[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitvoer van militaire goederen naar Maleisië

Wapenexportbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D17742, datum: 2025-04-17, bijgewerkt: 2025-04-18 09:38, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22054 -456 Wapenexportbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z07845:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid

(Kamerstuk 2010-2011, 22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen naar EUR 2.000.000,- (Kamerstuk 2011-2012, 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande

informatie over een door Nederland afgegeven vergunning voor de uitvoer van militair materieel naar Maleisië.

Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer van een radarsysteem inclusief bijbehorende programmatuur, technologie en technische ondersteuning naar Maleisië. De eindgebruiker van de goederen is de marine van Maleisië. De goederen worden geïntegreerd in een marineschip.

De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport.1 Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van het meest relevante criterium hieronder wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende argumenten:

Handhaving regionale stabiliteit (CR4)

In de Zuid-Chinese Zee is al geruime tijd sprake van diverse maritieme geschillen,

in het bijzonder over eilanden in dit gebied. Er zijn overlappende claims in de

Zuid-Chinese Zee tussen China, Vietnam, Taiwan, de Filipijnen, Maleisië, en

Brunei. Maleisië claimt delen van de Spratly-eilanden op basis van het Zeerechtverdrag en heeft op vijf eilanden militairen gestationeerd. Ondanks oplopende spanningen is er geen sprake van openlijke vijandigheden of militaire strijd/botsingen met Maleisië.

In het algemeen lost Maleisië zijn geschillen met buurlanden op diplomatieke wijze

op en beroept zich hierbij doorgaans op de mechanismen van het internationaal

recht, waaronder het Internationaal Gerechtshof. Daardoor is militaire escalatie van de geschillen rond de Spratly-eilanden met een directe rol voor Maleisië vooralsnog niet waarschijnlijk.

In 2025 is Maleisië voorzitter van ASEAN waarmee het land een belangrijke rol vervult in het behouden van de regionale stabiliteit. Maleisië heeft daarnaast in de afgelopen jaren een belangrijke faciliterende rol gespeeld bij het bereiken van een vredes- en autonomieregeling met de Islamitische afscheidingsbeweging op Mindanao (Filipijnen).

Er is om deze redenen geen duidelijk risico dat de goederen ingezet zullen worden voor agressie jegens een ander land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken. Toetsing aan criterium 4 heeft geleid tot een positief oordeel.

Ten aanzien van de overige criteria gelden geen bijzonderheden, deze zijn positief getoetst.

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, De minister van Buitenlandse Zaken,

Reinette Klever

Caspar Veldkamp


  1. 8 GS 2008/944 van 8 december 2008↩︎