Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. de Geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken van 7 en 8 mei 2025 (Kamerstuk 21501-02-3132)
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D19071, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-04-24 16:25, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: S.L. Dekker, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z08124:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-04-24 14:00: Informele Raad Buitenlandse Zaken, (Gymnich) van 7-8 mei (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-04-24 14:29: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-15 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld, .. xxxx 2025
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Buitenlandse Zaken over de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken van 7 en 8 mei 2025 (Kamerstuk 21501-02, nr. 3132) en het Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april 2025 (Kamerstuk 21501-02, nr. 3131).
De op 24 april 2025 aan de minister toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de minister bij brief van … toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Klaver
De adjunct-griffier van de commissie,
Dekker
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van het lid van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
II Antwoord / Reactie van de minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie stellen de minister van Buitenlandse Zaken graag enkele vragen over zijn inbreng bij de informele Raad Buitenlandse Zaken van 7 en 8 mei.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie volgen nauwgezet de ontwikkelingen rondom het munitieplan van Hoge Vertegenwoordiger (HV) Kaja Kallas. Kan de minister een update geven van de stand van zaken en de mogelijkheden om zo snel mogelijk om een Hongaars veto heen te werken?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vernomen dat enkele Europese Unie (EU)-lidstaten overwegen om sancties tegen Rusland in nationale wet- en regelgeving vast te leggen, om te voorkomen dat Hongarije de verlenging van de Europese sancties instrumentaliseert of zelfs blokkeert. Behoort Nederland ook tot deze lidstaten? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april dat HV Kallas pleit voor versterking en uitbreiding van het mandaat van de Militaire Bijstandsmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van Oekraïne (EUMAM Oekraïne) . Kan de minister verder toelichten wat versterking en uitbreiding inhoudt en of het kabinet het pleidooi van HV Kallas steunt?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april dat Nederland de Israëlische blokkade van humanitaire hulp en elektriciteit heeft veroordeeld. Heeft de minister de blokkade veroordeeld als schending van het humanitair oorlogsrecht? Zo nee, waarom niet? Deze leden lezen tevens dat Nederland pleitte voor een gecoördineerde inspanning van EU-lidstaten om Israël de blokkade te laten opheffen. Welke gecoördineerde inspanning verlangt de minister precies en welke instrumenten zouden EU-lidstaten moeten inzetten om de druk op Israël op te voeren?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen tevens dat de minister de noodzaak van onafhankelijk onderzoek naar de aanval op de 15 hulpverleners in Gaza heeft onderstreept. Israël heeft het onderzoek inmiddels afgerond. Is de minister tevreden met de uitkomst of pleit hij voor verder onderzoek? Acht hij strafrechtelijk onderzoek noodzakelijk, aangezien het volgens de minister zelf leek op schendingen van het humanitair oorlogsrecht?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vernemen ook dat de minister zijn Israëlische collega heeft aangesproken over de casus over de Tent of Nations. Kan de minister ook toelichten wat de reactie van zijn collega daarop was?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de minister voornemens is om deel te nemen aan de internationale conferentie voor de tweestatenoplossing in juni in New York, georganiseerd door Frankrijk en Saoedi-Arabië.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen ten slotte in het verslag van de laatste Raad Buitenlandse Zaken dat Luxemburg namens Nederland voor Europese sancties tegen Milorad Dodik heeft gepleit. Kan de minister ook aangeven of hij opvolging heeft gegeven aan de motie Piri c.s. (Kamerstuk 21501-02, nr. 3117) door met het ministerie van Justitie en Veiligheid en met de Benelux-partners in gesprek te gaan over een nationaal inreisverbod? Zo ja, wat is de voortgang?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie stellen dat Oekraïne onverminderd gesteund moet worden tegen de Russische agressie, het is dan ook goed dat Nederland met 300.000 stuks munitie wil bijdragen aan het munitieplan. Deze leden vragen het kabinet hoe zij erop inzet dat andere landen ook meer bijdragen aan het Europese munitieplan. De voornoemde leden willen de uitgangspositie van Oekraïne versterken. Welke stappen kan het kabinet in EU-verband en met andere partners hiervoor zetten? De kans dat Rusland bezwijkt onder interne druk is klein, daarom is het belangrijk dat de externe druk op Rusland verder wordt opgevoerd. Deze leden vragen het kabinet wat de huidige stappen zijn om de schaduwvloot verder tegen te gaan, sancties te versterken en sanctie-omzeiling tegen te gaan.
De leden van de VVD-fractie stellen dat een afschrikwekkende Europese defensie het belangrijkst is om de Russische dreiging op het Europese continent tegen te gaan. Daarom vragen deze leden het kabinet hoe zij zich inzet om deze boodschap in Europa te verkopen. Om een afschrikwekkende defensie te hebben, zijn voldoende financiële middelen voor defensie van belang, hoe zet het kabinet zich in om de defensie-uitgaven van landen te laten stijgen? In aanloop naar de NAVO-top is de verwachting dat er een hogere NAVO-norm komt. De voornoemde leden vragen het kabinet wat hierover de huidige discussie en stand van zaken is bij Europese collega’s.
De leden van de VVD-fractie willen strategische partnerschappen met landen buiten de EU uitbreiden, om sterker te staan binnen de veranderende geopolitieke realiteit. Deze leden vragen het kabinet hoe zij het sluiten van strategische partnerschappen gaat aankaarten binnen de Informele Raad. Worden er de komende tijd nieuwe samenwerkingsinitiatieven of partnerschappen verwacht? De voornoemde leden vragen het kabinet specifiek hoe zij de autonomie op kritieke grondstoffen verder versterkt. Wat is de inzet hierop binnen de Informele Raad? Ook zijn zij benieuwd wat de inzet van het kabinet gaat zijn om vanuit de EU nieuwe initiatieven te starten op het gebied van militaire samenwerking.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Rusland/Oekraïne:
De leden van de NSC-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken bijgaand dit schriftelijk overleg, maar hebben nog enkele vragen.
De leden van de NSC-fractie verwelkomen het munitieplan van HV Kallas en het feit dat Nederland met extra militaire steun door het leveren van 300.000 stuks munitie hieraan zal bijdragen. Deze leden vragen of er inmiddels meer duidelijkheid is over de opties voor een toekomstige vredesmissie in Oekraïne.
De leden van de NSC-fractie zouden graag willen weten hoe een eventuele uitbreiding van de EUMAM Oekraïne trainingsmissie eruit zou kunnen zien. Deze leden vragen of de minister kan aangeven welke mogelijkheden in deze samenhang bediscussieerd worden.
De leden van de NSC-fractie vragen hoe kansrijk de minister het idee van 10 EU-landen acht om EU-sancties tegen Rusland om te zetten in nationale wetgeving. Deze leden vragen hoeveel tijd voor een dergelijke procedure uitgetrokken zou moeten worden.
De leden van de NSC-fractie zijn benieuwd naar de uitkomsten van de Lviv-conferentie op 12 maart. Zij vragen of de minister dit verder kan toelichten.
Israël/Gaza:
De leden van de NSC-fractie zijn benieuwd naar de uitkomsten van de eerste politieke dialoog met de Palestijnse Autoriteit (PA). Deze leden vragen of de minister kan aangeven hoe de hervormingsagenda van de PA eruitziet. De EU heeft Israël herhaaldelijk opgeroepen om de humanitaire blokkade van Gaza te beëindigen, tot nu toe zonder succes. De voornoemde leden vragen welke maatregelen op dit moment op EU-niveau bediscussieerd worden, om Israël ertoe te bewegen om deze blokkade op te heffen.
De leden van de NSC-fractie vragen wat de actuele stand is rond de Global Alliance for the Implementation of the Two-State Solution en wat de verwachtingen van de minister zijn ten opzichte van de in juni door Frankrijk en Saudi-Arabië geplande internationale conferentie over de oplossing van de Palestijnse kwestie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie maken zich zorgen om de aanhoudende oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Graag vernemen zij van de minister hoe hij aankijkt tegen de stroef lopend lijkende Amerikaanse onderhandelingen met beide partijen. Dit in het licht van de snelle oplossing die president Trump in het vooruitzicht had gesteld.
De leden van de BBB-fractie zien het bijdragen aan een vredesmissie als een risico, zeker als er ook Nederlandse troepen zouden moeten worden ingezet. Zeker ook als de Amerikanen daarbij geen bijdrage of zekerheden leveren. Hoe kijkt de minister aan tegen de mogelijke inzet van Nederlandse troepen in Oekraïne? Neemt hij daarbij alle risico’s mee, zoals een escalatie naar een nog groter conflict? Wat betekent dat voor de Nederlandse betrokkenheid daarin? Deze leden vragen hoe de artikel 5-procedure van de NAVO werkt als er bijvoorbeeld Nederlandse troepen in Oekraïne gestationeerd zijn die worden aangevallen door Russische troepen. Hoe reflecteert onze minister daarop, vragen voornoemde leden.
De leden van de BBB-fractie zien dat steun aan Oekraïne nodig blijft als er geen staakt-het-vuren of vrede komt in de nabije toekomst. Wat voor scenario’s voorziet de minister als dat het geval mocht blijken te zijn, en wat betekent dat voor de verschillende budgetten die aan deze scenario’s hangen? Zij zullen immers mogelijk in de toekomst op de begroting gaan drukken. Deze leden vragen hoe sterk of zwak de minister de kracht van Rusland op de korte en langere termijn inschat. Dit om te kunnen bepalen wat de beste drukmiddelen kunnen zijn en waar hiermee de zwaartepunten te leggen.
De leden van de BBB-fractie willen van deze mogelijkheid gebruikmaken om nogmaals hun kritische houding te benadrukken over mogelijk toekomstig lidmaatschap van Oekraïne van de EU en/of de NAVO. Oekraïne was voor de oorlog een corrupt land en dat zal tijdens de oorlog niet ineens veranderd zijn. Ook waren er rond die tijd zorgen over criminaliteit, oligarchen en mensenrechten. Oekraïne moet zich aan dezelfde toetredingsvoorwaarden houden, als dit al wenselijk gevonden wordt. Voor deze leden staan alle opties open, ook geen lidmaatschap, als dat om verschillende redenen strategisch wijzer blijkt te zijn. Dat hangt mede ook af van de uitkomst van eventuele onderhandelingen.
De ontwikkelingen in het Midden-Oosten baren de leden van de BBB-fractie grote zorgen, zoals gebleken is uit onze diverse inbrengen in debatten hierover. Voor deze leden is de huidige Syrische regering nog niet betrouwbaar genoeg om alle sancties te verlichten of zelfs op te heffen. Voor humanitaire goederen kan een uitzondering worden gemaakt. De aanval op verschillende minderheden, als de Alawieten en Christenen, vinden zij dusdanig ernstig dat de nieuwe regering daar een sterk optreden, zekerheden en bescherming moet laten zien. Kan de minister aangeven hoe hij dit gaat controleren?
De leden van de BBB-fractie pleiten nogmaals voor berechting van oorlogsmisdadigers die zich tijdens de Syrische burgeroorlog schuldig hebben gemaakt en het opsporen van vermiste (Yezidi) personen. Kan de minister aangeven hoe hij dit wil oppakken met Nederlandse ondersteuning?
Tot slot willen deze leden nogmaals onderstrepen dat Islamitische Staat (IS)-strijders met EU-paspoorten die al dan niet gevangen zitten in Syrië, ook nooit meer terug hoeven te keren naar de EU. Hoe gaat de minister daarvoor zorgen, net als voor hun bewaking en berechting in Syrië?
De leden van de BBB-fractie maken zich zorgen over de humanitaire situatie in Gaza. Israël heeft het recht zich te verdedigen en de gijzelaars moeten vrijkomen. De gewelddadige kolonisten op de Westelijke Jordaanoever brengen echter, samen met de hernieuwde aanvallen op Gaza, Israël zelf ook weinig goeds. Sterker nog, de aanval op de Gazaanse hulpdiensten was een buitengewoon ernstig en betreurenswaardig voorval dat voornoemde leden grote zorgen baart. Dit mag niet meer gebeuren en hierover moet via een onafhankelijke commissie de waarheid boven tafel komen en de eventuele schuldigen moeten worden bestraft. Hoe gaat de minister dit monitoren? De beeldvorming over Israël als enige democratie in het Midden-Oosten komt hierdoor ook verder onder druk te staan, ook in Nederland. Deze leden vinden het zorgwekkend dat het daardoor in de publieke opinie lastiger wordt om Israël te steunen als het aangevallen wordt en zien dat antisemitisme ook mede hierdoor zorgwekkend is gegroeid.
Wat kan de minister doen om de humanitaire situatie in Gaza te helpen verlichten en de gijzelaars vrij te krijgen? Wat kan de minister hiernaast parallel doen om de tweestatenoplossing ondanks alle obstakels alsnog dichterbij te brengen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie onderschrijven de verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk1. Onderschrijft de minister deze verklaring ook en is hij voornemens om zich bij deze ministers aan te sluiten, zo vragen deze leden?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april jl. dat Nederland de noodzaak van een grondig onafhankelijk eigen onderzoek heeft onderstreept en dat als Israël dat nalaat, onafhankelijk internationaal onderzoek nodig is. Deze leden vragen hoe deze inbreng zich verhoudt tot de aangenomen motie-Kahraman/Ceder (Kamerstuk 21501-02, nr. 3107) die ‘verzoekt om in Europees verband en bilateraal bij de Israëlische autoriteiten erop aan te dringen een onafhankelijk internationaal onderzoek naar dit incident te laten plaatsvinden’? Hiermee heeft de minister niet volledig de motie uitgevoerd. Op welke wijze is de minister dat voornemens alsnog te doen?
De leden van de ChristenUnie-fractie hadden verwacht inmiddels kennisgenomen te kunnen hebben van de erkenning van de Armeense genocide door de Nederlandse regering, zoals de motie-Ceder c.s. (Kamerstuk 21501-02, nr. 3122) vraagt. Waarom willigt het Nederlandse kabinet voor de derde maal deze heldere oproep van de Kamer niet in, zo vragen de leden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben de stukken ten behoeve van de informele Raad Buitenlandse Zaken d.d. 7-8 mei gekregen en danken het kabinet voor het toezenden daarvan.
Oekraïne
De leden van de SGP-fractie zijn zeer positief over het leveren van munitie aan Oekraïne en zijn daarom ook voorstander van het initiatief van de HV. De voorgenoemde leden horen dat een groot deel hiervan is veiliggesteld en vragen het kabinet of dit ook voortvarend geleverd wordt.
De leden van de SGP-fractie zijn ook benieuwd naar nadere toelichting van het verslag van de Raad van 14 april op het punt van het EUMAM Oekraïne mandaat en hoe dat besproken is. Kan het kabinet schetsen welke opties voor het EUMAM Oekraïne mandaat genoemd zijn en in welke richting de mogelijke uitbreiding zou gaan, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Deze leden lezen ook in opmerkingen van de HV dat het naast het trainen van Oekraïense militairen zou gaan om het potentieel wijzigen van het mandaat om bij te dragen aan veiligheidsgaranties van de “coalition of the willing” 2 en horen graag van het kabinet uitgebreider over het mandaat van EUMAM Oekraïne als de wijziging daadwerkelijk ter sprake komt. De aan het woord zijnde leden zijn positief over de bijdrage van EUMAM Oekraïne aan het trainen van Oekraïense militairen en kijken constructief naar een bijdrage aan de veiligheidsgaranties voor Oekraïne na een eventueel staakt-het-vuren. Het wijzigen van het EUMAM Oekraïne mandaat daarvoor moet goed overwogen en verduidelijkt worden, derhalve vragen de aan het woord zijnde leden om nadere informatie daarover.
Dialoog met de Palestijnse Autoriteit en Hervormingen
De leden van de SGP-fractie zijn voorts zeer geïnteresseerd in het gesprek met de Palestijnse Autoriteit en vinden het opmerkelijk dat de Europese Commissie daarna 1,6 miljard aan steun heeft toegezegd voor drie jaar. De aan het woord zijnde leden verwachten een koppeling van forse hervormingen, concrete hervormingen en echte conditionaliteit aan de toegezegde steun. Kan het kabinet zich daar duidelijk voor uitspreken en noemen welke hervormingen zij de afgelopen jaren hebben gezien die aanleiding geven om nu in vertrouwen nog extra steun te geven? Deze leden zijn bijzonder bezorgd over trage hervormingen rond onderwijs, het democratische gehalte van de Palestijnse Autoriteit en het bestrijden van terreur.
De leden van de SGP-fractie hechten aan het tegengaan van radicalisering onder de Palestijnse bevolking omdat dit een cruciale stap is voor enige duurzame vrede van onderop. Daarin zijn de schoolboeken en het curriculum cruciaal. Deze leden vragen al langer aandacht voor antisemitisme, aanwakkering van haat en het recht praten van terreur en geweld in Palestijnse en Arabische schoolboeken. De schoolboeken vol met antisemitisme zijn al langer een probleem en obstakel in de lesmethodes van UNRWA en verschillende landen en gebieden. Derhalve vragen deze leden of en hoe dit specifieke onderwerp aan bod is gekomen tijdens de High-Level Dialogue met de PA.
Reeds eerder waren de leden van de SGP-fractie bezorgd en verbaasd toen in september 2024 de EU ook extra steun verleende aan de Palestijnse Autoriteit met een “letter of intent”3 eraan gekoppeld. Is de voortgang van de daarin benoemde hervormingen nog besproken tijdens de High Level Dialogue? Deze leden zijn namelijk benieuwd of het genoemde actieplan over curriculumhervorming is aangenomen en hoe het kabinet dit apprecieert. Gaarne een reflectie.
De leden van de SGP-fractie constateren dat de denktank Impact-SE in maart 2025 met een rapport “Back to school: Gaza’s educational frameworks in the shadow of war”4 kwam over het nieuwe curriculum van de Palestijnse Autoriteit. Het curriculum en onderwijshervorming is een van de belangrijke sectoren voor hervormingen van de Palestijnse autoriteit, en een onderwerp wat steeds conditioneel gekoppeld is aan de financiële steun. Derhalve vragen de leden van de SGP-fractie ook of het kabinet bekend is met dit rapport en de zorgen van deze leden over de onthullingen daarin deelt. Is in de Europese voorbereiding of in het High Level Dialogue over de bevindingen van dit Impact-SE rapport gesproken? Zo niet, wil het kabinet dan van dit rapport kennisnemen en een reactie daarop naar de Kamer sturen, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
De leden van de SGP-fractie vragen voorts waarom het hervormen van de Palestijnse Autoriteit zo langzaam verloopt en weinig conditioneel is, graag een reflectie daarop van het kabinet. Het verbaast de aan het woord zijnde leden dat tussen een afspraak voor hervormingen en financiële steun in de zomer van 2024, en een High Level Dialogue over meer financiële steun en hervormingen in april 2025 alsnog dit curriculum opgestart wordt door het Onderwijsministerie van de Palestijnse Autoriteit. In het rapport van Impact SE blijkt dat 7 oktober verheerlijkt wordt alsmede de Intifada, dat het curriculum nog steeds overduidelijk antisemitisme bevat. Kan het kabinet met het oog daarop toelichten hoeveel controle op de hervormingen er is, en hoeveel conditionaliteit? De aan het woord zijnde leden zien veel toegezegde hervormingen en veel financiële steun, maar ook herhaaldelijk tegenwerking zoals in het nieuwe curriculum.
EU en toetredingen
Voorts vragen de leden van de SGP-fractie naar de lunch met ministers van kandidaat-lidstaten en het niet uitnodigen van Georgië. Kan het kabinet noemen waarom Georgië niet uitgenodigd is? De aan het woord zijnde leden hebben ernstige bezwaren bij een aangenomen wet rond Buitenlandse actoren, de verkiezingen en het optreden tegen demonstraties, en hechten tegelijk aan het in gesprek blijven en ook kunnen aanspreken van de Georgische overheid.
De leden van de SGP-fractie zijn net zoals het kabinet zeer kritisch over verdere uitbreiding van de EU en lezen dat goed terug in de paragrafen over de toetreding van Albanië en de Intergouvernementele Conferentie. Kan het kabinet nader motiveren waarom er wel closing benchmarks maar geen opening benchmarks zijn voor cluster 3? En is dat bij andere clusters wel het geval, zo vragen deze leden. De aan het woord zijnde leden zien een geopolitiek belang in de westelijke Balkan en betrokkenheid van de Unie daar, maar blijven kritisch over toetreding.
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
Met grote verontrusting hebben de leden van de Volt-fractie kennisgenomen van het bericht dat de Verenigde Staten (VS) zich mogelijk als bemiddelaar uit de onderhandelingsgesprekken tussen Rusland en Oekraïne zouden willen terugtrekken, door de mogelijkheid dat deze terugtrekking symbool kan staan voor het terugtrekken van alle steun uit de VS aan Oekraïne. Heeft de minister hier meer concrete informatie over, zeker nu minister Rubio en Oekraïne-gezant Kellogg vandaag (d.d. woensdag 23 april) niet aanwezig zijn bij het topoverleg in Londen over de beëindiging van de oorlog? Waarom is dit overleg opeens afgeschaald? Bereidt de EU zich voor op het scenario dat de VS zich definitief terugtrekken als bemiddelaar en op het overnemen van deze rol? En staat het kabinet pal achter Oekraïne op het punt dat het niet bereid is territoriale soevereiniteit op te geven aan Rusland? Hoe staat het met het plan van EU Hoge Vertegenwoordiger Kallas om 40 miljard euro aan militaire steun voor Oekraïne te mobiliseren? Op welke manier zet Nederland zich nu in om dit plan te laten slagen?
Daarnaast vragen de leden van de Volt-fractie in het licht van het zeer zorgelijke bericht over de bevindingen in het jaarverslag van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) hoe de minister het bericht duidt dat de Russische oorlogsindustrie meer materieel produceert dan het nodig heeft in Oekraïne. Ziet de minister dit als een extra onderbouwing voor de berichten vanuit experts en inlichtingendiensten dat Rusland binnen vijf jaar, of, naar de voorspelling van president Zelensky, namelijk binnen één jaar, een NAVO-land zou kunnen aanvallen? Minister van Defensie Brekelmans sprak eerder over de grijze zone tussen vrede en oorlog waar we als NAVO-landen in leefden. Nu spreekt de directeur van de MIVD echter over een donkergrijze zone. Kan de minister duiding geven aan wat deze donkergrijze zone precies betekent en wat er nu anders of extra gedaan wordt aan onze defensie nu we in deze zone verkeren?
Verder vragen de leden van de Volt-fractie op welke manier de minister zich inzet om 18 miljard euro aan directe investeringen in de Oekraïense defensie-industrie te regelen, zodat de industrie in staat is volledig te draaien. Brengt de minister dit op tijdens zijn overleggen met zijn Europese collega’s? Staan zij hier welwillend tegenover? Wanneer zijn hierin de eerste stappen te verwachten? Volgens een artikel in de Washington Post zijn er meer landen die momenteel het Deense model voor directe investeringen in de Oekraïense defensie-industrie overwegen. Is de minister bereid om met deze landen een coalition of the willing te vormen op dit gebied en zo de Oekraïense defensie-industrie op volledige capaciteit te laten draaien?
De leden van de Volt-fractie herkennen de toenemende kritiek van de Nederlandse bevolking op de Israël-Gaza strategie van dit kabinet en juichen dit dan ook toe. Bijna zes op de tien (57 procent) Nederlanders vinden dat de militaire reactie van Israël op de aanvallen van Hamas buitenproportioneel is. Zal de minister zijn Israël-beleid aanpassen nu 54 procent van de Nederlanders een kritischer beleid van de Nederlandse regering vraagt ten aanzien van Israël en sancties tegen Israël in overweging nemen nu Israël Gaza noodhulp blijft ontzeggen en de Palestijnse bevolking collectief blijft straffen voor de daden van Hamas? Ziet de minister in dat zijn continue oproepen aan de Israëlische regering niet werken?
De leden van de Volt-fractie hebben daarnaast vernomen dat de Franse, Duitse en Britse ministers van Buitenlandse Zaken een verklaring naar buiten hebben gebracht ten aanzien van het ontzien van noodhulp aan Gaza door Israël en de uitspraken van defensieminister Katz. Wat is de reden dat de minister zich niet bij deze verklaring heeft aangesloten? Kan hij zich hier zo snel mogelijk alsnog bij aansluiten?
De leden van de Volt-fractie horen graag van de minister hoe hij de kans van slagen van het voorstel van Qatar en Egypte voor een wapenstilstand tussen Israël en Hamas beoordeelt. Hoe duurzaam denkt de minister dat dit voorstel is? Wat kan de rol van de EU zijn in het bevorderen van dit voorstel?
Vervolgens hebben de leden van de Volt-fractie met afschuw vernomen dat Israël toeristische tours op Syrisch grondgebied organiseert. Dit is in hun ogen de zoveelste aanwijzing dat Israël niet van plan is om de gedemilitariseerde bufferzone op korte termijn te verlaten, iets wat al eerder is versterkt door de uitspraak van defensieminister Katz dat het Israëlische leger daar voor onbepaalde tijd gestationeerd zal blijven. Wat is de reactie van de minister op de organisatie van deze tours? De voornoemde leden verwachten een sterke veroordeling van deze acties. Wat gaat de minister – in nationaal en Europees verband – doen om ervoor te zorgen dat Israël zich zal terugtrekken uit de bezette Syrische gebieden?
De leden van de Volt-fractie hebben ook vernomen dat er geen overeenstemming is bereikt over de verdere versoepeling van sancties tegen Syrië bij de vorige Raad Buitenlandse Zaken. Wat was tijdens deze Raad het standpunt van de minister t.a.v. het opheffen van sancties op Syrië voor belangrijke sectoren, in plaats van het tijdelijk opheffen van deze sancties? Deze leden zijn van mening dat de Syrische economie niet op gang kan komen zonder een permanente opheffing van sancties op cruciale sectoren die de levensomstandigheden van de gemiddelde Syriër verslechteren.
Dan hebben de leden van de Volt-fractie vernomen dat Georgië niet is uitgenodigd voor de lunch met ministers van kandidaat-lidstaten. Begrijpelijk, gezien de afbrokkeling van de rechtsstaat en democratie in het land, vinden deze leden. Wat zijn de stappen die de minister (in EU-verband) zet om de Georgische bevolking en het maatschappelijk middenveld te versterken nu de Georgische overheid haar autoritaire grip versterkt? Hoe gaat de minister er in Europees verband voor zorgen dat het land niet volledig in Russische armen wordt gedreven en dat de hoop onder de EU-gezinde Georgische bevolking behouden wordt?
De leden van de Volt-fractie hebben tot slot verheugd kennisgenomen van het feit dat Nederland één van de koplopers is in het bieden van hulp aan Oekraïne om ervoor te zorgen dat het land goede stappen zet richting het behalen van de Kopenhagen criteria en dus een EU-lidmaatschap. Op welke manier doet het kabinet hetzelfde in de richting van andere kandidaat-lidstaten, zoals Moldavië?
II Antwoord/ Reactie van de minister
III Volledige agenda
Brief regering d.d. 23-04-2025, Geannoteerde agenda voor de
informele Raad Buitenlandse Zaken van 7 en 8 mei 2025 (Kamerstuk
21501-02, nr. 3132)
Brief regering d.d. 23-04-2025, Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april 2025 (Kamerstuk 21501-02, nr. 3131)
Ministère de l'Europe et des Affaires étrangères, 22 april 2025, ‘’On 50 days of the aid block in Gaza - Joint statement on behalf of the Foreign Ministers of France, Germany and the UK’’ (https://www.diplomatie.gouv.fr/en/country-files/israel-palestinian-territories/news/2025/article/on-50-days-of-the-aid-block-in-gaza-joint-statement-on-behalf-of-the-foreign)↩︎
European Union External Action, 14 april 2025, ‘’Foreign Affairs Council: press remarks by High Representative Kaja Kallas after the meeting’’ (https://www.eeas.europa.eu/eeas/foreign-affairs-council-press-remarks-high-representative-kaja-kallas-after-meeting-1_en)↩︎
European Commission, 5 september 2024, ‘’EU proceeds with the disbursement of further emergency financial support to the Palestinian Authority’’ (https://enlargement.ec.europa.eu/news/eu-proceeds-disbursement-further-emergency-financial-support-palestinian-authority-2024-09-05_en)↩︎
Impact-SE (https://www.impact-se.org/reports-2/)↩︎