Antwoord op vragen van de leden Paternotte en Piri over het bericht ‘Netanyahu ondanks arrestatiebevel van strafhof naar Orban in Hongarije’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D18065, datum: 2025-04-22, bijgewerkt: 2025-04-22 10:07, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z06136:
- Gericht aan: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: K.P. Piri, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 2005
2025Z06136
Antwoord van minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 22 april 2025)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht 'Netanyahu ondanks arrestatiebevel van strafhof naar Orbán in Hongarije'?1
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat Hongarije als partij bij het Statuut van Rome de plicht heeft om arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof uit te voeren?
Antwoord
Zoals het kabinet reeds meldde in de Kamerbrief van 9 oktober 2024, zijn alle verdragspartijen bij het Statuut van Rome op basis van het Statuut verplicht om verzoeken tot samenwerking ten aanzien van de aanhouding en overlevering van verdachten aan het Internationaal Strafhof (ISH) in behandeling te nemen.2
Mocht Hongarije het Statuut van Rome binnenkort opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving gericht aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties – de depositaris van het Statuut – dan zal deze opzegging op zijn vroegst een jaar na de datum van ontvangst van de kennisgeving in werking treden (zie artikel 127, eerste lid, van het Statuut van Rome). Tot dat moment blijft Hongarije gebonden aan de verplichtingen onder het Statuut van Rome. Ook het Hongaarse argument dat deze internationale verplichtingen niet adequaat zouden zijn geïmplementeerd in hun nationale recht doet daar niets aan af.
Vraag 3
Bent u bekend met de resolutie die tijdens de jaarlijkse Vergadering van verdragspartijen bij het Statuut van Rome is aangenomen waarin in paragraaf 7 is opgenomen dat staten die partij zijn bij het Statuut van Rome alle niet-noodzakelijke contacten moeten vermijden met personen tegen wie een arrestatiebevel loopt?3
Antwoord
Ja. Deze resolutie inzake de samenwerking met het Strafhof werd aangenomen in december 2023. In december 2024 heeft de Vergadering van verdragspartijen een vergelijkbare resolutie aangenomen.4 In deze resolutie staat de relevante passage in paragraaf 8. In beide resoluties zijn ook de zesde en zevende paragraaf van de preambule van belang voor het staande beleid van de Vergadering inzake het vermijden van niet-essentiële contacten met personen tegen wie het ISH een arrestatiebevel heeft uitgevaardigd.
Vraag 4
Bent u van mening dat het gaat om een noodzakelijke ontmoeting? Zo ja, waar baseert u dat op?
Antwoord
In de resoluties inzake de samenwerking met het ISH die worden genoemd in het antwoord op vraag 3, wordt aangegeven dat het aan de individuele verdragspartijen zelf is om te beoordelen of een bepaald contact ‘essentieel’ moet worden geacht. In december 2023 heeft de Vergadering van verdragspartijen, na een intensieve discussie, dit onderdeel van het beleid inzake het vermijden van niet-essentiële contacten nader geëxpliciteerd door de toevoeging van de zevende paragraaf aan de preambule. Daarin staat dat de Vergadering erkent dat dergelijke contacten essentieel kunnen worden geacht door de verdragspartij die het contact aangaat. Het is volgens dit beleid derhalve uitsluitend aan Hongarije – en niet aan de Vergadering van verdragspartijen of aan andere verdragspartijen dan Hongarije – om een oordeel te vellen over de vraag of dit contact tussen Hongarije en premier Netanyahu ‘essentieel’ moet worden geacht in de zin van dit beleid.
Vraag 5
Bent u bereid uw Hongaarse collega te vragen om opheldering over dit bezoek? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nederland heeft reeds voorafgaande aan dit bezoek om opheldering gevraagd aan de Hongaarse ambassadeur en duidelijk aangegeven het Hongaarse besluit af te keuren. Hongarije heeft desgevraagd aangegeven dat het Statuut van Rome niet adequaat in het Hongaarse recht is geïmplementeerd, waardoor de nationale autoriteiten geen basis in het nationale recht zouden hebben om tot aanhouding over te gaan. Daarnaast heeft Hongarije aangegeven het contact als ‘essentieel’ aan te merken in het licht van de nauwe historische, demografische en politieke banden tussen Hongarije en Israël.
Vraag 6
Bent u bereid uw Hongaarse collega aan te spreken op het niet opvolgen van het arrestatiebevel, conform de motie Van Baarle/Piri (Kamerstuk 21501-02, nr. 2960) en de motie Piri c.s. (Kamerstuk 36600-V, nr. 21)?
Antwoord
Zoals het kabinet in december 2024 heeft aangegeven in de beantwoording van de schriftelijke vragen van het lid Paternotte5, draagt Nederland conform de motie van de leden Van Baarle en Piri in relevante gremia uit dat de bevelen en het beleid van het ISH niet bewust mogen worden ondermijnd.6 Nederland heeft dat recentelijk gedaan in onder andere de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en, in EU-verband, in de Raad Buitenlandse Zaken, in het Politiek en Veiligheidscomité en in de Raadswerkgroep internationaal publiekrecht ISH (COJUR ICC). Nederland heeft ook tijdens het algemene debat van de jaarlijkse Vergadering van verdragspartijen bij het Statuut van Rome alle verdragspartijen, waaronder Hongarije, op het bovenstaande gewezen.7 Daarnaast heeft Nederland alle verdragspartijen opgeroepen om met het ISH samen te werken, ook voor wat betreft de nog openstaande arrestatiebevelen, in lijn met de motie van de leden Piri c.s.8 Nederland zal deze boodschap blijven uitdragen.
Vraag 7
Welke consequentie bent u voornemens te verbinden aan het niet naleven van de verplichtingen volgend uit het Statuut van Rome?
Antwoord
Volgens artikel 87, zevende lid, van het Statuut van Rome is het nu aan de rechters van het Hof om een uitspraak te doen over de vraag of Hongarije in strijd met het Statuut heeft gehandeld. In het kader van die procedure kan het Hof ook eventuele juridische argumenten van Hongarije beoordelen. Indien het Hof vaststelt dat Hongarije in strijd met het Statuut heeft gehandeld, dan is het Hof vervolgens bevoegd om de zaak te verwijzen naar de Vergadering van verdragspartijen.9 Het Hof heeft zich nog niet uitgesproken over de kwestie. Nederland respecteert de onafhankelijkheid van het Hof en het kabinet gaat daarom niet op vooruitlopen op een eventuele uitspraak.
Vraag 8
Bent u bekend met artikel 87 van het Statuut van Rome waarin staat beschreven dat “[w]anneer een Staat die Partij is nalaat te voldoen aan een rechtshulpverzoek in strijd met het in dit Statuut bepaalde, ten gevolge waarvan deze het Hof verhindert zijn taken en bevoegdheden krachtens dit Statuut uit te oefenen, het Hof bevoegd [is] een uitspraak te doen met die strekking en de zaak te verwijzen naar de Vergadering van Staten die Partij zijn.”?
Antwoord
Ja, zie ook het antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Bent u bereid met verwijzing naar dit artikel het Hof te vragen zich te buigen over deze kwestie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het kabinet respecteert de onafhankelijkheid van de organen van het Internationaal Strafhof (ISH) en mengt zich derhalve niet in de procedures van het Hof. Het is overigens standaardpraktijk van het ISH dat de procedure van artikel 87, zevende lid, wordt gevolgd wanneer een verdragspartij nalaat te voldoen aan een rechtshulpverzoek. Het ISH heeft deze procedure op 16 april gestart.10
Vraag 10
Bent u bereid de Hongaarse ambassadeur te ontbieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nederland heeft de Hongaarse ambassadeur reeds om opheldering gevraagd en duidelijk aangegeven het Hongaarse besluit af te keuren, nog voorafgaand aan het bezoek van premier Netanyahu. Zie ook het antwoord op vraag 5.
Vraag 11
Bent u bereid uw Hongaarse collega ter verantwoording te roepen over het niet naleven van het arrestatiebevel tijdens de eerstvolgende Raad Buitenlandse Zaken? En bent u bereid dit gedrag in de Raad stevig te veroordelen?
Antwoord
Conform de toezegging die is gedaan tijdens het Tweeminutendebat van 10 april, heb ik in de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april gewezen op het belang van steun voor het ISH en daarbij de aankondiging van Hongarije om zich terug te willen trekken uit het Statuut van Rome afgekeurd.
AD, 30 maart 2025, 'Netanyahu ondanks arrestatiebevel van strafhof naar Orban in Hongarije' (https://www.ad.nl/buitenland/netanyahu-ondanks-arrestatiebevel-van-strafhof-naar-orban-in-hongarije~ae31ce37/).↩︎
Kamerstuk 28498, nr. 542↩︎
Internationaal Strafhof, Vergadering van verdragspartijen bij het Statuut van Rome 14 december 2023, 'Resolution ICC-ASP/22/Res.5' (ICC-ASP-22-Res5-AV-ENG.pdf).↩︎
Kamerstuk 2024Z19289↩︎
Kamerstuk 21 501-02, nr. 2960↩︎
Kamerstuk 36 600-V nr. 21↩︎
Het Hof kan echter ook besluiten om dat niet te doen. Zo oordeelde de Kamer van vooronderzoek in juli 2017 dat het “not appropriate” was om het nalaten van Zuid-Afrika om de Sudanese president Al-Bashir in juni 2015 aan te houden te verwijzen naar de Vergadering van verdragspartijen en/of de VN-Veiligheidsraad. Hoewel de rechters in juli 2017 tot het oordeel kwamen dat dit nalaten in strijd was geweest met het Statuut van Rome, gingen zij niet over tot een verwijzing, omdat de nationale rechtbanken van Zuid-Afrika reeds een uitspraak hadden gedaan over de strijd met het nationale recht van Zuid-Afrika en omdat de rechters van het ISH zich nog niet eerder hadden uitgesproken over de rechtsvraag naar de relevantie van de immuniteit van zittende staatshoofden van staten die geen partij zijn bij het Statuut van Rome. Zie hier voor deze uitspraak. Ten aanzien van die laatste rechtsvraag bestaat inmiddels wel jurisprudentie van het ISH, die in oktober 2024 nogmaals is bevestigd in de uitspraak over het nalaten van Mongolië om president Poetin aan te houden. Zie hier voor deze uitspraak.↩︎