Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2025D18399, datum: 2025-04-23, bijgewerkt: 2025-06-11 12:35, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36725-XXII-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36725 XXII-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2025Z08074:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2025-04-24 14:29: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-20 16:30: Procedurevergadering commissie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2025-05-22 10:00: Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2025-06-17 18:45: Extra procedurevergadering commissie VRO (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2025-06-19 11:15: Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (36725-XXII) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 725 XXII Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
M.C.G. Keijzer
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2025. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de ontwerpbegroting 2025 opgebouwd (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XXII, nr. 1).
De stand van de vastgestelde begroting 2025 is inclusief het amendement van de leden Grinwis en Vijlbrief (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XXII, nr. 15), het amendement van de leden Grinwis en De Groot (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XXII, nr. 16), het amendement van de leden Grinwis en De Hoop (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XXII, nr. 17), het amendement van de leden Grinwis en De Hoop (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XXII, nr. 52), het amendement van de leden Rooderkerk en Postma (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XXII, nr. 60) en het amendement van de leden Bontenbal, Bikker, Stoffer en Eerdmans (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XXII, nr. 64).
In deze eerste suppletoire begroting wordt in de tabel budgettaire gevolgen van beleid de cijfers van zes begrotingsjaren weergegeven. In de kolom van begrotingsjaar 2030 zijn de middelen in verband met de extrapolatie gepresenteerd.
Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
1. Woningmarkt | Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 5 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln. Ontvangsten: 10 mln. |
2. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 5 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln. Ontvangsten: 10 mln. |
3. Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
4. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln. |
11. Centraal apparaat | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten:1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
12. Algemeen | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten:1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
13. Nog onverdeeld | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten:1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
Vastgestelde begroting 2025 | 9.395.732 | 9.273.855 | 9.488.231 | 9.292.334 | 9.382.143 | 0 | ||
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||||||||
1 | Raming uitgaven huurtoeslag | 1 | – 236.000 | – 317.700 | – 254.500 | – 271.900 | – 251.600 | – 287.200 |
2 | Kasschuif grootschalige woningbouw gebiedsbudget | 1 | – 180.000 | – 35.500 | 303.500 | – 88.000 | 0 | 0 |
3 | Huurbevriezing 2025 en 2026 | 1 | – 135.000 | – 381.000 | – 492.000 | – 492.000 | – 492.000 | – 492.000 |
4 | Boodschappenbonus door verhogen huurtoeslag | 1 | 83.333 | 916.667 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5 | Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen | 1 | – 43.782 | – 11.049 | 54.831 | 0 | 0 | 0 |
6 | Wet Regie | 1 | – 36.950 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7 | Desaldering RVB Flexwoningen | 1 | 29.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
8 | Dienst Huurcommissie | 1 | 8.269 | 12.103 | 10.463 | 9.945 | 9.945 | 9.945 |
9 | Plafondbijstelling Zuiderhage | 1 | – 4.155 | 2.599 | 3.752 | 9.960 | 2.155 | 2.204 |
10 | Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid | 1 | 0 | 107.978 | 133.344 | 133.344 | 0 | 0 |
11 | Huurregister | 1 | 0 | 2.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 |
12 | Uitvoering woningbouw | 1 | 0 | 0 | 0 | – 1.875 | – 9.375 | – 12.250 |
13 | Verduurzamingsaanpak Nij Begun maatregel 29 | 2 | 179.000 | 185.077 | 194.709 | 118.024 | 117.200 | 116.000 |
14 | Subsidie duurzaam maatschappelijk vastgoed | 2 | – 34.290 | 0 | 25.630 | 8.660 | 0 | 0 |
15 | ISDE Groningen maatregel 29 | 2 | 16.500 | 23.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
16 | Kasschuif emissiearm aanbesteden | 2 | – 13.312 | 5.000 | 5.000 | 3.312 | 0 | 0 |
17 | Kasschuif duurzame rijksgebouwen | 2 | – 10.856 | – 9.130 | 3.446 | 4.916 | – 2.184 | 13.808 |
18 | Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 2 | 0 | 11.000 | 11.000 | 11.000 | 11.000 | 11.000 |
19 | LVBB incidenteel | 3 | 11.215 | 14.590 | 15.660 | 7.209 | 600 | 0 |
20 | Ruimtelijke Informatie / NGII | 3 | 5.300 | 9.400 | 9.900 | 10.400 | 13.095 | 13.095 |
21 | Regiodeals | 3 | – 105 | – 13.842 | 0 | 0 | 0 | 0 |
22 | Voortzetting programma Ruimtelijke Ordening | 3 | 0 | 7.255 | 7.005 | 6.935 | 6.935 | 6.935 |
23 | Uitbouw DSO-LV | 3 | 0 | 0 | 0 | 7.900 | 7.800 | 7.800 |
24 | Aankoop gronden | 4 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
25 | Renovatie Binnenhof | 4 | 0 | 0 | 0 | 3.060 | 36.700 | 36.700 |
26 | Vennootschapsbelasting RVB | 12 | 24.441 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
27 | Indexatie VRO | 13 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 |
28 | Reservering investering sociale huur | 13 | 0 | 270.000 | 405.000 | 405.000 | 0 | 0 |
29 | Eindejaarsmarge Nationaal Groeifonds | 2, 3 | 2.871 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
30 | Eindejaarsmarge VRO | Alle | 31.852 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
31 | Loon- en prijsbijstelling tranche 2025 | Alle | 17.003 | 18.111 | 14.115 | 7.668 | 7.598 | 7.613 |
32 | Alternatieve invulling taakstelling Hoofdlijnenakkoord | Alle | – 2.366 | – 7.823 | – 9.198 | – 11.141 | – 11.482 | – 11.463 |
33 | Aanvullende taakstelling apparaat (amendement-Bontenbal) | Alle | – 1.384 | – 1.204 | – 1.204 | – 1.204 | – 1.204 | – 1.204 |
34 | Toekomstbestendige programmabudgetten | Alle | 1.254 | 2.000 | 3.000 | 4.500 | 8.000 | 8.000 |
35 | Dekking bestendiging VRO | Alle | – 1.000 | – 35.100 | – 48.850 | – 24.700 | – 15.350 | – 25.000 |
36 | Extrapolatie | Alle | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9.339.665 |
37 | Overig | Alle | 48.750 | 14.079 | 18.095 | 31.791 | 31.839 | 15.095 |
Stand eerste suppletoire begroting 2025 | 9.181.120 | 10.077.366 | 9.919.929 | 9.204.138 | 8.870.815 | 8.777.743 |
Toelichting uitgavenmutaties
1) Raming uitgaven huurtoeslag
De huurtoeslagraming is mede bijgesteld op basis van de raming van het CEP (Centraal Economisch Plan). Vanaf 2025 wordt de raming structureel verlaagd, onder meer omdat de inkomens meer zijn gestegen dan eerder verwacht en minder mensen in de huurtoeslag instromen dan eerder geraamd.
2) Kasschuif grootschalige woningbouw gebiedsbudget
Tijdens het BO Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van eind 2025 worden naar verwachting afspraken gemaakt met de grootschalige woningbouwgebieden over de concrete inzet van de middelen. Door verplichtingen aan te gaan biedt VRO zekerheid over ondersteuning aan gemeenten. De gerelateerde kasuitgaven worden in 2026 en 2027 geraamd.
3) Huurbevriezing 2025 en 2026
De huren voor sociale huurwoningen worden in 2025 en 2026 bevroren. Dit betekent dat er geen huurverhogingen mogen worden doorgevoerd per 1 juli 2025 tot 1 juli 2027. Deze huurbevriezing werkt door in lagere uitgaven voor de huurtoeslag.
4) Boodschappenbonus door verhogen huurtoeslag
De huurtoeslag wordt in 2026 incidenteel verhoogd met € 1 miljard. Hiervan wordt € 83,3 mln. in 2025 betaald, omdat de huurtoeslag voor januari 2026 in december 2025 wordt uitgekeerd. In 2026 wordt een bedrag van € 916,7 mln. betaald.
5) Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen
De regeling voor stimulering van Flex- en Transformatiewoningen is verruimd. Daarmee is de termijn voor startbouw verlengd van 12 naar 18 maanden. Hierdoor dient het kasritme aangepast te worden.
6) Wet Regie
De Wet Regie op de Volkshuisvesting zou ingaan per 1 januari 2025. Deze wet is echter nog niet behandeld in de Tweede Kamer, waardoor de wet met vertraging in werking treedt.
7) Desaldering RVB Flexwoningen
Door een latere matching van flexwoningen die ingekocht zijn door het RVB komen bijbehorende ontvangsten later binnen dan geraamd. De ontvangstenraming voor 2024 is daarom verlaagd. Deze ontvangsten worden in 2025 toegevoegd aan de begroting.
8) Dienst Huurcommissie
De Huurcommissie heeft te maken met een hogere zaaklast en een hoger aantal zaken die inhoudelijk moeten worden afgedaan dan voorheen. Om te kunnen voldoen aan deze toenemende zaaklast wordt de bijdrage aan de Huurcommissie verhoogd met structueel € 10,0 mln. Hiermee wordt de organisatie van de Huurcommissie toekomstbestendig gemaakt.
9) Plafondbijstelling Zuiderhage
Het Rijksvastgoedbedrijf is gestart met de eerste fase van de ontwikkeling van de grootschalige woningbouwlocatie Zuiderhage, Lelystad. Hier worden in de komende jaren, in samenwerking met de provincie en gemeente, 14.000 woningen gebouwd op rijksgrond. Het uitgaven- en ontvangstenritme voor de begrotingsfaciliteit worden herijkt naar aanleiding van de vernieuwde businesscase.
10) Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV)
De regeling Kansrijke Wijk is een interdepartementale regeling die gericht is op de 20 focusgebieden binnen het NPLV. De regeling heeft een looptijd tot en met 2025. De regeling wordt doorgezet in de jaren 2026–2028. Hiervoor ontvangt VRO als coördinerend Ministerie van verschillende departementen een bijdrage.
11) Huurregister
Om een huurregister in te voeren wordt in 2025 een business case opgesteld. Vanaf 2026 zijn extra middelen beschikbaar om de ontwikkelfase van het huurregister te kunnen starten en indien uit onderzoek blijkt dat het wenselijk is het huurregister te implementeren en te onderhouden.
12) Uitvoering woningbouw
In de jaren 2028–2032 zijn middelen beschikbaar gesteld uit de woningbouwenveloppe voor personele capaciteit om de woningbouwdoelstellingen uit het HLA te realiseren. Het betreffende uitgavenbudget wordt gerealloceerd naar het apparaatsartikel van de BZK-begroting, om deze op het juiste instrument te verantwoorden.
13) Verduurzamingsaanpak Nij Begun maatregel 29
Een van de maatregelen uit de kabinetsreactie op de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen (PEGA) ziet toe op het isoleren van woningen tot de standaard voor isolatie in de provincie Groningen en de gemeenten in Noord-Drenthe. Deze maatregel voor verduurzaming wordt van de AP overgeboekt naar de begroting van VRO.
Over deze beleidsmatige uitgave ontvangt de Tweede Kamer in een aparte Kamerbrief een onderbouwing conform de rijksbrede werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW 3.1).
14) Subsidie duurzaam maatschappelijk vastgoed
De projecten voor het verduurzamen van Rijksgebouwen (DUMAVA) zijn vertraagd en schuiven door naar latere jaren. Op basis van de uitvoering en prognose wordt het budget van de subsidieregeling DUMAVA in het juiste ritme gezet.
15) ISDE Groningen maatregel 29
Ook in het kader van Nij Begun maatregel 29 wordt isolatiebudget van ISDE (Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing) van het Ministerie van KGG overgeboekt naar VRO.
16) Kasschuif emissiearm aanbesteden
In het kader van het stikstofbeleid is er budget beschikbaar gesteld zodat aanbestedende Rijksdiensten uitstootverminderende criteria kunnen stellen bij aanbestedingen. De geplande projecten voor 2025 zijn vertraagd vanwege complexiteit en de uitspraak van de Raad van State omtrent het Europese natuurbeschermingsrecht.
17) Kasschuif duurzame rijksgebouwen
De projecten voor het verduurzamen van Rijksgebouwen (DUMAVA) zijn vertraagd en schuiven door naar latere jaren. Op basis van de uitvoering en prognose wordt het budget waarvoor het RVB de uitvoering doet in het juiste ritme gezet.
18) Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Dit betreft de aanvraag voor de middelen op de aanvullende post «Uitvoeringskosten Klimaat» ten behoeve van de voortzetting van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie. Het NPLW ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis te delen en het monitoren van de uitvoering. De middelen worden opgevraagd van 2026 tot en met 2030.
19) LVBB (Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaarstellen) incidenteel
Deze incidentele middelen worden ingezet om een inhaalslag te maken bij de LVBB vanwege een vertraging in de ontwikkeling. Hierdoor wordt het basisniveau later opgeleverd dan verwacht, waardoor er meer kosten worden gemaakt. Daarnaast heeft het Service Team Rijk (STR) meer werk dan eerder geraamd.
20) Ruimtelijke Informatie / NGII
Er worden middelen ingezet om de financiële tekorten binnen de Nationale Geo-informatie-infrastructuur (NGII) te dekken. De NGII is een belangrijk systeem dat onder andere data aanlevert voor het Kadaster en andere «fysieke» uitvoeringsorganisaties. In een onderzoek naar de NGII is gesteld dat de basis niet op orde is. Met deze middelen kan de NGII binnen bestaande systemen voldoen aan de wettelijke eisen.
21) Regiodeals
Er is € 244,3 mln. beschikbaar gesteld voor de zesde tranche van de Regiodeals. De budgetten van de Regiodeals zijn de afgelopen jaren geïndexeerd, waardoor er ruimte is ontstaan op het instrument bijdrage medeoverheden van de Regiodeals in 2026. Deze middelen worden omgebogen ten behoeve van intensiveringen binnen VRO.
22) Voortzetting programma Ruimtelijke Ordening
Dit zijn generale middelen om de voortzetting van de ruimtelijke programma's te kunnen waarborgen. De ruimtelijke programma's worden ingezet voor het voeren van de regie op de ruimtelijke ordening.
23) Uitbouw DSO-LV
Er worden middelen ingezet om het Digitaal Stelsel Omgevingswet landelijke voorziening (DSO-LV) uit te bouwen. Het gaat dan onder andere om het ontsluiten van informatiebronnen, het verbeteren van samenwerkingsfunctionaliteiten en het voltooien van het open stelsel voor derden.
24) Aankoop gronden
Agrarische compensatiegronden van het Rijk kunnen niet alleen worden ingezet voor Rijksinfrastructuur en andere taken van Rijkspartijen, maar ook voor beleidsdoelen die door medeoverheden worden gerealiseerd. Hierdoor is de vraag naar compensatiegronden toegenomen en neemt de beschikbare voorraad af. Daarom is het gewenst om naast het terugkopen van aangeboden erfpachtrechten ook nieuwe aankopen te doen.
25) Renovatie Binnenhof
Ter dekking van verwachte uitgaven voor de renovatie van het Binnenhof, waarvan de verplichtingen pas na 2025 aangegaan worden, zijn middelen gereserveerd. Deze, onderdeel van de € 2 mld. die geraamd is voor de renovatie, worden nu overgeboekt van de aanvullende post naar de VRO-begroting.
26) Vennootschapsbelasting RVB
Over de opbrengsten van de benzineveilingen en bodemwinning moet het RVB jaarlijks vennootschapsbelasting afdragen.
27) Indexatie VRO
Er wordt tot en met 2030 € 15 miljoen per jaar beschikbaar gesteld om de (wettelijke) indexering mogelijk te maken.
28) Reservering investering sociale huur
Ter compensatie van de terugvallende huurinkomsten door de huurbevriezing worden middelen gereserveerd voor investeringen in de sociale huur.
29) Eindejaarsmarge Nationaal Groeifonds (NGF)
Niet-bestede NGF-middelen uit 2024 worden toegevoegd aan de begroting van 2025.
30) Eindejaarsmarge VRO
Dit betreft de ontvangen eindejaarsmarge over 2024. Er heeft een korting plaatsgevonden om generale problematiek te dekken.
31) Loon- en prijsbijstelling tranche 2025
De loon- en prijsbijstelling tranche 2025 is overgemaakt naar VRO. Van de prijsbijstelling is 50% overgemaakt. Op de resterende prijsbijstelling is omgebogen ten behoeve van de intensiveringen van VRO. Ook de loonbijstelling is niet volledig uitgekeerd. Het kabinet heeft besloten om de loonbijstelling voor externe inhuur tranche 2025 in te houden. Dit wordt ingezet ter dekking van rijksbrede problematiek.
32) Alternatieve invulling taakstelling Hoofdlijnenakkoord
Dit is een overboeking van VRO naar BZK waar de apparaatsbudgetten van VRO op de begroting staan. VRO vult de apparaatstaakstelling gedeeltelijk nader in met beleidsinhoudelijke keuzes. De posten waarop VRO het meeste ombuigt zijn verduurzaming maatschappelijk vastgoed, diverse subsidies voor de energietransitie gebouwde omgeving en projecten ruimtelijke kwaliteit (respectievelijk € 3, € 2,5 en € 4,5 mln.).
33) Aanvullende taakstelling apparaat (amendement-Bontenbal)
Uit de prijsbijstelling is dekking voor het amendement van het lid Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36600 XXII, nr. 64) voor 2025. Vanaf 2026 wordt dit gedekt uit budgetten voor diverse uitvoeringsorganisaties.
34) Toekomstbestendige programmabudgetten
De beleidsdirecties van VRO hebben middelen nodig voor uitvoering van het reguliere meerjarige beleid. Daarmee kunnen de directies bijvoorbeeld opdrachten uitzetten, onderzoeken laten doen of subsidies verstrekken. Deze middelen lopen de komende jaren sterk terug, omdat vorige kabinetten veelal tijdelijk programmabudget ter beschikking hebben gesteld. Hierbij wordt niet gecorrigeerd voor de eerder doorgevoerde subsidietaakstelling.
35) Dekking bestendiging VRO
Volkshuisvesting, woningbouw en ruimtelijke ordening zijn topprioriteiten van dit kabinet zoals verwoord in het Hoofdlijnenakkoord. Om langjarig te voorzien in kerntaken die de realisatie van de woningbouwopgave ondersteunen – zoals het maken van robuuste ruimtelijke keuzes, het voorzien in goede, toegankelijke ruimtelijke informatie en het borgen van de kwaliteit van bouwwerken – worden incidenteel woningbouwmiddelen ingezet.
36) Extrapolatie
Bij Miljoenennota 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2030 zijn via de extrapolatie toegevoegd.
Vastgestelde begroting 2025 | 483.899 | 478.670 | 467.427 | 468.062 | 463.559 | 0 | ||
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||||||||
1 | Raming ontvangsten huurtoeslag | 1 | 31.200 | 27.600 | 38.000 | 50.300 | 49.400 | 47.900 |
2 | RVB Flexwoningen | 1 | 30.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3 | Herijking regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen | 1 | – 3.400 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 |
4 | Plafondbijstelling Zuiderhage | 1 | 3.058 | 1.194 | 1.218 | 1.863 | 1.901 | 1.939 |
5 | Afrekening RVB | 4 | 42.961 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6 | Bijdrage apparaatskosten RVB | 4 | 3.000 | 7.800 | 7.800 | 7.800 | 0 | 0 |
7 | Extrapolatie | Alle | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 463.915 |
8 | Overig | Alle | 31.972 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand eerste suppletoire begroting 2025 | 623.190 | 517.264 | 516.445 | 530.025 | 516.860 | 515.754 |
Toelichting ontvangstenmutaties
1) Raming ontvangsten huurtoeslag
De ontvangsten huurtoeslag zijn naar boven bijgesteld, gebaseerd op realisatiecijfers over afgelopen jaar en de verwachting dat meer terugvorderingen zullen ontstaan.
2) RVB Flexwoningen
Door een latere matching van flexwoningen die ingekocht zijn door het RVB komen bijbehorende ontvangsten later binnen dan geraamd. De ontvangstenraming voor 2024 is daarom verlaagd. Deze ontvangsten worden in 2025 toegevoegd aan de begroting.
3) Herijking regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen
De ontvangsten geraamd uit de regeling Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoning worden in het juiste ritme gezet.
4) Plafondbijstelling Zuiderhage
Dit betreffen de hogere verwachte ontvangsten door het grootschalige woningbouwtraject Zuiderhage in Lelystad.
5) Afrekening RVB
De ontvangsten omvatten de definitieve afrekening van 2024 van de bevoorschotting aan het RVB uit de begroting van het Ministerie van BZK. In 2024 werden de ontvangsten en uitgaven van het RVB nog op de begroting van BZK verantwoord.
6) Bijdrage apparaatskosten RVB
Dit betreft ontvangsten voor het RVB als bijdrage voor de apparaatskosten voor de afdeling verhuur, nodig voor het op peil brengen van de capaciteit voor de uitvoering van de wettelijke taken van het RVB.
7) Extrapolatie
Bij Miljoenennota 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2030 zijn via de extrapolatie toegevoegd.
3 Beleidsartikelen
3.1 Artikel 1. Woningmarkt
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 7.951.614 | 0 | 7.951.614 | 357.663 | 8.309.277 | 271.997 | – 881.937 | – 641.174 | – 682.488 | 7.193.408 |
Uitgaven | 7.234.191 | 0 | 7.234.191 | – 487.899 | 6.746.292 | 252.298 | – 287.356 | – 721.174 | – 747.488 | 7.724.208 | |
1.1 | Woningmarkt | 6.473.306 | 30.000 | 6.503.306 | – 283.499 | 6.219.807 | 345.544 | – 588.149 | – 606.111 | – 718.340 | 7.087.624 |
Subsidies (regelingen) | 60.261 | 30.000 | 90.261 | 31.161 | 121.422 | 739 | 2.426 | 2.315 | 2.183 | 6.228 | |
Betaalbare Koopwoningen Starters | 0 | 30.000 | 30.000 | 0 | 30.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bevordering eigen woningbezit | 5.600 | 0 | 5.600 | 0 | 5.600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ouderenhuisvesting | 9.489 | 0 | 9.489 | 6.768 | 16.257 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Stimuleringsmiddelen wooncoöperaties | 38.780 | 0 | 38.780 | 23.924 | 62.704 | 376 | 353 | 232 | 115 | 0 | |
Woningmarkt | 5.028 | 0 | 5.028 | 69 | 5.097 | 70 | 181 | 191 | 176 | 4.336 | |
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid | 1.364 | 0 | 1.364 | 400 | 1.764 | 293 | 1.892 | 1.892 | 1.892 | 1.892 | |
Opdrachten | 4.897 | 0 | 4.897 | 1.335 | 6.232 | 2.703 | 5.245 | 5.245 | 6.690 | 9.280 | |
Woningmarkt | 3.838 | 0 | 3.838 | 1.335 | 5.173 | 2.703 | 4.703 | 4.703 | 6.148 | 8.738 | |
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid | 1.059 | 0 | 1.059 | 0 | 1.059 | 0 | 542 | 542 | 542 | 542 | |
Inkomensoverdrachten | 6.134.045 | 0 | 6.134.045 | – 290.707 | 5.843.338 | 213.467 | – 751.000 | – 767.400 | – 747.100 | 6.945.300 | |
Huurtoeslag | 6.134.045 | 0 | 6.134.045 | – 290.707 | 5.843.338 | 213.467 | – 751.000 | – 767.400 | – 747.100 | 6.945.300 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 3.612 | 0 | 3.612 | 0 | 3.612 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.582 | |
Woningmarkt | 3.612 | 0 | 3.612 | 0 | 3.612 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.582 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 247.864 | 0 | 247.864 | – 31.750 | 216.114 | 116.978 | 144.804 | 144.344 | 10.416 | 99.620 | |
Caribisch Nederland | 10.900 | 0 | 10.900 | 7.200 | 18.100 | 1.000 | 1.000 | 0 | 0 | 14.200 | |
Grote gezinnen | 4.000 | 0 | 4.000 | – 2.000 | 2.000 | – 2.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opvang Evacuees | 1.500 | 0 | 1.500 | 0 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.500 | |
Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur | 133.179 | 0 | 133.179 | – 36.950 | 96.229 | 0 | 460 | 1.000 | 416 | 73.920 | |
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid | 98.285 | 0 | 98.285 | 0 | 98.285 | 117.978 | 143.344 | 143.344 | 10.000 | 10.000 | |
Bijdrage aan agentschappen | 21.168 | 0 | 21.168 | 6.462 | 27.630 | 11.657 | 10.376 | 9.385 | 9.471 | 22.461 | |
Dienst van de Huurcommissie | 17.958 | 0 | 17.958 | 8.269 | 26.227 | 12.016 | 10.376 | 9.858 | 9.858 | 22.461 | |
RVO (Uitvoeringskosten BEW) | 3.210 | 0 | 3.210 | – 1.807 | 1.403 | – 359 | 0 | – 473 | – 387 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 1.459 | 0 | 1.459 | 0 | 1.459 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.153 | |
Financiën (IXB) | 349 | 0 | 349 | 0 | 349 | 0 | 0 | 0 | 0 | 53 | |
Infrastructuur en Waterstaat (XII) | 1.110 | 0 | 1.110 | 0 | 1.110 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.100 | |
1.2 | Woningbouw | 760.885 | – 30.000 | 730.885 | – 204.400 | 526.485 | – 93.246 | 300.793 | – 115.063 | – 29.148 | 636.584 |
Subsidies (regelingen) | 25.045 | 0 | 25.045 | 984 | 26.029 | 249 | 6 | 1.683 | – 3.297 | 1.703 | |
Woningbouw | 45 | 0 | 45 | 984 | 1.029 | 249 | 6 | 1.683 | 1.703 | 1.703 | |
Opschalen Woningbouw | 25.000 | 0 | 25.000 | 0 | 25.000 | 0 | 0 | 0 | – 5.000 | 0 | |
Garanties | 153.000 | – 150.000 | 3.000 | 0 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Doorbouwgarantie | 153.000 | – 150.000 | 3.000 | 0 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 15.714 | 0 | 15.714 | – 5.958 | 9.756 | – 17.699 | – 18.707 | – 20.501 | – 13.351 | 2.535 | |
Grootschalige woningbouwgebieden | 318 | 0 | 318 | 4.000 | 4.318 | 2.625 | 2.625 | 3.250 | 3.250 | 500 | |
Tijdelijke uitvoeringsorganisatie | 0 | 0 | 0 | 72 | 72 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Volkshuisvestingsfonds | 59 | 0 | 59 | 711 | 770 | 86 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Woningbouw | 3.537 | 0 | 3.537 | 942 | 4.479 | 1.890 | 2.218 | 3.599 | 5.649 | 2.035 | |
Woningbouwimpuls | 0 | 0 | 0 | 117 | 117 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitvoering Woningbouw | 11.800 | 0 | 11.800 | – 11.800 | 0 | – 22.300 | – 23.550 | – 27.350 | – 22.250 | 0 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 320 | 320 | 320 | 320 | 320 | 320 | 320 | |
CBS | 0 | 0 | 0 | 320 | 320 | 320 | 320 | 320 | 320 | 320 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 534.565 | 120.000 | 654.565 | – 220.916 | 433.649 | – 82.799 | 309.581 | – 113.000 | – 20.000 | 617.700 | |
Grootschalige woningbouwgebieden | 274.838 | 0 | 274.838 | – 180.000 | 94.838 | – 131.750 | 184.750 | – 188.000 | – 100.000 | 0 | |
Kwetsbare groepen | 0 | 30.000 | 30.000 | 0 | 30.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Studentenwoningenstartbouwimpuls | 0 | 30.000 | 30.000 | 0 | 30.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versnelling huisvesting | 90.882 | 0 | 90.882 | – 40.916 | 49.966 | – 11.049 | 54.831 | 0 | 0 | 0 | |
Vestigingsklimaat | 68.750 | 0 | 68.750 | 0 | 68.750 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Volkshuisvestingsfonds | 45 | 0 | 45 | 0 | 45 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Woningbouwimpuls | 100.050 | 60.000 | 160.050 | 0 | 160.050 | – 5.000 | – 5.000 | – 5.000 | 0 | 0 | |
Realisatiestimulans | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | – 25.000 | – 25.000 | – 20.000 | – 20.000 | 617.700 | |
Grondfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 90.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 32.561 | 0 | 32.561 | 21.170 | 53.731 | 6.683 | 9.593 | 16.435 | 7.180 | 14.326 | |
Grootschalige Rijksprojecten | 17.871 | 0 | 17.871 | – 4.155 | 13.716 | 2.599 | 3.752 | 9.960 | 2.155 | 12.629 | |
RVB | 9.600 | 0 | 9.600 | 29.800 | 39.400 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RVO | 5.090 | 0 | 5.090 | – 4.475 | 615 | 4.084 | 5.841 | 6.475 | 5.025 | 1.697 | |
Ontvangsten | 372.000 | 0 | 372.000 | 91.158 | 463.158 | 30.794 | 41.218 | 54.163 | 53.301 | 415.817 |
Geschatte budgetflexibiliteit
juridisch verplicht | 92% |
bestuurlijk gebonden | 5% |
beleidsmatig gereserveerd | 3% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 92% juridisch verplicht.
1.1 Woningmarkt
Subsidies (regelingen)
Ouderenhuisvesting
Deze middelen worden opnieuw toegevoegd aan deze regeling. De verplichtingen zijn al in eerdere jaren aangegaan, maar de subsidieaanvragers hebben nog geen omgevingsvergunning overlegd en kunnen pas uitbetaald worden bij overleg van deze vergunning. Hiervoor wordt opnieuw € 6,8 mln. beschikbaar gesteld.
Stimuleringsmiddelen wooncoöperaties
Er is een opgave van 290.000 woningen voor ouderen, waarvan 80.000 geclusterde woningen en 40.000 zorggeschikte woningen tot en met 2030. Dit is een grote opgave waar bewonersinitiatieven en sociale ondernemers ook een bijdrage aan leveren. Door samenvoeging van twee regelingen in een woonfonds proberen we het makkelijker te maken voor deze groepen om de financiering rond te krijgen. Hiervoor is in 2025 € 25,0 mln. beschikbaar.
Het restant betreft een kasschuif voor een subsidie aan Cooplink voor een periode van 5 jaar. Uit 2025 wordt € 1,1 mln. naar de jaren 2026–2029 geschoven.
Opdrachten
Woningmarkt
Dit betreft een saldo van diverse mutaties.
Om een Huurregister in te voeren wordt in 2025 een business case opgesteld. Vanaf 2026 zijn extra middelen beschikbaar om de ontwikkelfase van het huurregister te kunnen starten en het huurregister te implementeren en te onderhouden. De extra middelen bedragen € 2,0 mln. in 2026 en € 4,0 mln. in de jaren 2027 tot en met 2030.
Om (de bouw van) private huurwoningen te stimuleren, wordt per 1 januari 2026 een nieuw tarief in de overdrachtsbelasting van 8% geïntroduceerd voor woningen die de koper niet als hoofdverblijf zal gaan gebruiken. Voor de verlaging van het tarief moet het aangiftesysteem van de Belastingdienst worden aangepast. Dit leidt tot incidentele kosten van circa € 0,5 mln. Daarnaast verwacht de Belastingdienst dat de aanpassing zal zorgen voor meer vooroverleggen en bezwaar- en beroepsprocedures. Daarom zal voor handhaving een extra beroep gedaan worden op controle- en heffingscapaciteit. Dit leidt voor VRO tot uitgaven van € 1,5 mln. in de jaren 2026 tot en met 2029.
Het restant van het saldo wordt veroorzaakt door diverse kleine mutaties.
Inkomensoverdrachten
Huurtoeslag
Dit betreft een saldo van diverse mutaties.
De huurtoeslagraming is structureel naar beneden bijgesteld, mede op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2025 van het CPB. Oorzaken van de bijstelling zijn onder andere gestegen lonen, een lagere werkloosheid en minder hard gestegen huurprijzen dan verwacht. Voor 2025 is deze bijstelling € 236,7 mln., voor 2026 € 318,7 mln., voor 2027 € 255,5 mln., voor 2028 € 271,9 mln., voor 2029 € 251,6 mln. en voor 2030 € 287,2 mln.
De huren voor sociale huurwoningen worden in 2025 en 2026 bevroren. Dit betekent dat er geen huurverhogingen mogen worden doorgevoerd per 1 juli 2025 tot 1 juli 2027. Deze huurbevriezing werkt door in lagere uitgaven voor de huurtoeslag. Het gaat om € 135,0 mln. in 2025, € 381,0 mln. in 2026 en € 492,0 mln. in de jaren daarna. Aanvullend hierop geldt dat het kabinet:
– Minder huurwoningen onder Wet betaalbare huur wil laten vallen: door een lager puntenaantal te hanteren, wordt de groep woningen die onder de regulering valt kleiner, maar blijven we wel de onderkant van de huurmarkt voor lage en lage middeninkomens reguleren;
– De WOZ-waarde meer gewicht in de huurprijs wil geven: dit zorgt ervoor dat voor woningen in grotere steden (Amsterdam en Utrecht) een hogere en meer marktconforme huurprijs gevraagd kan worden. Dit is eerlijk omdat op deze woningen ook minder rendement behaald lijkt te worden.
– Verkent of het mogelijk is dat regulering niet van toepassing kan zijn op kleine verhuurders: bijvoorbeeld voor eigenaren die hun tweede woning verhuren.
In het kader van de zogeheten «boodschappenbonus» wordt de huurtoeslag in 2026 incidenteel met € 1,0 mld. verhoogd. Hiervan wordt € 83,3 mln. in 2025 betaald, omdat de huurtoeslag voor januari 2026 in december 2025 wordt uitgekeerd. In 2026 wordt een bedrag van € 916,7 mln. betaald.
Het restant (€ 2,3 mln.) wordt verklaard door overboekingen naar het Ministerie van Financiën voor uitvoeringskosten bij de Dienst Toeslagen.
Bijdragen medeoverheden
Caribisch Nederland
In de Letter of Intent Social Housing is afgesproken dat er 50 sociale huurwoningen gebouwd zullen worden op Sint Eustatius. Om te komen tot de bouw van deze sociale huurwoningen dient gekeken te worden naar een andere manier van financiering, namelijk een renteloze lening (€ 6,5 mln.) aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius.
Het restant (€ 0,7 mln.) wordt verklaard door de nieuwe huurtoeslagraming voor 2026 voor Caribisch Nederland, in de vorm van een bijdrage aan verhuurders.
Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur
De Wet Regie is in het eerste kwartaal van 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer. De ingang zal daardoor vertragen. Hierdoor worden de uitvoeringskosten voor 2025 (€ 37,0 mln.) naar beneden bijgesteld.
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
Er worden middelen (€ 113,7 mln. in 2026, € 133,3 mln. in 2027 en 2028) toegevoegd aan de begroting vanwege de verlenging van de specifieke uitkering (SPUK) Kansrijke Wijk. Deze had in eerste instantie een looptijd tot en met 31 december 2025, maar wordt verlengd tot en met 2028. De bijdragen van de ministeries van OCW en SZW aan deze SPUK zijn toegevoegd aan de begroting van VRO.
Daarnaast wordt er vanuit de realisatiestimulans € 10 mln. per jaar toegevoegd aan de SPUK Kansrijke Wijk ten behoeve van de programmabureaus van de focusgebieden.
Bijdrage aan agentschappen
Dienst van de Huurcommissie
De Huurcommissie heeft te maken met een hogere zaaklast en een hoger aantal zaken die inhoudelijk moeten worden afgedaan dan voorheen. Om te kunnen voldoen aan deze toenemende zaaklast wordt de bijdrage aan de Huurcommissie verhoogd met structueel € 10,0 mln. Hiermee wordt de organisatie van de Huurcommissie toekomstbestendig gemaakt.
1.2 Woningbouw
Opdrachten
Grootschalige woningbouwgebieden
Binnen de Hoofdlijnenakkoord (HLA)-middelen voor woningbouw is een deel gereserveerd voor uitvoeringskosten, waaronder voor opdrachten in het grootschalige woningbouwdomein. Met deze mutatie worden de middelen gerealloceerd, zodat deze op het juiste instrument verantwoord kunnen worden. Dit betreft € 5,0 mln. in 2025, € 3,1 mln. in 2026 en 2027 en € 3,8 mln. in 2028 en 2029.
Om langjarig te voorzien in kerntaken die de realisatie van de woningbouwopgave ondersteunen worden incidenteel woningbouwmiddelen ingezet, namelijk € 1,0 mln. in 2025.
Uitvoering Woningbouw
Dit betreft een saldo van diverse mutaties, die alle betrekking hebben op uitvoeringskosten binnen de HLA-middelen voor woningbouw. Met deze mutaties worden de middelen gerealloceerd, zodat deze op het juiste instrument verantwoord kunnen worden.
In 2025 is van deze reallocaties € 5 mln. voor opdrachten grootschalige woningbouwgebieden, € 3 mln. voor opdrachten woningbouw, € 2 mln. voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en € 1,8 mln. voor taken in het domein van de ruimtelijke ordening. Deze doelen verklaren ook de gehele bijstelling voor 2026 en 2027 en het grootste deel van de bijstelling voor 2028 en 2029.
Daarnaast zijn in de jaren 2028 tot en met 2032 middelen beschikbaar gesteld voor personele capaciteit om de woningbouwdoelstellingen uit het HLA te realiseren. In totaal wordt hiervoor € 40 mln. overgeboekt naar het Ministerie van BZK, waar het apparaatsdeel van VRO op verantwoord wordt.
Bijdrage aan medeoverheden
Grootschalige woningbouwgebieden
Dit betreft een saldo van de mutaties voor het gebiedsbudget en de grondfaciliteit.
Voor het gebiedsbudget vindt er een kas- en verplichtingenschuif plaats. Tijdens de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving (BOL) over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van eind 2025 worden naar verwachting afspraken gemaakt met de grootschalige woningbouwgebieden over de concrete inzet van de middelen. De gerelateerde kasuitgaven worden in 2026 en 2027 geraamd. De afspraken dragen bij aan de financiële haalbaarheid van de gebiedsontwikkeling in de grootschalige woningbouwgebieden. Concreet wordt er in totaal € 303,5 mln. naar 2027 geschoven, afkomstig uit 2025 (€ 180,0 mln.), 2026 (€ 35,5 mln.) en 2028 (€ 88,0 mln.).
Voor de grondfaciliteit vindt hier een reallocatie plaats van € 390,0 mln. (2026: € 90,0 mln., 2027 tot en met 2029: € 100,0 mln.), zodat deze op het eigen instrument verantwoord kan worden.
Om langjarig te voorzien in kerntaken die de realisatie van de woningbouwopgave ondersteunen worden incidenteel woningbouwmiddelen ingezet, opgeteld € 25,0 mln. in 2026 en 2027.
Versnelling huisvesting
Voor de Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen (SFT) wordt uit de jaren 2025 en 2026 in totaal € 54,8 mln. naar 2027 geschoven. Reden is dat na het openstellen van de derde tranche het zwaartepunt van de uitbetaling in 2026 en met name 2027 komt te liggen vanwege het verlengen van de termijn voor startbouw naar 18 maanden.
Daarnaast wordt in 2025 nog een deel van het budget besteed aan uitbetalingen van de eerste en tweede tranche, overlopend uit 2024. Hiervoor wordt € 2,9 mln. weer toegevoegd aan het budget van 2025.
Realisatiestimulans
Zoals eerder toegelicht worden binnen de realisatiestimulans in de jaren 2026 tot en met 2030 (€ 10 mln. per jaar) middelen ingezet voor (lokale) uitvoeringskosten voor de aanpak van de leefomgeving. Elk van de 20 focusgebieden binnen het kader van het NPLV ontvangt € 0,5 mln. per jaar.
Om langjarig te voorzien in kerntaken die de realisatie van de woningbouwopgave ondersteunen worden incidenteel woningbouwmiddelen ingezet, opgeteld € 75,0 mln. in de jaren 2026–2030.
Grondfaciliteit
Zoals eerder toegelicht vindt hier een reallocatie plaats van € 390,0 mln. (2026: € 90,0 mln., 2027 tot en met 2029: € 100,0 mln.), zodat uitgaven in het kader van de grondfaciliteit op het eigen instrument verantwoord kunnen worden.
Bijdrage aan agentschappen
Grootschalige Rijksprojecten
Het RVB is gestart met de eerste fase van de ontwikkeling van de grootschalige woningbouwlocatie Zuiderhage in Lelystad. De uitgaven- en ontvangstenritmes voor de begrotingsfaciliteit worden herijkt naar aanleiding van de vernieuwde businesscase. Voor 2025 gaat het om minder uitgaven van € 4,2 mln.
RVB
De plaatsing van door het RVB ingekochte flexwoningen duurt langer dan verwacht. Hierdoor volgt een deel van de uitgaven en de ontvangsten in 2025. Middels deze mutatie worden de bedragen die in 2024 zijn afgeboekt weer opgeboekt op de VRO-begroting.
Ontvangsten
Dit betreft een saldo van diverse mutaties.
De ontvangsten RVB zijn naar boven bijgesteld, omdat de plaatsing van door het RVB ingekochte flexwoningen langer duurt dan verwacht. Met deze mutaties worden de bedragen die in 2024 zijn afgeboekt weer opgeboekt op de begroting. Voor 2025 gaat het om € 60,3 mln.
De ontvangsten huurtoeslag zijn naar boven bijgesteld, gebaseerd op realisatiecijfers over afgelopen jaar en de verwachting dat meer terugvorderingen (en dus ook ontvangsten) zullen ontstaan. Voor 2025 gaat het om € 31,2 mln.
Het RVB is gestart met de eerste fase van de ontwikkeling van de grootschalige woningbouwlocatie Zuiderhage in Lelystad. De uitgaven- en ontvangstenritmes voor de begrotingsfaciliteit worden herijkt naar aanleiding van de vernieuwde businesscase. Voor 2025 gaat het om meer ontvangsten van € 3,1 mln.
Tot slot worden de ontvangsten geraamd uit de regeling Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoning in het juiste ritme gezet. Voor 2025 gaat het om minder ontvangsten van € 3,4 mln.
3.2 Artikel 2. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 1.212.738 | 10.000 | 1.222.738 | 488.130 | 1.710.868 | 241.866 | 270.400 | 282.886 | 202.864 | 630.833 |
Uitgaven | 1.487.050 | 10.000 | 1.497.050 | 171.086 | 1.668.136 | 239.631 | 294.562 | 290.646 | 192.887 | 601.333 | |
2.1 | Energietransitie en duurzaamheid | 1.444.687 | 10.000 | 1.454.687 | 166.261 | 1.620.948 | 236.154 | 281.019 | 277.694 | 187.859 | 586.445 |
Subsidies (regelingen) | 722.728 | 10.000 | 732.728 | – 28.203 | 704.525 | 24.446 | 72.438 | 141.432 | 65.043 | 357.818 | |
Energiebesparing Koopsector | 22.100 | 0 | 22.100 | 3.458 | 25.558 | 0 | 0 | 0 | 0 | 40.000 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 21.189 | 10.000 | 31.189 | 1.529 | 32.718 | 1.324 | 183 | 0 | 0 | 8.630 | |
Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof | 3.000 | 0 | 3.000 | 1.407 | 4.407 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Maatschappelijk vastgoed fonds | 49.910 | 0 | 49.910 | 0 | 49.910 | 30.000 | 55.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | |
Nationaal Groeifonds | 26.977 | 0 | 26.977 | 2.388 | 29.365 | – 117 | – 18 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Isolatie Programma | 26.227 | 0 | 26.227 | – 26.227 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 980 | |
Ontzorgen Vereniging van Eigenaren | 6.258 | 0 | 6.258 | 0 | 6.258 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.072 | |
Renovatieversneller | 33.290 | 0 | 33.290 | 4.830 | 38.120 | – 2.538 | – 3.542 | 542 | 5.500 | 0 | |
SAH | 30.000 | 0 | 30.000 | 26.301 | 56.301 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen | 17.203 | 0 | 17.203 | – 3.403 | 13.800 | 0 | 0 | 0 | 5.623 | 2.761 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 374.274 | 0 | 374.274 | – 38.486 | 335.788 | – 4.223 | 20.815 | 2.890 | – 3.080 | 160.075 | |
Warmtefonds | 112.300 | 0 | 112.300 | 0 | 112.300 | 0 | 0 | 108.000 | 27.000 | 112.300 | |
Opdrachten | 4.068 | 0 | 4.068 | 662 | 4.730 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 5.200 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 2.600 | 0 | 2.600 | – 88 | 2.512 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.200 | |
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 1.468 | 0 | 1.468 | 750 | 2.218 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 226 | 0 | 226 | 78 | 304 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 226 | 0 | 226 | 78 | 304 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 623.336 | 0 | 623.336 | 199.849 | 823.185 | 216.657 | 203.463 | 127.104 | 126.280 | 135.595 | |
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 9.000 | 0 | 9.000 | 0 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | |
NIP (Lokale aanpak woningisolatie) | 472.733 | 0 | 472.733 | 3.343 | 476.076 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
NIP (Soortenmanagement) | 9.434 | 0 | 9.434 | 0 | 9.434 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe | 131.154 | 0 | 131.154 | 195.600 | 326.754 | 208.077 | 194.709 | 118.024 | 117.200 | 116.000 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 1.015 | 0 | 1.015 | 906 | 1.921 | – 420 | – 246 | 80 | 80 | 10.595 | |
Bijdrage aan agentschappen | 62.471 | 0 | 62.471 | 10.753 | 73.224 | 8.556 | 5.372 | 3.142 | – 170 | 25.855 | |
Dienst Publiek en Communicatie | 1.803 | 0 | 1.803 | 500 | 2.303 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.760 | |
RVB | 20.850 | 0 | 20.850 | – 6.212 | 14.638 | 5.000 | 5.000 | 3.312 | 0 | 7.500 | |
RVO (Energietransitie en duurzaamheid) | 16.677 | 0 | 16.677 | 23.118 | 39.795 | 4.831 | 512 | – 170 | – 170 | 6.653 | |
RVO (Uitvoering Energieakkoord) | 9.341 | 0 | 9.341 | – 6.653 | 2.688 | – 1.275 | – 140 | 0 | 0 | 9.942 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 13.800 | 0 | 13.800 | 0 | 13.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 31.858 | 0 | 31.858 | – 16.878 | 14.980 | – 15.505 | – 2.254 | 4.016 | – 5.294 | 61.977 | |
EGO (innovatie) | 5.519 | 0 | 5.519 | – 558 | 4.961 | – 2.550 | – 1.875 | – 900 | – 3.110 | 17.309 | |
Handhaving energielabel C | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.600 | |
Uitfaseren van slechte labels | 1.000 | 0 | 1.000 | – 89 | 911 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 25.339 | 0 | 25.339 | – 16.231 | 9.108 | – 12.955 | – 379 | 4.916 | – 2.184 | 43.068 | |
2.2 | Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 42.363 | 0 | 42.363 | 4.825 | 47.188 | 3.477 | 13.543 | 12.952 | 5.028 | 14.888 |
Subsidies (regelingen) | 17.397 | 0 | 17.397 | – 220 | 17.177 | 0 | 6.305 | 5.712 | 0 | 2.280 | |
Biobased bouwen | 13.212 | 0 | 13.212 | – 220 | 12.992 | 0 | 6.305 | 5.712 | 0 | 0 | |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 4.185 | 0 | 4.185 | 0 | 4.185 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.280 | |
Opdrachten | 8.548 | 0 | 8.548 | 6.590 | 15.138 | 3.812 | 7.062 | 6.962 | 4.757 | 9.537 | |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 8.548 | 0 | 8.548 | 6.590 | 15.138 | 3.812 | 7.062 | 6.962 | 4.757 | 9.537 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 16 | 16 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige bijdragen | 0 | 0 | 0 | 16 | 16 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 14.000 | 0 | 14.000 | 0 | 14.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Aanpak funderingsschade | 14.000 | 0 | 14.000 | 0 | 14.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 2.418 | 0 | 2.418 | – 1.561 | 857 | – 335 | 176 | 278 | 271 | 3.071 | |
RVB | 2.418 | 0 | 2.418 | – 1.561 | 857 | – 335 | 176 | 278 | 271 | 3.071 | |
Ontvangsten | 91 | 0 | 91 | 571 | 662 | 0 | 0 | 0 | 0 | 91 |
Geschatte budgetflexibiliteit
juridisch verplicht | 71% |
bestuurlijk gebonden | 26% |
beleidsmatig gereserveerd | 3% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 2 is 71% juridisch verplicht.
2.1 Energietransitie en duurzaamheid
Subsidies (regelingen)
Nationaal Isolatie Programma
De budgetten voor Doe-het-zelvers worden gerealloceerd, zodat deze op de juiste instrumenten verantwoord kunnen worden. € 25,5 mln. wordt als bijdrage aan medeoverheden toegevoegd aan de Lokale aanpak woningisolatie.
Het restant (ca. € 0,7 mln.) betreft diverse kleine reallocaties.
SAH (Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen)
De SAH is in 2025 uitgebreid met bijdragen voor het vastrecht voor het aansluiten van warmtenetten. Hiervoor is € 25 mln. beschikbaar uit de Lokale aanpak woningisolatie. Daarnaast is in 2025 € 1,3 mln. beschikbaar voor subsidieaanvragen die in 2024 niet meer tot betaling zijn gekomen.
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA)
Dit betreft een saldo van diverse mutaties.
De vierde tranche van de subsidieregeling DUMAVA wordt opengesteld. Op basis van de uitvoering en prognose wordt het budget in het juiste ritme gezet. Tevens wordt ook het resterende deel van tranche 2024 afgehandeld. Hierdoor verschuift € 34,3 mln. uit 2025 naar 2027 (€ 25,6 mln.) en 2028 (€ 8,7 mln.).
Voor de jaaropdracht 2025 aan de RVO voor de uitvoering van de regeling DUMAVA en het Programma utiliteitsbouw en monitoringsonderzoeken worden middelen gerealloceerd naar het juiste budget. Het gaat om € 6,0 mln. in 2025, € 1,0 mln. in 2026 en € 0,2 mln. in 2027.
Een deel van de aangegane subsidies in 2024 wordt in 2025 betaald. Hiervoor is € 1,4 mln. beschikbaar.
Het restant betreft kleine herschikkingen.
Bijdrage aan medeoverheden
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Om het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie ook in de komende jaren voort te zetten, ontvangt VRO voor de jaren 2026–2030 in totaal € 15,0 mln. per jaar vanuit de aanvullende post. € 9,0 mln. hiervan is gereserveerd als bijdrage aan medeoverheden, € 2,0 mln. is gereserveerd als opdrachten en € 4,0 mln. is toegevoegd aan de begroting van BZK voor personele uitgaven.
Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe
Dit betreft een saldo van diverse mutaties.
In de kabinetsreactie op Nij Begun zijn maatregelen opgenomen ter compensatie voor de aardbevingsschade in de provincie Groningen en gemeenten in Noord-Drenthe. Onderdeel van het inlossen van de ereschuld is maatregel 29 (M29). Dit betreft een extra verduurzamingsstimulering om woningen te isoleren tot de standaard voor isolatie. In totaal is er € 1,65 mld. beschikbaar. Hiervan is € 1,5 mld. voor isolatiemaatregelen en € 150 mln. voor uitvoeringskosten gereserveerd. Deze mutatie betreft de middelen voor de isolatiemaatregelen (de middelen voor de uitvoeringskosten zijn reeds overgeboekt). Per jaar gaat het om de volgende bedragen: € 179,0 mln. in 2025, € 185,1 mln. in 2026, € 194,7 mln. in 2027, € 118,0 mln. in 2028, € 117,2 mln. in 2029 en € 116,0 mln. in 2030. Het restant van de € 1,5 mld. volgt in de jaren 2031–2035 en blijft gereserveerd op de aanvullende post.
Ook in het kader van M29 wordt isolatiebudget van ISDE (Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing) van het Ministerie van KGG overgeboekt naar VRO. Het gaat om € 16,5 mln. in 2025 en € 23,0 mln. in 2026.
Het restant betreft een kleine herschikking.
Bijdrage aan agentschappen
RVB (Rijksvastgoedbedrijf)
Dit betreft een saldo van twee mutaties.
Rijksdiensten zoals het RVB krijgen budget om structureel uitstootverminderende criteria te stellen bij aanbestedingen, in het kader van stikstofbeleid. Geplande projecten voor 2025 zijn vertraagd en worden in latere jaren uitgevoerd, het kasritme wordt hierop aangepast. Hiervoor schuift € 13,3 mln. uit 2025 naar 2026 (€ 5,0 mln.), 2027 (€ 5,0 mln.) en 2028 (€ 3,3 mln.).
In overleg tussen VRO, het RVB en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zijn de pilotmiddelen Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) omgezet naar algemene programmamiddelen SEB. Hiervoor ontvangt VRO in 2025 € 7,1 mln. van het Ministerie van IenW. Het RVB zet deze middelen in voor de realisatie van de routekaartdoelstellingen binnen het Binnenhofproject (€ 3,9 mln.), gezondheidscentrum 't Harde (€ 0,9 mln.) en voor de standaardisatie van ambitieuze SEB-eisen binnen zijn portfolio (€ 2,3 mln.).
RVO (Energietransitie en duurzaamheid)
Dit betreft een som van diverse reallocaties die plaatsvinden vanuit subsidies op artikel 2 voor de kosten die het RVO maakt voor het uitvoeren van deze subsidieregelingen. In totaal gaat het om € 23,1 mln. De grootste posten zijn die van het Programma energieprestatie gebouwen (€ 6,5 mln.), DUMAVA, het Programma utiliteitsbouw en monitoringsonderzoeken (€ 6,0 mln.) en diverse programma's Woningbouw (€ 6,2 mln.) en Wonen (€ 1,8 mln.).
RVO (Uitvoering Energieakkoord)
Het gros van deze bijstelling (€ 6,5 mln. in 2025) wordt verklaard door een reallocatie naar het juiste instrument voor de uitvoering van het Programma energieprestatie gebouwen.
Het restant (€ 0,2 mln.) betreft diverse kleine reallocaties.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Verduurzaming maatschappelijk vastgoed
Dit betreft een saldo van diverse mutaties.
De middelen voor de verduurzaming van Rijksgebouwen worden in het juiste ritme gezet op basis van de aanbestedingenprognose van de projecten waarvoor het RVB de uitvoering onderhanden heeft. Deze projecten zijn vertraagd en schuiven door naar latere jaren. Uit 2025 en 2026 schuift resp. € 10,9 mln. en € 9,1 mln. weg. Aan 2027 en 2028 wordt resp. € 3,4 mln. en € 4,9 mln. toegevoegd. Tot sluit schuift uit 2029 € 2,2 mln. weg en wordt aan 2030 € 13,8 mln. toegevoegd.
Het restant betreft diverse kleine overboekingen naar andere departementen, waaronder de ministeries OCW, EZ, SZW en VWS in het kader van kennis- en innovatieplatform verduurzaming maatschappelijk vastgoed en aan het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) voor het innovatieprogramma Demonstratie Energie en Klimaatinnovatie (DEI).
2.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Opdrachten
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Dit betreft een saldo van diverse mutaties.
Om de kwaliteit van bouwwerken vast te stellen wordt gebruikgemaakt van bepalingsmethoden van het Nederlands Normalisatie Instituut en de Nationale Milieudatabase. Voor verbetering en financiering van deze methoden zijn in de komende jaren de volgende bedragen beschikbaar: € 2,8 mln. in 2025, € 3,6 mln. in 2026, € 6,8 mln. in 2027, € 6,7 mln. in 2028 en € 4,5 mln. in 2029 en 2030.
Het aanbrengen van gespoten purschuim kent gezondheidsrisico's en vergt regulering, met name bij woningen. Hiervoor worden het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en de Omgevingsregeling (Or) uitgebreid en wordt een informatieplicht ingesteld met toezicht door gemeenten. Gemeenten krijgen daarmee extra taken in het kader van de informatieplicht en toezicht. Hiervoor ontvangen zij € 2,2 mln. in 2025 en vanaf 2026 € 0,3 mln. structureel.
Het restant (€ 1,5 mln.) betreft diverse kleine mutaties.
3.3 Artikel 3. Ruimtelijke ordening en Omgevingswet
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 409.601 | 0 | 409.601 | 18.691 | 428.292 | 24.161 | 37.442 | 41.156 | 32.735 | 152.125 |
Uitgaven | 474.114 | 0 | 474.114 | 18.691 | 492.805 | 24.161 | 37.442 | 41.156 | 32.735 | 152.125 | |
3.1 | Ruimtelijke ordening | 63.287 | 0 | 63.287 | 8.362 | 71.649 | 14.399 | 15.268 | 15.033 | 15.321 | 63.918 |
Subsidies (regelingen) | 2.056 | 0 | 2.056 | – 355 | 1.701 | 305 | 0 | 0 | 0 | 774 | |
Basisregistraties | 581 | 0 | 581 | 0 | 581 | 0 | 0 | 0 | 0 | 474 | |
Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 300 | 0 | 300 | 0 | 300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 300 | |
VNG | 1.175 | 0 | 1.175 | – 355 | 820 | 305 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 13.544 | 0 | 13.544 | 386 | 13.930 | 8.049 | 7.268 | 6.933 | 6.035 | 13.937 | |
Basisregistraties Ondergrond | 1.860 | 0 | 1.860 | – 47 | 1.813 | 298 | 298 | 298 | 0 | 0 | |
Gebiedsontwikkeling | 1.230 | 0 | 1.230 | – 307 | 923 | – 62 | 0 | 0 | 0 | 1.050 | |
Geo-informatie | 0 | 0 | 0 | 73 | 73 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Groeifonds | 501 | 0 | 501 | 45 | 546 | 0 | 0 | 0 | 0 | 194 | |
Programma Ruimtelijk Ontwerp | 4.811 | 0 | 4.811 | 20 | 4.831 | 7.248 | 7.005 | 6.635 | 6.035 | 8.996 | |
Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 5.142 | 0 | 5.142 | 602 | 5.744 | 565 | – 35 | 0 | 0 | 3.697 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 33.763 | 0 | 33.763 | 4.707 | 38.470 | 10.678 | 11.178 | 11.678 | 12.871 | 45.132 | |
Basisregistraties Ondergrond | 0 | 0 | 0 | 1.320 | 1.320 | 1.320 | 1.320 | 1.320 | 0 | 0 | |
Geonovum | 2.393 | 0 | 2.393 | 182 | 2.575 | 182 | 182 | 182 | 0 | 2.493 | |
Kadaster (basisregistraties) | 30.032 | 0 | 30.032 | 3.115 | 33.147 | 9.176 | 9.676 | 10.176 | 12.871 | 42.639 | |
Nationaal Groeifonds | 1.338 | 0 | 1.338 | 90 | 1.428 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 8.594 | 0 | 8.594 | 1.300 | 9.894 | – 4.081 | – 2.581 | – 2.581 | – 2.340 | 234 | |
Diverse projecten ruimtelijke kwaliteit | 6.808 | 0 | 6.808 | – 200 | 6.608 | – 2.581 | – 2.581 | – 2.581 | – 2.340 | 0 | |
Nationaal Groeifonds | 286 | 0 | 286 | 0 | 286 | 0 | 0 | 0 | 0 | 234 | |
Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 1.500 | 0 | 1.500 | 1.500 | 3.000 | – 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 5.330 | 0 | 5.330 | 2.324 | 7.654 | – 552 | – 597 | – 997 | – 1.245 | 3.841 | |
ICTU | 250 | 0 | 250 | 2.330 | 2.580 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RIVM | 126 | 0 | 126 | 0 | 126 | 0 | 0 | 0 | 0 | 126 | |
RVB | 2.407 | 0 | 2.407 | 462 | 2.869 | 50 | 0 | 0 | 0 | 2.413 | |
RWS (leefomgeving) | 2.547 | 0 | 2.547 | – 468 | 2.079 | – 602 | – 597 | – 997 | – 1.245 | 1.302 | |
3.2 | Omgevingswet | 78.256 | 0 | 78.256 | 10.686 | 88.942 | 23.221 | 21.791 | 25.740 | 17.031 | 87.824 |
Subsidies (regelingen) | 1.190 | 0 | 1.190 | 2.391 | 3.581 | 2.000 | 3.000 | 2.500 | 2.000 | 2.000 | |
Eenvoudig Beter | 1.190 | 0 | 1.190 | 2.391 | 3.581 | 2.000 | 3.000 | 2.500 | 2.000 | 2.000 | |
Opdrachten | 469 | 0 | 469 | 2.815 | 3.284 | 5.050 | 3.550 | 3.500 | 2.000 | 2.150 | |
Aan de Slag | 269 | 0 | 269 | 2.800 | 3.069 | 5.000 | 3.500 | 3.500 | 2.000 | 2.000 | |
Serviceteam Rijk | 200 | 0 | 200 | 15 | 215 | 50 | 50 | 0 | 0 | 150 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 67.964 | 0 | 67.964 | – 7.568 | 60.396 | – 1.072 | 1.181 | 9.081 | 8.981 | 72.918 | |
Geonovum | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | – 298 | 0 | 0 | 0 | |
Kadaster | 67.964 | 0 | 67.964 | – 7.568 | 60.396 | – 1.072 | 1.479 | 9.081 | 8.981 | 72.918 | |
Bijdrage aan agentschappen | 8.633 | 0 | 8.633 | 13.048 | 21.681 | 17.243 | 14.060 | 10.659 | 4.050 | 10.756 | |
Aan de Slag | 5.140 | 0 | 5.140 | 12.548 | 17.688 | 15.893 | 13.210 | 10.159 | 4.050 | 7.649 | |
RWS (STR) | 2.206 | 0 | 2.206 | 500 | 2.706 | 1.200 | 700 | 500 | 0 | 1.883 | |
Serviceteam Rijk | 1.287 | 0 | 1.287 | 0 | 1.287 | 150 | 150 | 0 | 0 | 1.224 | |
3.3 | Regio | 332.571 | 0 | 332.571 | – 357 | 332.214 | – 13.459 | 383 | 383 | 383 | 383 |
Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 | |
Regiodeals | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 | |
Opdrachten | 838 | 0 | 838 | – 575 | 263 | 353 | 353 | 353 | 353 | 353 | |
Regiodeals | 838 | 0 | 838 | – 575 | 263 | 353 | 353 | 353 | 353 | 353 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 154 | 0 | 154 | 323 | 477 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Regiodeals | 154 | 0 | 154 | 323 | 477 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 331.579 | 0 | 331.579 | – 105 | 331.474 | – 13.842 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Regiodeals | 331.579 | 0 | 331.579 | – 105 | 331.474 | – 13.842 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 3.824 | 0 | 3.824 | 1.601 | 5.425 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.824 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
juridisch verplicht | 50% |
bestuurlijk gebonden | 48% |
beleidsmatig gereserveerd | 2% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 3 is 50% juridisch verplicht.
3.1 Ruimtelijke ordening
Opdrachten
Programma Ruimtelijk Ontwerp
Om de verschillende programma’s op het gebied van ruimtelijke ordening toekomstbestendig te maken, worden vanaf 2026 aanvullende generale middelen ingezet. Deze middelen zijn bedoeld om de regie op de ruimtelijke ordening te versterken. Via de programma’s worden de middelen onder meer gebruikt voor een rechtvaardige verdeling van de schaarse ruimte en voor het zorgvuldig afwegen en waarderen van uiteenlopende sectorale belangen – zoals die van woningbouw, defensie en energie – binnen de fysieke leefomgeving. Het gaat om circa € 7,2 mln. in 2026, € 7,0 mln. in 2027 en € 6,9 mln. tot en met 2030.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Kadaster (basisregistraties)
Dit saldo bestaat uit meerdere mutaties. Zo worden algemene middelen ingezet om de financiële tekorten binnen de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur (NGII) te dekken (ca. € 5,3 mln. in 2025 en € 6,9 mln. per jaar vanaf 2026). De NGII bestaat uit geobasisregistraties met geografische gegevens over de fysieke leefomgeving. Daarnaast worden extra middelen ingezet om de NGII te verbeteren en door te ontwikkelen (ca. € 2,5 mln. in 2026, € 3,0 mln. in 2027, € 3,5 mln. in 2028 en € 6,2 mln. in zowel 2028 als 2029). Tot slot wordt € 2,1 mln. gerealloceerd om de bijdrage aan ICTU voor de NGII op de juiste regeling te verantwoorden.
3.2 Omgevingswet
Opdrachten
Aan de slag
Dit betreft hoofdzakelijk de overheveling van de loon- en prijsbijstelling voor de Omgevingswet (ca. € 4,1 mln.), die wordt ingezet ter ondersteuning van bevoegd gezagen bij het werken met de Omgevingswet. Daarnaast worden middelen ingezet ter verbetering van de dienstverlening door bevoegd gezagen, complexiteitsreductie van het stelsel en de gebruiksvriendelijkheid van het Omgevingsloket. Dit bedraagt € 1,0 mln. in 2025 en € 2,0 mln. jaarlijks vanaf 2026.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Kadaster
Er vinden meerdere reallocaties plaats om middelen op de juiste instrumenten te verantwoorden. Zo wordt incidenteel circa € 7,1 mln. gerealloceerd van het Kadaster naar de bijdrage aan agentschappen voor de financiering van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO), dat is belegd bij Rijkswaterstaat. Dit bedrag is bestemd voor het beheer, de doorontwikkeling en de invoeringsondersteuning van het Digitaal Stelsel Omgevingswet – Landelijke Voorziening (DSO-LV).
Verder wordt er in 2028 circa € 7,9 mln. en in 2029 en 2030 € 7,8 miljoen ingezet om het DSO-LV uit te bouwen. Het gaat dan o.a. om het ontsluiten van informatiebronnen, het verbeteren van samenwerkingsfunctionaliteiten en het voltooien van het open stelsel voor derden.
Daarnaast vindt een overboeking plaats (ca. € 2,4 mln.) van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Hoofdstuk 22) naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Hoofdstuk 7) op artikel 11 (Centraal Apparaat). Dit is voor de inhuur van capaciteit ter ondersteuning van bevoegd gezagen bij het werken met de Omgevingswet (voorheen invoeringsondersteuning). Dit omvat tevens de financiering van capaciteit voor de Strategisch Beheer Organisatie (SBO).
Bijdrage aan agentschappen
Aan de slag
Dit betreft een saldo van diverse mutaties. De voornamelijkste hiervan (€ 10,7 mln.) is bestemd voor een inhaalslag bij de Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaarstellen (LVBB) vanwege een vertraging in de ontwikkeling. Hierdoor wordt het basisniveau later opgeleverd dan verwacht, waardoor er meer kosten worden gemaakt. Voor dekking van deze incidentele kosten is er ruimte beschikbaar in het budget van Omgevingswet op artikel 3.2 (ca. € 8,8 mln. in 2025, € 3,0 mln. in 2026 en € 5,0 mln. in 2027).
Verder worden er stuctureel middelen (jaarlijks ca. € 2,5 mln.) toegekend voor het beheer van de LVBB. Deze middelen zijn nodig, omdat de belasting van het systeem groter is dan bij aanvang ingeschat. Het gaat dan bijvoorbeeld om grotere en complexere bestanden.
Tot slot wordt een bedrag van circa € 7,1 mln. gerealloceerd van Kadaster naar de bijdrage aan agentschappen voor de financiering van het IPLO, dat is belegd bij Rijkswaterstaat. Dit bedrag is bestemd voor het beheer, de doorontwikkeling en de invoeringsondersteuning van het DSO-LV.
3.3 Regio
Bijdrage aan medeoverheden
Regio Deals
Er is € 244,3 mln. beschikbaar gesteld voor de zesde tranche van de Regiodeals. De budgetten van de Regiodeals zijn de afgelopen jaren geïndexeerd, waardoor een ruimte van € 13,8 mln. is ontstaan op het instrument bijdrage medeoverheden van de Regiodeals in 2026. Deze middelen worden omgebogen ten behoeve van intensiveringen binnen VRO.
3.4 Artikel 4. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 182.033 | 0 | 182.033 | 27.066 | 209.099 | 12.926 | 12.856 | 15.836 | 43.556 | 297.736 |
Uitgaven | 182.033 | 0 | 182.033 | 27.066 | 209.099 | 12.926 | 12.856 | 15.836 | 43.556 | 297.736 | |
4.1 | Doelmatige Rijkshuisvesting | 101.254 | 0 | 101.254 | 14.066 | 115.320 | 5.625 | 5.555 | 8.535 | 44.055 | 218.504 |
Bijdrage aan agentschappen | 101.254 | 0 | 101.254 | 14.066 | 115.320 | 5.625 | 5.555 | 8.535 | 44.055 | 218.504 | |
RVB (Bijdrage voor huisvesting HCvS) | 63.547 | 0 | 63.547 | 11.735 | 75.282 | 2.625 | 2.555 | 5.535 | 41.055 | 179.696 | |
RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis) | 18.524 | 0 | 18.524 | 0 | 18.524 | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.441 | |
RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ) | 7.674 | 0 | 7.674 | 0 | 7.674 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 9.983 | |
RVB (Bijdrage voor monumenten) | 4.371 | 0 | 4.371 | 1.682 | 6.053 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.298 | |
RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting) | 7.138 | 0 | 7.138 | 649 | 7.787 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.086 | |
4.2 | Beheer materiële activa | 80.779 | 0 | 80.779 | 13.000 | 93.779 | 7.301 | 7.301 | 7.301 | – 499 | 79.232 |
Bijdrage aan agentschappen | 80.779 | 0 | 80.779 | 13.000 | 93.779 | 7.301 | 7.301 | 7.301 | – 499 | 79.232 | |
RVB | 16.016 | 0 | 16.016 | 3.000 | 19.016 | 7.800 | 7.800 | 7.800 | 0 | 15.878 | |
RVB (Bijdrage voor compensatiegronden en erfpachtrecht) | 5.000 | 0 | 5.000 | 10.000 | 15.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5.000 | |
RVB (Onderhoud en beheerkosten) | 5.314 | 0 | 5.314 | 0 | 5.314 | – 499 | – 499 | – 499 | – 499 | 4.129 | |
RVB (Zakelijke lasten) | 54.449 | 0 | 54.449 | 0 | 54.449 | 0 | 0 | 0 | 0 | 54.225 | |
Ontvangsten | 107.984 | 0 | 107.984 | 45.961 | 153.945 | 7.800 | 7.800 | 7.800 | 0 | 96.022 |
Geschatte budgetflexibiliteit
juridisch verplicht | 96% |
bestuurlijk gebonden | 0% |
beleidsmatig gereserveerd | 4% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 96% juridisch verplicht.
4.1 Doelmatige Rijkshuisvesting
Bijdrage aan agentschappen
RVB (bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)
Net als in 2024 worden ook in 2025 kosten gemaakt voor de inzet van het programmabureau en het omgevingsmanagement (ca. € 3,5 mln.), evenals voor beveiligings- en leegstandskosten van het Binnenhofcomplex (ca. € 4,5 mln.). Deze laatste kosten hebben betrekking op de periode tussen het vertrek van de gebruikers – waaronder de latere uithuizing van het Ministerie van Algemene Zaken – en het moment waarop de aannemers voor de uitvoeringswerkzaamheden worden gecontracteerd. De aard en omvang van de werkzaamheden van het programmateam vallen buiten het reguliere projectmanagement van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en maken geen deel uit van de gebruikelijke opslag voor projectuitvoering.
Oorspronkelijk was in 2024 een bedrag van € 6,9 mln. geraamd voor de kosten van de overbruggingshuisvesting van AZ, ondergebracht op artikel 9 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Hoofdstuk VII). Niet alle werkzaamheden konden in dat jaar worden gefactureerd, waardoor er nog een bedrag van circa € 1,9 mln. openstaat dat in 2025 moet worden afgerekend. Dit betreft deels specifieke werkzaamheden voor AZ, en deels werkzaamheden die pas in 2025 kunnen plaatsvinden, zoals het opnieuw uithuizen van AZ. De kosten van deze tijdelijke huisvesting hangen samen met de renovatie van het Binnenhof en worden daarom verantwoord op het budget voor de Hoge Colleges van Staat.
De meerkosten voor de tijdelijke huisvesting van AZ aan Bezuidenhoutseweg 73 betreffen de kosten voor het realiseren van een datacenter.
Verder is er cumulatief van 2025 tot en met 2028 een bedrag van € 1,3 mln. gereserveerd voor de inrichting van een representatieve ontvangstruimte in het tijdelijke onderkomen van de Tweede Kamer aan de Bezuidenhoutseweg 67.
Er worden middelen (cumulatief € 3,4 mln.) toegevoegd voor het informatie centrum en het tijdelijk uitzichtpunt van het Binnenhof. Daarnaast wordt cumulatief € 3,0 mln. voor de opslag van kunst uit de stijlkamers toegevoegd. Er is gebleken dat de fundering van de Grafelijke Zalen versterkt moet worden. Hiervoor wordt vanaf 2029 structureel € 125.000 toegevoegd aan de begroting.
Ter dekking van verwachte uitgaven voor de renovatie van het Binnenhof, waarvoor de verplichtingen pas na 2025 worden aangegaan, is bij de Voorjaarsnota 2024 circa € 3 mln. in 2028 en € 36,7 mln. structureel vanaf 2029 op de Aanvullende Post gereserveerd. Dit bedrag, dat onderdeel uitmaakt van de € 2,0 mld. die is geraamd voor de renovatie, wordt nu overgeboekt naar de VRO-begroting.
RVB (bijdrage voor huisvesting Ministerie van Algemene Zaken)
Een commissie bij AZ krijgt nieuwe huisvesting. Er is wettelijk vastgelegd dat dit organisatieonderdeel meegroeit met de instanties waar het toezicht ophoudt.
4.2 Beheer materiële activa
Bijdrage aan agentschappen
RVB
Dit betreft apparaatskosten voor de afdeling verhuur, nodig voor het op peil brengen van de capaciteit voor de uitvoering van de wettelijke taken van het RVB. De uitgaven hiervoor bedragen € 3,0 mln. in 2025 en € 7,8 mln. van 2026 tot en met 2028.
RVB (Bijdrage voor compensatiegronden en erfpachtrecht)
Sinds 2023 kunnen de agrarische compensatiegronden van het Rijk niet alleen worden ingezet voor Rijksinfrastructuur en andere taken van rijkspartijen, maar ook voor beleidsdoelen die door medeoverheden worden gerealiseerd. Hierdoor is de vraag naar compensatiegronden toegenomen en neemt de beschikbare voorraad af. Daarom is het gewenst om naast het terugkopen van aangeboden erfpachtrechten ook nieuwe aankopen te doen. In 2025 wordt € 10,0 mln. extra ingezet voor de aankoop van compensatiegronden.
Ontvangsten
De ontvangsten omvatten de definitieve afrekening van 2024 van de bevoorschotting aan het RVB uit de begroting van BZK (Hoofdstuk VII, wat met de komst van het ministerie VRO nu Hoofdstuk XXII is). Deze middelen worden grotendeels ingezet voor diverse tegenvallers binnen dit artikel. Dit bedrag omvat ook de ontvangsten die worden ingezet voor de hierboven toegelichte aankoop van compensatiegronden (€ 10,0 mln.) en te verwachten opbrengsten uit de bijdrage aan de apparaatskosten voor de afdeling verhuur.
4 Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 11. Centraal apparaat
De apparaatsuitgaven van het kerndepartement van VRO worden verantwoord op artikel 11 van de begroting van BZK.
Art. | Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.2 Artikel 12. Algemeen
Art. | Verplichtingen | 9.728 | 0 | 9.728 | 24.441 | 34.169 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9.728 |
Uitgaven | 9.728 | 0 | 9.728 | 24.441 | 34.169 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9.728 | |
12.1 | Algemeen | 9.728 | 0 | 9.728 | 24.441 | 34.169 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9.728 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 9.728 | 0 | 9.728 | 24.441 | 34.169 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9.728 | |
Financiën (IXB) | 9.728 | 0 | 9.728 | 24.441 | 34.169 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9.728 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Financiën (IXB)
Over de opbrengsten van de benzineveilingen en bodemwinning moet het RVB jaarlijks Vennootschapsbelasting afdragen. Dit betreft een generaal dossier (€ 24,4 mln.)
Ontvangsten
Er heeft geen mutatie plaatsgevonden.
4.3 Artikel 13. Nog onverdeeld
Art. | Verplichtingen | 0 | – 1.384 | – 1.384 | 32.003 | 30.619 | 304.495 | 435.499 | 429.052 | 23.982 | 23.997 |
Uitgaven | 0 | – 1.384 | – 1.384 | 32.003 | 30.619 | 304.495 | 435.499 | 429.052 | 23.982 | 23.997 | |
13.0 | Nog onverdeeld | 0 | – 1.384 | – 1.384 | 32.003 | 30.619 | 304.495 | 435.499 | 429.052 | 23.982 | 23.997 |
Nog te verdelen | 0 | – 1.384 | – 1.384 | 32.003 | 30.619 | 304.495 | 435.499 | 429.052 | 23.982 | 23.997 | |
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 10.683 | 10.683 | 8.057 | 7.660 | 7.668 | 7.598 | 7.613 | |
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 19.936 | 19.936 | 25.054 | 21.455 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | |
Onvoorzien | 0 | – 1.384 | – 1.384 | 1.384 | 0 | 271.384 | 406.384 | 406.384 | 1.384 | 1.384 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Toelichting
Nog te verdelen
Loonbijstelling
Dit betreft de loonbijstelling tranche 2025 voor VRO.
Prijsbijstelling
Uit de prijsbijstelling is het amendement van het lid Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 121) gedekt voor 2025 (€ 1,4 mln.) en daarnaast is € 2,4 mln. overgeboekt naar H7 BZK voor incidentele dekking van de taakstelling. Daarnaast wordt tot en met 2030 € 15 mln. per jaar beschikbaar gesteld om de (wettelijke) indexering mogelijk te maken.
Onvoorzien
Het amendement van het lid Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 121) wordt gedekt uit budgetten voor diverse uitvoeringsorganisaties (€ 1,2 mln. vanaf 2026) en voor 2025 uit prijsbijstelling (€ 1,4 mln.).
Ter compensatie van de terugvallende huurinkomsten door de huurbevriezing wordt er € 270,0 mln. in 2026 en € 405,0 mln. in 2027 en 2028 gereserveerd voor investeringen in de sociale huur.
Ontvangsten
Er heeft geen mutatie plaatsgevonden.
5 Agentschappen
5.1 Rijksvastgoedbedrijf (RVB)
Exploitatieoverzicht
Baten | |||
– Omzet | 1.594.711 | 57.171 | 1.651.882 |
waarvan omzet moederdepartement | 197.303 | 3.160 | 200.463 |
waarvan omzet overige departementen | 1.295.800 | 17.555 | 1.313.355 |
waarvan omzet derden | 101.608 | 36.457 | 138.065 |
Rentebaten | 9.000 | 0 | 9.000 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 98.372 | – 26.095 | 72.277 |
Totaal baten | 1.702.084 | 31.075 | 1.733.159 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 493.243 | 11.801 | 505.044 |
– Personele kosten | 398.389 | 10.328 | 408.717 |
waarvan eigen personeel | 331.432 | 6.932 | 338.364 |
waarvan inhuur externen | 66.957 | 3.396 | 70.353 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 |
– Materiële kosten | 94.854 | 1.474 | 96.328 |
waarvan apparaat ICT | 20.588 | – 1.599 | 18.989 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 48.594 | 1.600 | 50.194 |
waarvan overige materiële kosten | 25.673 | 1.473 | 27.146 |
Rentelasten | 109.773 | 2.829 | 112.602 |
Afschrijvingskosten | 503.715 | – 23.089 | 480.626 |
– Materieel | 503.715 | – 23.089 | 480.626 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 503.715 | – 23.089 | 480.626 |
– Immaterieel | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 595.353 | 39.534 | 634.887 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 595.353 | 39.534 | 634.887 |
Totaal lasten | 1.702.084 | 31.075 | 1.733.159 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet
Dit komt voornamelijk door hogere omzet op Instandhouding Rijk Specialties en hogere omzet voor de verkoop van Eigendom en Kader Overname Rijksvastgoed (KORV)-objecten.
Bijzondere baten
Dit komt voornamelijk door mutaties bij de TOP25 projecten (25 grootste financiële projecten binnen het jaar) en mutatie onderhanden projecten (OHP) als gevolg van projecten die later opgeleverd worden dan gepland.
Lasten
Apparaatskosten
De hogere lasten komen vrijwel volledig voor rekening van de toegenomen apparaatslasten als gevolg van de toegenomen bezetting.
Afschrijvingskosten
De lagere afschrijvingslasten worden voornamelijk veroorzaakt doordat projecten later worden opgeleverd dan gepland. Dit zorgt voor lagere afschrijvingen en doorbelastingen.
Overige lasten
De hogere overige lasten worden voornamelijk veroorzaakt door stijgende onderhoudskosten Rijk vanwege een toename van het aantal storingen, hogere lasten voor dienstverleningsovereenkomsten en hogere Design, Build, Finance, Maintain & Operate (DBFMO)-lasten vanwege hogere facturatie.
Kasstroomoverzicht
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 360.343 | 3.295 | 363.638 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 2.821.045 | 67.046 | 2.888.091 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | – 2.332.571 | – 52.414 | – 2.384.985 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 488.474 | 14.632 | 503.106 |
Totaal investeringen (-/-) | – 1.037.000 | – 161.200 | – 1.198.200 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 1.239 | 1.239 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 1.037.000 | – 159.961 | – 1.196.961 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | – 468.585 | 93.553 | – 375.032 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 1.037.000 | 161.200 | 1.198.200 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 568.415 | 254.753 | 823.168 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 380.231 | 112.719 | 492.950 |
Toelichting
De stand van de rekening courant RHB 1 januari 2025 is gebaseerd op het Jaarverslag 2024. Zowel de ontvangsten als de uitgaven bij de operationele kasstroom worden in gelijke mate beïnvloed door de geprognosticeerde omzet op benzineveilingen, doorbelasting programmagelden VRO en programmagelden Defensie.
Operationele kasstroom
De mutatie «totaal operationele kasstroom» wordt voornamelijk verklaard door hogere apparaatslasten vanwege de toegenomen bezetting en stijgende lasten voor onderhoud Rijk, DBFMO en dienstverleningsovereenkomsten.
Investeringskasstroom
Jaarlijks wordt een aanvullend bedrag opgenomen voor het voorwaardelijk deel bij het beroep op leenfaciliteit tijdens de eerste suppletoire begroting. Het beroep is dit jaar voornamelijk verhoogd vanwege de mutaties in het voorwaardelijke deel voor de aankopen.