Antwoord op vragen van het lid Mutluer over de blijvende ICT-problemen bij het Openbaar Ministerie
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D17803, datum: 2025-04-18, bijgewerkt: 2025-04-22 09:27, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2025Z06384:
- Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: S. Mutluer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 1987
2025Z06384
Antwoord van minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 april 2025)
Vraag 1
Kent u het bericht “Een op de vier werknemers van OM kan niet werken door ICT-problemen”? (NRC, 2 april 2025) Kent u het bericht “Openbaar Ministerie heeft problemen op zittingen door 'ernstige computerstoring'” (NRC, 14 december 2021)? Kent u het bericht “Misdaadregistratie loopt vast door gammele ICT bij OM” (Telegraaf, 5 december 2019) en herinnert u zich de eerdere mondelinge vragen van het lid Lahlah over ICT-problemen bij het OM (mondeling vragenuur 23 april 2024) en andere antwoorden op vragen vanuit de Tweede Kamer over eerdere ICT-problemen bij het Openbaar Ministerie en kent u tenslotte de frustraties van OM-medewerkers over de hardnekkige ICT-problemen (toespraak voorzitter College van procureurs-generaal van 13 mei 2024) 1)?
Antwoord op vraag 1
Ja.
Vraag 2
Wat is de stand van zaken ten aanzien van de laatste ICT-problemen? Hoe lang heeft deze storing geduurd?
Antwoord op vraag 2
De ICT-storing bij het OM werd op 26 maart jl. opgemerkt en op
29 maart jl. opgelost. Het OM kampte in de week hierna nog met enkele
naweeën. De oorzaak hiervan lag in het feit dat de eerdere storing weer
opspeelde, daarop is besloten om hardware (waar de storing zich bevond)
te vervangen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het Openbaar Ministerie (OM) al veel te lang te kampen heeft met een gebrekkig ICT-systeem? Zo ja, hoe komt dat? Zo nee, waarom komen er dan al jarenlang met regelmaat meldingen over ICT-problemen bij het Openbaar Ministerie in het nieuws?
Antwoord op vraag 3
Ja, het OM kampt met verouderde systemen en daardoor hebben de medewerkers in het verleden veel te maken gehad met niet-stabiele ICT-voorzieningen. In een brief van 20 maart 2023 heeft mijn ambtsvoorganger toegelicht hoe het OM werkt aan de ontwikkeling van nieuwe systemen.1
Vraag 4
Deelt u de mening dat de voortdurende ICT-storingen bij het Openbaar Ministerie allerminst bijdragen aan het verbeteren van de doorlooptijden binnen de justitiële keten en wellicht eerder zorgen voor verdere verslechtering van die doorlooptijden? Zo nee, waarom niet en hoe kan het dat als officieren van justitie tijdelijk hun werk niet of met beperkingen moeten uitvoeren dat dat geen gevolgen heeft voor de voortgang van de vervolging van verdachten?
Antwoord op vraag 4
Ja. ICT-storingen hebben een negatieve invloed op het werk van de medewerkers van het OM en komen niet ten goede van de doorlooptijden. Naast het verbeteren van de ICT, blijft het OM werken aan het verkorten van doorlooptijden en aanpakken van meer criminaliteit. In dit geval was de impact van de storing gelukkig beperkt.
Vraag 5
Wat is er de afgelopen vijf jaar gedaan om het ICT-systeem van het Openbaar Ministerie op orde te brengen? Hoeveel heeft u in die periode extra geïnvesteerd in het verbeteren van dat systeem?
Antwoord op vraag 5
In de in het antwoord op vraag 3 genoemde brief wordt
toegelicht hoe het OM werkt aan de verbetering van de ICT. Een van de
doelen is om de huidige systemen voor strafrecht, met name het
Geïntegreerd Processysteem Strafrecht (GPS), te vervangen door nieuwe
systemen die procesvernieuwingen en het nieuwe Wetboek van
Strafvordering ondersteunen.
De huidige ICT-problematiek binnen het OM is het gevolg van een
langdurige achterstand in de ontwikkeling en professionalisering van de
informatievoorziening (IV). De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in
de ICT. Voorgaande kabinetten hebben hiervoor extra middelen
vrijgemaakt. Vanuit de zogenaamde Ondermijningsmiddelen is een
incidentele investering gedaan van € 172 miljoen, verdeeld over de jaren
2022–2027: € 37 miljoen in 2022 en € 27 miljoen in de jaren 2023 t/m
2027. Daarnaast zijn er door het vorige kabinet middelen beschikbaar
gesteld ten behoeve van de ICT van € 7 miljoen in 2024 en € 35 miljoen
structureel vanaf 2025. Indien de afgelopen jaren behoefte bleek aan
extra middelen voor ICT heeft het ministerie nog aanvullende middelen
verstrekt. Zo heeft het OM in 2021 nog een bedrag van € 10 miljoen extra
ontvangen voor ICT-werkzaamheden. Daarmee zijn belangrijke inhaalslagen
gemaakt ten aanzien van achterstallig onderhoud op zowel hardware als
software. Het OM blijft planmatig werken aan toekomstbestendige ICT, wat
nog steeds grote inspanningen vergt.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de implementatie van het nieuwe wetboek van Strafvordering ook van het Openbaar Ministerie extra investeringen in het ICT-systeem vereist? Zo ja, hoe gaat u daar zorg voor dragen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 6
Ja, zie het antwoord op vraag 5. Het OM werkt aan nieuwe systemen die het nieuwe wetboek ondersteunen. In de genoemde brief van 20 maart 2023 wordt dit toegelicht.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het ICT-systeem van het OM op de kortst mogelijke termijn op orde moet worden gebracht? Hoe gaat u daar zorg voor dragen en met welke financiële middelen?
Antwoord op vraag 7
Ja. Het OM spant zich tot het uiterste in om de ICT te verbeteren. In de eerdergenoemde brief van 20 maart 2023 wordt toegelicht hoe het OM dit doet. In het antwoord op vraag 5 is toegelicht welke extra middelen het OM voor ICT krijgt en heeft gekregen. De opgave voor het OM is groot. De stabilisatie en vernieuwing van de ICT kan alleen stap voor stap, in een beheersbaar tempo, worden opgepakt. Daar ziet het College van procureurs-generaal op toe.
Openbaar Ministerie, 13 mei 2025, Openingstoespraak Rinus Otte Staat-van-het-OM-dag (https://www.om.nl/documenten/publicaties/2024/05/13/openingstoespraak-rinus-otte-staat-van-het-om-dag).
Kamerstukken II, 2022-203, 29279, nr. M.↩︎