[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Kröger en Gabriëls over het bericht dat er meer 'zombiebranden' zijn door klimaatverandering

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D19377, datum: 2025-04-25, bijgewerkt: 2025-04-25 16:38, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z05934:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt de Kamer, mede namens de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de antwoorden op de vragen van de leden Kröger en Gabriëls over het bericht dat er meer ‘zombiebranden’ zijn door klimaatverandering (kenmerk 2025Z05934).

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

Barry Madlener

2025Z05934

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘Meer 'zombiebranden' door klimaatverandering, maar herstel blijkt beter en uitstoot lager'?1

Antwoord

Ja

Vraag 2

Hoe apprecieert u dit bericht?

Antwoord

Het artikel heeft betrekking op natuurbranden die plaatsvinden in Noord-Amerika, meer specifiek natuurbranden die schijnbaar overwinteren onder de sneeuw en in de lente weer actief worden. Er zijn geen voorbeelden bekend dat zulke natuurbranden zich voordoen in Nederland. Het is verder goed om te zien dat wetenschappers het fenomeen en de werking van natuurbranden beter proberen te begrijpen. Het is ook positief dat het herstel van de natuurgebieden beter was dan eerder gedacht en de uitstoot van koolstof lager is dan eerder ingeschat door de wetenschappers.

Vraag 3

Onderschrijft u, zoals ook aangegeven in de Rijksbrede Risicoanalyse Nationale Veiligheid, dat de kans op natuurbranden in Nederland ‘zeer waarschijnlijk’ is en dat de gevolgen hiervan ‘ernstig’ kunnen zijn?

Antwoord

Natuurbranden zijn van alle tijden, ook in Nederland. Doordat Nederland steeds meer brandgevoelige dagen ziet, heeft het versterken van natuurbrandbeheersing een hoge prioriteit. Onder coördinatie van het ministerie van LVVN wordt er dan ook hard gewerkt aan een integrale aanpak van natuurbrandbeheersing. Het beschermen van mens en natuur tegen natuurbranden staat daarbij centraal.

We blijven stappen zetten om een veilige omgeving te creëren en het bewustzijn van het risico van natuurbranden te vergroten. Zo heeft het kabinet afgelopen jaar €11,5 miljoen geïnvesteerd in de samenwerking tussen provincies, natuurorganisaties en veiligheidsregio’s op het gebied van het voorkomen en beperken van natuurbranden. De komende jaren wordt verder ingezet op het versterken van de weerbaarheid van de samenleving en het risicobewust inrichten van de fysieke leefomgeving2.

Vraag 4

Wat doet u om natuurrampen en andere gevolgen van klimaatverandering in Nederland tegen te gaan? Wat doet u om Nederland te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering?

Antwoord

Voor het tegengaan van de gevolgen van weersextremen komt het kabinet, zoals aangekondigd in het regeerprogramma, in 2026 met een nieuwe Nationale Klimaatadaptatiestrategie.

Voor watergerelateerde vraagstukken en voor de aanpak van hittestress werkt het Rijk aan oplossingen samen met de medeoverheden in het Deltaprogramma. In het deelprogramma Ruimtelijke Adaptatie voeren deelnemende organisaties stresstesten uit, onder andere om na te gaan wat de kwetsbaarheden zijn in de ruimtelijke inrichting voor extreme wateroverlast en droogte. Er wordt stapsgewijs gewerkt naar een balans tussen mogelijkheden om risico’s proberen te voorkomen, risicobewustzijn te vergroten en beter te reageren als het risico zich voordoet.

Vraag 5

Deelt u de mening dat er (zowel in Europees Nederland als in de rest van het in Koninkrijk) meer moet gebeuren op het gebied van klimaatadaptatie?

Antwoord

In 2022 is de Nationale Klimaatadaptatiestrategie van 2016 geëvalueerd3. Daaruit blijkt dat het beleid inderdaad moet worden geïntensiveerd om goed om te kunnen gaan met het veranderende weer. Daarnaast adviseerde het Planbureau voor de Leefomgeving vorig jaar in haar rapport Klimaatrisico’s in Nederland4 om adaptatiebeleid te versnellen en keuzes en uitvoering naar voren te halen. Dit geldt met name voor maatregelen met lange beslis- en realisatietijden, waarbij een mismatch tussen het tempo van klimaatverandering en de adaptatiesnelheid zou kunnen ontstaan. Daarom is in het Regeerprogramma afgesproken dat het kabinet in 2026 een nieuwe Nationale Klimaatadaptatiestrategie presenteert met doelen voor infrastructuur, zoetwaterbeschikbaarheid, gezondheid, wonen, cultureel erfgoed, landbouw en natuur.

Ook Caribisch Nederland wordt meegenomen in de Nationale Adaptatiestrategie. Op dit moment wordt in Caribisch Nederland gewerkt aan het opstellen van klimaatplannen per eiland. In reactie5 op het rapport “Het is nooit te laat” van de heer Nijpels is toegezegd de Openbare Lichamen van de BES-eilanden te ondersteunen bij het opstellen van klimaatplannen, dit kabinet zet dat beleid voort. Ook wordt er ondersteuning geboden aan de overige landen binnen het Koninkrijk voor het opstellen van klimaatadaptatiestrategieën via het International Panel on Deltas and Coastal Areas (IPDC).

Vraag 6

In hoeverre leidt verdroging door klimaatverandering, peilverlaging en watergebruik tot een groter risico voor natuurbranden?

Antwoord

Als er te weinig grondwater aanwezig is in de natuurgebieden zal de bodem uitdrogen en neemt het risico op natuurbranden toe. Gelukkig is de natuur veerkrachtig en korte periodes van verminderde waterbeschikbaarheid kan de natuur meestal goed overbruggen. Uit de KNMI-klimaatscenario’s blijkt dat we in de toekomst vaker te maken krijgen met droge zomers en hogere temperaturen. Daardoor neemt het risico op natuurbranden toe. Ook de structurele verdroging van natuurgebieden leidt tot een groter risico op natuurbranden. Hydrologisch herstel in en rondom natuurgebieden door verhoging van grondwaterpeilen, verminderen van ontwatering en onttrekkingen kan het risico op bosbranden sterk reduceren en maakt natuurgebieden minder kwetsbaar voor droogte. Dit heeft de aandacht van de Ministeriele Commissie Economie en Natuur (MCEN).

Vraag 7

Hoe wordt nu geanticipeerd op droogteperiodes, om lage waterstanden te voorkomen en zo het risico op natuurbranden te verkleinen?

Antwoord

Het ministerie van LVVN faciliteert en ondersteunt medeoverheden en terreinverantwoordelijken bij het bevorderen van een robuuste natuur en het verbeteren van (hydrologische) condities om zo onder andere te anticiperen op droogteperiodes en het risico op natuurbranden te verkleinen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door middel van kennisontwikkeling. Zo voert Wageningen University & Research in opdracht van LVVN een trendonderzoek uit naar impact van droogte op natuur op de hoge zandgronden. Hierin is in beeld gebracht wat het handelingsperspectief is voor terreinbeherende organisaties en medeoverheden om de impact van droogte te beperken.6

Vraag 8

Welke samenhang ziet u tussen klimaatadaptatie en het sturend maken van water en bodem bij ruimtelijke keuzes? Neemt u het bodem- en watersysteem in een gebied als basis van uw ruimtelijke beleid?

Antwoord

Er is een duidelijke samenhang tussen rekening houden met water en bodem en klimaatadaptatie. In het regeerprogramma staat dat we toekomstbestendig bouwen. Om dit te doen wordt, conform de Kamerbrief van oktober 20247, rekening gehouden met het onderliggende water- en bodemsysteem en de extra weersextremen die we in de toekomst kunnen verwachten. Tegelijkertijd betekent “rekening houden met” ook dat we meebewegen met water en bodem en soms bijvoorbeeld accepteren dat er wateroverlast of –tekort is.

“Rekening houden met” werkt dus twee kanten op. We houden aan de voorkant rekening met water en bodem bij de te maken afwegingen voor een robuuste ruimtelijke ordening en inrichting. Daarbij kijken we naar wat wél kan, door zoveel mogelijk te kiezen voor multifunctioneel ruimtegebruik en creatieve oplossingen.

Vraag 9

Hoe staat het met het Breed Beraad Nota Ruimte waarin onafhankelijke wetenschappers, planbureaus, het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa) en vertegenwoordigers van kennisinstellingen reflecteren op de (klimaatbestendige) toekomst van de ruimte in Nederland? Is dit beraad nog actief en zo niet, waarom niet?

Antwoord

De reflecties van het Breed Beraad waren gericht op de Contourennotie Nota Ruimte en het Voorontwerp Nota Ruimte. Het kabinet gaat onverkort door met de Nota Ruimte en bouwt hierbij onder andere voort op het in juni 2024 gepubliceerde Voorontwerp Nota Ruimte, de diverse inzichten die er ook zijn opgedaan met de ruimtelijke voorstellen van de provincies en de formele rapporten en adviezen van planbureaus en kennisinstellingen. Tevens wordt een aantal onderwerpen uit de Nota Ruimte conform regeerprogramma op dit moment herijkt. Voor deze nieuwe fase van de Nota Ruimte is geen Breed Beraad meer georganiseerd. Er is langs diverse trajecten al ontzettend veel kennis en adviezen aangereikt. Zo geven de planbureaus via de formele onderraden advies over de Nota Ruimte. Ook zijn er regelmatig ambtelijke en bestuurlijke overleggen met de planbureaus en kennisinstellingen over de diverse onderwerpen in de Nota Ruimte.

Vraag 10

Vindt u dat vraagstukken met betrekking tot klimaatmitigatie en klimaatadaptie op dit moment voldoende worden geborgd in het beleid rondom ruimtelijke ordening, woningbouw en de fysieke leefomgeving? Op welke manieren doet u dit?

Antwoord

In het antwoord op vraag 8 is de samenhang tussen rekening houden met het water- en bodemsysteem en klimaatadaptatie toegelicht. Voor het ruimtelijk beleid wordt er rekening gehouden met het water- en bodemsysteem, omdat dit nodig is voor een robuuste ruimtelijke ordening en inrichting. Bij de te maken keuzes in de Nota Ruimte wordt, conform de eerder aangehaalde Kamerbrief van oktober 2024, rekening gehouden met water en bodem en daarmee dus ook klimaatadaptatie geborgd in ruimtelijk beleid. De ministeries van VRO en IenW ondersteunen gemeenten met het klimaatadaptief ontwikkelen van woningen met instrumenten zoals het Ruimtelijk afwegingskader voor de locatiekeuze en de Landelijke maatlat klimaatadaptatie die definieert hoe klimaatadaptief te ontwikkelen. De inzet hiervan is toegelicht in de Kamerbrief van 7 april.8 Daarnaast kan ook gedacht worden aan diverse regelgeving zoals de energieprestatie-eisen voor gebouwen (BENG-eisen). Ook via de Woontopafspraken wordt gekeken of uniforme kaders voor klimaatadaptatie kunnen helpen om dit te borgen, en tegelijkertijd de woningbouwopgave te versnellen. In de Nota Ruimte worden de grote ruimtelijke opgaven waaronder energie, wonen en water en bodem samengebracht in een overkoepelende ruimtelijke visie.

Vraag 11

Hoe staat het met de in het regeerprogramma aangekondigde Nationale Klimaatadaptatie Strategie (NAS)?

Antwoord

Hier wordt nu aan gewerkt door de ministeries van IenW, VRO, VWS, OCW, JenV, LVVN en KGG. Momenteel worden de beleidsopties verkend. Volgens planning is de Ontwerp-NAS eind dit jaar gereed.

Vraag 12

Wanneer kunt u de eerste contouren van de nieuwe klimaatadaptatiestrategie met de Kamer delen?

Antwoord

Volgens de huidige planning zal de Ontwerp-NAS eind dit jaar opengesteld worden voor publieke consultatie. Die versie zal ik ook met uw Kamer delen.

Vraag 13

Kunt u deze vragen voor het debat over het Klimaatplan op 10 april 2025 beantwoorden?

Antwoord

Gezien de benodigde afstemming tussen departementen was dit niet mogelijk. De Kamer heeft hiervoor een uitstelbrief ontvangen.


  1. NOS, 24 maart 2025 (https://nos.nl/artikel/2560940-meer-zombiebranden-door-klimaatverandering-maarherstel-blijkt-beter-en-uitstoot-lager)↩︎

  2. Zie ook Kamerstukken 30 821, nr. 240↩︎

  3. Kamerstukken 31 793, nr. 233↩︎

  4. https://www.pbl.nl/publicaties/klimaatrisicos-in-nederland↩︎

  5. Kamerstukken 32 813, nr. 1312↩︎

  6. Gevolgen van de droge jaren 2018-2020 voor de vegetatie van natuurgebieden op de Hogere Zandgronden van Nederland: Een analyse van vegetatieopnamen uit het Landelijk Meetnet Flora: https://www.wur.nl/nl/publicatie-details.htm?publicationId=a6d668df-8052-48e4-9966-030e9efcc1de↩︎

  7. Kamerstukken 27 625, nr. 688↩︎

  8. Kamerstukken 32 847, nr. 1320↩︎