[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

WODC rapport 'Lekenrechtspraak in strafzaken in West-Europa'

Rechtsstaat en Rechtsorde

Brief regering

Nummer: 2025D17899, datum: 2025-04-18, bijgewerkt: 2025-04-22 12:19, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -952 Rechtsstaat en Rechtsorde.

Onderdeel van zaak 2025Z07904:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 952 Brief van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2025

Naar aanleiding van een eerder verzoek van de toenmalige minister voor Rechtsbescherming, en conform de motie van het lid Eerdmans (JA21)1, heeft het WODC onderzoek laten verrichten naar de verschillende vormen van lekenrechtspraak in West-Europese landen. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen. Onder dankzegging aan de onderzoekers bied ik u hierbij het bijgaande rapport ‘Lekenrechtspraak in strafzaken in West-Europa’ aan.

De onderzoekers hebben een inventarisatie gemaakt van de verschillende vormen van lekenrechtspraak in West-Europa, waarbij bijzondere aandacht is uitgegaan naar het verband tussen lekenrechtspraak en democratische participatie en publiek vertrouwen in de rechtspraak. Daarbij hebben onderzoekers de verschillende argumenten voor en tegen lekenrechtspraak in kaart gebracht. Samenvattend concluderen de onderzoekers dat er in Nederland veel vertrouwen is in de huidige professionele rechtspraak, waardoor er “vermoedelijk weinig draagvlak voor lekenrechtspraak en weinig vertrouwen in objectieve beslissingen door de betrokken leken” is.2 Hoewel onderzoekers aangeven dat er ook principiële argumenten bestaan voor het invoeren van lekenrechtspraak, zoals ter versterking van het democratische karakter van de rechtspraak, stellen de onderzoekers dat “de noodzakelijke stelselwijzigingen en verandering in attitude binnen de rechtspraak” bijzondere uitdagingen vormen voor het invoeren van een vorm van lekenrechtspraak in Nederland.3

Met de toezending van het onderzoek heb ik uitvoering gegeven aan de motie van het lid Eerdmans (JA21). Op basis van deze bevindingen zie ik momenteel geen aanleiding om over te gaan tot de invoering van een vorm van lekenrechtspraak.

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

T.H.D. Struycken


  1. Kamerstuk 29 279, nr. 752.↩︎

  2. Samenvatting WODC ‘Lekenrechtspraak in strafzaken in West-Europa’, p. 8.↩︎

  3. Idem.↩︎