Preview document (🔗 origineel)

---

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL		2
Vergaderjaar 2024-2025
36 582	Wijziging van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening en oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen in verband met het op onderdelen in balans brengen van deze wetten tussen bestaanszekerheid, re-integratie en handhaving (Participatiewet in balans)
Nr. 35	Gewijzigd AMENDEMENT VAN de leden LAHLAH en Van Kent ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 11
	Ontvangen 16 april 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel V, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Het college kan ambtshalve of op aanvraag van een belanghebbende van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering, gelet op de omstandigheden van die belanghebbende, een individuele inkomenstoeslag verlenen.

2. In onderdeel 1 vervallen “eerste,” en “en het derde”.

3. Na onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

1a. Het derde lid komt te luiden:

3. Indien aan de belanghebbende, bedoeld in het eerste lid, in de voorafgaande 12 maanden een individuele inkomenstoeslag is verleend, wordt geen individuele inkomenstoeslag verleend.

Toelichting

Met dit amendement wordt geregeld dat het college de mogelijkheid heeft de individuele inkomenstoeslag ambtshalve of op aanvraag te verlenen. De individuele inkomenstoeslag is een bedrag waarvoor mensen die langdurig een laag inkomen hebben zonder uitzicht op inkomensverbetering in aanmerking kunnen komen. De gemeente kan vaststellen wie deze mensen zijn. Zij mogen de toeslag op dit moment echter niet automatisch uitkeren, omdat artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet vereist dat de persoon in kwestie een individuele schriftelijke aanvraag doet. Op dit moment is in de Participatiewet geregeld dat toekenningen via schriftelijke aanvragen behandeld worden. Zo geldt dat ook voor de individuele inkomenstoeslag. Iemand die langdurig een laag inkomen heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering moet dus een aanvraag doen bij de gemeente voordat deze persoon een toeslag kan ontvangen. Dat betekent weer een extra formulier, extra bureaucratie en een extra drempel. De indieners zijn het met de vier grote gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4)¹, juridisch adviseurs en maatschappelijke organisaties ² eens dat de huidige werkwijze niet-gebruik in de hand werkt en ook extra belastend is, omdat deze bij elke separate aanvraag een individuele beoordeling vraagt.  

De ambtshalve verstrekking heeft voordelen voor zowel de inwoner als voor de gemeente: aanvragers zijn een ingewikkeld en stressvol bureaucratisch proces gespaard en de ambtenaren zijn geen onnodige tijd meer kwijt aan het behandelen van aanvragen. Daarnaast wordt tegemoet gekomen aan de vrijwel Kamerbrede wens om niet-gebruik tegen te gaan.³ Indieners zouden graag zien dat de verplichte voorwaarde van aanvragen geschrapt wordt zodat het college van B&W de mogelijkheid krijgt, via een kan bepaling, om de toeslag ambtshalve dan wel op aanvraag toe te kennen. Het openhouden van de mogelijkheid de individuele inkomenstoeslag aan te vragen is noodzakelijk voor inwoners die niet altijd bij de gemeente in beeld zijn, zoals nuggers (niet uitkeringsgerechtigden; meestal werkenden met een inkomen rond het sociaal minimum) die de individuele inkomenstoeslag ontvangen omdat ze daarvoor in aanmerking komen en een aanvraag hebben gedaan.

Lahlah

Van Kent

---

1. Kamerstukken II 2023/24, 34 352, nr. 319. ↩︎

2. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?qry=wetsvoorstel%3A36582&cfg=wetsvoorsteldetails#wetgevingsproces, p. 161.↩︎

3. Kamerstukken II 2023/24, 34 352, nr. 319 (motie Zeedijk/Mohandis).↩︎