Reactie op de inbreng van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) t.b.v. het commissiedebat Water van 26 maart 2025
Waterbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D19088, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-04-25 09:47, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -712 Waterbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z08391:
- Indiener: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-05-21 12:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft verzocht om een reactie op de brief van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), die zij aan de commissie stuurde voorafgaande aan het commissiedebat Water van 26 maart 2025. Via deze brief ontvangt u de gevraagde reactie. Inmiddels heb ik in het Bestuurlijk Overleg Water van 10 april ook met de VNG gesproken over de gestelde vragen.
Kaderrichtlijn Water (KRW)
Naar aanleiding van tussenevaluatie van de KRW die in december 2024 naar de Kamer is gestuurd1 stelt de VNG de vraag of het kabinet erkent dat zij vooral aan zet is om het halen van de KRW-doelen te halen en welke veranderingen het kabinet in het stoffenbeleid, gewasbeschermings-middelenbeleid en mestbeleid hiertoe gaat doorvoeren.
Het halen van de KRW-doelen is een verantwoordelijkheid van alle overheden samen, en dus uiteraard ook van het kabinet. Vanuit het KRW-impulsprogramma werkt het ministerie van IenW samen met het ministerie van LVVN en regionale overheden aan aanvullende maatregelen voor stoffen, gewasbeschermings-middelen en nutriënten. Voor stoffen (inclusief gewasbeschermingsmiddelen) is met LVVN en regionale partners een uitvoeringsprogramma opgesteld, met diverse maatregelen voor Rijk en regio. Voor mest bereidt de minister van LVVN nieuwe maatregelen voor vanuit het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn.
Een toekomst voor het landelijk gebied
Ten aanzien van het landelijk gebied vraagt de VNG of de Nota Ruimte inzicht gaat bieden voor welke land- en tuinbouwgebieden impact te verwachten is als gevolg van fysieke veranderingen van het water- en bodemsysteem.
De Nota Ruimte gaat in op de impact voor de land- en tuinbouw in een aantal type gebieden. Het gaat om de veenweidegebieden, de beekdalen, de zones rondom kwetsbare Natura2000-gebieden en de grondwaterbeschermingsgebieden. Deze gebieden staan benoemd in de Kamerbrief van 29 november 2024 over de aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur2. Op dit moment lopen de gesprekken met medeoverheden over de benodigde transities en hoe die zijn te realiseren.
Ook vraagt de VNG of de Nota Ruimte voortbouwt op het voorontwerp Nota Ruimte over de balans natuur-landbouw met gebiedsgericht beleid en met water en bodem als basis.
Het water- en bodemsysteem vormt nog steeds de basis voor de Nota Ruimte. In de aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur worden het gebiedsgerichte beleid en de ruimtelijke keuzes voor landbouw en natuur voorbereid onder verantwoordelijkheid van de minister van LVVN. Hierbij wordt rekening gehouden met het water- en bodemsysteem. De ruimtelijke keuzes uit de aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur landen in de Nota Ruimte. Naast nationale sturing zijn ook gebiedsgerichte keuzes op regionaal niveau nodig.
Tenslotte pleit de VNG in het kader van het landelijk gebied voor de introductie van een nadeelcompensatiefonds om gebieden waar noodgedwongen functiewijziging zal moeten plaatsvinden te ondersteunen en om gemeenten financieel in staat te stellen om meer actief te sturen op grondgebruik.
Regels die leiden tot functiewijziging kunnen leiden tot een recht op nadeelcompensatie. Als die functiewijziging het gevolg is van instructieregels die het rijk heeft gesteld kunnen de daarmee gemoeide kosten worden verhaald bij het Rijk, op basis van de Omgevingswet. Of daar een apart fonds voor nodig is, hangt af van de inhoud van de regels.
Rekening houden met water en bodem bij de woningbouwopgave
Over de woningbouwopgave vraagt de VNG aandacht voor gemeenten die in een lastige financiële positie zouden kunnen komen te zitten wanneer geen rekening wordt gehouden met het water en bodem systeem bij woningbouw of in het geval dat kosten van extra maatregelen om toekomstbestendig te bouwen vooral bij de gemeenten worden gelegd.
Ik herken de zorg dat gemeenten in een lastige positie kunnen komen te zitten als ze geconfronteerd worden met hogere kosten door maatregelen, of als er schade hersteld moet worden wanneer niet toekomstbestendig wordt gebouwd. Daarom blijft het belangrijk om zo vroeg mogelijk rekening te houden met het water- en bodemsysteem en zo toekomstbestendig te investeren. Het gaat hierbij zowel om het maken van een zo goed mogelijke locatiekeuze, als hoe er uiteindelijk gebouwd wordt.
Mijn collega van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en ik ondersteunen gemeenten hierbij met instrumenten zoals het ruimtelijk afwegingskader voor de locatiekeuze van nieuwe ontwikkelingen en de landelijke maatlat klimaatadaptatie, wat definieert hoe klimaatadaptief te ontwikkelen.
Er zijn veel oplossingen mogelijk die bijdragen aan meerdere doelen, denk aan het creëren van extra groen dat fijn is voor de leefomgeving, maar ook waterberging kan zijn bij een heftige regenbui. In het Bestuurlijk Overleg van 10 april, waar ook de minister van VRO aanwezig was, hebben alle partijen uitgesproken samen te blijven optrekken om het belang van het aan de voorkant rekening houden met water en bodem te behartigen. Tevens heb ik in dit overleg aangegeven de gemeenten graag te ondersteunen bij de vraagstukken die in dit licht bij de woningbouwopgave naar voren komen.
Het kabinet werkt voor woningbouw aan nieuwe financiële regelingen, zoals de Realisatiestimulans en de Woningbouwimpuls om woningbouw mogelijk te maken. Daarmee wordt bijgedragen aan publieke tekort van gemeenten. Voor de zomer wordt de Kamer geïnformeerd over de precieze uitwerking van deze regelingen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,
Barry Madlener