[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Overzicht pakket BP26 voor FBUA

Bijlage

Nummer: 2025D19291, datum: 2025-04-25, bijgewerkt: 2025-04-25 17:02, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025 (2025D19290)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage 1: Voorlopige inhoud pakket en wetsvoorstel Belastingplan 2026 en zelfstandige wetsvoorstellen.

Het kabinet hecht aan het belang van spreiding van fiscale wetgeving. Een ruime, reële voorbereidingstijd voor nieuwe wetgeving en de gelegenheid voor beide Kamers om daar zorgvuldig naar te kijken, komt de kwaliteit ten goede. Kamerleden van beide Kamers en diverse adviesorganen vragen hier ook al geruime tijd terecht aandacht voor. Om aan deze oproep tegemoet te komen, hanteert het kabinet, zoals dit jaar ook zal worden aangegeven in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Belastingplan 2026, de volgende uitgangspunten voor fiscale wetgeving:

  1. De beleidsmatig meest ingrijpende en voorzienbare wetsvoorstellen over de kabinetsperiode worden gespreid en als zelfstandig wetsvoorstel met een eigen regulier wetgevingstraject ingediend.

  2. Minder beleidsmatig en meer technische en kleinere fiscale wijzigingen worden opgenomen in een fiscale verzamelwet, die als zelfstandig wetsvoorstel met een eigen regulier wetgevingstraject in het voorjaar wordt ingediend.

  3. Fiscale wetgeving kan worden opgenomen in een pakket Belastingplan als een van de volgende omstandigheden speelt:

    • Er bestaat een budgettaire samenhang met de begroting van volgend jaar;

    • er bestaat voor de reparatie van jurisprudentie noodzaak voor de inwerkingtreding (rekening houdend met implementatietermijnen of overgangsrecht) voor het eerstvolgende kalenderjaar; of

    • er bestaat politieke noodzaak of toezegging voor inwerkingtreding voor het eerstvolgende kalenderjaar.

Deze uitgangspunten zijn ook bij de planning van de fiscale wetgeving voor komend jaar gehanteerd. Het wetsvoorstel Wet flankerende fiscale maatregelen bij de Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen, het wetsvoorstel richtlijn DAC8, de Fiscale Verzamelwet 2026 en het wetsvoorstel Wet Ambtshalve teruggaaf inkomstenbelasting zijn bewust niet opgenomen in het pakket Belastingplan. Deze wetsvoorstellen zijn of worden dit jaar als zelfstandig wetsvoorstel bij de Tweede Kamer aangeboden.

De spreiding van fiscale wetgeving is daarnaast relevant voor de betrokken uitvoeringsorganisaties. Naast fiscale wetgeving zijn voor uitvoeringsorganisaties wetgeving vanuit andere opdrachtgevende ministeries en generieke wetgeving die voor alle uitvoeringsorganisaties geldt van groot belang. Deze wetgeving vraagt ook uitvoeringscapaciteit. De uitvoeringsconsequenties van dergelijke trajecten worden – in samenhang met de fiscale wetgeving – zo goed mogelijk in kaart gebracht, zodat een inschatting kan worden gemaakt van de uitvoerbaarheid van wetgeving en de eventuele gevolgen daarvan.

  1. Wetsvoorstellen in het pakket Belastingplan 2026

Wetsvoorstel Thema
1 Wetsvoorstel Belastingplan 2026 Diverse thema’s
2 Wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2026 Diverse thema’s
3 Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling bijheffing-informatieaangifte (DAC9) Uitwisseling informatie
4 Differentiatie vliegbelasting (Hoofdlijnenakkoord) Budgettaire bijlage hoofdlijnenakkoord
5 Tweede wet aanpassingen Wet minimumbelasting 2024 Belastingontwijking
6 Wetsvoorstel uitvoering Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) Klimaat
7 Wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht Rechtsbescherming
8 Wet terugdraaien afschaffing verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport Voorjaarsnota
  1. Maatregelen in het wetsvoorstel Belastingplan 2026

Maatregel Omschrijving
1 Reparatie Successiewet 1956 (SW) n.a.v. arrest Hoge Raad (HR) over de breukdelengemeenschap en andere maatregelen omtrent estate planning.

De HR heeft op 16 februari 2024 arrest gewezen in een zaak waarin gehuwden in het zicht van overlijden van een van de echtgenoten de gerechtigdheid tot het

vermogen van de huwelijksgemeenschap wijzigden.1 Naar aanleiding van dit arrest wordt met de maatregel een wijziging van de SW 1956 voorgesteld om constructies in de schenk- en erfbelasting beter aan te kunnen pakken.

2 Aanpassing SW naar aanleiding van een arrest van de HR over biologisch kind.

De HR heeft in zijn arrest van 6 september 2024 geoordeeld dat het verschil in

behandeling voor de schenk- en erfbelasting tussen kinderen die geboren zijn binnen het

huwelijk en buitenhuwelijkse kinderen die niet in familierechtelijke betrekking stonden tot

hun biologische ouder maar wel een zodanig nauwe relatie met hem hadden dat sprake is

van ‘family life’, in strijd is met het discriminatieverbod van artikel 14 EVRM.2 Ter reparatie hiervan wordt deze maatregel voorgesteld.

3 Verlengen aangiftetermijn erfbelasting in de SW en daarmee aanpassing ingangstijdstip belastingrente erfbelasting in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).

Voor de erfbelasting geldt een aangiftetermijn van acht maanden na het overlijden.

Deze termijn is voor de burger vaak te kort om juist en volledig aangifte erfbelasting te

kunnen doen. Als na die acht maanden aangifte erfbelasting wordt gedaan, is

belastingrente verschuldigd, ook als sprake is van verleend uitstel. Dit geeft onbegrip bij burgers en dat leidt tot bezwaren tegen de

belastingrentebeschikking. Om dit op te lossen wordt een aangiftetermijn van twintig maanden en daarmee samenhangend een later ingangstijdstip van belastingrente erfbelasting voorgesteld.

4 Aanpassing fictie in de SW: geen schenking als deze plaatsvindt binnen 180 dagen voor overlijden. Een schenking binnen 180 dagen vóór overlijden van de schenker wordt bij fictie geacht door het overlijden te zijn verkregen en valt onder de erfbelasting. Dit heeft tot gevolg dat zowel aangifteplicht voor de schenkbelasting als aangifteplicht voor de erfbelasting bestaat. De schenkbelasting wordt vervolgens verrekend met de erfbelasting. De voorgestelde maatregel houdt in dat de schenking binnen 180 dagen vóór overlijden niet als schenking wordt aangemerkt, waardoor de verplichting tot het doen van aangifte schenkbelasting vervalt.
5 Verruimen/verduidelijken fietsregeling loonbelasting

Op dit moment geldt er een bijtellingsregeling voor de (elektrische) fiets volgens artikel

13ter van de wet op de loonbelasting 1964. Met deze maatregel wordt een verduidelijking voorgesteld om ervoor te zorgen dat de deel- en hubfietsen die voor zakelijke doeleinden worden gebruikt buiten de bijtelling vallen.

6 Autonome vergroening Belasting voor Personenauto’s en Motorrijtuigen (bpm)

Vanwege het jaarlijks CO2-zuiniger worden van nieuwe conventionele personenauto’s

(autonome vergroening) vindt al jaren jaarlijkse aanscherping van de bpm plaats.

Daarmee wordt beoogd om een te voorziene erosie van de belastinggrondslag door autonome vergroening van conventionele personenauto’s te voorkomen. Met deze maatregel wordt wettelijk geregeld welke autonome vergroening de komende jaren is te voorzien.

7 Emissievrije motorrijtuigen 2026 Om elektrische en benzine personenauto’s gelijker te belasting in de motorrijtuigenbelasting, heeft het kabinet besloten om de tariefkorting te verhogen van 25% naar 30% in de periode 2026 – 2028. In 2029 blijft de tariefkorting 25%.
8 Kwarttarieven motorrijtuigenbelasting (mrb)

De mrb kent met ingang van 1 januari 2026 nog twee kwarttarieven3

voor bijzondere categorieën voertuigen. Voorgesteld wordt om deze kwarttarieven met ingang van 1 januari 2028 te beëindigen.

9 Structureel maken RVU-drempelvrijstelling (Regeling voor Vervroegd Uittreden) Het kabinet, vakbonden en werkgevers hebben in oktober 2024 een onderhandelaarsakkoord bereikt over onder meer een structurele en meer gerichte RVU-drempelvrijstelling voor mensen met zwaar werk. De RVU-drempelvrijstelling moet hiervoor worden aangepast. Het bedrag van de RVU-drempelvrijstelling zal worden verhoogd en deze wordt structureel gemaakt met ijkmomenten. Daarnaast wordt het tarief voor het deel boven de RVU-drempelvrijstelling verhoogd.
10 Onzakelijk handelende gelieerde partijen uitsluiten van toepassing leegwaarderatio Naar aanleiding van twee arresten van de HR uit 2015 en 2016 wordt met deze maatregel voorgesteld om gelieerde partijen die onzakelijk handelen uit te sluiten van de toepassing van de leegwaarderatio.
11 Aanpassing Wet verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken De verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken kent een uitzondering voor de belasting van zuivel- en sojadranken. De huidige vormgeving van deze uitzondering sluit aan bij het melkvetgehalte van dranken. Voorgesteld wordt om de zuiveluitzondering zo aan te passen dat deze alleen komt te gelden voor de meest pure zuivel- en sojadranken, zoals magere-, halfvolle- en volle melk.
12 Box 3 (heffingsvrij vermogen en forfait) Voorgesteld wordt per 2026 in box 3 het forfait voor de categorie overige bezittingen te verhogen naar 7,78%. Daarnaast wordt voorgesteld per 2026 het heffingsvrije vermogen te verlagen naar € 51.396.
13 Beperkt toepassen van de tabelcorrectiefactor (TCF) De TCF is een parameter die volgt uit de inflatiecijfers van het CBS (de berekeningswijze is wettelijk vastgelegd), waarmee onder andere de inkomstenbelasting standaard word aangepast aan de inflatie. De TCF binnen de inkomstenbelasting wordt per 1 januari 2026 beperkt toegepast. Dit betekent dat de belastingschijven en heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting beperkt worden gecompenseerd voor hogere inflatie. Dit is een tweede stap, bovenop de dekking voor het terugdraaien van de verhoging van de btw op cultuur, media en sport (in deze bijlage opgenomen als zelfstandig wetsvoorstel binnen het Pakket Belastingplan 2026 (nr. 6)).
14 Compensatie zorgpremies via tarief eerste en tweede schijf in de inkomstenbelasting In de voorjaarsnota 2025 is ingegaan op zorgpremie-ontwikkelingen door Zvw-uitgaven.4 In dit kader worden de tarieven van eerste en tweede schijf in box 1 van de inkomstenbelasting gewijzigd.
15 Normering leasemarkt Het kabinet versnelt de ingroei van elektrische auto’s door per 2027 de zakelijke leasemarkt te normeren. Het doel is dat alle auto’s die vanaf dat moment door een werkgever ook voor privégebruik ter beschikking worden gesteld aan de werknemer, volledig emissievrij zijn. De normering wordt vormgegeven via een pseudo-eindheffing in de loonbelasting, met een belastingtarief van 52% over de grondslag voor de bijtelling privégebruik van de auto.
16 Verlaging bpm bijzondere personenauto's (alleen vaste voet 667 euro) Emissievrije bijzondere personenauto's betalen per 2026 enkel nog een vaste voet van 667 euro in de bpm. Deze maatregel kent een horizonbepaling die loopt tot 1 januari 2031.
17 Verlaging bpm motorfietsen (alleen vaste voet 200 euro) Emissievrije motorfietsen betalen per 2026 enkel nog een vaste voet van 200 euro in de bpm. Deze maatregel kent een horizonbepaling die loopt tot 1 januari 2031.
18 Stapsgewijs afschaffen heffingsplafond belasting op leidingwater (BoL) Het heffingsplafond in de BoL wordt in twee stappen afgeschaft. Per 2026 gaat het heffingsplafond van 300 m3 water naar 50.000 m3 water. Per 2027 wordt het heffingsplafond helemaal afgeschaft. Per 2027 wordt tevens de belastinggrondslag versmald naar water van drinkwaterkwaliteit in combinatie met afschaffing van de 1.000 klantenregeling (een bestaande vrijstelling).
19 Hervorming afvalstoffenbelasting De afvalstoffenbelasting wordt hervormd. Hierbij wordt onder andere gekeken naar verbreding van de grondslag en verhogen van het tarief voor stort met ontheffing.
20 Generieke tariefsverhoging afvalstoffenbelasting in combinatie met aanscherping CO2-heffing voor afvalverbrandingsinstallaties

Het kabinet gaat na de voorjaarsbesluitvorming via een plastic tafel onder leiding van de Speciaal regeringsvertegenwoordiger circulaire economie (SCRE) in gesprek met stakeholders over hoe de transitie naar een circulaire economie kan worden versneld. Aan deze plastic tafel geeft het kabinet de ruimte om voor de start van de augustusbesluitvorming uitvoerbare en gedragen normerende/beprijzende voorstellen uit te werken. Randvoorwaardelijk hiervoor is dat het CE-pakket leidt tot een budgettaire opbrengst van 547 mln. (strucureel), tot een additionele CO2-reductie van 2 Mton in 2030 en CE-toepassingen stimuleert.

Voor nu stelt het kabinet als technische invulling voor om de CO2-heffing voor afvalverbrandingsinstallaties aan te scherpen (tarief naar 295 euro/ton CO2 in 2030 en vrijgestelde uitstoot naar nul vanaf 2033) en om vanaf 2030 de afvalstoffenbelasting te verhogen. Beide maatregelen zullen worden opgenomen in het pakket Belastingplan 2026, tenzij de plastic tafel tot een uitvoerbaar en gedragen alternatief beprijzend voorstel is gekomen dat past binnen de hiervoor genoemde randvoorwaarden.

21 Aanscherping CO2 heffing Industrie De nationale reductiefactor wordt aangepast, waardoor bedrijven onder de CO2 -heffing niet 2030 maar in 2032 aan het heffingsdoel (N.B. niet het industrie doel), hoeven te voldoen. Bij deze aanpassing van de nationale reductiefactor wordt rekening gehouden met de actualisering van productievolumes volgens het PBL. Dat betekent dat onverhoopte lagere productievolumes leiden tot een matiging van de reductieopgave binnen het instrument. Het tarief voor de CO2-heffing industrie wordt in de periode na 2030 stapsgewijs opgehoogd om te borgen dat, in samenhang met de beschikbare subsidies, de benodigde investeringen plaatsvinden. Het tarief loopt op naar 216 euro per ton niet vrijgestelde emissies in 2035 en de jaren daarna.
22 Verhoging belastingvermindering energiebelasting De energiebelasting kent een belastingvermindering. Dit is een vast bedrag per elektriciteitsaansluiting van een object met een zogenoemde verblijfsfunctie. Het gaat om huishoudens en het overgrote deel van de bedrijven en instellingen. Het bedrag wordt ongeacht de hoeveelheid verbruikte energie in mindering gebracht op de energierekening. Deze belastingvermindering wordt in 2026, 2027 en 2028 voor € 200 miljoen verhoogd. In 2026 wordt de belastingvermindering hierdoor € 529,10.
  1. Maatregelen in het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2026

Maatregel Omschrijving
1 Actualiseren verwijzing naar de Standaard Bedrijfsindeling (SBI)-codes in de vrijstelling energiebelastingregeling voor metallurgische en mineralogische processen De SBI-codes, waarmee het CBS economische activiteiten classificeert, worden ongeveer eens per 15 jaar herzien. In september 2025 worden de huidige SBI 2008-codes vervangen door de SBI 2025-codes. In de energiebelasting vrijstelling voor metallurgische- en mineralogische industrieprocessen zoals opgenomen in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) staat een verwijzing naar de SBI 2008-codes. Deze verwijzing moet daarom worden aangepast in een verwijzing naar de SBI 2025-codes.
2 Uitzondering Belastingdienst Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv) | afd. 2.3 Algemene wet bestuursrecht (Awb)

De voorgestelde maatregel voorziet in een tijdelijke uitzondering voor de

Belastingdienst van de Wmebv. De aanleiding van de maatregel is een wetswijziging in de Awb, waaraan de Belastingdienst op onderdelen nog niet kan voldoen. Met de uitzondering wordt de huidige uitvoeringspraktijk tijdelijk voortgezet.

3 Aanpassing Algemene douanewet (Adw) vanwege de Wmebv

Een aantal van de wijzigingen van de Awb in verband met de wmebv zijn in strijd met dan wel zijn een herhaling van het direct werkende EU-recht of ander internationaal recht.

Met de voorgestelde wijzigingen van de Adw wordt om die reden een aantal artikelen van de Awb niet van toepassing verklaard.

4 Technische fiscale knelpunten Wet toekomst pensioenen

Er zijn technische fiscale knelpunten geconstateerd met betrekking tot tijdelijke

overbruggingspensioenen, prepensioenen en wezenpensioenen als gevolg van de Wet toekomst pensioenen. Aan de Kamer is toegezegd deze knelpunten per 1 januari 2026 met wetgeving te hebben gerepareerd. Deze maatregel regelt dit. Daarnaast wordt een aanpassing in het overgangsrecht met betrekking tot de begrenzing van een ingegaan nabestaandenoverbruggingspensioen meegenomen.

5 Herstel technische omissie aftoppingsgrens lijfrenten Met deze maatregel wordt een nodige technische herstelaanpassing gedaan (het herstellen van een verkeerde verwijzing) aan artikel LVIIIA in het BP 2025.
6 Reparatie verwijzing Wet op belastingen van rechtsverkeer

Met de Fiscale verzamelwet 2025 is per 1 januari van dat jaar in artikel 9 Wet op

belastingen van rechtsverkeer (WBR) een vijfde lid ingevoegd. Daarbij zijn het vijfde tot en met achtste lid vernummerd tot zesde tot en met negende lid. Per abuis is een in artikel

14, derde lid WBR opgenomen verwijzing naar artikel 9, zevende lid WBR daarbij niet

aangepast. Met de voorgenomen maatregel zal dit met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2025 worden aangepast.

7 Herstel verwijzingsomissies Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen Na inwerkingtreding van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen staan in de artikelen 4.6, onderdeel e, van de Wet inkomstenbelasting 2001, artikel 2, twaalfde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, en artikel 2, zevende lid, van de Wet bronbelasting 2021 redactionele omissies die worden hersteld.
8 Herstel verkeerde verwijzing

In artikel 10a, negende lid, Wet LB is een verkeerde verwijzing opgenomen; er wordt verwezen naar artikel 13a, vierde lid, onderdeel a, in plaats van onderdeel b.

Er moet verwezen worden naar het moment van verhandelbaar worden van de aandelen als het heffingsmoment en niet het moment van uitoefening. Met deze maatregel wordt dit hersteld.

9 Wetgeving stroomlijnen o.g.v. inwerkingtreding Wet vrachtwagenheffing in 2026 De Wet Vrachtwagenheffing treedt naar verwachting in 2026 in werking. Zodra de Wet vrachtwagenheffing in werking treedt kan ook een complexe teruggaveregeling voor bedrijfswagenparken worden beëindigd. Deze maatregel regelt dit.
10 Verwijzing naar artikel 9, tweede lid, schrappen In artikel 16b Wet BPM 1992 wordt verwezen naar "tabellen" waar dat "tabel" moet zijn. Dit wordt met deze maatregel hersteld.
11 Box 2: herstel technische omissie De in 2025 inwerking getreden bepaling voor de vereenvoudigde juridische zusterfusie in box 2 bevat per abuis een tweetal redactionele omissies. Met de maatregel wordt dit hersteld.
12 Technische aanpassing minimumkapitaalregel in de vennootschapsbelasting

Met ingang van 1 januari 2024 vallen “renten ter zake van geldleningen die zijn verkregen

van groepslichamen voor zover de belastingplichtige aannemelijk maakt dat deze

geldleningen niet direct verband houden met geldleningen die zijn verkregen van niet-groepslichamen” niet langer onder de minimumkapitaalregel. De uitzondering geldt onbedoeld ook voor geldleningen die direct verband houden met geldleningen die zijn verkregen van natuurlijke personen. Deze maatregel regelt een technische aanpassing. Daarmee komen geldleningen die direct verband houden met geldleningen die zijn verkregen van natuurlijk personen buiten de uitzondering van intern liquiditeitsbeheer te vallen.

13 Verlengen overgangsrecht pensioenopbouw voor 18-20 jarigen Bij het Belastingplan 2024 is een amendement (36418, nr. 108) aangenomen dat overgangsrecht regelt voor 18-20 jarigen die deelnemen aan een pensioenregeling zonder AOW-franchise. Dit overgangsrecht zou vervallen per 1 januari 2026 door middel van een horizonbepaling. Pensioenfonds Kappers (waar het amendement vooral op ziet) heeft aangegeven meer tijd nodig te hebben voor de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel. Deze maatregel regelt een verlenging van het overgangsrecht waarbij het overgangsrecht tevens beperkt zal worden tot op de datum van deze brief bestaande franchiseloze pensioenregelingen.
14 Maatregel bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) & doorschuifregeling (DSR) Betreft een technische aanpassing vanwege een onjuiste inwerkingtredingsdatum en een foutieve verwijzing.
15 Groen beleggen: aanpassen verwijzingen Betreft aanpassingen van verwijzingen naar groen beleggen naar aanleiding van het amendement Van Eijk/Vermeer bij de behandeling van het Belastingplan 2025.
16 Drie wijzigingen van de Invorderingswet 1990 Betreft een technische aanpassing vanwege een drietal foutieve verwijzingen.
17 Herstel omissie excessief lenen Betreft een technische aanpassing vanwege een foutieve verwijzing.


  1. Losse wetsvoorstellen in het pakket Belastingplan 2026

Maatregel Omschrijving
1 Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling bijheffing-informatieaangifte (DAC9)

Dit wetsvoorstel betreft een implementatiewetsvoorstel voor de achtste wijziging van de administratieve bijstandsrichtlijn op het gebied van belastingen (Richtlijn 2011/16/EU –

DAC 9).

2 Differentiatie vliegbelasting (Hoofdlijnenakkoord) De vliegbelasting kent op dit moment een vlak tarief van € 29,40 per vertrekkende passagier. Met dit wetsvoorstel wordt voorgesteld om het tarief van de vliegbelasting per 1 januari 2027 te differentiëren naar gevlogen afstand. Vluchten over langere afstanden worden meer belast, vanwege de hogere totale uitstoot. Dit leidt per 1 januari 2027 tot een structurele extra opbrengst in de vliegbelasting van € 257 miljoen (prijspeil 2025).
3 Tweede wet aanpassingen Wet minimumbelasting 2024 De Wet minimumbelasting (WMB) 2024 strekt tot implementatie van de EU-richtlijn minimumniveau van belastingheffing. Na publicatie van de OESO-modelregels is het Inclusive Framework verschillende administratieve richtsnoeren overeengekomen. Een deel van deze administratieve richtsnoeren is afgelopen jaar met de Wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024 in het pakket Belastingplan 2025 opgenomen in de WMB 2024. In dit separate wetsvoorstel in het pakket Belastingplan 2026 zullen de overige onderdelen uit de administratieve richtsnoeren van december 2023, en de administratieve richtsnoeren van juni 2024 en januari 2025 worden opgenomen in de WMB 2024. Daarnaast zullen er nog enkele technische wijzigingen worden gedaan.
4 Wetsvoorstel uitvoering Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM)

Het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) is een mechanisme voor

koolstofcorrectie aan de Europese buitengrens en geregeld via een Europese Verordening.

De CBAM-Verordening werkt voor een groot deel direct, maar voor enkele onderdelen is

wijziging van de Wet Milieubeheer nodig. Met ingang van 1 oktober 2023 is een

overgangsperiode gestart waarbij het aanleveren van CBAM-rapportage door importeurs van CBAM-goederen is verplicht.

De overgangsperiode loopt tot 1 januari 2026. Vanaf dat moment wordt de CBAM volledig

operationeel. Om de verordening met ingang van 1 januari 2026 volledig te kunnen laten

functioneren zijn nog enkele aanvullende bepalingen in de Nederlandse wetgeving

noodzakelijk. Dit wordt met dit wetsvoorstel geregeld.

5 Wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht

Het amendement van het lid Omtzigt c.s. op het Belastingplan 2024 heeft een recht op

inzage in het eigen fiscaal dossier voor burgers en bedrijven (artikel 66a AWR) geïntroduceerd met een inwerkingtredingsdatum van 31-12-2025. Dit wetsvoorstel wijzigt een regeling die bij amendement van het lid Omtzigt c.s. door de Kamer is aangenomen. Uit de uitvoeringsanalyses van de Belastingdienst en Douane is gebleken dat art. 66a AWR in de huidige vorm en met de huidige inwerkingtredingsdatum niet uitvoerbaar is. Art. 66a AWR dient zodanig te worden aangepast dat er inzage kan worden gegeven in het fiscaal dossier op een manier die (op termijn) uitvoerbaar is.

6 Wet terugdraaien afschaffing verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport

Conform de motie Van Dijk c.s. wordt de verhoging van het btw-tarief op

cultuur, media en sport naar 21% teruggedraaid. Hiermee samenhangend wordt – vergelijkbaar met maatregel nr. 13 binnen wetsvoorstel Belastingplan in deze bijlage – de TCF beperkt toegepast ter dekking van deze maatregel.


  1. Zelfstandige wetsvoorstellen

Wetsvoorstel Beoogde inwerkingtredingsdatum
Gegevensdeling douane met Politie/Kmar 1 juli 2025
Fiscale Verzamelwet 2026 1 januari 2026
DAC8-richtlijn 1 januari 2026
Wet internetonderzoek douane 1 januari 2026
Wet flankerende fiscale maatregelen bij de Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen 1 januari 2026
Wet ambtshalve teruggaaf inkomstenbelasting 1 januari 2026
Grondslag verwerking PNR-gegevens 1 juli 2026
Wet versterking grondslagen vergrijpboeten 1 juli 2026
Wetsvoorstel aandelenopties start-ups en scale-ups 1 januari 2027
Fiscale Verzamelwet 2027 1 januari 2027
Fiscale Verzamelwet BES Eilanden 1 januari 2027
Aanpassing Rijkswet douane i.v.m. automatische informatie-uitwisseling 1 januari 2027
Informatiebeschikking 1 januari 2027
Wet modernisering Wet waardering onroerende zaken 1 januari 2027
Belastingplan 2027 1 januari 2027
Wet implementatie Richtlijn btw in het digitale tijdperk – Enkele btw-registratie Divers; 1 januari 2027, 1 juli 2028 en 1 juli 2029
Fiscale Verzamelwet 2028 1 januari 2028
Hervorming autobelastingen bpm/mrb 1 januari 2028
Modernisering Invorderingswet 1990 1 januari 2028
Wet werkelijk rendement box 3 1 januari 2028
Belastingplan 2028 1 januari 2028
Wet direct aanpassen (gefaseerd vanaf) 1 januari 20285
Wet implementatie Richtlijn btw in het digitale tijdperk – Platformfictie 1 juli 2028
Herziening douane sanctiestelsel 1 januari 2029
Wet implementatie Richtlijn btw in het digitale tijdperk – elektronische facturatie en digitale rapportageverplichtingen 1 juli 2030
Wet waarborgen gegevensverwerking Belastingdienst, Toeslagen en Douane (WGBTD) n.t.b.
  1. Europese trajecten

Onderstaand overzicht betreft de lopende Europese onderhandelingen. De verwachting is dat niet al deze voorstellen omgezet zullen worden in nationale wetgeving. Het is daarbij niet mogelijk om alle onderstaande voorstellen op de beoogde datum van inwerkingtreding ook daadwerkelijk in uitvoering te nemen, zoals ook eerder aan uw Kamer is aangegeven. Bovendien is de uitvoerbaarheid afhankelijk van de definitieve wetgeving en de daaropvolgende uitvoeringstoetsen.

Onderwerp/traject Omschrijving Status traject Beoogde inwerkingtreding6
Debt Equity Bias Reduction Allowance (DEBRA) Richtlijnvoorstel verminderen ongelijke behandeling vreemd en eigen vermogen en beperking renteaftrek Onderhandelingen liggen stil N.t.b.
Aanpak Doorstroomvennoot schappen/Unshell Richtlijnvoorstel tegengaan misbruik doorstroomvennootschappen In onderhandeling N.t.b.
Hoofdhuisbelasting (Head office Taxation) Richtlijnvoorstel hoofdhuisbelasting voor MKB-ondernemingen Onderhandelingen liggen stil 1-jan-26
Energy taxation Directive (ETD) Voorstel voor herziening van de Richtlijn energiebelastingen om deze beter te laten bijdragen aan de aangescherpte EU-klimaatdoelen. In onderhandeling n.t.b.
BEFIT (Business in Europe: Framework for Income Taxation) Richtlijnvoorstel voor een geharmoniseerde grondslag en winstverdeling aangaande vennootschapsbelasting. In onderhandeling 1-jul-28
Verrekenprijzen (Transfer Pricing) Richtlijnvoorstel verrekenprijzen Onderhandelingen liggen stil 1-jan-26
Belasting op financiële transacties (FTT) Richtlijnvoorstel harmonisering belastingen op financiële transacties Onderhandelingen liggen stil n.t.b.
Belastingheffing in de digitale economie Richtlijnvoorstel gemeenschappelijke stelsel digitaledienstenbelasting op inkomsten uit levering van bepaalde digitale diensten Onderhandelingen liggen stil. N.t.b.
Eurovignet Wijzigingsvoorstel Eurovignetrichtlijn Onderhandelingen liggen stil N.t.b.
Distance Sales of Imported Goods (DSIG) and import VAT Dit was onderdeel van het VAT in the Digital Age-pakket (VIDA), maar is afgesplitst omdat er nog geen overeenstemming werd gevonden over de Import One Stop Shop. Het ziet op de btw regels bij afstandsverkopen en import btw. In onderhandeling 1-jul-28 (nieuwste voorstel POL VZS, gelinkt aan Single VAT registration onderdeel van VIDA)
  1. Belastingverdragen

Onderstaand overzicht betreft de bilaterale belastingverdragen die recent zijn ondertekend en waarvoor gestreefd wordt deze in 2025 aan de Tweede Kamer voor te leggen.

Verdrag
1 Belastingverdrag Nederland - Bangladesh
2 Belastingverdrag Nederland - Sint Maarten
3 Belastingverdrag Nederland - België
4 Belastingverdrag Nederland - Duitsland

  1. HR 16 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:239.↩︎

  2. HR 6 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1130.↩︎

  3. Motorrijtuigen die zijn ingericht als werktuig of als werkplaats en motorrijtuigen die worden gehouden door kermis- of circusexploitanten en worden gebruikt voor het vervoer van kermis- of circusbenodigdheden.↩︎

  4. Kamerstukken II 2024/25, 36 725, nr. 1, p. 40.↩︎

  5. Hierbij wordt opgemerkt dat de uiteindelijke inwerkingtredingsdatum mede afhankelijk is van de (ICT-)mogelijkheden in de uitvoering door de Belastingdienst.↩︎

  6. De beoogde inwerkingtredingsdatum is de datum uit het oorspronkelijke door de Europese Commissie voorgestelde richtlijnvoorstel.↩︎