Opvolging van de gewijzigde motie van het lid Bamenga c.s. over de ambassadeur eveneens de rechten van kinderen in ontwikkelingssamenwerking en crisis laten representeren (Kamerstuk 36600-XVII-74)
Doen waar Nederland goed in is - Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Brief regering
Nummer: 2025D19139, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-06-03 12:56, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36180-138).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36180 -138 Doen waar Nederland goed in is - Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Onderdeel van zaak 2025Z08406:
- Indiener: R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-05-13 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-22 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-06-05 12:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid
Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2025
Met deze brief geef ik invulling aan de toezegging1 aan het lid Bamenga tijdens het commissiedebat over mijn Beleidsbrief voor Ontwikkelingshulp op 2 april 2025, om de Kamer te informeren over de uitvoering van de aangenomen motie Bamenga c.s. (Kamerstuk 36 600 XVII, nr. 74), die het kabinet verzoekt «in samenspraak met het maatschappelijk middenveld, op kostenneutrale wijze, de ambassadeur en afdeling voor jeugd, onderwijs en werkgelegenheid eveneens de rechten van kinderen in ontwikkelingssamenwerking en crisis te laten representeren door middel van een herprioritering van taken».
Het kabinet steunt de intentie van de motie om de rechten van kinderen wereldwijd te respecteren en hun noden in crisissituaties te verzachten. Het bereiken en beschermen van kwetsbare groepen zoals kinderen vormt een belangrijke pijler van de Nederlandse inzet in humanitaire- en crisissituaties en op het gebied van ontwikkelingshulp.
Zo ondersteunt Nederland verscheidene projecten gericht op onder andere het tegengaan van kindhuwelijken, kinderarbeid, en seksuele uitbuiting. Ook via bijdragen aan bijvoorbeeld UNICEF en War Child wordt bijgedragen aan het bevorderen van kinderrechten wereldwijd. Het mandaat van de Ambassadeur voor Jongeren, Onderwijs en Werk vloeit voort uit de Youth at Heart strategie, waarmee Nederland investeert in toekomstperspectief voor jongeren (15–35 jaar) in hun eigen regio.
Om invulling te geven aan deze motie zal de ambassadeur gedurende zijn mandaat, naast de inzet op jongeren, ook het belang van de rechten van kinderen uitdragen in zijn reguliere contacten en optredens. Uiteraard zal ook ik dit onderwerp, waar relevant en opportuun, onder de aandacht brengen in internationaal overleg.
Tegelijkertijd blijft het kabinet zich via bestaande programma’s en bijdrages, samen met andere partners, inzetten voor kinderrechten in humanitaire- en ontwikkelingshulp.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
R.J. Klever
TZ202504-028↩︎