De gevolgen van het niet naleven van Europese milieu- en natuurwetgeving
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D17057, datum: 2025-04-15, bijgewerkt: 2025-04-16 15:17, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z07485).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I. Kostic, Tweede Kamerlid (PvdD)
Onderdeel van zaak 2025Z07485:
- Gericht aan: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Gericht aan: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Indiener: I. Kostic, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2025Z07485
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Mministers van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en van Infrastructuur en Waterstaat over de gevolgen van het niet naleven van Europese milieu- en natuurwetgeving (ingezonden 15 april 2025).
Vraag 1
Over welke (juridische) middelen, behalve de inbreukprocedure (artikel 258 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)), beschikt de Europese Unie (EU) om Nederland te dwingen om aan milieu en natuurwetgeving te voldoen?
Vraag 2
Zijn inbreukprocedures en/of andere middelen besproken met het directoraat-generaal voor het milieu (Directorate-General for the Environment) (DG-ENV), al dan niet in het gesprek met Jessika Roswall? Zo ja, wat is dan besproken?
Vraag 3
Welke signalen krijgt u van andere EU-lidstaten over zorgen dat Nederland het level playing field ondermijnt door het niet (goed) naleven van milieu en natuurwetgeving, zoals bijvoorbeeld de Nitraatrichtlijn, Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn, Kaderrichtlijn Water? Welke signalen daarover krijgt u van de Eurocommissarissen en/of ambtenaren?
Vraag 4
Is het loyaliteitsbeginsel (artikel 4 lid 3 Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)) in welke vorm dan ook ter sprake gekomen tijdens gesprekken met DG-ENV, Eurocommissaris Roswall of andere EU-lidstaten? Zo ja, wanneer en op welke manier?
Vraag 5
Kunt u de bovenstaande vragen zo snel mogelijk en één voor één beantwoorden?