Beleidsreactie Periodieke Rapportage cultuureducatiebeleid 2013-2022
Nieuwe visie cultuurbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D19145, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-04-25 10:18, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Beslisnota bij Beleidsreactie Periodieke Rapportage cultuureducatiebeleid 2013-2022
- Beknopte samenvatting doelmatigheid en doeltreffendheid tien jaar cultuureducatiebeleid
- Monitor Cultuureducatie Primair Onderwijs 2022-2023
- Cultuureducatie in het mbo: Anders, meer; beter? Monitor en evaluatie pilot MBO Cultuurkaart met budget
- Resultaten van 10 jaar cultuureducatiebeleid. Periodieke Rapportage tien jaar cultuureducatiebeleid 2013-2022
- Monitor Cultuureducatie Voortgezet Onderwijs 2022-2023
Onderdeel van kamerstukdossier 32820 -538 Nieuwe visie cultuurbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z08410:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-05-22 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (š origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
---|
Datum | 24 april 2025 |
---|---|
Betreft | Beleidsreactie Periodieke Rapportage cultuureducatiebeleid 2013-2022 |
Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl |
Onze referentie 52005949 |
Bijlagen |
5 |
Een rijke leeromgeving is het fundament voor kinderen en jongeren om zich verder te kunnen ontwikkelen. Cultuureducatie maakt een belangrijk onderdeel uit van deze rijke leeromgeving en legt de basis voor de culturele en creatieve ontwikkeling. Het leert onder meer kritisch en creatief nadenken, het opent gesprekken die niet vanzelfsprekend zijn en het doet (onvermoede) talenten ontdekken. Naast dat cultuureducatie in de vrije tijd plaatsvindt, is het ook een wettelijk verplicht onderdeel van het curriculum van het funderend onderwijs.
Vaak vindt de eerste kennismaking met cultuureducatie plaats op of
via school. Dit is van grote waarde, omdat niet ieder kind met diens
ouders in een museum komt, naar een toneelvoorstelling gaat of een
muziekinstrument in handen krijgt.
Kunst en cultuur kunnen direct of indirect bijdragen aan de
basisvaardigheden lezen, schrijven en rekenen. Het schrijven van een rap
of lezen van een literaire klassieker verbindt verschillende vakgebieden
en zorgt voor een uitdagend en rijk curriculum voor leerlingen. Scholen
zijn zelf regisseur van de wijze waarop zij uitvoering geven aan
cultuureducatie in de klas. Met culturele partners aan hun zijde, zoals
kunstvakdocenten, geven ze daaraan samen betekenis en invulling.
Daarvoor is een stabiele basis en een goed samenspel tussen cultuur en
onderwijs nodig.
Op 26 maart 2024 ontving uw Kamer van de toenmalige staatssecretaris voor Cultuur en Media de Periodieke rapportage Cultuureducatiebeleid 2013-2022, de Monitor Cultuureducatie primair onderwijs 2022-2023 en de Monitor Cultuureducatie voortgezet onderwijs 2022-2023 (TK 2023-2024, 32820 nr. 519). In bijlagen 1 tot en met 4 van deze brief vindt u een beknopte samenvatting van de Periodieke rapportage, het rapport zelf en de monitors. In bijlage 5 vindt u de eindrapportage van de evaluatie van de pilot MBO Cultuurkaart 2022-2024.1 Op basis van de uitkomsten van deze evaluatie concludeer ik dat de pilotfase voor de MBO Cultuurkaart succesvol is geweest. De evaluatie wijst uit dat de kaart een sterke impuls is voor mbo-studenten om met kunst en cultuur in aanraking te komen, waarbij het onderwijs wordt verrijkt. Op basis hiervan heb ik besloten om de MBO Cultuurkaart met budget ook de komende vier jaar voort te zetten, gezamenlijk met de Cultuurkaart in het voortgezet onderwijs. In de afweging voor het vervolg is meegenomen hoe op een zo efficiƫnt mogelijke manier en met juiste inzet van middelen een zo groot mogelijke doelgroep bereikt kan worden. Hiermee blijft dit kabinet zich ook in 2025-2028 inzetten voor de ondersteuning van cultuureducatie in het po, vo en mbo.
Uit de rapporten en monitors zijn aanbevelingen gekomen die het cultuureducatiebeleid kunnen versterken. Middels deze brief bied ik u mijn beleidsreactie aan waarin ik inga op de uitkomsten en aanbevelingen uit deze rapporten. Ik heb drie hoofdlijnen gedestilleerd waar ik mij de komende periode voor wil gaan inzetten:
Het aansluiten bij ontwikkelingen in het onderwijsveld (onder andere curriculumherziening en focus op de basisvaardigheden).
Het vergroten van de samenhang van de verschillende (stimulerings)programmaās en tegengaan van versnippering.
Het onderzoeken van een structurele aanpak voor Cultuureducatie met Kwaliteit na 2028.
Ik vind het van belang de ontwikkelingen op het gebied van cultuureducatie goed te blijven volgen. Dat geldt voor de uitvoering en organisatie van cultuureducatie op school, maar ook voor de monitoring van de culturele en creatieve ontwikkeling van kinderen en jongeren. Met leidende partijen uit het veld van cultuur en onderwijs wil ik bezien of we dit nog beter in kaart kunnen brengen.
āWat fijn aan de lessen van KIDD is, is de afwisseling tussen bewegen en luisteren. De lessen zijn hartstikke leuk en het bijzondere is dat iedereen meedoet. Zelfs als een kind zich niet direct aansluit bij een les, kijken de kunstenaars hoe het op zijn of haar manier toch kan participeren. Je leert je gĆŖne opzij te zetten en met respect naar elkaar te kijken. Alles wat je wilt doen is goed en is kunst! Je mag vrij bewegen en zijn wie je bent. Dit alles is ontzettend waardevol.ā Leerkracht, groep 1/2 Theatergezelschap BonteHond werkt sinds 2013 aan het verstevigen van cultuureducatie in Almere via het programma āKunst is Dichterbij dan je Denktā (KIDD). Sinds 2021 is Collage, Centrum voor cultuuronderwijs Almere, mede-penvoerder van het programma. KIDD draagt bij aan het ontwikkelen van sleutelvaardigheden als in jezelf geloven, creatief zelfvertrouwen en het reguleren van emoties. Deze effecten werken nog tientallen jaren door in de ontwikkeling van het kind. Het programma bezit ook de bijzondere eigenschap om hetĀ verschil tussen kansrijke en kansarme jeugd te verkleinen.Ā Het duurzame karakter van KIDD heeft een positief effect op zelfcontrole en werkgeheugen. Dit heeft weer positief effect op gezondheid en welzijn en vermindert crimineel gedrag. Jaarlijks worden binnen dit programma ruim 18.620 culturele activiteiten voor leerlingen op en buiten de school in Almere georganiseerd. |
---|
Hoofdlijnen voor de toekomst
1. Het aansluiten bij ontwikkelingen in het onderwijsveld (onder
andere curriculumherziening en de focus op basisvaardigheden)
De uitdagingen in het onderwijsveld zijn groot. Zoals genoemd in de
Kamerbrief van 11 oktober 2024 zet dit kabinet alle zeilen bij om de
dalende prestaties op lezen, schrijven en rekenen te keren (TK
2023-2024, 31289 nr. 593). Dat begint bij de basis: een duidelijk
curriculum met focus op lezen, schrijven en rekenen. De actualisering
van het curriculum is een uitgelezen kans om focus en richting in de
kerndoelen aan te brengen. Dat betekent dat er ook kansen liggen om
leergebieden integraal aan te bieden, want lezen, schrijven en rekenen
krijgen pas echt betekenis in combinatie met bijvoorbeeld geschiedenis,
technologie of cultuur. Daarnaast zijn kunst en cultuur uiteraard op
zichzelf van waarde: het beoefenen van en deelnemen aan cultuur zijn een
verrijking voor ieders leven en belangrijk voor de ontwikkeling van
kinderen en jongeren. Daarom hebben de aangescherpte kerndoelen voor
kunst en cultuur een eigenstandige plek in het landelijk vastgelegde
curriculum.
De aanbevelingen uit de rapporten moeten worden geplaatst binnen de bredere ontwikkelingen in het onderwijsveld: focus op de basis en het tegengaan van overladenheid in het curriculum. Daarom gaan we aan de slag met een integrale visie op onderwijs en cultuur die aansluit bij de prioriteiten van dit kabinet en bij de huidige uitdagingen waar het onderwijsveld voor staat.
De aangescherpte kerndoelen zijn de komende jaren het uitgangspunt voor het cultuureducatiebeleid en de aansluiting op de onderwijspraktijk. We gaan kijken hoe de samenhang tussen het wettelijk curriculum en het beleidsinstrumentarium voor cultuureducatie verder versterkt kan worden.
We volgen de ontwikkelingen in het onderwijsveld, het beproeven van de aangescherpte kerndoelen en de implementatie daarvan op de voet. In de komende periode dragen we er zorg voor dat Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK, zie ook onder 3) goed blijft aansluiten op ontwikkelingen binnen en behoeften van het onderwijsveld. Naast dat scholen en leerkrachten handvatten aangereikt krijgen om te werken met de nieuwe kerndoelen, willen we deze kennis ook overdragen aan het culturele veld, zodat ook zij goed kunnen aansluiten op wat scholen nodig hebben.
āDoor cultuureducatie te integreren in het burgerschapsonderwijs creĆ«ren we een onderwijsomgeving waarin cultuur en samenleving hand in hand gaan, waardoor leerlingen niet alleen leren over de wereld, maar er ook actief onderdeel van uitmaken.ā Abe Simao, onderwijsadviseur De ontwikkeling van Cultuureducatie met Kwaliteit op Bonaire heeft aangetoond dat samenwerking, vastberadenheid en creativiteit essentieel zijn. Het succes van het programma heeft niet alleen de kwaliteit van het cultuuronderwijs verbeterd, maar ook de betrokkenheid van leraren en leerlingen vergroot. Door Cultuureducatie met Kwaliteit verder te integreren binnen het schoolcurriculum kunnen we ervoor zorgen dat kunst en cultuur een structureel onderdeel worden van het onderwijs op Bonaire. āKijk eens wat er staat: terugblik op vier jaar CmKā, LKCA-publicatie (2025) |
---|
2. Versimpeling en het vergroten van samenhang tussen de
(stimulerings)programmaās
Het belangrijkste punt dat naar voren komt uit de periodieke rapportage
is dat er door de jaren heen een ingewikkeld geheel aan
beleidsmaatregelen is ontstaan. Scholen en culturele organisaties hebben
te maken met een veelheid aan stimulerende maatregelen voor
cultuureducatie, die niet altijd logisch op elkaar aansluiten. Er is een
grote behoefte aan eenvoudiger en overzichtelijker beleid, met name aan
een drastische vermindering in het aantal beleidsmaatregelen.
Om het voor de uitvoerders, zijnde scholen en culturele organisaties, makkelijker te maken ga ik het volgende doen:
In 2026 wil ik komen tot een mogelijke aanpak voor de versimpeling van het instrumentarium vanaf 2029. Dat kan vooral door naar de samenhang van alle regelingen te kijken. Ik denk daarbij aan de instrumenten en programmaās als Cultuureducatie met Kwaliteit, de cultuureducatieregelingen bij het Fonds voor Cultuurparticipatie, School & Omgeving, de Cultuurkaart voor het vo en mbo en de brede regeling combinatiefunctionarissen. Ik doe dit in samenspraak met mijn partners in het cultuur- en onderwijsveld.
De samenwerking tussen Rijk, provincies en gemeenten is van groot belang voor een goed werkend ecosysteem voor cultuureducatie. Met landelijk, provinciaal en gemeentelijk beleid ondersteunen we als overheden gezamenlijk een omgeving waarbinnen cultuurmakers, kunstvakdocenten, leerkrachten en schoolleiders elkaar kunnen vinden, ontmoeten en samen kunnen werken aan de culturele en creatieve ontwikkeling van kinderen en jongeren. De ambitie om hier de komende vier jaar aan te blijven werken staat beschreven in de Bestuurlijke Afspraken Cultuurbeoefening 2025-2028 (BAC), die op 10 januari in de Staatscourant zijn gepubliceerd (Stcrt. 2025, 1756). Cultuureducatie wordt daarbij bezien in samenhang met aanverwante themaās, zoals talentontwikkeling en buitenschoolse cultuureducatie. De overheden spreken hierin de ambitie uit om beleid in samenhang te ontwikkelen, met aandacht voor waardevolle verbindingen tussen domeinen, zoals cultuur en onderwijs. Een mooi voorbeeld hiervan is de ambitie om cultuureducatie op gemeentelijk niveau op te nemen in de Lokale Educatieve Agenda (LEA).
3. Het onderzoeken van een structurele aanpak voor Cultuureducatie
met Kwaliteit
In de periodieke rapportage wordt benoemd dat het belangrijk is om
voor meer continuĆÆteit en zekerheid te zorgen in de financiering van
cultuureducatie. Veel stimulerende maatregelen zijn van tijdelijke aard,
wat een structurele aanpak en inbedding van de infrastructuur en
samenwerkingsverbanden die de afgelopen jaren tussen cultuur en
onderwijs zijn opgebouwd, in de weg staat.
Het belangrijkste voorbeeld hiervan is het landelijk subsidieprogramma Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK), dat wordt uitgevoerd door het Fonds voor Cultuurparticipatie in samenwerking met het Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA). Twaalf jaar geleden is Cultuureducatie met Kwaliteit begonnen als een stimuleringsmaatregel om de kwaliteit van cultuureducatie een impuls te geven. Aanvankelijk alleen beschikbaar voor het primair onderwijs, is de regeling inmiddels ook beschikbaar voor het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Als stimuleringsmaatregel speelde Cultuureducatie met Kwaliteit makkelijk in op ontwikkelingen in het onderwijs. In de tussentijd is er een landelijk dekkende ondersteuningsstructuur voor cultuureducatie ontstaan, waarbij gemeenten en provincies de bijdrage van het Rijk aanvullen (zogeheten āmatchingā). Daarbij ondersteunen lokale culturele organisaties het onderwijs bij de invulling en uitvoering van cultuureducatie, vanuit de vraag van de school. In 2022 deed 57% van de scholen in het primair onderwijs mee aan Cultuureducatie met Kwaliteit.De deelname in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs nam in de afgelopen jaren toe, blijkt uit de publicatie āKijk eens wat er staat: terugblik op vier jaar CmKā.2 Uit het onderzoek van het LKCA komt ook naar voren, dat cultuureducatie door Cultuureducatie met Kwaliteit een gezamenlijke verantwoordelijkheid is geworden, niet alleen van de verschillende overheden, maar ook van culturele instellingen en scholen.
Partners uit het cultuur- en onderwijsveld geven aan dat het nodig en wenselijk is om de stap te zetten richting een duurzame borging van de landelijke ondersteuningsstructuur die met Cultuureducatie met Kwaliteit is opgebouwd. Ook mijn bestuurlijke partners bij gemeenten en provincies onderschrijven deze wens. Inmiddels staat het landelijk subsidieprogramma stevig aan de basis van cultuureducatie op scholen. Wat begonnen is als stimuleringsprogramma moet een structurele inbedding krijgen in het landelijk, regionaal en lokaal beleid om scholen en hun culturele partners blijvend te kunnen ondersteunen. Om te onderzoeken hoe dit mogelijk kan worden gemaakt, doe ik het volgende:
Om te bepalen wat er nodig is voor structurele borging van Cultuureducatie met Kwaliteit in het landelijk, regionaal en lokaal beleid start ik in 2025 een denktank met gemeenten, provincies en partners uit het cultuur- en onderwijsveld, die dit vraagstuk gaan uitwerken. Hierbij laat ik mij graag voeden door de behoeften uit het veld. Deze denktank krijgt vorm binnen de ontwikkelagenda van de Bestuurlijke Afspraken Cultuurbeoefening (BAC).
Tot slot
De afgelopen jaren is door partners uit het cultuur- en onderwijsveld een stevige basis voor de versterking van cultuureducatie gelegd. Ook de komende periode zal het kabinet blijven investeren in cultuureducatie, onder andere met programmaās als Cultuureducatie met Kwaliteit en de Cultuurkaart in het vo en mbo. De komende vier jaar zet ik deze aanpak voort en werk ik toe naar een nieuwe, structurele, beleidslijn vanaf 2029 met inbedding van de in de afgelopen jaren opgebouwde infrastructuur en samenwerkingsverbanden. Met de in deze brief benoemde hoofdlijnen heb ik u geĆÆnformeerd over de wijze waarop ik mij ervoor zal inzetten om deze basis de komende jaren verder te verbeteren en te bestendigen.
Mede namens de staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Eppo Bruins