelingen afkomstig van de EU-Jongerenconferentie opgenomen.1 Jongeren hebben tijdens de Conferentie aangegeven dat het noodzakelijk is om de hoop van jongeren in een democratische en veilige samenleving te vergroten door in te zetten op vertrouwen in democratische instituties op alle niveaus. Ook hebben jongeren aangegeven dat desinformatie en misinformatie democratische waarden onder druk zetten en bijdragen aan polarisatie. Het leidt tot scepsis, vervreemding en mentale problemen onder jongeren en het maakt dat jongeren niet in staat gesteld worden om geïnformeerd beslissingen te nemen.
De raadsconclusies hebben de intentie bij te dragen aan het herstellen van vertrouwen in de waarden van de Europese Unie. Daartoe worden in deze conclusie een aantal aanbevelingen gedaan. Zo wordt aan de lidstaten gevraagd in te zetten op initiatieven die bijdragen aan ontwikkelen van vaardigheden van jongeren om effectief deel te nemen aan gemeenschapsopbouwende activiteiten en democratische besluitvormingsprocessen. Ook het bevorderen van intercultureel en intergenerationeel begrip en het bestrijden van discriminatie en racisme worden genoemd, evenals de ondersteuning door kinder- en jongerenorganisaties en jongerenwerkers bij het ontwikkelen van de sociale vaardigheden van jongeren. Meer specifiek wordt gevraagd om – waar mogelijk en nodig – de samenwerking tussen onderwijsinstellingen, jeugdorganisaties en culturele instellingen te bevorderen.
De lidstaten en de Europese Commissie worden – met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel – aangemoedigd om onder meer de actieve deelname van jongeren aan democratische processen te vergroten, jeugdorganisaties en jeugdraden te ondersteunen, in te zetten op ondersteuning van goede mentale gezondheid, toegang tot kwalitatief onderwijs en training, bij- en of omscholing met betrekking tot werkgelegenheidskansen voor jongeren te bevorderen en aandacht te hebben voor degenen die het risico lopen op uitsluiting.
Aan de Europese Commissie wordt specifiek gevraagd in te blijven zetten op de bestaande EU-programma’s en deze ook te benutten voor het vergroten van de kennis van jongeren over de gemeenschappelijke – democratische – waarden.
Ook wordt gevraagd verder in te zetten op de EU Youth Dialogue en toekomstige EU-participatiemechanismen (zoals de Youth Policy Dialogues met de EU-commissarissen en de Youth Advisory Board van de Commissie) en hun potentieel te benutten bij het betrekken van jongeren op EU-niveau.
Achtergrond
De raadsconclusies benadrukken dat de Europese Unie gebouwd is op de gemeenschappelijke waarden van respect voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en respect voor mensenrechten. Dit zijn de fundamentele beginselen zoals vastgelegd in het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). Het zijn universele waarden en ze dienen als hoeksteen voor het bouwen van een gemeenschappelijke en veilige Europese samenleving.
De raadsconclusies vragen aandacht voor specifieke uitdagingen om voor en met jongeren, een veilige omgeving te creëren. De Europese pijler van sociale rechten erkent de rechten van jongeren op toegang tot onderwijs, opleiding, gelijke kansen en bescherming tegen discriminatie en ondersteunt de oprichting van inclusieve, veerkrachtige gemeenschappen waarin jongeren actief betrokken en veilig zijn.
De aanbevelingen in de raadsconclusies worden gezien als uitnodigingen en zijn niet bindend.
Inzet Nederland
• Het kabinet onderschrijft dat de EU van belang is voor onze vrede en veiligheid en deelt de gevaren die in de conclusies genoemd worden ten aanzien van desinformatie en nepnieuws.2 Nederland kan de voorliggende raadsconclusies steunen.
• Nederland vindt jongerenparticipatie en inclusie (in het algemeen en/of via de bestaande – EU – mobiliteits- en activatieprogramma’s) belangrijk. In dat kader is bij de totstandkoming van de conclusies door Nederland naar voren gebracht dat door betekenisvolle jongerenparticipatie de legitimatie van beleid wordt vergroot.
• Jeugdbeleid is een nationale – en in Nederland ook lokale – competentie. Daarom benadrukt Nederland het subsidiariteitsbeginsel. Ook moet er om die reden voldoende ruimte blijven voor de lidstaten om zelf invulling te geven aan de aanbevelingen.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting kunnen alle lidstaten akkoord gaan met de tekst.
II. Raadsresolutie over de versterking van de governance van de EU-Jeugddialoog in het kader van de evaluatie van de EU-Jeugdstrategie 2019–2027
Inhoud
In de raadsresolutie wordt het belang van de EU-Jeugddialoog benadrukt en wordt blijk gegeven van de voortdurende inspanning om de EU-jeugddialoog te verbeteren. Er wordt met inachtneming van de tussentijdse evaluatie van de EU-Jeugdstrategie en de aanbevelingen uit de eerdere cycli, een gedeeltelijke aanpassing van de governance van de EU-Jeugddialoog voorgesteld.
Daartoe worden diverse aandachtspunten benoemd uit de EU-Jeugdstrategie die deels al opgepakt zijn, maar nog beter kunnen worden toegepast. Dit betreft onder meer het voortbouwen op eerdere ervaringen, het streven naar een duidelijker proces en werken in 18 maanden werkcycli met één thematische prioriteit per cyclus en het erkennen van de rol van de nationale werkgroepen en lidstaten aanmoedigen om in alle fases van de EU-Jeugddialoog jongeren te betrekken en een leidende rol te geven in de nationale werkgroepen.
Verder wordt aandacht besteed aan de nadere uitwerking van de rol van de – al bestaande – Europese Stuurgroep. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan het geven van richting aan de EU-Jeugddialoog, effectievere samenwerking met nationale werkgroepen, monitoren van de opvolging van de aanbevelingen die gedurende de EU-Jeugddialoog worden gedaan, het voorzien in een institutioneel geheugen en het onderzoeken van mogelijkheden om de aanbevelingen uit de EU-Jeugddialoog beter te verwoorden naar lokaal, nationaal en Europees niveau.
Ook is in de resolutie aandacht voor het verbeteren van de rol en positie van de nationale werkgroepen en de jongerenvertegenwoordigers en wordt een aantal suggesties gedaan aan de Europese Commissie om bijvoorbeeld beter bij te dragen aan institutioneel geheugen en kennisoverdracht tussen de (trio voorzitterschap-)cycli. Ook wordt aanbevolen om de activiteiten uit de Jeugddialoog beter te integreren met bestaand EU-beleid én het beter communiceren van de resultaten van de jeugddialoog op Europees niveau.
Tot slot wordt de rol van het Europees Jeugdforum nader geduid. Voor dit forum wordt vooral een grote faciliterende rol gezien, zoals het adviseren van de nationale jeugdraden en het opzetten van een institutioneel geheugen.
Achtergrond
De raadsresolutie heeft betrekking op de EU-Jeugddialoog. De EU-Jeugddialoog is een participatie instrument voor jongeren in de EU, waarbij een directe dialoog tussen jongeren(vertegenwoordigers), beleidsvormers en besluitvormers plaatsvindt. De Jeugddialoog is onderdeel van de EU-Jeugdstrategie 2019–2027 en voortdurend onderhevig aan aanpassingen/verbeteringen. Ten aanzien van de uitvoering van de dialoog geldt dat die in overeenstemming moet zijn met de EU-Jeugdstrategie en de daarin opgenomen EU-Jeugddoelen. Deze jeugddoelen dienen als inspiratie en oriëntatie voor de EU en de lidstaten.
In de raadsresolutie worden voorstellen voor aanpassingen van de governance van de EU-Jeugddialoog gedaan. Deze aanpassingen moeten worden gezien als uitnodigingen en zijn niet bindend.
Inzet Nederland
• Nederland vindt jongerenparticipatie belangrijk. Daarbij wordt ook het belang van jongerenparticipatie via de EU-Jeugddialoog erkend. Dit kan ook een bron van inspiratie zijn voor nationaal en of lokaal beleid.
• De voorgestelde (bestuurlijke) aanpassingen van de EU-Jeugddialoog worden door Nederland voor het overgrote deel al jaren zo in praktijk gebracht. Daarom wordt de raadsresolutie vooral benut voor gesprekken in de nationale werkgroep over mogelijke verbeteringen en meer aandacht voor de monitoring/feedback.
• Nederland staat positief tegenover meer institutioneel geheugen van de EU-Jeugddialoog en de aandacht voor feedback en monitoring. In dat kader is (wederom) aangegeven dat de voorkeur wordt gegeven om dit zo praktisch mogelijk in te vullen en te waken voor onnodige bureaucratie.
• Jeugdbeleid is een nationale – en in Nederland vooral ook lokale – competentie. Daarom benadrukt Nederland het subsidiariteitsbeginsel. Ook moet er om die reden voldoende ruimte blijven voor de lidstaten om zelf invulling te geven aan de aanbevelingen.
III. Beleidsdebat over impact van desinformatie, manipulatie en de bedreigingen in de digitale wereld op de levens van jongeren
Inhoud
Ten tijde van het opstellen van deze geannoteerde agenda is het achtergronddocument bij het beleidsdebat nog niet door het voorzitterschap gedeeld. Wel is bekend dat de gedachtewisseling zal gaan over de impact van desinformatie, manipulatie en de bedreigingen in de digitale wereld op de levens van jongeren.
Inzet Nederland
Op dit moment zijn de achtergronddocumenten voor het beleidsdebat nog niet gedeeld, waardoor de Nederlandse inzet nog niet kan worden vastgesteld. Echter, de reactie zal in lijn zijn met het kabinetsbeleid en worden afgestemd met de relevante departementen, waarbij ook de inbreng van Nederland tijdens de Informele Gezondheidsraad van 24–25 maart jl. over de impact van sociale media op de mentale gezondheid van jongeren zal worden betrokken.
GEANNOTEERDE AGENDA OJCS RAAD – SPORT
Sport – Dinsdag 13 mei
Tijdens de raad staan de volgende onderwerpen geagendeerd:
• Raadsconclusies over een geïntegreerde benadering van sport en bewegen in het onderwijs
• EDPB-analyse en aanbevelingen Wereld Anti-Doping Code
• Beleidsdebat over het betrekken van atleten bij het maken van sportbeleid
Raadsconclusies over geïntegreerde benadering van sport en bewegen in het onderwijs
Achtergrond
Tijdens het Pools voorzitterschap zijn raadsconclusies opgesteld over een geïntegreerde benadering van sport en bewegen in het onderwijs.
Een geïntegreerde benadering van sport en bewegen in het onderwijs bevordert de fysieke, mentale en sociale ontwikkeling en draagt bij aan een gezonde samenleving. Scholen vormen een essentiële omgeving voor het stimuleren van sport en bewegen. Sport en bewegen maken integraal deel uit van het onderwijs, vanaf de vroege kinderjaren tot het hoger onderwijs, en kunnen op diverse locaties worden beoefend. Deze aanpak vereist nauwe samenwerking tussen verschillende sectoren. Momenteel vertonen indicatoren zoals de mate van bewegen, mentale gezondheid en het percentage overgewicht of obesitas een negatieve trend. Het is in het belang van zowel de EU-lidstaten als de Europese Unie om deze ontwikkeling om te buigen. Een geïntegreerde aanpak helpt hierbij door sport en bewegen structureel te verankeren in het onderwijs en beleidsmaatregelen op elkaar af te stemmen.
De lidstaten worden uitgenodigd om een geïntegreerde aanpak te bevorderen waarbij sport en beweging een vaste plaats krijgt in het dagelijkse leven van kinderen en jongeren, met aandacht voor fysieke, mentale, sociale en ethische ontwikkeling. Lidstaten worden aangespoord om beweging te stimuleren binnen en rondom het onderwijs, onder andere door toegang tot sportinfrastructuur te verbeteren en buitenruimtes aantrekkelijk te maken. Daarnaast wordt hen gevraagd beleid te baseren op wetenschappelijke inzichten en monitoring van bewegingsgedrag te gebruiken voor gerichte ondersteuning, met inachtneming van privacywetgeving. De lidstaten worden uitgenodigd om inclusieve sportmogelijkheden te ontwikkelen, met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen, door samenwerking te zoeken tussen sportorganisaties, scholen en lokale overheden. Ook wordt benadrukt dat professionals in het bewegingsonderwijs ondersteund moeten worden via training, zodat zij bijdragen aan meer veiligheid toegankelijkheid. Tot slot worden lidstaten uitgenodigd om jongeren actief te betrekken bij de organisatie van sportactiviteiten, de rol van scholen te versterken, en sport in te zetten voor het bevorderen van gezonde leefstijl en sociale verantwoordelijkheid.
De Europese Commissie wordt uitgenodigd om sport en bewegen in het onderwijs, op te nemen in relevante EU-beleidskaders en in de voorbereiding op het strategisch EU-sportdocument voor 2026. De Commissie wordt verzocht het Erasmus+-programma verder te benutten voor het stimuleren van sportdeelname onder jongeren en het versterken van competenties van sportprofessionals. Ook wordt gevraagd om EU-financieringsmogelijkheden voor sportprojecten beter te benutten en zichtbaar te maken. De Commissie wordt uitgenodigd om richtlijnen en onderzoek te ontwikkelen voor het monitoren van bewegen bij jongeren.
Tot slot wordt verzocht om sport als verbindende factor tussen generaties te erkennen en initiatieven zoals de #BeActive-campagne en de Europese Week van de Sport, voort te zetten met een nadruk op de educatieve waarde van sport.
De sportsector en andere relevante stakeholders worden uitgenodigd om samen te werken met scholen door initiatieven te ontwikkelen en gekwalificeerde begeleiding aan te bieden, zodat kinderen en jongeren op een veilige en inclusieve manier verschillende vormen van beweging kunnen ontdekken. Zij worden aangemoedigd om sportevenementen en activiteiten te organiseren, ook in de buitenlucht, die gezinnen, scholen en topsporters samenbrengen ter bevordering van sportdeelname en vrijwilligerswerk. Ook wordt verzocht om rolmodellen zoals topsporters in te zetten om jongeren te inspireren. Tot slot worden zij uitgenodigd om partnerschappen aan te gaan en goede voorbeelden uit te wisselen.
Inzet Nederland
Nederland is voornemens in te stemmen met de voorliggende raadsconclusies en heeft op ambtelijk niveau actief deelgenomen aan het opstellen van de raadsconclusies. Nederland heeft ingezet op het belang van het delen van evidence-based beleid en steunt een Europese standaard voor monitoring, waarbij ook kinderen met een beperking expliciet meegenomen moeten worden. Daarnaast benadrukt Nederland dat het vooral draait om het stimuleren van bewegen en het verminderen van zitten, met aandacht voor brede sportdeelname via school én rekening houdend met de financiële en sociale mogelijkheden van ouders. Tot slot onderstreept Nederland het belang van rolmodellen en kennisuitwisseling om sportdeelname onder jongeren te bevorderen.
Beleidsdebat
Doel en inhoud beleidsdebat
Ten tijde van het opstellen van deze geannoteerde agenda is het achtergronddocument bij het beleidsdebat nog niet door het voorzitterschap gedeeld. Naar verwachting zal het debat gaan over het betrekken van atleten bij het maken van sportbeleid.
Inzet Nederland
Ten tijde van het opstellen van deze geannoteerde agenda is het achtergronddocument bij het beleidsdebat nog niet door het voorzitterschap gedeeld. Nederland zal tijdens het debat in elk geval het belang toelichten van het betrekken van atleten.
Verslag OJCS Jeugdraad 25-11-2024
Op 25 november 2024 vond de EU Jeugdraad plaats in Brussel onder het Hongaarse voorzitterschap. Op de Raad werden raadsconclusies over het bieden van gelijke kansen voor jongeren in rurale en afgelegen gebieden en de raadsresolutie over het EU Jeugdstrategie Werkplan 2025–2027 aangenomen. Daarnaast werd een terugkoppeling gegeven van de uitkomsten van de informele ochtend discussie van de EU Jeugd Dialoog tussen het triovoorzitterschap en jongerenvertegenwoordigers.
Het beleidsdebat ging over de evoluerende demografische trends die kansen voor plattelandsjongeren vormen. Veel jongeren in de EU vertrekken van het platteland. De Europese Commissie stelt dat dit vertrek voorkomen moet worden. De vraag is derhalve wat de oorzaak is voor het vertrek van plattelandsjongeren en wat er gedaan kan worden tegen deze transitie.
De Europese Commissie benoemt het belang van het versterken van Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps (ESC). Cohesie beleid ondersteunt ook de kansen van jongeren. Het betrekken van jongeren bij besluitvorming hieromtrent is zeer belangrijk.
Vanuit de verschillende lidstaten zijn de nationale ervaringen rondom demografische trends en de impact op kansen van jongeren ingebracht.
Lidstaten wijzen erop dat er meer ingezet moet worden op het bieden om van gelijke kansen aan plattelandsjongeren, als aan stadsjongeren.
Het bevorderen van onderwijsmogelijkheden, werkgelegenheid en (digitale) infrastructuur worden daarom als essentieel gezien. Verscheidende lidstaten opperen tevens het belang van vrijwilligerswerk om de jongeren meer verbinding te geven tot de rurale gebieden. Wederom wordt het belang van het betrekken van jongeren bij besluitvorming onderstreept.
Tijdens de Jeugdraad presenteerde tevens de Polen de prioriteiten voor het Poolse Voorzitterschap. De focus zal tijdens het voorzitterschap liggen op veiligheid in alle dimensies. Daarbij wordt gesteld dat jongeren bij elk besluitvormingsproces betrokken moeten worden. Jongeren betrekken vanuit jonge leeftijd wordt als essentieel benoemd. Tenslotte wordt opgeroepen om deel te nemen aan de 2025 EU Youth Conference in Lublin en de Youth Meeting in maart.
Verslag OJCS Sportraad 26-11-2024
Op 26 november 2024 vond de EU Sportraad plaats in Brussel onder het Hongaarse voorzitterschap. Op de agenda stonden de raadsconclusies over de blijvende nalatenschap van grote sportevenementen, een beleidsdebat over de belangrijkste kenmerken van het EU sportmodel en waren er enkele AOB-punten aangevraagd vanuit diverse lidstaten.
De raadsconclusies worden unaniem aangenomen.
Het beleidsdebat ging in op de belangrijkste kenmerken van het Europese sportmodel, met een focus op de aspecten die EU waarden behouden en promoten. Ook werd gesproken over hoe het EU werkplan voor sport 2024–2027 hier een bijdrage aan kan leveren.
Elementen die daarbij in het beleidsdebat naar voren kwamen waren financiële solidariteitsmechanismes, belang van vrijwilligers, topsport in verhouding tot breedtesport, sociale aspecten van sport en het belang om goede voorbeelden met elkaar te blijven delen als landen. Waarden als solidariteit, inclusie, en duurzaamheid kwamen terug als belangrijke waarden voor het model.
Nederland heeft in het beleidsdebat ook het belang van sport voor mensen met een handicap aangestipt. Verscheidene lidstaten hebben ook het belang van duurzame en toegankelijke sportinfrastructuur onderstreept.
Tijdens de Raad zijn er informatiepunten geweest waarin verschillende lidstaten aandacht vroegen voor de Europese dimensie en nalatenschap van grote internationale sportevenementen, zoals de Olympische Spelen (Parijs 2024) en het EK voetbal (Duitsland 2024).