[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bijlagen bij het Financieel jaarverslag van het Rijk 2024

Financieel Jaarverslag van het Rijk 2024

Jaarverslag

Nummer: 2025D20004, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-05-30 10:11, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36740-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36740 -2 Financieel Jaarverslag van het Rijk 2024.

Onderdeel van zaak 2025Z08666:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024–2025
36 740 Financieel Jaarverslag van het Rijk 2024
Nr. 2

Bijlagen bij het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2024

Ontvangen 21 mei 2025

1 Rijksrekening van uitgaven en ontvangsten

Op grond van artikel 2.35, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016, neemt de Minister van Financiën in het Financieel Jaarverslag van het Rijk de rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk op. Deze rekening, de Rijksrekening genoemd, is het overzicht op het totaalniveau van de rijksbegroting van alle uitgaven en ontvangsten van de rijksdienst in een jaar die binnen begrotingsverband zijn gerealiseerd. Voor de departementale en niet-departementale begrotingen zijn in tabellen 1.1, 1.2 en 1.3 de verplichtingen, kasuitgaven en kasontvangsten opgenomen. In aanvulling op de gegevens onder de begroting voor Nationale schuld vermelden de tabellen 1.4 en 1.5 de voor 2024 onder de begroting van Nationale schuld oorspronkelijk geraamde en de gerealiseerde rentelasten onderscheidenlijk rentebaten. Deze gegevens zijn opgesteld in overeenstemming met het hier toepasselijke transactiestelsel. De tabellen 1.6 tot en met 1.9 hebben betrekking op baten-lastenagentschappen die, zoals het woord, aangeeft het batenlastenstelsel als begrotingsstelsel hanteren. Tabel 1.10 blijft leeg vanwege het in 2024 niet voorkomen van verplichtingen-kasagentschappen.

In de onderstaande tabellen worden de verschillen in de verschillenkolom niet toegelicht. Voor die toelichtingen wordt verwezen naar de betrokken jaarverslagen. Let op! Door afrondingen kunnen er verschillen ontstaan met de cijfers op de Rijkssaldibalans.

I Koning 55.901 58.487 2.586
IIA Staten-Generaal 239.158 292.564 53.406
IIB Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten 180.815 190.606 9.791
III Algemene Zaken 96.679 118.077 21.398
IV Koninkrijksrelaties 192.292 187.614 ‒ 4.678
V Buitenlandse Zaken 12.899.524 11.596.051 ‒ 1.303.473
VI Justitie en Veiligheid 24.682.577 25.610.050 927.473
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 11.734.451 11.436.708 ‒ 297.743
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 57.687.903 61.085.218 3.397.315
IXA Nationale Schuld1 34.987.977 40.782.916 5.794.939
IXB Financiën 16.992.360 50.149.780 33.157.420
X Defensie 21.608.286 13.203.012 ‒ 8.405.274
XII Infrastructuur en Waterstaat 15.217.279 14.673.239 ‒ 544.040
XIII Economische Zaken en Klimaat 23.900.746 20.044.398 ‒ 3.856.348
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 6.523.859 7.906.277 1.382.418
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid 58.958.694 63.875.505 4.916.811
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport 34.389.691 39.639.097 5.249.406
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2.152.879 3.335.529 1.182.650
A Mobiliteitsfonds 10.360.488 10.445.546 85.058
B Gemeentefonds 42.873.720 44.107.822 1.234.102
C Provinciefonds 3.340.648 3.954.345 613.697
F Diergezondheidsfonds 15.624 33.766 18.142
H BES-fonds 71.170 106.723 35.553
J Deltafonds 2.128.669 1.948.190 ‒ 180.479
K Defensiematerieelbegrotingsfonds 13.609.715 17.813.666 4.203.951
L Nationaal Groeifonds 4.608.040 104.529 ‒ 4.503.511
Totalen 399.509.145 442.699.715 43.190.570
  1. Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de verplichtingen opgenomen, exclusief de renteverplichtingen. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.
I Koning 55.901 58.487 2.586
IIA Staten-Generaal 239.158 270.874 31.716
IIB Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten 182.743 192.305 9.562
III Algemene Zaken 96.679 118.111 21.432
IV Koninkrijksrelaties 223.203 212.198 ‒ 11.005
V Buitenlandse Zaken 13.154.258 11.295.448 ‒ 1.858.810
VI Justitie en Veiligheid 24.730.325 25.483.438 753.113
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 11.395.030 10.925.271 ‒ 469.759
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 55.299.160 56.463.783 1.164.623
IXA Nationale Schuld1 34.987.977 40.782.916 5.794.939
IXB Financiën 11.826.839 26.020.667 14.193.828
X Defensie 22.497.398 12.466.547 ‒ 10.030.851
XII Infrastructuur en Waterstaat 15.251.537 13.918.645 ‒ 1.332.892
XIII Economische Zaken en Klimaat 12.715.901 10.009.670 ‒ 2.706.231
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 3.999.161 4.043.955 44.794
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid 58.639.952 63.328.936 4.688.984
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport 35.456.816 38.231.080 2.774.264
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 3.719.718 3.985.806 266.088
A Mobiliteitsfonds 10.217.181 9.709.362 ‒ 507.819
B Gemeentefonds 42.873.720 43.835.927 962.207
C Provinciefonds 3.340.648 3.954.345 613.697
F Diergezondheidsfonds 30.939 34.921 3.982
H BES-fonds 71.170 103.883 32.713
J Deltafonds 1.819.495 1.622.819 ‒ 196.676
K Defensiematerieelbegrotingsfonds 10.923.657 7.605.821 ‒ 3.317.836
L Nationaal Groeifonds 1.456.566 20.924 ‒ 1.435.642
Totalen 375.205.132 384.696.139 9.491.007
  1. Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de kasuitgaven opgenomen, exclusief de renteuitgaven. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.
I Koning 1.831 1.895 64
IIA Staten-Generaal 3.865 8.768 4.903
IIB Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten 6.297 8.232 1.935
III Algemene Zaken 7.837 9.083 1.246
IV Koninkrijksrelaties 49.958 165.395 115.437
V Buitenlandse Zaken 4.075.549 3.710.084 ‒ 365.465
VI Justitie en Veiligheid 1.484.143 1.853.010 368.867
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 630.989 1.155.263 524.274
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2.038.040 2.382.523 344.483
IXA Nationale Schuld1 66.506.523 70.560.304 4.053.781
IXB Financiën 236.643.055 241.850.371 5.207.316
X Defensie 228.804 314.603 85.799
XII Infrastructuur en Waterstaat 86.555 66.526 ‒ 20.029
XIII Economische Zaken en Klimaat 5.789.765 6.766.483 976.718
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 97.775 235.067 137.292
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2.341.636 2.579.277 237.641
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport 178.122 1.129.024 950.902
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 57.815 75.591 17.776
A Mobiliteitsfonds 10.217.181 9.520.871 ‒ 696.310
B Gemeentefonds 42.873.720 43.835.927 962.207
C Provinciefonds 3.340.648 3.954.345 613.697
F Diergezondheidsfonds 31.558 30.377 ‒ 1.181
H BES-fonds 71.170 103.883 32.713
J Deltafonds 1.819.495 1.443.100 ‒ 376.395
K Defensiematerieelbegrotingsfonds 10.923.657 147.925 ‒ 10.775.732
L Nationaal Groeifonds 1.456.566 0 ‒ 1.456.566
Totalen 390.962.554 391.907.927 945.373
  1. Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de ontvangsten opgenomen, exclusief de rentebaten. Voor de rentebaten, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.5.

Het gerealiseerde saldo van de kasuitgaven en de kasontvangsten over 2024, zoals dat uit de tabellen 1.2 en 1.3 blijkt – het verschil tussen 384,7 miljard euro en 391,9 miljard euro, zijnde een verschil van 7,2 miljard euro – heeft geen directe relatie met het EMU-saldo 2024 van het Rijk. De saldoberekeningen van beide opstellingen verschillen daartoe teveel van elkaar. Een belangrijk verschil vormen de uitgaven en ontvangsten van Nationale Schuld (IXA) die betrekking hebben op de financieringstransacties (de aflossingen en de aangetrokken leningen in verband met de tekortfinanciering en herfinanciering). Deze zijn wel in de tabellen 1.2 en 1.3 meegenomen, maar tellen niet mee in de berekening van het EMU-saldo. Ook wordt het EMU-saldo opgesteld op transactiebasis, terwijl hier de gepresenteerde opstelling op kasbasis is. Het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010 schrijft voor welke uitgaven en ontvangsten als relevant voor het EMU-saldo worden aangemerkt.

IXA Nationale Schuld 10.497.778 9.508.769 ‒ 989.009
Totalen 10.497.778 9.508.769 ‒ 989.009
IXA Nationale Schuld 186.287 382.098 195.811
Totalen 186.287 382.098 195.811
AZ Dienst Publiek en Communicatie 145.474 175.021 29.547
BZK Rijksdienst voor Identiteitsgegevens 208.540 218.933 10.393
BZK Logius 345.770 346.076 306
BZK Organisatie en Personeel Rijk 314.174 301.454 ‒ 12.720
BZK Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek 148.964 155.721 6.757
BZK FM Haaglanden 180.412 189.621 9.209
BZK SSC-ICT Haaglanden 372.334 410.470 38.136
BZK Rijksvastgoedbedrijf 1.591.879 1.699.631 107.752
BZK Dienst Huurcommissie 35.128 34.037 ‒ 1.091
BZK Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie 101.708 103.272 1.564
JenV Centraal Justitieel Incassobureau 213.108 239.628 26.520
JenV Dienst Justitiële Inrichtingen 3.184.327 3.391.200 206.873
JenV Immigratie- en naturalisatiedienst 852.701 932.747 80.046
JenV Justis 62.926 64.226 1.300
JenV De Justitiële ICT Organisatie 176.696 186.329 9.633
JenV Justitiële Informatiedienst (Justid) 78.710 90.787 12.077
JenV Nederlands Forensisch Instituut (NFI) 114.488 136.223 21.735
OCW Dienst Uitvoering Onderwijs 445.212 533.162 87.950
OCW Nationaal Archief 61.800 75.505 13.705
DEF Paresto 84.258 101.997 17.739
IenW Rijkswaterstaat 3.605.607 4.230.990 625.383
IenW Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 105.908 120.595 14.687
EZK Rijksdienst voor ondernemend Nederland 1.052.220 1.201.147 148.927
EZK Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 90.920 88.434 ‒ 2.486
EZK Dienst ICT Uitvoering 374.000 390.359 16.359
EZK Nederlandse Emissieautoriteit 20.939 20.180 ‒ 759
LNV Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 597.641 620.395 22.754
VWS Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 670.300 693.194 22.894
VWS Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg 110.689 122.040 11.351
VWS College ter Beoordeling Geneesmiddelen 74.138 77.489 3.351
Totalen 15.420.971 16.950.863 1.529.892
AZ Dienst Publiek en Communicatie 145.474 174.293 28.819
BZK Rijksdienst voor Identiteitsgegevens 189.992 229.407 39.415
BZK Logius 345.770 351.405 5.635
BZK Organisatie en Personeel Rijk 314.174 300.437 ‒ 13.737
BZK Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek 148.964 154.117 5.153
BZK FM Haaglanden 180.412 186.564 6.152
BZK SSC-ICT Haaglanden 372.174 389.572 17.398
BZK Rijksvastgoedbedrijf 1.591.879 1.695.157 103.278
BZK Dienst Huurcommissie 35.128 36.335 1.207
BZK Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie 101.708 98.779 ‒ 2.929
JenV Centraal Justitieel Incassobureau 213.108 227.496 14.388
JenV Dienst Justitiële Inrichtingen 3.184.327 3.377.940 193.613
JenV Immigratie- en naturalisatiedienst 852.701 900.848 48.147
JenV Justis 62.926 71.533 8.607
JenV De Justitiële ICT Organisatie 176.696 188.227 11.531
JenV Justitiële Informatiedienst (Justid) 78.710 90.311 11.601
JenV Nederlands Forensisch Instituut (NFI) 114.488 138.382 23.894
OCW Dienst Uitvoering Onderwijs 445.212 535.899 90.687
OCW Nationaal Archief 61.800 73.230 11.430
DEF Paresto 84.258 103.447 19.189
IenW Rijkswaterstaat 3.607.127 4.132.906 525.779
IenW Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 105.908 116.708 10.800
EZK Rijksdienst voor ondernemend Nederland 1.052.220 1.232.165 179.945
EZK Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 90.920 92.280 1.360
EZK Dienst ICT Uitvoering 374.000 397.754 23.754
EZK Nederlandse Emissieautoriteit 20.939 21.342 403
LNV Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 597.641 642.185 44.544
VWS Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 670.300 703.893 33.593
VWS Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg 110.689 124.306 13.617
VWS College ter Beoordeling Geneesmiddelen 74.138 79.250 5.112
Totalen 15.403.783 16.866.168 1.462.385
AZ Dienst Publiek en Communicatie 0 0 0
BZK Rijksdienst voor Identiteitsgegevens 4.877 20.024 15.147
BZK Logius 0 0 0
BZK Organisatie en Personeel Rijk 3.338 9.880 6.542
BZK Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek 450 741 291
BZK FM Haaglanden 8.295 13.520 5.225
BZK SSC-ICT Haaglanden 111.680 99.641 ‒ 12.039
BZK Rijksvastgoedbedrijf 1.213.447 1.170.595 ‒ 42.852
BZK Dienst Huurcommissie 300 162 ‒ 138
BZK Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie 0 66 66
JenV Centraal Justitieel Incassobureau 4.670 6.048 1.378
JenV Dienst Justitiële Inrichtingen 12.000 12.283 283
JenV Immigratie- en naturalisatiedienst 5.950 32.508 26.558
JenV Justis 0 3.884 3.884
JenV De Justitiële ICT Organisatie 48.160 22.666 ‒ 25.494
JenV Justitiële Informatiedienst (Justid) 6.847 3.959 ‒ 2.888
JenV Nederlands Forensisch Instituut (NFI) 9.970 17.116 7.146
OCW Dienst Uitvoering Onderwijs 109.300 107.692 ‒ 1.608
OCW Nationaal Archief 7.600 4.363 ‒ 3.237
DEF Paresto 0 494 494
IenW Rijkswaterstaat 77.853 63.096 ‒ 14.757
IenW Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 4.296 3.847 ‒ 449
EZK Rijksdienst voor ondernemend Nederland 47.420 57.431 10.011
EZK Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 15.815 4.844 ‒ 10.971
EZK Dienst ICT Uitvoering 36.601 28.314 ‒ 8.287
EZK Nederlandse Emissieautoriteit 2.947 3.191 244
LNV Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 17.097 10.251 ‒ 6.846
VWS Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 4.500 11.631 7.131
VWS Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg 13.550 14.701 1.151
VWS College ter Beoordeling Geneesmiddelen 650 55 ‒ 595
Totalen 1.767.613 1.723.003 ‒ 44.610
AZ Dienst Publiek en Communicatie 0 0 0
BZK Rijksdienst voor Identiteitsgegevens 0 0 0
BZK Logius 0 0 0
BZK Organisatie en Personeel Rijk 0 0 0
BZK Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek 0 0 0
BZK FM Haaglanden 3.110 8.221 5.111
BZK SSC-ICT Haaglanden 76.602 63.383 ‒ 13.219
BZK Rijksvastgoedbedrijf 802.562 822.526 19.964
BZK Dienst Huurcommissie 0 0 0
BZK Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie 0 2.800 2.800
JenV Centraal Justitieel Incassobureau 1.860 18.392 16.532
JenV Dienst Justitiële Inrichtingen 3.000 47.527 44.527
JenV Immigratie- en naturalisatiedienst 950 1 ‒ 949
JenV Justis 0 642 642
JenV De Justitiële ICT Organisatie 31.609 9.850 ‒ 21.759
JenV Justitiële Informatiedienst (Justid) 4.542 2.036 ‒ 2.506
JenV Nederlands Forensisch Instituut (NFI) 5.000 10.425 5.425
OCW Dienst Uitvoering Onderwijs 73.600 85.900 12.300
OCW Nationaal Archief 1.200 0 ‒ 1.200
DEF Paresto 0 0 0
IenW Rijkswaterstaat 56.918 34.986 ‒ 21.932
IenW Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 2.590 7.990 5.400
EZK Rijksdienst voor ondernemend Nederland 27.800 38.171 10.371
EZK Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 11.458 0 ‒ 11.458
EZK Dienst ICT Uitvoering 20.000 18.307 ‒ 1.693
EZK Nederlandse Emissieautoriteit 2.104 2.530 426
LNV Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 10.850 12.668 1.818
VWS Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 0 0 0
VWS Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg 11.790 8.396 ‒ 3.394
VWS College ter Beoordeling Geneesmiddelen 0 0 0
Totalen 1.147.545 1.194.751 47.206
In 2024 waren er geen verplichtingen-kasagentschappen.

2 Saldibalans van het Rijk per 31 december 2024

OMSCHRIJVING € mln. € mln. OMSCHRIJVING € mln. € mln.
1 Uitgaven ten laste van de begroting 394.205 377.264 12 Ontvangsten ten gunste van de begroting 392.290 374.307
2 Vorderingen buiten begrotingsverband 12.618 17.044 13 Schulden buiten begrotingsverband 11.644 15.090
(intra-comptabele vorderingen) (intra-comptabele schulden)
14 Saldi begrotingsfondsen 14 Saldi begrotingsfondsen 1.358 1.206
3 Liquide Middelen 2.996 8.360
4 Saldo geldelijk beheer van het Rijk 3.651 0 4 Saldo geldelijk beheer van het Rijk 0 3.733
15 Saldi begrotingsreserves 8.178 8.331
Totaal intra-comptabele posten 413.469 402.667 Totaal intra-comptabele posten 413.469 402.667
5 Openstaande rechten 53.276 52.617 16 Tegenrekening openstaande rechten 53.276 52.617
6 Vorderingen 91.771 73.356 17 Tegenrekening vorderingen 91.771 73.356
7 Tegenrekening schulden 517.516 484.658 18 Schulden 517.516 484.658
8 Voorschotten 335.137 279.532 19 Tegenrekening voorschotten 335.137 279.532
9 Tegenrekening andere verplichtingen 256.546 223.801 20 Andere verplichtingen 256.546 223.801
10 Deelnemingen 44.089 45.587 21 Tegenrekening deelnemingen 44.089 45.587
11 Tegenrekening garantieverplichtingen 229.177 223.421 22 Garantieverplichtingen 229.177 223.421
Totaal extra-comptabele posten 1.527.513 1.382.972 Totaal extra-comptabele posten 1.527.513 1.382.972
TOTAAL-GENERAAL 1.940.982 1.785.639 TOTAAL-GENERAAL 1.940.982 1.785.639

Toelichting op de saldibalans van het Rijk

De saldibalans van het Rijk is een optelling van de goedgekeurde saldibalansen van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken, die geconsolideerd wordt met de saldibalans van de centrale administratie van de Schatkist van het Rijk.

Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de jaarverslagen van de ministeries of begrotingsfondsen. Let op! Door afrondingsverschillen kunnen de sommen van bepaalde onderdelen afwijken van andere tabellen.

Ad 1) Uitgaven ten laste van de begroting

Onder de post uitgaven ten laste van de begroting worden de gerealiseerde uitgaven van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentelasten zoals opgenomen in tabel 1.4 van de rijksrekening.

Ad 2) Vorderingen buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Onder de post vorderingen buiten begrotingsverband worden de uitgaven opgenomen die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend. Onder deze post staan alleen de vorderingen waarvan wordt verwacht dat binnen een afzienbare termijn verrekening zal plaatsvinden. Het totaal van deze post is 12.618 miljoen euro, waarvan 11.395 miljoen euro uit kas-transverschillen bestaat. Voor de toelichting van de kas-transverschillen verwijzen wij u naar toelichting Saldibalans Nationale Schuld IXA.

Ad 3) Liquide middelen

Onder de post liquide middelen worden de saldi bij de banken en de contante gelden opgenomen.

Ad 4) Saldo geldelijk beheer van het Rijk

Onder de post saldo geldelijk beheer van het Rijk wordt opgenomen: de door het ministerie van Financiën overgenomen uitgaven en ontvangsten binnen begrotingsverband van afgesloten begrotingsjaren. De definitieve afsluiting van een begrotingsjaar vindt plaats nadat de Staten-Generaal de Slotwetten hebben aangenomen, waarna de eindbedragen voor de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op het afgesloten begrotingsjaar worden overgeboekt op de post saldo geldelijk beheer van het Rijk. Het saldo geldelijk beheer is hiermee een meerjarige optelling (cumulatie) van alle door het parlement goedgekeurde uitgaven en ontvangsten van het Rijk tot en met het laatst afgesloten boekjaar.

Ad 5 en 16) Openstaande rechten

Rechten zijn een voorfase van de ontvangsten. Onder de post openstaande rechten worden opgenomen: vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar op andere wijze ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastgestelde aanslagen aan derden worden opgelegd (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of op grond van doorberekening van de kosten van verleende diensten of geleverde goederen.

Ad 6 en 17) Vorderingen (extra-comptabel)

Onder de post extra-comptabele vorderingen worden de vorderingen opgenomen, die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting. Het gaat dan om reeds verrichte uitgaven, die binnen begrotingsverband zijn geboekt en waarvoor op termijn nog een verrekening met derden dan wel met een ander onderdeel van het Rijk zal plaatsvinden. Tevens zijn hierin de uitgaven opgenomen, die in eerste instantie op derdenrekeningen zijn geboekt, maar waarvan de verrekening met derden dan wel een ander onderdeel van het Rijk niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, terwijl verrekening wel mogelijk is.

Ad 7 en 18) Schulden (extra-comptabel)

Onder de post schulden worden schulden opgenomen die zijn voortgevloeid uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Net als bij extra-comptabele vorderingen gaat het om reeds ontvangen bedragen welke geboekt zijn binnen begrotingsverband en waarvoor nog op termijn een verrekening plaats zal vinden. Ook uitgegeven leningen worden onder de post schulden opgenomen.

Ad 8 en 19) Voorschotten

Onder de post voorschotten worden de bedragen opgenomen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op een later definitief vast te stellen c.q. af te rekenen bedrag.

Het totaal van de openstaande voorschotten per 31/12/2023 van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) sluit niet aan bij de gecontroleerde en goedgekeurde jaarverslagen 2023. In het jaarverslag 2024 van IenW is deze wel gecorrigeerd overgenomen, waardoor het verschil ca. 295 mln. bedraagt. In de Rijkssaldibalans is de eindstand van 31/12/2023 uit het FJR 2023 overgenomen in het FJR 2024.

Ad 9 en 20) Andere verplichtingen

Onder de post andere verplichtingen wordt het saldo opgenomen van aangegane verplichtingen en hierop verrichte betalingen. Het saldo heeft zowel betrekking op de binnen als buiten begrotingsverband geboekte verplichtingen.

Ad 10 en 21) Deelnemingen

Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen opgenomen. De waardering van de deelnemingen geschiedt op basis van de oorspronkelijke aankoopprijs. In enkele gevallen geschiedt de waardering tegen de nominale waarde van het aandeel in het gestort en opgevraagd kapitaal.

Ad 11 en 22) Garantieverplichtingen

Onder de post garantieverplichtingen worden de bedragen opgenomen die de hoofdsommen vormen van afgegeven garanties aan derden en garanties van ministeries aan het ministerie van Financiën. Een afgegeven garantie wordt gezien als een verplichting en moet ook op dezelfde manier in de administratie worden verwerkt. Er is dus geen verschil in de registratie van garantieverplichtingen en andersoortige verplichtingen. Een verschil tussen een garantieverplichting en een andere verplichting is wel dat de hoofdsom van een garantieverplichting veelal niet of slechts gedeeltelijk tot uitbetaling zal leiden.

Ad 12) Ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de post ontvangsten ten gunste van de begroting worden de gerealiseerde ontvangsten van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentebaten zoals opgenomen in tabel 1.5 van de rijksrekening.

Ad 13) Schulden buiten begrotingsverband (intra-comptabel)

Onder de post schulden buiten begrotingsverband worden de ontvangsten geboekt die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend.

Ad 14) Saldi begrotingsfondsen

Onder de post saldi begrotingsfondsen worden saldi van het voorgaande begrotingsjaar opgenomen. Het betreft hier de saldi van het Diergezondheidsfonds, het Mobiliteitsfonds, het Deltafonds en het Defensiematerieelbegrotingsfonds en het Nationaal Groeifonds. In 2023 en 2024 betreft het een positieve saldo.

Ad 15) Saldi begrotingsreserves

Onder de post saldi begrotingsreserves worden de interne reserves van de ministeries opgenomen. Het gaat hier om de volgende reserves:

  1. Nationale Hypotheekgarantie, Sanerings- en Projectsteun Woningcorporaties en FHG (BZK);
  2. FOM, DGGF, DRIVE en DTIF (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking);
  3. Borgstelling MKB-kredieten, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Garantie MKB-financiering, Duurzame energie, Aardwarmte, ECN verstrekte leningen, Klein Krediet Corona, Begrotingsreserve BMKB-Groen (EZK);
  4. Exportkredietverzekeringen, Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschades en Garantstelling DGS BES eilanden (Financiën);
  5. Asiel (JenV);
  6. Landbouw, Visserij, Risicovoorziening jonge boeren, Apurement, Borgstellingsfaciliteit, Natuur (LNV);
  7. Museaal Aankoopfonds en Risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen (OCW);
  8. Waarborgfonds voor de Zorgsector, Stimuleringsregeling wonen en zorg, Pallas (VWS).

3 De belasting- en premieontvangsten in 2024

Indirecte belastingen 121.935 117.138 ‒ 4.798
Invoerrechten 4.984 4.297 ‒ 688
Omzetbelasting 79.455 78.597 ‒ 857
Belasting op personenauto's en motorrijwielen 1.485 1.382 ‒ 103
Accijnzen 13.884 12.010 ‒ 1.873
- Accijns van lichte olie 5.164 4.526 ‒ 639
- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie 3.845 3.342 ‒ 504
- Tabaksaccijns 3.533 2.991 ‒ 542
- Alcoholaccijns 425 374 ‒ 52
- Bieraccijns 528 448 ‒ 81
- Wijnaccijns 387 330 ‒ 56
Overdrachtsbelasting 3.885 3.819 ‒ 66
Assurantiebelasting 3.737 3.932 195
Motorrijtuigenbelasting 4.946 4.873 ‒ 73
Belastingen op een milieugrondslag 8.184 6.638 ‒ 1.546
- Afvalstoffenbelasting 273 257 ‒ 16
- Energiebelasting 6.831 5.291 ‒ 1.540
- Waterbelasting 368 344 ‒ 24
- Brandstoffenheffingen 1 1 0
- Vliegbelasting 710 745 36
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a. 690 612 ‒ 78
Belasting op zware motorrijtuigen 213 198 ‒ 14
Bankbelasting 473 601 128
Inframarginale heffing 0 179 179
Directe belastingen 147.522 157.233 9.710
Inkomstenbelasting 11.919 18.302 6.383
Loonbelasting 78.878 82.923 4.044
Dividendbelasting 6.497 6.922 425
Kansspelbelasting 958 991 33
Vennootschapsbelasting 46.241 44.556 ‒ 1.686
Bronbelasting op rente en royalty's 71 125 54
Schenk- en erfbelasting 2.958 3.415 458
Overige belastingontvangsten 364 364 0
- Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland 256 244 ‒ 12
Totaal belastingen 269.822 274.734 4.912
Premies volksverzekeringen 42.074 38.477 ‒ 3.597
Premies werknemersverzekeringen 91.047 94.012 2.965
waarvan zorgpremies 56.022 57.320 1.298
Totaal belasting- en premieontvangsten 402.943 407.224 4.281
Indirecte belastingen 122.903 116.137 ‒ 6.766
Invoerrechten 4.964 4.197 ‒ 767
Omzetbelasting 80.383 78.017 ‒ 2.366
Belasting op personenauto's en motorrijwielen 1.466 1.387 ‒ 79
Accijnzen 13.915 12.146 ‒ 1.769
- Accijns van lichte olie 5.190 4.577 ‒ 613
- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie 3.876 3.382 ‒ 494
- Tabaksaccijns 3.519 3.014 ‒ 505
- Alcoholaccijns 420 379 ‒ 41
- Bieraccijns 530 460 ‒ 69
- Wijnaccijns 381 334 ‒ 48
Overdrachtsbelasting 3.891 3.713 ‒ 178
Assurantiebelasting 3.726 3.888 162
Motorrijtuigenbelasting 4.910 4.883 ‒ 27
Belastingen op een milieugrondslag 8.112 6.516 ‒ 1.596
- Afvalstoffenbelasting 277 262 ‒ 15
- Energiebelasting 6.762 5.193 ‒ 1.568
- Waterbelasting 367 336 ‒ 31
- Brandstoffenheffingen 1 1 0
- Vliegbelasting 705 724 20
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a. 672 590 ‒ 81
Belasting op zware motorrijtuigen 213 199 ‒ 14
Bankbelasting 473 601 128
Inframarginale heffing 179 0 ‒ 179
Directe belastingen en premies volksverzekeringen 155.115 167.334 12.219
Inkomstenbelasting 12.177 22.796 10.619
Loonbelasting 79.484 83.033 3.550
Dividendbelasting 6.497 9.396 2.899
Kansspelbelasting 1.010 1.073 63
Vennootschapsbelasting 46.475 45.097 ‒ 1.379
Bronbelasting op rente en royalty's 81 95 14
Schenk- en erfbelasting 2.958 3.415 458
Solidariteitsbijdrage 6.433 2.429 ‒ 4.004
Overige belastingontvangsten 364 336 ‒ 28
waarvan Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland 256 244 ‒ 12
Totaal belastingen op kasbasis 278.382 283.807 5.425
Premies volksverzekeringen 42.684 39.025 ‒ 3.659
Premies werknemersverzekeringen 91.785 94.149 2.364
Aansluiten naar EMU (KTV) ‒ 9.909 ‒ 9.758 151
Totaal belasting- en premieontvangsten op EMU-basis 402.943 407.224 4.281

4 Uitgaven en niet- belastingontvangsten

Deze bijlage biedt een overzicht van de verschillende manieren waarop de uitgaven en de niet-belastingontvangsten van de overheid worden weergegeven. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de begroting van 2024 zoals gepresenteerd in de Miljoenennota 2024 en de realisatie van dat jaar in het voorliggende Financieel Jaarverslag van het Rijk 2024. De overheidsuitgaven kunnen op kasbasis, maar ook op transactiebasis worden geregistreerd. In het eerste geval worden transacties geboekt in de periode waarin betaling plaatsvindt, in het tweede geval in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Op de departementale begrotingen worden de uitgaven op kasbasis geregistreerd: welke bedragen worden daadwerkelijk van de bankrekeningen van het Rijk afgeschreven. Bij het saldo van de overheid (EMU-saldo) wordt niet uitgegaan van de uitgaven op kasbasis, maar op transactiebasis: de uitgaven worden geboekt in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Bij de tabellen hieronder worden de gebruikte begrippen verder toegelicht.

Tabel 4.1 bevat alle netto-uitgaven van de Rijksoverheid: de optelsom van de uitgaven minus de niet-belastingontvangsten. Om de uitgaven te beheersen is er een uitgavenkader. De uitgaven binnen het uitgavenkader mogen het uitgavenkader niet overschrijden. De uitgangsregel is dat alle uitgaven die relevant zijn voor het EMU-saldo ook onder het uitgavenkader vallen, tenzij hier een uitzondering voor gemaakt is. De uitgaven en ontvangsten die niet binnen het kader vallen worden in tabel 4.6 nader uitgesplitst.

In tabel 4.1 zijn de uitgaven uitgesplitst in de begrotingsgefinancierde en de premiegefinancierde uitgaven. De begrotingsgefinancierde uitgaven worden betaald uit belastingen en zijn de optelling van alle uitgaven en niet-belastingontvangsten op de departementale begrotingen. Dit zijn de uitgaven waarvoor het parlement autorisatie verleent door de begrotingswetten aan te nemen. Naast de begrotingsgefinancierde uitgaven zijn er ook premiegefinancierde uitgaven. De uitgaven aan zorg en sociale zekerheid worden voornamelijk gefinancierd uit de premies. Samen vormen de begrotingsgefinancierde en premiegefinancierde netto-uitgaven de totale netto-uitgaven.

Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven
Netto-uitgaven onder het uitgavenkader 240.717 225.799 ‒ 14.919 Tabel 4.5
Netto-uitgaven buiten het uitgavenkader 55.368 68.435 13.067 Tabel 4.6
Totaal begrotingsgefinancierde netto-uitgaven 296.086 294.234 ‒ 1.852 Tabel 4.4
Premiegefinancierde netto-uitgaven 172.927 171.159 ‒ 1.768 Tabel 4.5
Totaal netto-uitgaven 469.013 465.393 ‒ 3.619

Tabel 4.2 geeft alle uitgaven zoals die vermeld zijn in de individuele begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. In die hoofdstukken zelf zijn de uitgaven verdeeld over verschillende beleids- en niet-beleidsartikelen, maar in de tabel wordt alleen het totaal per begrotingshoofdstuk weergegeven. Het betreft hier de kasuitgaven van de begrotingshoofdstukken. Alleen voor het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld zijn de bedragen op transactiebasis.

1 De Koning 56 58 3
2A Staten-Generaal 239 271 32
2B Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 183 192 10
3 Algemene Zaken 97 118 21
4 Koninkrijksrelaties 223 212 ‒ 11
5 Buitenlandse Zaken 12.790 11.295 ‒ 1.495
6 Justitie en Veiligheid 24.116 25.483 1.368
7 Binnenlandse Zaken 11.200 10.925 ‒ 275
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 55.467 56.464 997
9A Nationale Schuld (Transactiebasis) 12.719 11.990 ‒ 729
9B Financiën 11.827 26.021 14.194
10 Defensie 21.298 12.467 ‒ 8.832
12 Infrastructuur en Waterstaat 14.652 13.919 ‒ 734
13 Economische Zaken en Klimaat 12.245 10.010 ‒ 2.235
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2.863 4.044 1.181
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 58.022 63.329 5.307
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 35.268 38.231 2.963
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 3.641 3.986 345
50 Gemeentefonds 42.874 43.836 962
51 Provinciefonds 3.341 3.954 614
55 Mobiliteitsfonds 10.246 9.709 ‒ 536
58 Diergezondheidsfonds 31 35 4
60 Accres Gemeentefonds 671 0 ‒ 671
61 Accres Provinciefonds 129 0 ‒ 129
64 BES-fonds 71 104 33
65 Deltafonds 1.819 1.623 ‒ 197
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds 10.724 7.606 ‒ 3.118
70 Nationaal Groeifonds 1.572 21 ‒ 1.551
AP Aanvullende Posten 8.946 0 ‒ 8.946
90 Consolidatie1 ‒ 23.698 ‒ 10.408 13.290
HGIS Internationale Samenwerking2 (9.554) (11.258) ‒ 1.704
Totaal 333.631 345.495 11.863
1) Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat onder andere om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds en van de begroting van Defensie aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds.
2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.3 bevat alle niet-belastingontvangsten op de verschillende begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. Dit betreft alle ontvangsten die geen belasting- of premie-ontvangst zijn. Denk bijvoorbeeld aan het dividend dat uitgekeerd wordt door staatsdeelnemingen, het terugbetalen van studieschulden of de opbrengst van boetes en schikkingen. Ook hier geldt dat alle bedragen op kasbasis zijn, behalve bedragen op de begroting van Nationale Schuld die deels op transactiebasis is opgesteld. Omdat hier inzicht wordt gegeven in de niet-belastingontvangsten worden de ontvangsten vanuit het uitgeven van nieuwe staatschuld niet meegeteld. Deze ontvangsten komen in bijlage 5 aan bod bij de bepaling van het EMU-saldo.

1 De Koning 2 2 0
2A Staten-Generaal 4 9 5
2B Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 6 8 2
3 Algemene Zaken 8 9 1
4 Koninkrijksrelaties 50 165 115
5 Buitenlandse Zaken 4.076 3.710 ‒ 365
6 Justitie en Veiligheid 1.484 1.853 369
7 Binnenlandse Zaken 631 1.155 524
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2.038 2.383 344
9A Nationale Schuld (Transactiebasis) 15.409 24.129 8.720
9B Financiën 4.548 5.937 1.389
10 Defensie 229 315 86
12 Infrastructuur en Waterstaat 87 67 ‒ 20
13 Economische Zaken 5.620 6.766 1.147
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 78 235 157
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2.342 2.579 238
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 183 1.129 946
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 58 76 18
50 Gemeentefonds 0 0 0
51 Provinciefonds 0 0 0
55 Mobiliteitsfonds 10.246 9.521 ‒ 725
58 Diergezondheidsfonds 32 30 ‒ 1
65 Deltafonds 1.819 1.443 ‒ 376
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds 10.724 148 ‒ 10.576
70 Nationaal Groeifonds 1.572 0 ‒ 1.572
AP Aanvullende Posten 0 0 0
90 Consolidatie1 ‒ 23.698 ‒ 10.408 13.290
HGIS Internationale Samenwerking2 (340) (409) ‒ 69
Totaal 37.545 51.261 13.715
1) Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat onder andere om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds en van de begroting van Defensie aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds.
2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.4 geeft per begrotingshoofdstuk de netto-uitgaven weer, oftewel de uitgaven (tabel 4.2) minus de niet-belastingontvangsten (tabel 4.3).

1 De Koning 54 57 3
2A Staten-Generaal 235 262 27
2B Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 176 184 8
3 Algemene Zaken 89 109 20
4 Koninkrijksrelaties 173 47 ‒ 126
5 Buitenlandse Zaken 8.715 7.585 ‒ 1.129
6 Justitie en Veiligheid 22.632 23.630 999
7 Binnenlandse Zaken 10.569 9.770 ‒ 799
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 53.429 54.081 653
9A Nationale Schuld (Transactiebasis) ‒ 2.690 ‒ 12.139 ‒ 9.449
9B Financiën 7.279 20.084 12.804
10 Defensie 21.070 12.152 ‒ 8.918
12 Infrastructuur en Waterstaat 14.566 13.852 ‒ 714
13 Economische Zaken en Klimaat 6.625 3.243 ‒ 3.382
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2.785 3.809 1.024
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 55.681 60.750 5.069
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 35.085 37.102 2.017
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 3.583 3.910 327
50 Gemeentefonds 42.874 43.836 962
51 Provinciefonds 3.341 3.954 614
55 Mobiliteitsfonds 0 188 188
58 Diergezondheidsfonds ‒ 1 5 5
60 Accres Gemeentefonds 671 0 ‒ 671
61 Accres Provinciefonds 129 0 ‒ 129
64 BES-fonds 71 104 33
65 Deltafonds 0 180 180
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds 0 7.458 7.458
70 Nationaal Groeifonds 0 21 21
AP Aanvullende Posten 8.946 0 ‒ 8.946
HGIS Internationale Samenwerking11 (9.214) (10.850) ‒ 1.636
Totaal 296.086 294.234 ‒ 1.852
1) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
  1. In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.5 geeft per begrotingshoofdstuk de netto-uitgaven weer die binnen het uitgavenkader vallen. Tabel 4.6 geeft vervolgens per begrotingshoofdstuk de uitgaven weer die buiten het uitgavenkader vallen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om uitgaven die niet meetellen in het begrotingstekort (het EMU-saldo), zoals het verstrekken van (studie)leningen, de bijdrage van het Rijk aan de sociale fondsen of de opbrengst van het verkopen van staatsdeelnemingen. Daarnaast zijn er uitgaven die wel EMU-saldorelevant zijn, maar buiten het uitgavenkader zijn geplaatst, zoals de uitgaven aan de zorgtoeslag.

Evenals bij voorgaande tabellen geldt dat de genoemde bedragen in tabel 4.5 en 4.6 op kasbasis zijn, behalve het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld dat deels op transactiebasis wordt opgesteld. De uitgaven aan het aflossen van en de ontvangsten uit het uitgeven van de staatsschuld zijn niet in deze tabel opgenomen, maar worden in bijlage 5 afzonderlijk toegelicht.

Begrotingsgefinancierd
1 De Koning 54 57 3
2A Staten-Generaal 235 262 27
2B Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 176 184 8
3 Algemene Zaken 89 109 20
4 Koninkrijksrelaties 169 23 ‒ 145
5 Buitenlandse Zaken 3.731 2.978 ‒ 753
6 Justitie en Veiligheid 19.383 20.897 1.514
7 Binnenlandse Zaken 10.602 9.820 ‒ 782
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 50.100 52.606 2.505
9A Nationale Schuld (Transactiebasis) 7.788 22 ‒ 7.766
9B Financiën 7.425 9.952 2.526
10 Defensie 20.015 9.794 ‒ 10.221
12 Infrastructuur en Waterstaat 14.526 13.851 ‒ 675
13 Economische Zaken en Klimaat 7.901 4.365 ‒ 3.535
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2.785 3.809 1.024
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 29.202 31.309 2.107
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 7.084 6.470 ‒ 614
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 3.599 3.704 105
50 Gemeentefonds 42.874 43.806 932
51 Provinciefonds 3.341 3.954 614
55 Mobiliteitsfonds 188 188
60 Accres Gemeentefonds 671 ‒ 671
61 Accres Provinciefonds 129 ‒ 129
64 BES-fonds 71 104 33
65 Deltafonds 180 180
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds 7.334 7.334
70 Nationaal Groeifonds 21 21
AP Aanvullende Posten 8.768 ‒ 8.768
90 Consolidatie1
HGIS Internationale Samenwerking2 (8.398) (8.185) 213
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven 240.717 225.799 ‒ 14.919
Premiegefinancierd
40 Sociale Verzekeringen 77.657 77.936 279
41 Zorg 95.270 93.224 ‒ 2.046
Premiegefinancierde netto-uitgaven 172.927 171.159 ‒ 1.768
Totaal 413.644 396.958 ‒ 16.686
1) Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat voornamelijk om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds.
2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
4 Koninkrijksrelaties 5 23 19
5 Buitenlandse zaken 4.984 4.608 ‒ 376
6 Justitie en Veiligheid 3.248 2.733 ‒ 515
7 Binnenlandse Zaken ‒ 33 ‒ 50 ‒ 17
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 3.328 1.475 ‒ 1.853
9A Nationale Schuld (Transactiebasis) ‒ 10.478 ‒ 12.161 ‒ 1.683
9B Financiën ‒ 146 10.132 10.278
10 Defensie 1.055 2.358 1.303
12 Infrastructuur en Waterstaat 40 1 ‒ 39
13 Economische Zaken en Klimaat ‒ 1.276 ‒ 1.122 154
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 26.478 29.441 2.962
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 28.001 30.632 2.631
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ‒ 16 207 223
50 Gemeentefonds 0 30 30
58 Diergezondheidsfonds ‒ 1 5 5
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds 0 124 124
70 Nationaal Groeifonds 0 0 0
AP Aanvullende posten 179 0 ‒ 179
HGIS Internationale Samenwerking1 (1.039) (2.665) ‒ 1.626
Totaal netto-uitgaven buiten het kader 55.368 68.435 13.067
1) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.7 geeft de totale netto-uitgaven aan Internationale Samenwerking (HGIS) aan per begrotingshoofdstuk. Deze uitgaven aan internationale samenwerking worden gecoördineerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar worden verantwoord op de individuele begrotingen. In bovenstaande tabellen zijn deze middelen onderdeel van de totalen per begroting. Onderaan deze tabellen staat het totaal aan HGIS-uitgaven over alle begrotingen.

5 Buitenlandse Zaken 2.451 2.455 4
6 Justitie en Veiligheid 1.339 1.279 ‒ 59
7 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 0 0 0
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 112 116 4
9B Financiën 341 288 ‒ 53
10 Defensie 217 218 2
12 Infrastructuur en Waterstaat 36 33 ‒ 3
13 Economische Zaken en Klimaat 31 38 7
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 41 43 2
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 1 0
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 8 8 1
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 3.599 3.704 105
AP Aanvullende posten 0 0 0
Totaal kaderrelevante netto-uitgaven HGIS 8.175 8.185 10
5 Buitenlandse Zaken 0 42 42
6 Justitie en Veiligheid 0 3 3
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0 1 1
9B Financiën 0 34 34
10 Defensie 1.055 2.351 1.295
12 Infrastructuur en Waterstaat 0 1 1
13 Economische Zaken en Klimaat 0 27 27
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ‒ 16 207 223
Totaal niet kaderrelevante netto-uitgaven HGIS 1.039 2.665 1.626
Totaal netto-uitgaven HGIS 9.214 10.850 1.636
Netto-uitgaven visuele samenvatting 414,1 Visualisatie
Sociale Zekerheid 107,5
Sociale Zaken en Werkgelegenheid kaderrelevant 31,3 Tabel 4.5
Sociale verzekeringen premiegefinancierd 77,9 Tabel 4.5
Werkgeversbijdrage kinderopvang niet kader- wel saldorelevant ‒ 1,7 H15 artikel 7
Zorg 106,2
Volksgezondheid, Welzijn en Sport kaderrelevant 6,5 Tabel 4.5
Zorg premiegefinancierd 93,2 Tabel 4.5
Zorgtoeslag en TSZ niet kader- wel saldorelevant 6,5 H16 artikel 8
Oekraïnemiddelen VWS niet kader- wel saldorelevant 0,0 Tabel 10.1
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 52,7
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kaderrelevant 52,6 Tabel 4.5
Overig OCW niet kader- wel saldorelevant 0,1 H8
Gemeenten en provincies 52,2
Gemeentefonds en accres Gemeentefonds kaderrelevant 43,8 Tabel 4.5
Provinciefonds en accres Provinciefonds kaderrelevant 4,0 Tabel 4.5
Btw-compensatiefonds 4,4 H9 artikel 6
Gemeentefonds niet kader-, wel saldorelevant 0,0 H50
Justitie en Veiligheid 23,6
Justitie en Veiligheid kaderrelevant 20,9 Tabel 4.5
Oekraïnemiddelen JenV niet kader- wel saldorelevant 2,7 Tabel 10.1
Defensie 19,6
Defensie kaderrelevant 9,8 Tabel 4.5
Defensiematerieelbegrotingsfonds kaderrelevant 7,3 Tabel 4.5
Oekraïnemiddelen DEF niet kader- wel saldorelevant 2,4 Tabel 10.1
Oekraïnemiddelen DMF niet kader- wel saldorelevant 0,1 Tabel 10.1
Infrastructuur en Waterstaat 14,2
Infrastructuur en Waterstaat kaderrelevant 13,9 Tabel 4.5
Mobiliteitsfonds kaderrelevant 0,2 Tabel 4.5
Deltafonds kaderrelevant 0,2 Tabel 4.5
Overig IenW niet kader- wel saldorelevant 0,0 H12
Buitenlandse Zaken 11,5
Buitenlandse Zaken kaderrelevant 3,0 Tabel 4.5
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking kaderrelevant 3,7 Tabel 4.5
EU-afdrachten Invoerrechten niet kader- wel saldorelevant 4,2 H5 artikel 3
Oekraïnemiddelen BZ niet kader- wel saldorelevant 0,4 Tabel 10.1
Oekraïnemiddelen BHOS niet kader- wel saldorelevant 0,2 Tabel 10.1
Financiën en Nationale Schuld 11,3
Financiën kaderrelevant 10,0 Tabel 4.5
Rentelasten staatsschuld niet kader- wel saldorelevant 5,8 H9A artikel 11
Rentelasten schatkistbankieren niet kader- wel saldorelevant 1,7 H9A artikel 12
Oekraïnemiddelen FIN niet kader- wel saldorelevant 0,2 H9B
BIR en overig niet kader-, wel saldorelevant ‒ 1,9 H9B
af: Btw-compensatiefonds ‒ 4,4 H9B artikel 6
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 9,9
Binnenlandse Zaken kaderrelevant 9,8 Tabel 4.5
Koninkrijksrelaties kaderrelevant 0,0 Tabel 4.5
BES-fonds kaderrelevant 0,1 Tabel 4.5
Overig BZK niet kader- wel saldorelevant 0,0 H7 artikel 12
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 3,8
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kaderrelevant 3,8 Tabel 4.5
Diergezondheidsfonds niet kader- wel saldorelevant 0,0 Tabel 4.4
Economische Zaken en Klimaat 3,3
Economische Zaken en Klimaat kaderrelevant 4,4 Tabel 4.5
Nationaal Groeifonds kaderrelevant 0,0 Tabel 4.5
ETS en overig EZK niet kader-, wel saldorelevant (incl. NGF) ‒ 1,1 H13 en H70
Overig ‒ 1,8
Kas-transverschillen en overige posten ‒ 2,4 Tabel 5.4
Overige begrotingen 0,6 Tabel 4.5
Totale netto-uitgaven relevant voor het EMU-saldo centrale overheid 414,1 Tabel 5.1

5 EMU-saldo en EMU-schuld

Tabel 5.1 betreft een overzicht van de inkomsten, de uitgaven, het EMU-saldo en de EMU-schuld (de budgettaire kerngegevens). Het betreft de inkomsten en uitgaven van het Rijk die relevant zijn voor het EMU-saldo. Om van het EMU-saldo Rijk tot het saldo van de gehele collectieve sector te komen, wordt het EMU-saldo van de decentrale overheden meegeteld. De EMU-schuld wordt hier voor de gehele collectieve sector weergeven.

Inkomsten (belastingen en sociale premies) 402,9 407,2 4,3
Netto-uitgaven binnen het uitgavenkader 413,6 397,0 ‒ 16,7
Overige netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo 19,9 17,1 ‒ 2,8
Totale netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo 433,6 414,1 ‒ 19,5
EMU-saldo centrale overheid ‒ 30,6 ‒ 6,9 23,8
EMU-saldo decentrale overheden ‒ 1,1 ‒ 3,2 ‒ 2,1
EMU-saldo collectieve sector ‒ 31,7 ‒ 10,1 21,6
EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp) ‒ 2,9% ‒ 0,9% 2,1%
EMU-schuld collectieve sector 509,5 491,6 ‒ 17,9
EMU-schuld collectieve sector (in procenten bbp) 47,3% 43,3% ‒ 3,9%
Bruto binnenlands product (bbp) 1.078,3 1.134,1 55,8

Tabel 5.2 geeft de opbouw van het EMU-saldo van de collectieve sector weer. Dit EMU-saldo, ook wel het overheidssaldo genoemd, is de optelsom van alle inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid en de decentrale overheden. De inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid zijn in meer detail te vinden in bijlage 3 en 4. Om tot het EMU-saldo te komen worden enkele correcties toegepast: sommige uitgaven tellen namelijk niet mee voor het EMU-saldo (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.3) en voor sommige posten telt een ander bedrag mee voor het EMU-saldo (op transactiebasis) dan op kasbasis in de Rijksbegroting is opgenomen (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.4).

1 Belasting- en premieontvangsten 402.943 407.223 4.280
2 Totale netto-uitgaven 469.013 465.393 ‒ 3.619
3 Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven ‒ 41.482 ‒ 48.899 ‒ 7.418
4 Bij: Kas-transverschillen en overige posten ‒ 6.036 2.414 8.449
5 Bij: EMU-saldo decentrale overheden ‒ 1.090 ‒ 3.227 ‒ 2.137
6 EMU-saldo collectieve sector (1-2-3+4+5) ‒ 31.713 ‒ 10.084 21.629

De uitgaven die wel op de Rijksbegroting staan, maar die niet meetellen voor het EMU-saldo, staan vermeld in tabel 5.3. Wat er wel en niet meetelt voor het EMU-saldo is vastgesteld door het Europese statistiekbureau Eurostat in de Manual on Government Deficit and Debt.

Verstrekking studieleningen 4.707 3.013 ‒ 1.694
Aflossing studieleningen ‒ 1.379 ‒ 1.614 ‒ 235
Aan- en verkoop staatsdeelnemingen 549 ‒ 972 ‒ 1.521
Voortijdige beeindiging derivaten 0 ‒ 206 ‒ 206
Rente-ontvangsten derivaten 1 52 51
Uitgaven gerelateerd aan Oekraïne 0 0 0
Rijksbijdragen aan sociale fondsen (incl. rente) 51.884 56.992 5.107
Kasbeheer ‒ 13.023 ‒ 21.073 ‒ 8.051
Lening TenneT 0 13.100 13.100
Overig ‒ 1.258 ‒ 392 866
Totaal 41.482 48.899 7.418

Tabel 5.4 geeft de posten weer die wel meetellen voor het EMU-saldo, maar die niet, of niet op dezelfde manier, in de Rijksbegroting staan. Voor een deel ervan geldt dat voor het EMU-saldo wordt gerekend met de uitgaven en ontvangsten op transactiebasis, terwijl de Rijkbegroting de uitgaven op kasbasis bijhoudt. Om tot het EMU-saldo te komen moet daarom bovenop het bedrag dat daadwerkelijk de kas heeft verlaten nog een zogenoemd kas-transverschil worden meegeteld. Daarnaast is er een aantal posten die niet op de Rijkbegroting staan, zoals het positieve of negatieve saldo van agentschappen en de kosten van zorgverzekeraars. Deze posten zijn ook meegenomen in tabel 5.4, omdat deze ook meetellen voor het EMU-saldo.

In tabel 1.2.1.1 in de hoofdtekst van dit Financieel Jaarverslag is in de verticale toelichting van het EMU-saldo een overige post van 3.297 miljoen euro opgenomen. Dit bedrag kan uit tabel 5.4 worden berekend door het Totaal Rijk en sociale fondsen (8.363 miljoen euro) te verminderen met de KTV rijksbijdragen aan decentrale overheden (4.798 miljoen euro) en de Mutatie begrotingsreserves (267 miljoen euro).

KTV EU-afdrachten 0 ‒ 901 ‒ 901
KTV Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) 0 1.156 1.156
KTV Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) 0 ‒ 39 ‒ 39
KTV OV-beschikbaarheidsvergoeding 13 18 5
KTV OV-studentenkaart ‒ 1.000 0 1.000
KTV Veilingopbrengsten 284 117 ‒ 167
KTV Gasbaten ‒ 580 212 792
KTV Publiek private samenwerking 199 160 ‒ 39
KTV Defensie 0 1.534 1.534
KTV Prestatiebeurzen ‒ 1.895 ‒ 1.639 256
KTV Rijksbijdragen aan decentrale overheden 0 4.798 4.798
Mutatie begrotingsreserves ‒ 421 ‒ 153 267
Saldo agentschappen en rest centrale overheid 0 540 540
Overig ‒ 1.805 1.490 3.295
Subtotaal Rijk ‒ 5.204 7.294 12.498
Eigenrisicodragers WGA/ZW 497 503 6
Zorgbemiddeldingskosten ‒ 1.328 ‒ 1.813 ‒ 484
Correctie aansluiting premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten1 0 ‒ 4.055 ‒ 4.055
Overige correcties 0 484 484
Subtotaal sociale fondsen ‒ 831 ‒ 4.880 ‒ 4.049
Totaal Rijk en sociale fondsen ‒ 6.036 2.414 8.449
1 Het stelsel van macro-economische statistieken zoals het CBS deze bijhoudt wordt de nationale rekeningen genoemd. Deze nationale rekeningen (NR) zijn afgelopen zomer gereviseerd. De wettelijke sociale premies die socialezekerheidsfondsen betalen op de uitkeringen werden voorheen gesaldeerd met de uitkeringen. Vanaf de NR-revisie worden de uitkeringen en de bijbehorende wettelijk sociale premies bruto geregistreerd: bijvoorbeeld de Zvw-premie die afgedragen wordt bij een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit leidt tot zowel hogere uitgaven als hogere premie-inkomsten die per saldo tegen elkaar wegstrepen. De raming van premie-inkomsten is gebaseerd op data van CPB en CBS. Daarom is hierbij uitgegaan van de bruto registratiewijze. Voor de premiegefinancierde uitgaven op de rijksbegroting wordt gewerkt volgens de gesaldeerde registratiewijze. Om te voorkomen dat deze twee verschillende registratiewijzen tot een onbedoeld technisch effect op het EMU-saldo leiden, is een correctie toegepast.

Tabel 5.5 geeft de verdeling van het EMU-saldo over de verschillende onderdelen van de collectieve sector weer. In tabel 5.6 wordt het EMU-saldo van het Rijk verder uitgesplitst.

EMU-saldo centrale overheid ‒ 41.871 ‒ 20.298 21.573
EMU-saldo sociale fondsen 11.247 13.441 2.194
EMU-saldo decentrale overheden ‒ 1.090 ‒ 3.227 ‒ 2.137
EMU-saldo collectieve sector ‒ 31.713 ‒ 10.084 21.629
EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp) ‒ 2,9% ‒ 0,9% 2,1%
Belastingontvangsten 269.822 274.734 4.912
Netto begrotingsgefinancierde uitgaven ‒ 296.086 ‒ 294.234 1.852
Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven 41.482 48.899 7.418
Betaalde rijksbijdrage en rente aan sociale fondsen ‒ 51.884 ‒ 56.992 ‒ 5.107
Kas-transverschillen en overige posten Rijk ‒ 5.204 7.294 12.498
EMU-saldo Rijk (centrale overheid) ‒ 41.871 ‒ 20.298 21.573

Tabel 5.7 geeft het financieringstekort van het Rijk weer. Het financieringstekort is het bedrag dat het Rijk op kasbasis in een jaar tekort komt of over heeft. Het financieringstekort is daarmee dus ook het bedrag dat in een jaar extra moet worden geleend of, bij een overschot, waarmee schulden kunnen worden afgelost. Waar het EMU-saldo een begrip op transactiebasis is, is het financieringstekort een begrip op kasbasis. Om te komen tot het financieringstekort moeten naast de belastingontvangsten en de uitgaven op de begrotingen nog een aantal correcties worden toegepast. Ten eerste zijn de belastingen, zoals die meetellen voor het EMU-saldo, berekend op transactiebasis. Om tot de belastingen op kasbasis te komen moet het kas-transverschil hier vanaf worden getrokken. Hetzelfde geldt voor posten op de Rijksbegroting die niet op kasbasis zijn. Allereerst is dat de rente op de staatsschuld. Deze staat in de Rijksbegroting op transactiebasis, terwijl voor het financieringstekort alleen de kasuitgaven meetellen. Daarnaast wordt geld storten in (of opnemen uit) een begrotingsreserve op de begroting gezet als uitgave of ontvangst, terwijl het geld de schatkist in dat geval niet daadwerkelijk verlaat of binnenkomt. Daarom wordt voor dit type uitgaven ook gecorrigeerd om tot het financieringssaldo te komen.

Belastinginkomsten (kasbasis) 278.381 283.807 5.426
Netto begrotingsgefinancierde uitgaven ‒ 296.086 ‒ 294.234 1.852
Af: kas-transverschil rentelasten ‒ 390 847 1.237
Mutatie begrotingsreserves ‒ 421 ‒ 153 267
Mutaties derdenrekeningen inclusief Fortis lening 0 ‒ 180 ‒ 180
Financieringssaldo Rijksoverheid ‒ 18.515 ‒ 9.913 8.602

Het financieringssaldo werkt één op één door in de staatsschuld. Voor een financieringstekort moet immers geleend worden op de financiële markten, terwijl een overschot gebruikt kan worden om schulden af te lossen. Tabel 5.8 geeft de ontwikkeling van de EMU-schuld weer gedurende het jaar 2024, in de eerste kolom zoals verwacht werd bij Miljoenennota 2024 en in de tweede kolom zoals daadwerkelijk gerealiseerd. De EMU-schuld betreft de hele collectieve sector, dus ook het tekort van decentrale overheden en agentschappen heeft invloed op de EMU-schuld.

EMU-schuld begin jaar 489.927 482.228 ‒ 7.699
Financieringssaldo Rijksoverheid 18.515 9.913 ‒ 8.602
EMU-saldo decentrale overheden 1.090 3.227 2.137
EMU-saldo rest centrale overheid 0 ‒ 540 ‒ 540
Schatkistbankieren decentrale overheden 0 0 0
Overig 0 ‒ 3.243 ‒ 3.243
EMU-schuld einde jaar 509.532 491.585 ‒ 17.947
EMU-schuldquote (in procenten bbp) 47,3% 43,3% ‒ 3,9%

Tabel 5.9 bevat de ontwikkeling van de EMU-schuldquote (de EMU-schuld in verhouding tot het bbp). Behalve het begrotingstekort of -overschot heeft ook de ontwikkeling van het bbp zelf invloed op de schuldquote. Dit is weergegeven als het noemereffect.

EMU-schuldquote begin jaar 47,6% 46,6% ‒ 1,0%
Noemereffect bbp ‒ 2,2% ‒ 4,1% ‒ 1,9%
Financieringssaldo Rijksoverheid 1,7% 0,9% ‒ 0,8%
EMU-saldo decentrale overheden 0,1% 0,3% 0,2%
EMU-saldo rest centrale overheid 0,0% 0,0% 0,0%
Schatkistbankieren decentrale overheden 0,0% 0,0% 0,0%
Overig 0,0% ‒ 0,3% ‒ 0,3%
EMU-schuldquote einde jaar 47,3% 43,3% ‒ 3,9%

De tabellen 5.10 en tabel 5.11 geven een historisch overzicht van het EMU-saldo en de EMU-schuld in de afgelopen tien jaar, zowel in euro's als in procenten van het bbp.

EMU-saldo ‒ 12,4 1,6 9,9 11,6 14,8 ‒ 29,5 ‒ 19,6 0,1 ‒ 3,8 ‒ 10,1
bbp 699,2 720,2 750,9 787,3 829,8 816,5 891,6 993,8 1.067,6 1.134,1
EMU-saldo (in procenten bbp) ‒ 1,8% 0,2% 1,3% 1,5% 1,8% ‒ 3,6% ‒ 2,2% 0,0% ‒ 0,4% ‒ 0,9%
EMU-schuld 446,3 438,5 420,4 406,0 395,4 436,1 450,2 481,1 482,2 491,6
bbp 699,2 720,2 750,9 787,3 829,8 816,5 891,6 993,8 1.067,6 1.134,1
EMU-schuld (in procenten bbp) 63,8% 60,9% 56,0% 51,6% 47,7% 53,4% 50,5% 48,4% 45,2% 43,3%

Tabel 5.12 en tabel 5.13 geven een aansluiting tussen de cijfers zoals deze zijn gepresenteerd in bijlage 1 Rijksrekening en bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld.

Totaal kasuitgaven begrotingen 384,7 Tabel 1.2
Rentelasten 9,5 Tabel 1.4
Totaal kasuitgaven begrotingen en rentelasten 394,2
Af: uitgaven aflossing vaste schuld 38,3 H9A artikel 11
Af: uitgaven aflossing vlottende schuld 0,0 H9A artikel 11
Af: consolidatie 10,4 Tabel 4.2
Totaal uitgaven begrotingen 345,5 Tabel 4.2
Af: niet-belastingontvangsten begrotingen 51,3 Tabel 4.3
Totaal netto-uitgaven begrotingen 294,2 Tabel 4.4
Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven 171,2 Tabel 4.5
w.v. Sociale Verzekeringen 77,9 Tabel 4.5
w.v. Zorg 93,2 Tabel 4.5
Totaal netto-uitgaven (begrotingen en premies) 465,4 Tabel 5.1
w.v. Netto-uitgaven binnen het uitgavenkader 397,0 Tabel 4.5
w.v. Netto-uitgaven buiten het uitgavenkader 68,4 Tabel 4.6
Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven 48,9 Tabel 5.2
Bij: kas-transverschillen en overige posten ‒ 2,4 Tabel 5.2
Totaal netto-uitgaven relevant voor EMU-saldo 414,1 Tabel 5.1
Totaal kasontvangsten begrotingen 391,9 Tabel 1.3
Rentebaten 0,4 Tabel 1.5
Totaal kasontvangsten begrotingen en rentebaten 392,3
Af: uitgifte vaste schuld 39,3 H9A artikel 11
Af: uitgifte vlottende schuld 7,2 H9A artikel 11
Af: (Dis)agio bij inkoop schuld 0,3 H9A artikel 11
Af: consolidatie 10,4 Tabel 4.3
Af: niet-belastingontvangsten 51,3 Tabel 4.3
Totaal belastingen op kasbasis 283,8 Tabel 3.2
Premie-inkomsten op kasbasis 133,2
w.v. volksverzekeringen 39,0 Tabel 3.2
w.v. werknemersverzekeringen (EMU-basis) 94,1 Tabel 3.2
Totale inkomsten op kasbasis 417,0
Kas-transverschillen inkomsten 9,8
w.v. kas-transverschillen belastingen 9,1 Tabel 3.2
w.v. kas-transverschillen premies volksverzekeringen 0,5 Tabel 3.2
w.v. kas-transverschillen premies werknemersverzekeringen 0,1 Tabel 3.2
Totaal belastingen en premies op EMU-basis 407,2 Tabel 5.1

6 Fiscale regelingen

Sinds 2002 wordt budgettaire informatie over fiscale regelingen opgenomen in de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk. In de Miljoenennota worden ook onder andere het beleidsverantwoordelijk departement en de afgeronde en geplande evaluaties vermeld. Meer beleidsmatige informatie over fiscale regelingen wordt opgenomen in de begrotingen en jaarverslagen van de verschillende vakdepartementen.

In het Financieel Jaarverslag van het Rijk wordt de realisatie weergegeven van fiscale regelingen die gebudgetteerd zijn of die zien op afdrachtvermindering. Dit betreft de afdrachtverminderingen in de loonbelasting voor zeevaart en speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de investeringsfaciliteiten in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt, namelijk de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). De voorlopige realisaties van deze regelingen worden hier vermeld. Definitieve realisaties worden pas in de loop van 2025 bekend en worden opgenomen in de Miljoenennota 2026. Voor de overige fiscale regelingen zal in de Miljoenennota 2026 een geactualiseerde raming voor 2024 worden opgenomen, op basis van de meest recente gegevens op dat moment.

De investeringsregelingen en de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zijn gebudgetteerde regelingen met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie. De afdrachtvermindering zeevaart is geen gebudgetteerde regeling. Een uitgebreidere beschrijving van deze fiscale regelingen en de ramingsmethodiek kan gevonden worden in de Miljoenennota 2025, bijlage 11.

6.1 Afdrachtverminderingen in de loonbelasting

Tabel 6.1 laat de voorlopige (geschatte) realisaties van de betreffende afdrachtverminderingen over 2024 zien. De realisaties zijn gebaseerd op geaggregeerde informatie vanuit de loonaangiften.

Afdrachtvermindering Raming 2024 (MN 2025) Voorlopige realisatie 2024
Speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) 1.446 1.291
Zeevaart 116 117
  1. De voorlopige realisatie 2024 betreft de stand zoals bekend begin mei 2025.

Het totale beschikbare budget voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zoals opgenomen in de Miljoenennota 2025 bedroeg 1.446 miljoen euro. De geschatte voorlopige realisatie is 1.291 miljoen euro. Met deze realisatie is er een onderuitputting van 155 miljoen euro. De onderuitputting wordt conform de geldende systematiek aan het in 2026 beschikbare budget toegevoegd. De hoogte van de verzilverde S&O-afdrachtvermindering over 2024 wordt in juli 2025 definitief vastgesteld op basis van de realisaties tot en met juni 2025. De daadwerkelijke realisatie kan daardoor nog enkele miljoenen afwijken en wordt met Prinsjesdag openbaar gemaakt.

De raming van de afdachtvermindering zeevaart in de Miljoenennota 2025 voor 2024 bedroeg 116 miljoen euro. De voorlopige realisatie van de afdrachtvermindering zeevaart voor 2024 is 117 miljoen euro. Het budgettaire belang van deze regeling is vrij constant over de jaren.

6.2 Investeringsfaciliteiten

Tabel 6.2 bevat voorlopige realisatiegegevens over het jaar 2024 voor de investeringsfaciliteiten waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt.

Regeling Budget 2024 (MN 2025) Voorlopige realisatie 2024
Energie-investeringsaftrek (EIA) 259 226
Milieu-investeringsaftrek (MIA) 192 249
Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) 25 22
  1. De voorlopige realisatie 2024 betreft de stand zoals bekend begin mei 2025.

De EIA heeft voor 2024 een budget van 259 miljoen euro. De budgetclaim van de EIA bedraagt 226 miljoen euro volgens voorlopige realisatiecijfers. Daarmee is in 2023 naar verwachting een onderuitputting van 33 miljoen euro. Hiermee wordt het tekort op de budgetreserve teruggebracht tot 74 miljoen euro. Doordat per 2024 het aftrekpercentage van de EIA structureel verlaagd is, is het de verwachting dat het tekort op de budgetreserve zal worden ingelopen.

De Vamil heeft voor 2024 een budget van 25 miljoen. Het voorlopige realisatiecijfer is 22 miljoen euro waardoor er een lichte onderuitputting is van 3 miljoen euro. De budgetreserve stijgt hierdoor naar 36 miljoen euro.

De MIA heeft voor 2024 een budget van 192 miljoen euro in de Miljoenennota 2025. De budgetclaim van de MIA bedraagt 249 miljoen euro volgens voorlopige realisatiecijfers. Daarmee is in 2024 naar verwachting een overuitputting van 57 miljoen euro. Als gevolg hiervan is op de budgetreserve er een tekort van 28 miljoen euro. In het voorjaar van 2025 is besloten om in 2025 eenmalig de budgetreserve van de Vamil toe te voegen aan de budgetreserve van de MIA. Hierdoor zal het tekort op de budgetreserve van de MIA (geheel) opgevangen worden.

7 Beleidsmatige mutaties na de Najaarsnota

Deze bijlage bevat een overzicht van beleidsmatige mutaties na de Najaarsnota die groter zijn dan 2 miljoen euro én leiden tot een artikeloverschrijding. Departementen rapporteren in hun Kamerstukken over de oorzaak van deze overschrijding. In de laatste drie kolommen wordt zichtbaar of de mutatie een uitgave (U) en / of verplichting (V) of ontvangst (O) is.

Buitenlandse Zaken Apparaat Technische aanpassing verantwoording externe inhuur 17,5 Kamerstuk 36600-VI-125 X X
Defensie Inzet Lagere ontvangsten door verschoven cofinanciering Oekraïnesteun ‒ 117,0 Kamerstuk 36600-X-70 X
Defensie Inzet Versnelling steunleveringen Oekraïne tov NJN 25,0 Kamerstuk 36600-X-70 X
Defensie Koninklijke luchtmacht Hogere uitgaven door eindejaarsuitkering en gereedstelling 31,0 Kamerstuk 36600-X-70 X X
Defensie Apparaat Kerndepartement Meer inzet van extern personeel 45,0 Kamerstuk 36600-X-70 X
Defensie Koninklijke luchtmacht Hogere uitgaven door meer (vlieg)opleidingen 15,0 Kamerstuk 36600-X-70 X
Defensie Apparaat Kerndepartement Betaling pensioengelden over 2024 100,0 Kamerstuk 36600-X-70 X X
Defensiematerieelbegrotingsfonds Defensiebreed Materieel Lagere ontvangsten door minder verkoop en ontwikkeling defensiematerieel ‒ 32,0 Kamerstuk 36600-K-6 X
Defensiematerieelbegrotingsfonds Infrastructuur en Vastgoed Hogere realisatie instandhouding Defensievastgoed 20,0 Kamerstuk 36600-K-6 X
Defensiematerieelbegrotingsfonds Lucht Materieel Versnelling bestelling Medium utility helicopter 113,0 Kamerstuk 36600-K-6 X
Economische Zaken en Klimaat Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering Subsidie EBN onderhoudsvoorziening Piekgasinstallatie Alkmaar 30,0 Kamerstuk 36 600-XIII-56 X
Financiën Internationale financiële betrekkingen Bijdrage Wereldbank 7,2 Kamerstuk 36600-IX-33 X X
Infrastructuur en Waterstaat Handhaving en toezicht Saldo 2024 - Overschrijding Uitgavenkader ILT 3,5 Kamerstuk 36600-XII-81 X
Infrastructuur en Waterstaat Brede doeluitkering Verplichtingenschuif BDU - Zuid-Holland 2,5 Kamerstuk 36600-XII-81 X
Infrastructuur en Waterstaat Brede doeluitkering Verplichtingenschuif BDU - Studiekosten Vlietlijn 6,2 Kamerstuk 36600-XII-81 X
Infrastructuur en Waterstaat Brede doeluitkering Verplichtingenschuif BDU - Toegankelijkheid MRDH 4,2 Kamerstuk 36600-XII-81 X
Infrastructuur en Waterstaat Brede doeluitkering Verplichtingenschuif BDU - Toegankelijkheid VRA 4,3 Kamerstuk 36600-XII-81 X
Infrastructuur en Waterstaat Brede doeluitkering Verplichtingenschuif BDU - Vastlegging middelen 2025 159,8 Kamerstuk 36600-XII-81 X
Infrastructuur en Waterstaat Bijdrage investeringsfondsen Terugboeking middelenafspraak vrachtwagenheffing 16,6 Kamerstuk 36600-XII-81 X X X
Infrastructuur en Waterstaat Algemeen departement Bijstelling covid-testen 60,7 Kamerstuk 36600-XII-81 X
Koninkrijksrelaties Apparaat Overboeking JenV basisdienstverlening 3,0 Kamerstuk 36600-VII-123 X X
Koninkrijksrelaties Bevorderen sociaaleconomische structuur Gerechtelijke procedure eroderende klif 2,5 Kamerstuk 36600-VII-123 X
Koninkrijksrelaties Apparaat Overschrijding verplichtingenbudget 2,0 Kamerstuk 36600-VII-123 X
Mobiliteitsfonds Bijdrage Mobilliteitsfonds BTW afdracht inzake subsidie rijlandroute (A4-A44) ‒ 15,4 Kamerstuk 36600-XII-81 X
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Media Desaldering STER-inkomsten 11,0 Jaarverslag OCW X X
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Onderzoek en Wetenschapsbeleid Correctie NGF ZMS 7,1 Jaarverslag OCW X
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Onderzoek en Wetenschapsbeleid Correctie NGF ZMS 4,0 Jaarverslag OCW X
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Voortgezet onderwijs Verplichtingenruimte basisvaardigheden primair naar voortgezet onderwijs 3,8 Jaarverslag OCW X
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Voortgezet onderwijs Verplichtingenruimte bekostiging primair naar voortgezet onderwijs 513,6 Jaarverslag OCW X
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wetenschappelijk onderwijs Garanties verleend - Bouwleningen academische ziekenhuizen 133,7 Jaarverslag OCW X
Sociale Zaken en Werkgelegenheid Apparaat Kerndepartement Ophoging Verplichtingenbudget automatisering NLA 12,8 Kamerstuk 36600-XV-88 X
Volksgezondheid, Welzijn en Sport Curatieve zorg Ophoging verplichtingenruimte t.b.v. instellingssubsidies medisch-specialistische zorg 33,0 Kamerstuk 36600-XVI-153 X

8 Risicoregelingen van het Rijk 2024

In tabellen 8.1 tot en met 8.4 wordt een totaaloverzicht van verschillende soorten risicoregelingen van het Rijk weergegeven. Voor details over onderstaande garantieregelingen, achterborgstellingen en leningen wordt verwezen naar begrotingen en jaarverslagen van de betreffende vakdepartementen.

Garanties

Een garantie is een voorwaardelijke, financiële verplichting van het Rijk aan een derde buiten het Rijk. Hiermee staat de overheid garant voor bepaalde (inter)nationale financiële verplichtingen, en neemt het deze verplichtingen over als de partij waaraan de garantie is verleend deze niet langer kan nakomen. Garantieregelingen worden als verplichting opgenomen in de begroting van het betreffende vakdepartement.

Onderstaande tabel 8.1 bevat de garantieregelingen van het Rijk. Alle regelingen met een uitstaand risico kleiner dan 100 miljoen euro zijn samengevat in de post ‘overig’. Het overzicht bevat alle garanties met de stand ultimo 2024. Ontwikkelingen daarna zijn niet in het overzicht opgenomen, omdat die buiten de reikwijdte van het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2024 vallen. Deze worden meegenomen in het overzicht van risicoregelingen van het Rijk bij de Miljoenennota 2026.

In het overzicht worden achtereenvolgens de begroting (b), het begrotingsartikel (a) en de omschrijving van de garantie weergegeven. Daarachter staat allereerst het totaalbedrag aan uitstaande garantie per eind 2023. Dit bedrag is een optelsom van alle eerdere verleende en vervallen garanties. Vervolgens worden de in 2024 verleende en vervallen garanties in aparte kolommen weergegeven. Samen tellen deze drie kolommen op tot de eindstand aan uitstaande garanties eind 2024. In de laatste twee kolommen worden tot slot de jaar- en totaalplafonds weergegeven.

Een garantieregeling van het Rijk kent in principe altijd een maximum, het garantieplafond. Dit plafond kan een jaarlijks plafond zijn (per jaar mag een maximaal bedrag aan garanties worden verleend) of een totaalplafond (er mogen nooit meer garanties verleend worden dan het plafond). In tabel 8.1 is onderscheid gemaakt tussen beide soorten plafonds. Bij internationale organisaties is gekozen het garantieplafond gelijk te stellen aan de uitstaande garanties. Hiervan is sprake bij de Europese garanties (EFSF, EFSM en ESM en NGEU) en de garanties van een aantal internationale financiële instellingen (IMF en Wereldbank). Ook bij andere regelingen waar geen plafond is afgesproken, is het totaalplafond gelijkgesteld aan de uitstaande garanties.

Uit tabel 8.1 blijkt dat het totaalbedrag aan uitstaande garanties van het Rijk in 2024 220,1 miljard euro bedraagt. In 2023 was dit bedrag 215,1 miljard euro, wat betekent dat gedurende het jaar netto voor 5,0 miljard euro aan extra garanties zijn uitgezet. Dit komt met name door twee nieuwe garanties voor Oekraïne met een omvang van 3,4 en 2,0 miljard euro. Andere grote garantieverleningen zijn onder andere op het gebied van de exportkredietverzekeringen (3,6 miljard euro), de deelneming in kapitaal IMF van DNB (2,8 miljard euro), de AfDB (0,9 miljard euro) en de FMO (0,9 miljard euro). De garantie voor het Single Resolution Fund van 4,1 miljard euro is volledig komen te vervallen.

Om de risico’s voor de overheidsfinanciën te beheersen, en een goede afweging tussen verschillende beleidsinstrumenten te bevorderen, wordt een ‘nee-tenzij’-beleid gevoerd ten aanzien van risicoregelingen. Dit beleid is vastgelegd in de begrotingsregels en houdt in dat er terughoudend wordt omgegaan met het aangaan van nieuwe, en verruimingen van bestaande regelingen. In sommige gevallen kan het verstandig zijn om nieuwe risico’s aan te gaan, bijvoorbeeld tijdens een acute crisis, maar hiervoor is een goede onderbouwing noodzakelijk. Deze controle aan de poort heeft concreet vorm gekregen in het Toetsingskader Risicoregelingen, dat eveneens is vastgelegd in de begrotingsregels. Dit toetsingskader zorgt ervoor dat we ook in onzekere tijden een degelijke afweging blijven maken. Bij consequente toepassing in de toekomst zullen de uitstaande risico’s na een crisis naar verwachting weer afnemen.

Naast de reguliere garanties zijn ook een aantal tijdelijke garanties verleend ter ondersteuning van de economie tijdens de coronacrisis. De coronagerelateerde garantieregelingen verschillen van de reguliere garantieregelingen wat betreft de financiering en de dekking. Waar uitgaven en ontvangsten van reguliere garantieregelingen op een departementale begroting plaatsvinden, geldt voor coronagerelateerde garantieregelingen dat eventuele schades worden gefinancierd vanuit de staatsschuld. Indien er een premie wordt gevraagd, vloeit deze ook in de staatsschuld.

Het grootste gedeelte van de nog resterende coronagerelateerde garanties bestaat uit de internationale garanties SURE en NGEU. Voor SURE en NGEU samen stond eind 2024 grofweg 33,2 miljard euro aan garanties uit. SURE is een garantieregeling gerelateerd aan de maatregelen die lidstaten tijdens de coronacrisis hebben genomen om inkomensverlies van burgers op te vangen en de toename in werkloosheid en de gevolgen ervan te beperken. NGEU heeft als doel de economische en sociale schade van de coronacrisis te verzachten door het stimuleren van structurele hervormingen en publieke investeringen binnen de EU. In tabel 8.1 wordt voor NGEU een negatief bedrag aan verleende garanties weergegeven. Dit is een gevolg van een daling van de rentekosten voor de mogelijk nog uit te geven leningen met 1,3 miljard euro als gevolg van de renteontwikkeling in 2024. Deze daling is gesaldeerd met een ophoging van de garantie van 584,3 miljoen euro als gevolg van een actualisatie van de data over de uitgegeven bonds en verstrekte leningen aan lidstaten.

Het uitstaande risico van de nationale coronagerelateerde risicoregelingen wordt apart weergegeven in de regel «Nationale garanties coronacrisis». Hieruit blijkt dat in 2024 142,4 miljoen euro is vervallen, waardoor er nog 46,6 miljoen euro aan nationale coronagerelateerde garanties uitstaat.

V 3 Raad van Europa 176,7 110,7 287,4 287,4
VIII 14 Indemniteitsregeling 194,4 439,8 502,1 132,1 450,0
VIII 14 Achterborgovereenkomst Nationaal Restauratie Fonds (NRF) 373,7 97,0 62,0 408,8 500,0
IXB 2 WAKO (kernongevallen) 9.200,0 9.200,0 9.200,0
IXB 2 Single Resolution Fund 4.163,5 4.163,5
IXB 3 Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO) 14.494,1 907,5 15.401,6 15.401,6
IXB 4 Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) 747,4 46,8 794,1 794,1
IXB 4 DNB - deelneming in kapitaal IMF 31.584,6 2.869,6 34.454,2 34.454,2
IXB 4 EIB - pan Europees Garantiefonds 1.291,8 338,3 953,5 953,5
IXB 4 European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) 589,1 589,1 589,1
IXB 4 European Financial Stabilisation Mechnism (EFSM) 2.435,7 254,9 2.690,6 2.690,6
IXB 4 European Financial Stability Facility (EFSF) 34.154,2 34.154,2 34.154,2
IXB 4 European Investment Bank (EIB) 11.796,0 11.796,0 11.796,0
IXB 4 European Stability Mechanism (ESM) 35.338,9 35.338,9 35.338,9
IXB 4 Headroomgarantie macro-financiële bijstand (MFB) 1.062,0 27,2 1.089,2 1.089,2
IXB 4 Kredieten EU-betalingsbalanssteun (BoP-faciliteit) 3.776,0 94,1 3.870,1 3.870,1
IXB 4 Bilaterale garantie Macro-financiële bijstand (MFB) 215,4 215,4 215,4
IXB 4 Next Generation EU (NGEU) 27.869,5 ‒ 693,4 27.176,2 27.176,2
IXB 4 Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE) 6.143,5 159,6 5.983,9 5.983,9
IXB 4 Garantie Wereldbank - IBRD garantie kapitaal 5.304,8 520,9 5.825,7 5.825,7
IXB 4 Oekraïne Faciliteit 1.999,3 1.999,3 1.999,3
IXB 4 Macro-Financiële Bijstand - Ukraine Loan Cooperation Mechanism (MFB-ULCM) 3.416,0 3.416,0 3.416,0
IXB 4 Garantie Wereldbank - IBRD garantie Oekraïne 100,0 100,0 100,0
IXB 5 Exportkredietverzekering 17.862,8 3.453,0 3.775,2 17.540,6 10.000,0
XIII 2 Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) 213,3 18,6 33,0 198,9 400,0
XIII 2 Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) 1.300,8 267,7 402,0 1.166,5 765,0
XIV 21 Borgstelling MKB-Landbouwkredieten 271,6 13,5 53,9 231,3 80,0
XIV 22 Garantie voor natuurgebieden en landschappen 242,7 19,6 223,1 208,3
XVI 2&3 Instellingen voor de gezondheidszorg 69,1 5,8 8,2 66,7 66,7
XVII 1 Garantie Dutch Good Growth Fund (DGGF) 101,0 19,9 12,6 108,2 675,0
XVII 5 Garanties African Development Bank (AfDB) 1.478,9 915,0 38,9 2.354,9 2.354,9
XVII 5 Garanties Asian Development Bank (AsDB) 1.272,3 20,7 1.251,6 1.251,6
XVII 5 Garanties Inter American Development Bank (IDB) 301,2 9,8 291,4 291,4
Nationale garanties coronacrisis 188,9 142,4 46,6 3.087,5
Overig 785,8 100,9 105,6 781,2 184,5 1.929,8
Totaal 215.099,7 14.884,9 9.847,3 220.137,3 11.429,5 206.150,7

Tabel 8.2 bevat de uitgaven en ontvangsten behorende bij de door het Rijk verstrekte garanties in 2023 en 2024. Alleen garanties waarbij daadwerkelijke uitgaven en ontvangsten zijn gedaan, worden weergegeven in de tabel. De in de tabel getoonde uitgaven betreffen de schade-uitkeringen op afgegeven garanties. De in de tabel getoonde ontvangsten betreffen zowel ontvangen uit premies, provisies en dergelijke als op derden verhaalde (schade-)uitkeringen.

VI 33 Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS 2.064,0 2.216,0
VII 3 Herplaatsingsgarantie 393,0
IXB 1 Garantie procesrisico's 134,0 182,0
IXB 2 Terrorismeschades (NHT) 625,0 536,0
IXB 2 WAKO (kernongevallen) 612,0 108,0
IXB 3 Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO) 500,0 1.000,0
IXB 3 Garantie KLM 11.808,0
IXB 4 EIB - pan Europees Garantiefonds 9.186,0 17.941,0
IXB 5 Exportkredietverzekering 102.368,0 106.862,0 128.838,0 131.159,0
IXB 5 Herverzekering leverancierskredieten 2.897,0 150,0 882,0 45,0
XIII 2 Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) 5.217,0 4.421,0
XIII 2 BMKB-Corona 4.536,0 43,0 2.180,0 209,0
XIII 2 Microkredieten 395,0 337,0
XIII 2 Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) 13.763,0 19.969,0 16.830,0 16.950,0
XIII 2 MKB-financiering 448,0 455,0
XIII 2 Klein Krediet Corona 1.004,0 170,0 1.182,0 85,0
XIII 2 Groeifaciliteit 4.654,0 1.785,0 8.615,0 2.067,0
XIII 2 GO-Corona 7.400,0 3.850,0 1.012,0
XIV 21 Borgstelling MKB-Landbouwkredieten 861,0 694,0 210,0 737,0
XIV 22 Klimaatfonds groenfonds garantie 199,0 274,0
XVII 1 Garantie Faciliteit Opkomende Markten (FOM) 80,0 1.618,0
XVII 1 Garantie Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) 5.099,0 3.134,0 7.238,0 6.149,0
XVII 1 Garantie DRIVE 5.868,0
XVII 1 Garantie Dutch Good Growth Fund (DGGF) 5.301,0 3.751,0 10.729,0 5.746,0
XVII 5 Garanties IS-NIO 3.254,0 5.990,0
Totaal 162.521,0 160.292,0 198.661,0 183.541,0

Achterborgstellingen

Naast het risico uit garantieregelingen staat het Rijk ook indirect bloot aan risico’s uit achterborgstellingen. In die gevallen wordt de daadwerkelijke garantieverplichting niet afgegeven door het Rijk, maar door een daarvoor aangewezen tussenpersoon in de vorm van een stichting. In de begroting van het betreffende vakdepartement worden achterborgstellingen daarom niet als verplichting opgenomen. Het Rijk wordt pas aangesproken zodra de tussenpersoon niet aan haar verplichtingen kan voldoen. De achterborgstellingen zijn opgenomen in tabel 8.3.

Het risico uit de achterborgstellingen (in tabel 8.3) is niet één op één te vergelijken met het risico uit de garantieregelingen (in tabel 8.1), aangezien het risico over meerdere partijen wordt gespreid. Per achterborgstelling zijn er verschillende mogelijkheden om eventuele schade te dekken. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) beschikt over een fondsvermogen en kan daarnaast indien nodig obligo ophalen bij deelnemende woningcorporaties. Op het gecommitteerd obligo doet het WSW alleen een beroep wanneer dat noodzakelijk is om middelen in liquide vorm beschikbaar te hebben voortvloeiend uit het risicovermogen in relatie tot geborgde verplichtingen. Ook kunnen woningcorporaties in financiële problemen onder bepaalde voorwaarden een aanvraag doen voor saneringssteun. Saneringssteun wordt bekostigd via een heffing aan corporaties en deze middelen lopen via een risicovoorziening op de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Alle woningcorporaties zijn op basis van de wet verplicht om deze heffing te betalen. Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus betaald door de corporatiesector zelf via het fondsvermogen WSW, obligo en de saneringsheffing. Pas daarna komen het Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is nog niet eerder aangesproken.

De Stichting Waarborgfonds Zorg (WFZ) kent een soortgelijke regeling. Ook hier wordt eerst het bufferkapitaal van de stichting aangesproken om schade te dekken. Daarna moeten de zorginstellingen met een door de WFZ geborgde lening een percentage (maximaal 3% van de uitstaande garanties van de deelnemende zorginstelling) van het leningenbedrag afdragen (obligo). Mocht dit onvoldoende zijn om de verplichtingen van de WFZ na te komen, dan kan de WFZ een beroep doen op het Rijk. Bij het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) geldt geen obligoverplichting. Hier dienen huizen als onderpand, waardoor de schade zich beperkt tot eventuele restschulden na gedwongen verkoop. Het WEW teert bij verlies direct in op het bufferkapitaal.

Daarnaast worden bij twee achterborgstellingen de risico’s gedeeld met gemeenten. Zo worden de verplichtingen die het WEW voor 1 januari 2011 is aangegaan voor 50 procent gedekt door gemeenten en voor 50 procent door het Rijk. Verplichtingen aangegaan na deze datum worden volledig door het Rijk gedekt. Bij het WSW wordt de gehele positie evenredig met gemeenten gedeeld.

b a Omschrijving 2023 2024 2024 2024 2024 2024
VII 3 Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) 88.552,0 10.373,0 3.988,0 94.937,0 606,0 2.463,0
VII 3 Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) 198.968,0 30.454,0 15.905,0 213.517,0 1.746,0 N.v.t.
XVI 2 Stichting Waarborgfonds Zorg (WfZ) 5.965,9 186,4 5.779,5 297,7 173,3
Totaal 293.485,9 40.827,0 20.079,4 314.233,5 2.649,7 2.636,3

Leningen

We spreken van een lening als het Rijk middelen verstrekt aan een derde buiten het Rijk met een afgesproken aflossingsschema en rente. Is aan een van beide voorwaarden niet voldaan, dan is sprake van een uitgave. Ook leningen vormen een risico voor het begrotingssaldo, namelijk als de ontvanger van die lening niet in staat blijkt de lening (in zijn geheel) af te lossen of de rentevergoeding te betalen. In dat geval derft het Rijk inkomsten (niet-belastingontvangsten die geraamd zijn). Die derving belast het uitgavenkader. Bij leningen die zijn afgegeven in andere valuta is er ook een wisselkoersrisico voor het Rijk.

Tijdens de coronacrisis zijn er diverse leningen afgegeven door het Rijk. Deze leningen kennen een beperkte looptijd en vaak is er geen risicovoorziening vormgegeven. Een overzicht van de uitstaande leningen van het Rijk wordt gepresenteerd in tabel 8.4. Het bedrag aan uitstaande leningen is in 2024 fors toegenomen omdat in januari een lening aan TenneT is verstrekt van 25 miljard euro en in augustus deze leenfaciliteit verder is uitgebreid met 19,4 miljard euro. Het Rijk heeft deze middelen beschikbaar gesteld zodat TenneT grote investeringen in de uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnet kan realiseren.

b Omschrijving 2024
IV Liquiditeitssteun Aruba 442,2 2043
IV Liquiditeitssteun Curaçao 448,3 2024
IV Liquiditeitssteun Sint-Maarten 155,3 2024
IXB Lening Griekenland 2.393,1 2040
IXB Lening TenneT 44.400 2042
IXB Lening Oekraïne 200 2032
XIII Invest-NL Capital N.V. SIF 64,8 2029
XIII Corona overbruggingslening (COL-faciliteit) voor start-ups en scale-ups 230,8 2026
XIII Lening Stichting Garantiefonds Reisgelden 138,7 2028
XIII Hypothecaire Lening WinAir ‒ 0,4 2025
XIII Steun aan IHC (voorheen Royal IHC) 5 onbepaalde tijd
Totaal 48.477,8

9 Verticale toelichting

De verticale toelichting toont voor ieder begrotinghoofdstuk de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de Miljoenennota 2024. De mutaties van de Miljoenennota tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

De verticale toelichting bestaat per begroting uit twee tabellen: uitgaven en ontvangsten. De tabellen kunnen de volgende posten bevatten:

  1. Meevallers
  2. Tegenvallers
  3. Intensiveringen
  4. Ombuigingen
  5. Generaal dossier
  6. Kasschuiven
  7. Overboekingen met andere begrotingen
  8. Kadercorrecties
  9. Technisch
  10. Niet-kaderrelevant

Algemene Zaken en De Koning

De Koning

Stand Basisstand Miljoenennota 56
Mutaties t/m Najaarsnota 3
Stand Najaarsnota 58
Meevallers 0
Meevallers 0
Tegenvallers 0
Tegenvallers 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 58
Stand Basisstand Miljoenennota 2
Mutaties t/m Najaarsnota 0
Stand Najaarsnota 2
Meevallers 0
Meevallers 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Deze mutatie betreft de realisatie van de doorbelaste uitgaven van het Kabinet van de Koning en de Rijksvoorlichtingsdienst, die iets lager uitvalt dan de raming in de ontwerpbegroting. In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Tegenvallers

Conform de Wet financieel statuut Koninklijk Huis (WFSKH) is op basis van de CPI-ontwikkeling het materiële gedeelte van de B-component van de uitkering van de leden van het Koninklijk Huis naar boven bijgesteld. In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Deze post betreft de terugstorting van de grondwettelijke uitkering van de vermoedelijke troonopvolger (de Prinses van Oranje) die hoger uitvalt door de in de wet WFSKH vastgelegde indexatie. In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Algemene zaken

Stand Basisstand Miljoenennota 97
Mutaties t/m Najaarsnota 18
Stand Najaarsnota 115
Meevallers ‒ 2
Coördinatie van het algemeen communicatie en regeringsbeleid ‒ 1
CTIVD ‒ 1
Overige meevallers 0
Tegenvallers 5
Overschrijding apparaatsuitgaven 5
Overige tegenvallers 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 118
Stand Basisstand Miljoenennota 8
Mutaties t/m Najaarsnota 1
Stand Najaarsnota 9
Meevallers 0
Meevallers 0
Technisch 0
Technisch 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 9

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.               

Meevallers

Coördinatie van het algemeen communicatie en regeringsbeleid

Er is vooral sprake van vertraging in uitgaven bij de Rijksvoorlichtingsdienst door vertraagde communicatieprojecten bij het meerjarenprogramma van de Voorlichtingsraad.

CTIVD

De meevaller bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veilig­ heidsdiensten (CTIVD) komt door de vertraging in uitbreiding van de capaciteit, voornamelijk door huisvestingsproblematiek.

Overige meevallers

Deze post bestaat uit enkele mutaties waaronder een langere doorlooptijd bij het invullen van vacatures bij de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en vertraagde betalingen bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).

Tegenvallers

Overschrijding apparaatsuitgaven

De overschrijding wordt vooral verklaard door hogere uitgaven aan ICT. Dit houdt verband met noodzakelijke voorzieningen aan een datacenter, de versterking van AZ-next en ICT-voorzieningen in verband met de verhuizing van het ministerie.

Overige tegenvallers

De overige tegenvaller betreft een correctie van een afrondingsverschil. In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.       

Meevallers

Deze post bestaat uit enkele mutaties waaronder hogere ontvangsten door voornamelijk hogere overheadvergoeding van Dienst Publiek en Communicatie (DPC), ontvangen creditfacturen en een ontvangst voor de kabinetsformatie. In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Technisch

Deze ontvangsten houden verband met doorbelastingen van de uitgaven van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) aan Hoofdstuk I De Koning voor de uitgaven voor het Koninklijk Huis en het Kabinet van de Koning (KvdK). In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Buitenlandse Zaken (inclusief BHOS)

Buitenlandse Zaken

Stand Basisstand Miljoenennota 12.790
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 1.347
Stand Najaarsnota 11.443
Meevallers ‒ 142
Meevallers ‒ 142
Tegenvallers 28
Tegenvallers 28
Generaal dossier ‒ 4
Bni-afdrachten ‒ 4
Niet-kaderrelevant ‒ 29
Invoerrechten ‒ 12
Europese Vredesfaciliteit ‒ 31
Overig niet-kaderrelevant 14
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 11.295
Stand Basisstand Miljoenennota 4.076
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 354
Stand Najaarsnota 3.722
Meevallers 15
Meevallers 15
Tegenvallers 1
Tegenvallers 1
Generaal dossier ‒ 27
Perceptiekostenvergoeding 6
Overig generaal dossier ‒ 33
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 3.710

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Meevallers

Dit betreft o.a. een meevaller van 62,8 miljoen euro door vertraagde investeringsbudgetten en van 15,2 miljoen euro doordat de Nederlandse contributie aan VN-crisisbeheersingsoperaties in 2024 lager is uitgevallen dan begroot. Verder is er o.a. onderuitputting bij consulaire informatie-systemen en bijstand (9,7 miljoen euro), op het Europees Vredesfaciliteit (7,6 miljoen euro), op het budget voor de OESO vanwege een vooruitbetaling die niet heeft plaatsgevonden (7,7 miljoen euro), en op het Stabiliteitsfonds (14 miljoen euro).

Tegenvallers

Tegenvallers

De tegenvaller ziet met name op de overschrijding van 20,9 miljoen euro op het apparaatsbudget. Hiertoe behoort ook budget dat op verzoek van de ADR is overgeheveld vanaf art. 2 (8 miljoen euro) en art. 4 (8,5 miljoen euro) naar het apparaatsartikel. Daarnaast is de 1,6 miljoen euro aan contributie voor het Comprehensive Nuclear-Test Ban Treaty Organisation (CTBTO) voor 2025 in december al betaald.

Generaal dossier

Bni-afdrachten

Dit betreft de realisatie van de bni-afdracht. De bni-afdracht is in totaal 4 miljoen euro lager uitgevallen dan waar rekening mee werd gehouden bij de 2e suppletoire begroting.

Niet-kaderrelevant

Invoerrechten

Dit betreft de realisatie van de invoerrechten. De realisatie op de invoerrechten valt 17 miljoen euro lager uit dan ten tijde van de 2e suppletoire begroting werd geraamd.

Europese Vredesfaciliteit

Het budget van de Europese Vredesfaciliteit gelabeld als Oekraine middelen kent een onderuitputting van 31 miljoen euro. De bijdrage hieraan door Nederland is minder gebleken dan begroot.

Overig niet-kaderrelevant

Dit betreft een saldo van overuitputting op o.a. het Stabiliteitsfonds (10,4 miljoen euro), het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA (2,8 miljoen euro), het Mensenrechtenfonds (1,5 miljoen euro) en onderuitputting op Accountability middelen (649 duizend euro).

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Meevallers

Dit betreft o.a. een restitutie van middelen uit het stopgezette ANA Trust Fund van de NAVO, aanvullend op de restitutie die bij de 2e suppletoire begroting was geboekt. Daarnaast is er een meevaller van 6 miljoen euro op de visa inkomsten.

Tegenvallers

Tegenvallers

Dit betreft een saldo van o.a. van tegenvallende ontvangsten door koersverschillen en diverse ontvangsten op het apparaatsbudget.

Generaal dossier

Invoerrechten

Dit betreft de realisatie van de invoerrechten-ontvangsten. De ontvangsten op de invoerrechten vallen 6 miljoen euro hoger uit dan ten tijde van de 2e suppletoire begroting werd geraamd.

Overig generaal dossier

Dit betreft de realisatie van de overige ontvangsten van de EU, die ca. 33 lager is uitgevallen. De begrote terugbetaling van de Commissie met betrekking tot de LWTS-verrekening zijn namelijk niet ontvangen in 2024. Naar verwacthing vindt de verrekening in 2025 plaats.

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp

Stand Basisstand Miljoenennota 3.641
Mutaties t/m Najaarsnota 328
Stand Najaarsnota 3.969
Meevallers ‒ 263
Realisatie BHO ‒ 263
Tegenvallers 287
Realisatie BHO 287
Niet-kaderrelevant ‒ 7
Oekraïne ‒ 7
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 3.986
Stand Basisstand Miljoenennota 58
Mutaties t/m Najaarsnota 12
Stand Najaarsnota 70
Meevallers 15
Realisatie BHO 15
Tegenvallers ‒ 6
Realisatie BHO ‒ 6
Niet-kaderrelevant ‒ 3
Ontvangsten NIO ‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 76

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers

Realisatie BHO

Er is een overschrijding op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO). Door bijvoorbeeld (geo)politieke ontwikkelingen en uitvoeringsmogelijkheden in landen waarin programma’s worden uitgevoerd kunnen er gedurende het jaar vertragingen optreden. Anticiperend op deze mogelijke vertragingen, plant BHO daarom meer programma’s of bijdragen dan waarvoor budget beschikbaar is ("overprogrammering"). De mogelijke vertragingen hebben zich dit jaar in mindere mate voorgedaan. Daarnaast waren er op enkele individuele programma's hogere uitgaven dan eerder geraamd. Zo zijn koersverschillen hoger uitgevallen dan begroot en zijn er hogere uitvoeringskosten voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Ook is er bij een aantal programma's het betaalritme aangepast, waarbij uitgaven gepland voor 2025 nog dit jaar zijn gedaan. De overschrijdingen zal binnen de budgettaire systematiek van de HGIS gedekt worden.

Niet-kaderrelevant

Oekraïne

Het Ukraine Partnership Facility 2 (UPF 2) is tot en met 30 januari 2025 opengesteld voor aanvragen door bedrijven t/m 30 januari 2025. Hierdoor zijn de middelen in 2024 niet tot besteding gekomen. Deze middelen worden met de Voorjaarsnota weer toegevoegd aan de begroting.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers

Realisatie BHO

Dit betreft het saldo van alle ontvangstenrealisaties. Er is onder andere een meevaller op de ontvangsten van het Dutch Good Growth Fund (DGGF) en een tegenvaller door wisselkoersen.

Niet-kaderrelevant

Ontvangsten NIO

Dit betreft de realisatie van de ontvangsten aan leningen uit de portefeuille van de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO).

Justitie en Veiligheid

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 24.116
Mutaties t/m Najaarsnota 1.748
Stand Najaarsnota 25.864
Meevallers ‒ 337
Beheer meldkamers ‒ 5
Implementatie nieuwe Wetboek voor Strafvordering ‒ 6
Regeling WTS ‒ 6
Rechtsbijstand ‒ 14
Apparaatsartikel ‒ 18
Artikel nog onverdeeld ‒ 20
Versterking vreemdelingenketen ‒ 22
Samenwerkingsverbanden asielketen ‒ 48
Onderuitputting arbeidsvoorwaardenmiddelen ‒ 96
Overige meevallers ‒ 102
Tegenvallers 57
Tegenvallers 57
Generaal dossier ‒ 24
Tegenvaller: subsidie Seamless Flow 4
Meevaller: COA ‒ 8
Meevaller: doorstroomlocaties ‒ 17
Overig generaal dossier ‒ 4
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 3
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 3
Technisch 0
Technisch 0
Niet-kaderrelevant ‒ 73
Meevaller: opvang ontheemden Oekraïne ‒ 70
Overig niet-kaderrelevant ‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 25.484
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 1.484
Mutaties t/m Najaarsnota 320
Stand Najaarsnota 1.804
Meevallers 64
Apparaatsontvangsten 10
Leges Justis 6
Overige meevallers 48
Tegenvallers ‒ 51
Autoriteit persoonsgegevens ‒ 5
Migratie ontvangsten ‒ 17
Overige tegenvallers ‒ 29
Generaal dossier 22
Meevaller: boeteraming 47
Tegenvaller: afpakraming ‒ 23
Overig generaal dossier ‒ 2
Technisch 0
Technisch 0
Niet-kaderrelevant 14
Meevaller: voorschot gemeenten en regio's opvang Oekraïners 10
Overig niet-kaderrelevant 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 1.853

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Beheer meldkamers

Er is sprake van een meevaller van circa 5,3 miljoen euro op informatiebeveiliging.

Implementatie nieuwe Wetboek voor Strafvordering

Omdat er nog wetsvoorstellen in procedure zijn, konden nog niet alle beschikbare middelen aan organisaties worden toegewezen. Dit betreft middelen voor proces- , opleidingen- en ICT aanpassingen.

Regeling WTS

Er is sprake van een meevaller van circa 6,2 miljoen euro bij de regeling Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Dit komt omdat er minder aanvragen in 2024 zijn gedaan dan bij Najaarsnota werd voorzien.

Rechtsbijstand

Er is sprake van een meevaller van circa 14 miljoen euro, omdat bij de raming voor de Najaarsnota van de in 2024 benodigde rechtsbijstandsmiddelen nog geen rekening was gehouden met de ontvangen compensatie voor de uitvoering van de Herstelregelingen Kinderopvangtoeslag en de Regeling Mijnbouwschade Groningen.

Apparaatsartikel

Op het apparaatsartikel zijn diverse mee- en tegenvallers. Dit leidt per saldo tot een meevaller van circa 17,7 miljoen euro. Dit komt vooral door een meevaller van circa 8,5 miljoen euro voor JusticeLink door vertraagde overheveling naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en een meevaller circa 6,3 miljoen euro bij Europol/Eurojust door vertraging bij projecten.

Artikel nog onverdeeld

Er is sprake van vrijval van de resterende middelen op het artikel nog onverdeeld van circa 19,7 miljoen euro, omdat het niet nodig bleek middelen gedurende het jaar in te zetten.

Versterking vreemdelingenketen

De middelen voor de subsidie voor het Entry Exit System (EES) fase 2 konden niet tijdig worden beschikt (12,5 miljoen euro). Daarnaast betreft deze post een technische correctie van 4 miljoen euro voor de subsidie voor Seamless Flow, aangezien deze ten laste is gekomen van het subsidiebudget voor asiel. De resterende meevaller ter hoogte van circa 5 miljoen is het gevolg van het niet starten van de procesbeschikbaarheidslocatie in 2024 en een onderbesteding op overlast.

Samenwerkingsverbanden asielketen

Dit betreft o.a. de bonussen met betrekking tot de spreidingswet die niet meer in 2024 konden worden uitgekeerd (circa 31 miljoen euro). Deze zullen op een later moment tot uitbetaling komen. Het resterende saldo ter hoogte van circa 17,7 miljoen euro betreft middelen voor gemeenten voor de opvang die niet tot besteding zijn gekomen.

Onderuitputting arbeidsvoorwaardenmiddelen

Op de jaarlijkse loonontwikkelingsbijstelling is incidenteel circa 96 miljoen euro voor arbeidsvoorwaardenmiddelen niet tot besteding gekomen in 2024.

Overige meevallers

Vanwege het afsluiten van de cao Rechterlijke Macht 2024-2025 in 2025, zijn de arbeidsvoorwaardenmiddelen ter hoogte van circa 10 miljoen euro niet in 2024 tot betaling gekomen. Daarnaast betreft dit een saldo van diverse meevallers van 5 miljoen euro en lager. Zo is er o.a. een meevaller voor de vervanging van noodhulpvoertuigen van het Nederlandse Rode Kruis (circa 4,1 miljoen euro), een meevaller door vertraging bij de aanbesteding van tolk- en vertaaldiensten (circa 2,5 miljoen euro) en bij de middelen die voor DG COVID-19 (circa 5,7 miljoen euro) waren gereserveerd omdat de bijbehorende werkzaamheden in 2024 zijn afgerond.

Tegenvallers

Tegenvallers

Deze post betreft diverse tegenvallers van onder de 5 miljoen euro. Dit omvat onder andere een tegenvaller op de schadeloosstellingen van circa 3,7 miljoen euro, een tegenvaller van circa 3 miljoen euro op uitgaven aan gerechtsdeurwaarders voor toevoegingszaken binnen de sociale advocatuur en een tegenvaller voor het OM Aruba en OM Caribisch Nederland ter hoogte van circa 2,2 miljoen euro.

Generaal dossier

Tegenvaller: subsidie Seamless Flow

Dit betreft een technische correctie met betrekking tot de subsidie voor Seamless Flow. Zie ook meevaller versterking vreemdelingenketen.

Meevaller: COA

Dit betreft een meevaller van circa 8 miljoen euro, vanwege een iets lagere bezetting in de asielopvang dan geraamd.

Meevaller: doorstroomlocaties

Dit betreft een meevaller van circa 16,5 miljoen euro in 2024 doordat er minder doorstroomlocaties zijn geopend dan verwacht bij Najaarsnota.

Overig generaal dossier            

Deze post betreft diverse mee- en tegenvallers van onder de 3 miljoen euro. Dit wordt met name veroorzaakt door het niet besteden van circa 2,3 miljoen euro voor activiteiten in het kader van de MH17-ramp.

Overboekingen met andere begrotingen

Dit betreft een overboeking naar de begroting van Koninkrijksrelaties (circa 3 miljoen euro) voor de basis dienstverlening van de shared service organisaties (SSC’s) die zijn gevestigd in het Caribisch deel van het Koninkrijk.        

Technisch

Deze post bestaat uit enkele kleine technische mutaties en betreft veelal correcties en herschikkingen van budgetten binnen de JenV-begroting.

Niet-kaderrelevant

Meevaller: opvang ontheemden Oekraïne

Er is sprake van een meevaller van circa 70 miljoen euro vanwege een lager aantal gemeentelijke opvangplekken voor ontheemden uit Oekraïne dan bij Najaarsnota verwacht.

Overig niet-kaderrelevant

Deze post bestaat uit verschillende meevallers in het kader van de opvang van ontheemden uit Oekraïne, waaronder een meevaller omdat o.a. een aantal projecten, verrekeningen en onderzoeken zijn vertraagd (circa 1,1 miljoen euro) en lager uitvallende kosten voor de coördinatie en informatievoorziening van circa 1 miljoen euro.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Apparaatsontvangsten

Het saldo van de apparaatsontvangsten leidt tot een meevaller van circa 9,9 miljoen euro. Dit komt o.a. door een verrekening van circa 4,9 miljoen euro met de uitvoeringsorganisaties die betalen voor de facilitaire dienstverlening aan het Dienstencentrum van JenV.

Leges Justis

Er zijn meer aanvragen bij de Dienst Justis gedaan, waardoor de inkomsten uit leges circa 6 miljoen euro hoger zijn.

Overige meevallers

Dit betreft het saldo van overige meevallers onder de 5 miljoen euro. Zo is er bijvoorbeeld sprake van een meevaller van circa 4,6 miljoen euro doordat facturen voor toezicht en tuchtrecht over 2023 en 2024 in 2024 zijn betaald. Ook is er sprake van hogere griffierechten-ontvangsten (3,2 miljoen euro) vanwege een hogere instroom van zaken en zijn er meer uitstaande vorderingen rondom gedetacheerd personeel ontvangen (circa 2,6 miljoen euro). 

Tegenvallers

Autoriteit persoonsgegevens

Het bedrag aan geïnde boetes van circa 4,9 miljoen euro is lager dan verwacht.

Migratie ontvangsten

Vanwege een administratieve omissie is de asielreserve in 2024 niet overgeboekt van de reserve naar de JenV-begroting (9 miljoen euro). Daarnaast is de facturatie aan Eurostar vertraagd (5,8 miljoen euro) en zijn er geen ontvangsten uit de ETIAS verordening (2 miljoen euro) door uitstel van de implementatiedatum.

Overige tegenvallers

Deze post betreft diverse tegenvallers van onder de 5 miljoen euro. Zo is er bijvoorbeeld sprake van minder materiële ontvangsten bij het Openbaar Ministerie (circa 2,4 miljoen euro).

Generaal dossier

Meevaller: boeteraming

Doordat er relatief meer boetes zijn uitgedeeld waarvoor een hoger boetebedrag geldt en er meer op OM-afdoeningen is ontvangen, is er een incidentele meevaller van circa 47 miljoen euro.

Meevaller: afpakraming

Er is een tegenvaller op de afpakraming van circa 23 miljoen euro. Bij Najaarsnota is de oorspronkelijke raming reeds verlaagd door het uitblijven van grote schikkingen. Deze ramingsbijstelling blijkt onvoldoende te zijn geweest.

Overig generaal dossier

Deze post betreft diverse mee- en tegenvallers van onder de 3 miljoen euro. Er is o.a. een tegenvaller op de ontvangsten van 3 miljoen euro bij het COA.

Technisch

Technisch

Deze post bestaat uit enkele kleine technische mutaties en betreft veelal correcties en herschikkingen van budgetten binnen de JenV-begroting.

Niet-kaderrelevant

Meevaller: voorschot gemeenten en regio's opvang

De meevaller van circa 10 miljoen euro is ontstaan omdat gemeenten en regio’s in 2023 een hoger betaald voorschot hebben ontvangen dan waar zij op basis van hun verantwoording recht op hebben. Deze gemeenten en regio’s betalen het te veel ontvangen voorschot in 2024 terug.

Overig niet-kaderrelevant

Er is o.a. een meevaller omdat eerder verleende voorschotten voor subsidies in het kader van de opvang van Oekraïense ontheemden zijn teruggevorderd, dit leidt tot een meevaller van circa 3,4 miljoen euro.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (inclusief Staten-Generaal, Hoge Colleges van Staat, Koninkrijksrelaties en BES-fonds)

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 11.200
Mutaties t/m Najaarsnota 366
Stand Najaarsnota 11.566
Meevallers ‒ 660
Ouderenhuisvesting ‒ 11
Grootschalige Rijksprojecten ‒ 11
Kwijtschelding publieke schulden ‒ 14
Externe inhuur ‒ 15
Forfaitaire som Hof van Justitie ‒ 15
Schuldregeling ex-partners ‒ 16
Personeel ‒ 20
Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen ‒ 29
Rijksvastgoedbedrijf Flexwoningen ‒ 29
Huurtoeslag ‒ 370
Overige meevallers ‒ 132
Tegenvallers 35
Tegenvallers 35
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 16
Afdrachten BTW-compensatiefonds ‒ 16
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 10.925
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 631
Mutaties t/m Najaarsnota 521
Stand Najaarsnota 1.152
Meevallers 89
Woningmarkt (huurtoeslag) 59
Generieke Digitale Infrastructuur 13
Overige meevallers 16
Tegenvallers ‒ 86
Financiële herplaatsingsgarantie ‒ 10
Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding ‒ 15
Vertraagde plaatsing flexwoningen ‒ 54
Overige tegenvallers ‒ 7
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 1.155

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

De onderstaande meevallers geven substantiële onderuitputting (10 miljoen euro of meer) op de verschillende begrotingsreeksen weer. De tabel is exclusief onderuitputting die al bij de Najaarsnota is afgeboekt.

Ouderenhuisvesting

De Regeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting (SOO) heeft circa 11 miljoen euro aan onderuitputting. Het aantal omgevingsvergunningen is lager dan vooraf ingeschat.

Grootschalige Rijksprojecten

Het Rijksvastgoedbedrijf is in 2024 gestart met Fase 1 van het grootschalige woningbouwproject Zuiderhage in Lelystad. In 2024 zijn uitgaven gerealiseerd die nog ten laste van een andere bijdrage aan het RVB ging omtrent woningbouw. Om die reden heeft dit op deze post nog niet tot zichtbare uitgaven geleid.

Kwijtschelding publieke schulden

In het kader van de toeslagenaffaire verstrekt BZK middelen aan medeoverheden om publieke schulden van gedupeerden kwijt te schelden. Deze regeling kent aanzienlijke onderuitputting.

Externe inhuur

De onderschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt doordat facturen voor externe inhuur eind 2024 pas in 2025 zijn ontvangen en worden betaald.

Forfaitaire som Hof van Justitie

Er waren middelen gereserveerd in het geval het Europese Hof van Justitie over zou gaan tot vaststelling van een forfaitaire som vanwege de te late omzetting van de Europese Open Data Richtlijn in Nederlandse wetgeving. Dit is echter niet gebeurd in 2024.

Schuldregeling ex-partners

In het kader van de toeslagenaffaire verstrekt BZK middelen aan medeoverheden om publieke schulden van ex-partners gedupeerden kwijt te schelden. Ook hierop was aanzienlijke onderuitputting.

Personeel

Dit komt grotendeels door de afspraken uit het CAO-akkoord. Er was een incidentele meevaller van in 2024 omdat de nieuwe CAO-afspraken pas vanaf halverwege 2024 in gingen. Hierdoor was niet de volledige loonruimte in dit jaar benut.

Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen

De Stimulerings­ regeling Flex- en Transformatiewoningen heeft 29 miljoen euro onderuitputting bij het Financieel Jaarverslag Rijk. Dit komt onder meer door vertraging van bouwwerkzaamheden, waardoor een groot deel van de aangegane verplichtingen naar verwachting pas in 2025 worden uitgekeerd. Door minder aanvragen was bij de najaarsnota reeds 70 miljoen euro van deze regelingen ingezet voor ander beleid, waardoor de onderuitputting op de uitgaven aan de regeling circa 100 miljoen euro bedraagt.

Rijksvastgoedbedrijf Flexwoningen

Er zijn minder ingekochte flexwoningen geplaatst dan verwacht. Hierdoor doet het Rijksvastgoedbedrijf circa 29 miljoen euro minder uitgaven. Omdat de inkomsten circa 54 miljoen euro hierdoor lager zijn dan begroot bedraagt de onderuitputting in het kader van flexwoningen gesaldeerd slechts enkele miljoenen euro bij het Financieel Jaarverslag Rijk.

Huurtoeslag

De onderuitputting op de uitgaven aan de huurtoeslag (370 miljoen euro) was veruit de grootste meevaller op de BZK begroting. In 2023 bedroeg de onderuitputting 320 miljoen euro. De lagere uitgaven kwamen voornamelijk doordat de inkomensontwikkeling hoger was dan verwacht. Inclusief de meevaller op de ontvangsten van de huurtoeslag bedraagt de onderuitputting op de huurtoeslag 425 miljoen euro.

Overige meevallers

Dit betreffen diverse posten met onderuitputting van minder dan 10 miljoen euro.

Overboekingen met andere begrotingen

Diverse afdrachten BTW-compensatiefonds

Aan het einde van 2024 heeft BZK verschillende afdrachten aan het BTW-compensatiefonds gedaan. De grootste afdracht is voor Regiodeals (11 miljoen euro).

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Woningmarkt (huurtoeslag)

De ontvangsten op het artikel woningmarkt zijn 59 miljoen hoger dan geraamd. Hiervan is 55 miljoen toerekenbaar aan de huurtoeslag. Dit komt door hervatting van de gepauzeerde invorderingen tijdens de coronacrisis en door minder nabetalingen.

Generieke Digitale Infrastructuur

Er zijn meer ontvangsten geweest van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) dan begroot.

Overige meevallers

Dit betreffen verschillende posten met meevallers van kleiner dan 10 miljoen

Tegenvallers

Financiële herplaatsingsgarantie

Door minder dan verwachte matching van flexwoningen met afnemers, had BZK lagere ontvangsten in 2024.

Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding

In verband met het opnieuw inrichten van de projectadministratie bij de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH) zijn niet alle facturen tijdig verstuurd. De niet ontvangen ontvangsten schuiven door naar 2025 .

Vertraagde plaatsing flexwoningen

Omdat er minder flexwoningen zijn geplaatst dan verwacht heeft BZK minder onvangsten dan begroot. Om dezelfde reden zijn er ook substantieel minder uitgaven.

Overige Tegenvallers

DIt betreffen verschillende tegenvallers op de ontvangsten van minder dan 10 miljoen euro.

Staten-Generaal

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 239
Mutaties t/m Najaarsnota 42
Stand Najaarsnota 281
Meevallers ‒ 10
Parlementaire enquêtes ‒ 1
Schadeloosstelling ‒ 1
Apparaat Eerste Kamer ‒ 2
Apparaat Tweede Kamer ‒ 3
Overige meevallers ‒ 2
Tegenvallers 0
Tegenvallers 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 271
IIA Staten-Generaal: Ontvangsten
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 4
Mutaties t/m Najaarsnota 5
Stand Najaarsnota 8
Meevallers 0
Meevallers 0
Tegenvallers 0
Tegenvallers 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 9

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreffen meevallers van 1 miljoen euro of meer. De tabel is exclusief onderuitputting die al bij de Najaarsnota is afgeboekt.

Parlementaire enquêtes

De parlementaire enquête Corona was in 2024 nog in de opstart fase. Dit heeft geresulteerd in een onderbenutting op dit artikelonderdeel.

Schadeloosstelling

Het element van pensioenpremies (inhouding op de bezoldiging) was niet goed doorgerekend, waardoor er onbedoeld met te hoge kosten was gerekend

Apparaat van de Eerste Kamer

Het apparaat van de Eerste Kamer kent een onderuitputting van 2,2 miljoen euro. De facilitaire en huisvestingsuitgaven zijn meegevallen. Daarnaast duurde het langer om personeel aan te trekken.

Apparaat van de Tweede Kamer

Het apparaat van de Tweede Kamer kent een onderuitputting van 3,2 miljoen euro. Bij de voorjaarsnota zijn intensiveringen gedaan die niet volledig tot besteding zijn gekomen. Daarnaast is externe inhuur aangetrokken die voor een deel pas in het komende jaar tot uitgaven leiden.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreffen diverse kleinere meevallers van minder dan 1 miljoen euro.

Tegenvallers

Dit betreffen enkele kleinere tegenvallers van minder dan 1 miljoen euro.

Overige Hoge Colleges van Staat

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 183
Mutaties t/m Najaarsnota 13
Stand Najaarsnota 196
Meevallers ‒ 7
Bestuursrechtspraak Raad van State ‒ 4
Overige meevallers ‒ 3
Tegenvallers 4
Gemeenschappelijke diensten Raad van State 3
Overige tegenvallers 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 192
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 6
Mutaties t/m Najaarsnota 1
Stand Najaarsnota 7
Meevallers 1
Meevallers 1
Tegenvallers 0
Tegenvallers 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 8

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreffen meevallers van 1 miljoen euro of meer. De tabel is exclusief onderuitputting die al bij de Najaarsnota is afgeboekt.

Bestuursrechtspraak Raad van State

De Raad van State heeft zich in 2024 ingespannen om meer juristen te werven, dat heeft in 2024 niet tot volledige uitputting van het budget geleid.

Overige meevallers

Verschillende Hoge Colleges van Staat hadden een (beperkte) onderuitputting. Dit geldt voornamelijk voor de Nationale Ombudsman en de Kanselarij der Nederlandse Orden, beide met ongeveer een miljoen euro onderuitputting.

Tegenvallers

Gemeenschappelijke diensten Raad van State

De realisatie is hoger dan verwacht door hogere uitgaven aan projecten op het gebied van ICT en IV en uitgaven voor de aanschaf van middelen voor beveiliging en ICT.

Overige tegenvallers

Dit betreffen enkele beperkte tegenvallers van minder dan 1 miljoen euro.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreffen verschillende kleine meevallers, elk van minder dan 1 miljoen euro.

Tegenvallers

Dit betreffen enkele zeer beperkte tegenvallers.

Koninkrijksrelaties

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 223
Mutaties t/m Najaarsnota 2024 ‒ 19
Stand Najaarsnota 205
Mee- en tegenvallers ‒ 5
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ‒ 4
Overige mee- en tegenvallers ‒ 1
Intensiveringen en ombuigingen 0
Schikking 4
Schikking ‒ 4
Overboekingen met andere begrotingen 2
SSO-CN 2
Generaal dossier 11
Wisselkoers realisatie 11
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 212
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 50
Mutaties t/m Najaarsnota 2024 118
Stand Najaarsnota 168
Mee- en tegenvallers ‒ 9
Rente Covidlening ‒ 9
SSO-CN ‒ 1
Niet-plafondrelevant 7
Aflossing leningen 7
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 165

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

De budgetten van de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) kennen per saldo onderuitputting, doordat er zowel minder opdrachten als subsidies zijn verstrekt aan derden partijen dan aanvankelijk werd verondersteld.

Overige mee- en tegenvallers

Deze post is opgebouwd uit verschillende realisaties op de begroting van Koninkrijksrelaties.

Intensiveringen en ombuigingen

Schikking

Voor het komen tot een schikking tussen Sint Eustatius en de eigenaar van een aantal percelen op Sint Eustatius wordt een financiële bijdrage verstrekt aan Sint Eustatius. Deze middelen zullen aan Sint Eustatius worden verstrekt via een renteloze lening (1,892 mln.) en een bijzondere uitkering (1,892 mln.). De dekking hiervoor is gevonden binnen Artikel 1 en Artikel 4.

Overboekingen met andere begrotingen

SSO-CN

Dit betreft een afdracht van JenV voor de basisdienstverlening van Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO-CN) en een correctie aan FIN vanwege een verkeerd gehanteerde koers.

Generaal dossier

Wisselkoers realisatie

Sinds begrotingsjaar 2023 worden alle koersresultaten van dit hoofdstuk separaat geadministreerd in artikel 6. Dit betreft de wisselkoerseffecten op van hoofdstuk Koninkrijksrelaties in 2024. Door nadelige koersverschillen vallen de uitgaven en verplichtingen hoger uit dan initieel begroot.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers

Rente Covidlening

De rentepercentages zijn naar beneden bijgesteld. Dit heeft gezorgd voor minder ontvangsten.

SSO-CN

Enkele facturen zijn niet in 2024 betaald. Deze worden alsnog in 2025 betaald.

Niet-plafondrelevant

Aflossing leningen

Dit zijn meerontvangsten door een hogere aflossingen op een lening.

BES-fonds

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 71
Mutaties t/m Najaarsnota 2024 33
Stand Najaarsnota 104
Mee- en tegenvallers ‒ 3
Vrije uitkering ‒ 3
Generaal dossier 3
Wisselkoers realisatie 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 104

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Vrije uitkering

Een deel van de vrije uitkering is dit jaar niet uitbetaald.

Generaal dossier

Wisselkoers realisatie

Dit betreft de wisselkoerseffecten op het BES-fonds in 2024. Door nadelige koersverschillen vallen de uitgaven en verplichtingen hoger uit dan initieel begroot.

Ontvangsten

Voor het BES-fonds zijn er geen ontvangsten.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Stand Basisstand Miljoenennota 55.467
Mutaties t/m Najaarsnota 1.644
Stand Najaarsnota 57.111
Meevallers ‒ 324
SLOA ‒ 3
Kennisnet ‒ 4
Zij-instroom ‒ 4
Maatschappelijke Diensttijd ‒ 6
Apparaat ‒ 13
School en Omgeving ‒ 27
Schoolmaaltijden ‒ 32
Bekostiging primair onderwijs ‒ 38
NGF openstaande verplichting ‒ 40
Studiefinanciering (R) ‒ 55
Overige subsidies en opdrachten funderend onderwijs ‒ 56
Overige meevallers ‒ 46
Tegenvallers 29
Bekostiging voortgezete onderwijs 24
Studiefinanciering (R) 3
Overige tegenvallers 3
Generaal dossier ‒ 5
COVID-19 ‒ 5
Overboekingen met andere begrotingen 0
Veegbrief Commissaris voor de media 0
Desalderingen 17
Ster-inkomsten 11
Museaal Aankoopfonds - Aankoop Van Gogh 3
Overige desalderingen 3
Technisch 0
Technisch 0
Niet-kaderrelevant ‒ 365
Oekraïne - Nieuwkomersbekostiging ‒ 22
Studiefinanciering (N) ‒ 343
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 56.464
Stand Basisstand Miljoenennota 2.038
Mutaties t/m Najaarsnota 415
Stand Najaarsnota 2.453
Meevallers 63
Ontvangsten bekostiging primair onderwijs 37
Ontvangsten bekostiging voortgezet onderwijs 16
Ontvangsten Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie 4
Studiefinanciering (R) 3
Overige meevallers 4
Tegenvallers ‒ 23
Realisatie ontvangsten lesgeld ‒ 3
Studiefinanciering (R) ‒ 19
Overige tegenvallers ‒ 1
Desalderingen 17
Ster-inkomsten 11
Museaal Aankoopfonds - Aankoop Van Gogh 3
Overige desalderingen 3
Niet-kaderrelevant ‒ 127
Studiefinanciering (N) ‒ 127
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2.383

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

SLOA

De uitgaven voor Cito en SLO in 2024 vallen voor 2,8 miljoen euro lager uit dan verwacht doordat de LPO over het jaar 2024 niet is uitgegeven.

Kennisnet

Er was meer budget beschikbaar dan dat nodig was voor de subsidie aan Kennisnet (4,3 miljoen euro).

Zij-instroom

Er is een meevaller van 4,4 miljoen euro doordat er minder is aangevraagd op de verschillende regelingen dan verwacht. Deze meevaller is additioneel op de 10,7 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Maatschappelijke Diensttijd

Er is een meevaller van 6,1 miljoen euro op de Maatschappelijke Diensttijd, voornamelijk doordat niet alle geplande activiteiten zijn voortgezet na de aankondiging van de bezuiniging op het programma in het Hoofdlijnenakkoord en de daarmee gepaarde afbouw van het programma. Deze meevaller is additioneel op de 25,0 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Apparaat

Er is een meevaller 12,7 miljoen euro op het budget voor apparaat, voornamelijk door overgebleven loonbijstelling, onderuitputting op de middelen uit het CA van Rutte-IV voor de Inspectie van het Onderwijs en moeilijk in te vullen vacatures. Deze meevaller is additioneel op de 4,2 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

School en Omgeving

Er is een meevaller van 27,1 miljoen euro op het programma School en Omgeving, waarvan 19,6 miljoen euro in het primair onderwijs en 7,5 miljoen euro in het voortgezet onderwijs. In 2023 waren de aanvragen lager dan verwacht; de onderuitputting die hieruit volgt werkt twee jaar door, door het meerjarige karakter van de regeling. Deze meevaller is additioneel op de 158,0 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Schoolmaaltijden

Er is een meevaller van 32,1 miljoen euro op het programma Schoolmaaltijden, waarvan 19,5 miljoen euro in het primair onderwijs en 12,6 miljoen euro in het voortgezet onderwijs. Scholen in de doelgroep hebben niet voor het maximale bedrag per leerling een aanvraag gedaan. Deze meevaller is additioneel op de 30,0 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Bekostiging primair onderwijs

De meevaller van totaal 38,1 miljoen euro op de bekostiging in het primair onderwijs is voornamelijk ontstaan door een meevaller op de reguliere nieuwkomersregeling van 28,2 miljoen euro. In de prognose voor 2024 werd een hoger aantal nieuwkomersleerlingen verwacht dan dat er uiteindelijk waren. Daarnaast is er een meevaller ontstaan op de kleine scholentoeslag van 8,0 miljoen euro doordat er minder kleine scholen waren dan voorzien.

NGF openstaande verplichting

Er is in totaal 40,0 miljoen euro onderuitputting op diverse NGF-projecten waaronder Ontwikkelkracht (18,3 miljoen euro), Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting (12,8 miljoen euro) en Techkwadraat (4,5 miljoen euro). Het voornemen is om middelen via de 100% Eindejaarsmarge toe te voegen aan de OCW-begroting 2025. Deze meevaller is additioneel op de 109,7 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Studiefinanciering (R)

Er is per saldo een meevaller op de uitgaven van het budget voor studiefinanciering van in totaal 51,1 miljoen euro. Op de post voor overige relevante uitgaven aan studiefinanciering is er een meevaller van 41,7 miljoen euro, voornamelijk door vertraging op de afhandeling van het herstel van de kinderopvangtoeslag waardoor nog niet alle kwijtscheldingen bij DUO zijn voltooid. Daarnaast zijn er meevallers op artikel 12 ‘Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten’ van in totaal 3,4 miljoen euro doordat er minder scholieren in het voortgezet onderwijs zijn van 18 jaar en ouder die een tegemoetkoming ontvingen dan verwacht. Deze meevaller is additioneel op de per saldo meevaller van 57,0 miljoen euro op de relevante uitgaven van studiefinanciering die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Overige subsidies en opdrachten funderend onderwijs

Er is een meevaller op de overige subsidies en opdrachten in het funderend onderwijs van 55,1 miljoen euro, waarvan 29,4 miljoen euro in het primair onderwijs en 25,6 miljoen euro in het voortgezet onderwijs. De meevaller in het primair onderwijs wordt onder andere verklaard doordat de LPO niet kon worden uitgekeerd (13,4 miljoen euro). De meevaller in het voortgezet onderwijs wordt onder andere verklaard doordat enkele subsidies en opdrachten lager uitvallen dan begroot, bijvoorbeeld de opdrachten in het kader van staatsexamens aan DUO (4 miljoen euro), subsidies in het kader van onderwijshuisvesting (1,9 miljoen euro). Deze meevaller is additioneel op de onderuitputting van 78,7 miljoen euro die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Overige meevallers

De overige 48,0 mln. aan meevallers wordt verklaard door kleinere posten, met name op subsidieregelingen waaronder Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs (2,5 miljoen euro door minder aanvragen dan het beschikbare budget), Verbreden inzet cultuur (2,2 miljoen euro doordat een deel van de LPO niet is uitgegeven en er minder projectsubsidies zijn doorgegaan dan gepland) en Tegemoetkoming tweede lerarenopleiding (2,0 miljoen euro).

Tegenvallers

Bekostiging voortgezet onderwijs

Er is een tegenvaller op de bekostiging van het voortgezet onderwijs van 23,6 miljoen euro. Dit wordt onder andere verklaard doordat er meer nieuwkomers in aanmerking zijn gekomen voor nieuwkomersbekostiging in 2023 dan oorspronkelijk geraamd (7,6 miljoen euro). Daarnaast viel het leerling\afhankelijke deel van de aanvullende bekostiging voor startende scholen hoger uit dan geraamd (7,6 miljoen euro).

Studiefinanciering (R)

Het budget voor de aanvullende beurs (gift) wordt met 2,7 miljoen euro omhoog bijgesteld. Dit komt voornamelijk doordat het aantal studenten die de aanvullende beurs direct als gift ontvangen naar boven is bijgesteld. Deze tegenvaller is additioneel op de totale per saldo meevaller op de relevante uitgaven van studiefinanciering die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Overige tegenvallers

Er zijn meerdere kleinere tegenvallers van in totaal 3,0 miljoen euro, waaronder op het budget voor Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen (0,7 miljoen euro).

Generaal dossier

COVID-19

Er is een meevaller van 5,0 miljoen euro op de generale budgetten voor COVID-19, bestaande uit 4,7 miljoen euro op het Nationaal Onderwijs Programma en 0,3 miljoen euro op het budget voor ventilatie in scholen.

Overboekingen met andere begrotingen

Veegbrief Commissaris voor de media

Vanuit het ministerie van VWS is een eenmalige compensatie van 0,2 miljoen euro overgeboekt naar Artikel 14 (Cultuur). Dit bedrag is bestemd voor incidentele kosten van het Commissariaat voor de Media (CvdM) in verband met het toezicht op de toegankelijkheidsvoorschriften uit de Europese Toegankelijkheidsrichtlijn.

Desalderingen

Ster-inkomsten

Er is een desaldering van 11,0 miljoen euro op de Ster-inkomsten wegens hogere Ster-inkomsten dan verwacht.

Museaal Aankoopfonds - Aankoop Van Gogh

Er is een desaldering van het Museaal Aankoopfonds van 2,9 miljoen euro. Het Mondriaan Fonds verstrekt, met instemming van OCW, aan het Noordbrabants Museum een bijdrage uit het Museaal Aankoopfonds (MAF) van 2,9 miljoen euro voor de aanschaf van het schilderij Kop van een vrouw van Vincent van Gogh.

Overige desalderingen

Er zijn twee overige desalderingen, namelijk van ontvangsten bij de lerarenbeurs als gevolg van intrekkingen bij de lerarenbeurs (1,8 miljoen euro) en een terugstorting aan het Participatiefonds (PF) van 1,2 miljoen euro, omdat op basis van het reglement van het fonds is vastgesteld dat deze kosten niet ten laste van het Participatiefonds hadden moeten komen.

Technisch

Er zijn meerdere technische correcties doorgevoerd die geen budgettaire effecten hebben.

Niet-kaderrelevant

Studiefinanciering (N)

Er is per saldo een meevaller op de niet-kaderrelevante uitgaven van studiefinanciering. Dit komt grotendeels doordat studenten minder hebben geleend dan verwacht. Dit geldt onder andere voor de rentedragende lening (241,7 miljoen euro) en het collegegeldkrediet (11,1 miljoen euro). Ook is er minder gebruik gemaakt van de aanvullende beurs prestatiebeurs (80,5 miljoen euro) en de basisbeurs prestatiebeurs (43,0 miljoen euro). Tot slot is er een tegenvaller van 35,3 miljoen euro op de overige niet-kaderrelevante uitgaven aan studiefinanciering.

Ontvangsten

Meevallers

Ontvangsten bekostiging primair onderwijs

De ontvangsten vielen in 2024 hoger uit dan gebudgetteerd (36,6 miljoen euro). Voornamelijk vanwege niet gerealiseerde uitgaven door het Jeugdeducatiefonds (JEF) rond het programma Schoolmaaltijden in 2023, omdat scholen minder hebben aangevraagd dan geraamd (17,6 miljoen euro). Na de verantwoording over de projectsubsidie in 2023 is het budget lager vastgesteld.

Ontvangsten bekostiging voortgezet onderwijs

De ontvangsten vielen in 2024 hoger uit dan gebudgetteerd (16,4 miljoen euro). Dit wordt grotendeels verklaard door de ontvangen bedragen van  11,2 miljoen euro en 1,3 miljoen euro vanwege niet gerealiseerde uitgaven door het Jeugdeducatiefonds (JEF) en het Nederlandse Rode Kruis inzake het programma schoolmaaltijden in 2023, omdat scholen minder hebben aangevraagd dan geraamd. Na de verantwoording over de projectsubsidies in 2023 zijn deze lager vastgesteld.

Ontvangsten Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

De ontvangsten vielen 3,7 miljoen euro hoger uit dan gebudgetteerd vanwege een incidentele extra afrekening van verschillende projectsubsidies van Tel Mee met Taal (1,7 miljoen euro), en verschillende afrekeningen van subsidies (2,0 miljoen euro).

Ontvangsten Studiefinanciering (R)

De kaderrelevante ontvangsten aan studiefinanciering zijn 2,6 miljoen euro hoger dan gebudgetteerd doordat uit de realisatiegegevens van DUO blijkt dat de ontvangsten aan de kortlopende vorderingen hoger zijn dan geraamd.

Overige meevallers

Op de overige artikelen zijn de ontvangsten aangesloten op de realisatie resulterend in een meevaller van 3,5 miljoen euro.

Tegenvallers

Realisatie ontvangsten lesgeld

De ontvangsten van het lesgeld zijn 3,1 miljoen euro naar beneden bijgesteld op basis van de realisatiegegevens van DUO.

Studiefinanciering (R)

De ontvangen rente is 19,0 miljoen euro lager dan gebudgetteerd, omdat de renteontvangsten lager zijn dan geraamd.

Overige tegenvallers

Op zijn overige tegenvallers op de ontvangsten van 0,6 miljoen euro.

Desalderingen

Ster-inkomsten

Er is een desaldering van 11,0 miljoen euro op de Ster-inkomsten wegens hogere Ster-inkomsten dan verwacht.

Museaal Aankoopfonds - Aankoop Van Gogh

Er is een desaldering van het Museaal Aankoopfonds van 2,9 miljoen euro. Het Mondriaan Fonds verstrekt, met instemming van OCW, aan het Noordbrabants Museum een bijdrage uit het Museaal Aankoopfonds (MAF) van 2,9 miljoen euro voor de aanschaf van het schilderij Kop van een vrouw van Vincent van Gogh.

Overige desalderingen

Er zijn twee overige desalderingen, namelijk van ontvangsten bij de lerarenbeurs als gevolg van intrekkingen (1,8 miljoen euro) en een terugstorting aan het participatiefonds (PF) van 1,2 miljoen euro, omdat op basis van het reglement van het fonds vastgesteld dat deze kosten niet ten laste van het Participatiefonds hadden moeten komen.

Niet-kaderrelevant      

Studiefinanciering (N)

Er is 127,4 miljoen euro minder aan niet-kaderrelevante ontvangsten op het budget voor studiefinanciering ontvangen dan gebudgetteerd. In 2023 is er in de laatste maanden extra veel afgelost. Hier is dit jaar ook rekening mee gehouden, maar dat bleek niet het geval.

Financiën (incl. Nationale Schuld)

Financiën

Stand Basisstand Miljoenennota 11.827
Mutaties t/m Najaarsnota 14.454
Stand Najaarsnota 26.281
Meevallers ‒ 198
Meevaller apparaat ‒ 11
Meevaller Belastingdienst ‒ 27
Meevaller vertragingsrente Traditionele Eigen Middelen ‒ 35
Meevaller apparaat Toeslagen ‒ 42
Programmamiddelen Toeslagen Herstel ‒ 79
Overige meevallers ‒ 3
Intensiveringen 7
Bijdrage Wereldbank 7
Overboekingen met andere begrotingen 46
Overboekingen BCF 46
Technisch ‒ 69
Afdrachten Staatsloterij 16
Storting begrotingsreserve ekv ‒ 15
Btw-compensatiefonds ‒ 73
Overig technisch 3
Niet-kaderrelevant ‒ 47
Schade-uitkering ekv ‒ 8
Meevaller belasting- en invorderingsrente ‒ 38
Overig niet-kaderrelevant 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 26.021
Stand Basisstand Miljoenennota 4.548
Mutaties t/m Najaarsnota 1.016
Stand Najaarsnota 5.564
Meevallers 92
Meevaller niet-belastingontvangsten 43
Meevaller apparaatsontvangsten Belastingdienst 34
Schaderestituties ekv 6
Overige meevallers 10
Tegenvallers 0
Tegenvallers 0
Generaal dossier ‒ 44
Dividenden staatsdeelnemingen ‒ 44
Technisch 4
Afdrachten Staatsloterij 16
Premies ekv ‒ 15
Overig technisch 3
Niet-kaderrelevant 322
Verkoop aandelen ABN AMRO 251
Meevaller belasting- en invorderingsrente 170
Schaderestituties ekv 16
Dividenden financiële staatsdeelnemingen ‒ 12
Renteontvangsten lening TenneT ‒ 110
Overig niet-kaderrelevant 7
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 5.937

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Meevaller apparaat

De apparaatsuitgaven van het kerndepartement vallen 11 miljoen euro lager uit dan eerder voorzien. Dit komt met name door openstaande vacatures, met name bij de Concerndirectie Informatievoorziening en Openbaarmaking van het kerndepartement. Hiernaast zijn er lagere materiële uitgaven doordat er minder gebruik is gemaakt van o.a. dienstverlening van de ADR.

Meevaller Belastingdienst

Onderuitputting bij de Belastingdienst van 27 miljoen euro die wordt veroorzaakt door met name lagere uitgaven aan (schade)vergoedingen voor compensatie FSV. Daarnaast was er minder inhuur nodig door onder andere betere werving en zijn niet alle geplande ICT-projecten tot betaling gekomen wat leidde tot minder uitgaven.

Meevaller vertragingsrente Traditionele Eigen Middelen

De betaalde vertragingsrente over nabetalingen Traditionele Eigen Middelen valt 35 miljoen euro lager uit, doordat de Europese Commissie in 2024 niet alle verzoeken tot betaling van vertragingsrente heeft ingediend.

Meevaller apparaat Toeslagen

De apparaatsuitgaven van Toeslagen vallen 42 miljoen euro lager uit dan eerder voorzien. Dit wordt met name veroorzaakt door vertraging van de uitvoering van de programma’s Herstel Toeslagen (circa 31 miljoen euro). Verder is er sprake van meer bezetting door intern personeel en minder gebruik van externe inhuur, dit leidt tot circa 7 miljoen euro aan lagere uitgaven.

Programmamiddelen Toeslagen Herstel

Onderuitputting van 79 miljoen euro op programmamiddelen van Toeslagen Herstel. Dit komt met name doordat de uitvoering van de aanvullende schaderoutes door de Stichting Gelijkwaardig Herstel minder snel verloopt dan eerder verondersteld.

Overige meevallers

Dit betreft enkele beperkte meevallers waarvan voornamelijk lagere programmauitgaven.

Intensiveringen

Bijdrage Wereldbank

De bijdrage aan de Wereldbank valt 7 miljoen euro hoger uit door uitgaven aan de Arrears Clearance voor de International Development Association (IDA20). Door een aanpassing van de betalingssystematiek bij de Wereldbank kunnen deze uitgaven niet meer vanuit de BZ-begroting gedaan worden. Daarom worden deze middelen overgemaakt naar de Wereldbank vanaf de begroting van Financiën. Deze mutatie is in de Veegbrief gemeld1.

Overboekingen met andere begrotingen

Overboekingen BCF

Dit betreft verschillende overboekingen van andere begrotingen naar het Btw-compensatiefonds (BCF).

Technisch

Afdrachten Staatsloterij

De post afdrachten Staatsloterij is met 16 miljoen euro bijgesteld, omdat de afdrachten uit de Staatsloterij hoger waren dan begroot. Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post voor afdrachten Staatsloterij opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij.

Storting begrotingsreserve ekv

Door lagere premie-ontvangsten van de exportkredietverzekering (ekv) is er 15 miljoen euro minder in de begrotingsreserve gestort.

Btw-compensatiefonds

De bijdrage aan provincies en gemeenten is 73 miljoen euro lager uitgevallen, omdat er minder btw is gedeclareerd dan geraamd. Het is op voorhand niet exact vast te stellen hoe veel btw provincies en gemeenten declareren. Overschotten op dit artikel worden bij de Voorjaarsnota verrekend met het Gemeente- en Provinciefonds.

Overig technisch

Dit betreft een totaal van meerdere beperkte desalderingen en daarnaast enkele technische mutaties die per saldo op nul sluiten.

Niet-kaderrelevant

Schade-uitkering ekv

Er is 8 miljoen euro minder schade uitgekeerd dan begroot. Bij de ekv zijn schades moeilijk te ramen vanwege het onvoorspelbare karakter van de ekv-portefeuille. Het al dan niet materialiseren van één schadezaak kan een grote impact hebben op de realisatie ten opzichte van het begrote bedrag. In de laatste maanden hebben zich minder schades gematerialiseerd dan begroot.

Meevaller belasting- en invorderingsrente

De uitgaven belasting- en invorderingsrente bij de Belastingdienst en de Douane vallen 38 miljoen euro lager uit. De reguliere uitgaven aan belasting- en invorderingsrente waren lager dan verwacht. Daarnaast zijn de kosten van het project herstel invorderingsrente circa 9 miljoen euro lager uitgevallen.

Overig niet-kaderrelevant

Dit betreft enkele niet-kaderrelevante mutaties die per saldo op nul sluiten.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Meevaller niet-belastingontvangsten

Een meevaller op de niet-belastingontvangsten van artikel 1 (Belastingen) bij zowel doorbelasten kosten vervolging (17 miljoen euro) als boetes en schikkingen (26 miljoen euro). De realisaties liggen hoger dan voorgaande jaren door economische ontwikkelingen.

Meevaller apparaatsontvangsten Belastingdienst

De apparaatsontvangsten zijn 34 miljoen euro hoger uitgevallen dan begroot. Het verschil wordt met name veroorzaakt door een incidentele ontvangst van ca. 22 miljoen euro ter afsluiting van een zaak van de Rijksadvocaat. Het betreft een unieke en eenmalige civielrechtelijke zaak waarbij de Belastingdienst in het gelijk is gesteld ten aanzien van het innen van belastingmiddelen over de grens. Daarnaast zijn er 9 miljoen euro meer ontvangsten vanuit het UWV gerelateerd aan de Ziektewet en transitievergoedingen.

Schaderestituties ekv

De gerealiseerde schaderestituties ekv zijn 6 miljoen euro hoger dan begroot. Dit komt doordat de ekv een vraaggestuurd instrument is. Op basis van daadwerkelijk opgelopen (niet-definitieve) schades en de inzet op het verhalen van de schade bij tegenpartijen kan de uiteindelijke stand van de recuperaties afwijken van de ramingen.

Overige meevallers

Dit betreft enkele beperkte meevallers waaronder een ontvangst uit de KLM Surviving Clause Framework Agreement (5 miljoen euro).

Tegenvallers

Dit betreft een beperkte coronagerelateerde tegenvaller binnen de exportkredietverzekeringen (premies herverzekering leverancierskredieten).

Generaal dossier

Dividenden staatsdeelnemingen

De dividendraming wordt met 44 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Het verschil tussen de raming en realisatie komt met name door de teruggave van de dividendbelasting niet meer in 2024 is ontvangen.

Technisch

Afdrachten Staatsloterij

De post afdrachten Staatsloterij is met 16 miljoen euro bijgesteld, omdat de afdrachten uit de Staatsloterij hoger waren dan begroot. Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post voor afdrachten Staatsloterij opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij.

Premies ekv

De premie-ontvangsten van de ekv zijn 15 miljoen euro lager dan begroot. De ekv is een vraag gestuurd instrument, waardoor realisaties kunnen afwijken van de ramingen.

Overig technisch

Dit betreft een totaal van meerdere beperkte desalderingen en daarnaast enkele technische mutaties die per saldo op nul sluiten.

Niet-kaderrelevant

Verkoop aandelen ABN AMRO

De Staat bouwt, via NL Financial Investments (NLFI), haar belang in ABN AMRO af. De ontvangsten zijn 251 miljoen euro hoger uitgevallen als gevolg van de lopende verkoop van aandelen ABN AMRO door de Staat en de inkoop van aandelen door ABN AMRO. Deze mutatie is in de Veegbrief gemeld2.

Meevaller belasting- en invorderingsrente

De ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente bij de Belastingdienst en de Douane zijn 170 miljoen euro hoger uitgevallen dan eerder geraamd. De hogere ontvangsten aan belastingrente deden zich met name voor bij de vennootschapsbelasting (78 miljoen euro). De hogere ontvangsten aan invorderingsrente komen vooral door de hogere ontvangsten over coronaschulden (41 miljoen euro).

Schaderestituties ekv

De gerealiseerde schaderestituties ekv zijn 16 miljoen euro hoger dan begroot. Dit komt doordat de ekv een vraaggestuurd instrument is. Op basis van daadwerkelijk opgelopen (niet-definitieve) schades en de inzet op het verhalen van de schade bij tegenpartijen kan de uiteindelijke stand van de recuperaties afwijken van de ramingen.

Dividenden financiële staatsdeelnemingen

De dividendraming wordt met 12 miljoen euro naar beneden bijgesteld op basis van de gerealiseerde dividenduitkeringen.

Renteontvangsten lening TenneT

De renteontvangsten vallen 110 miljoen euro lager uit dan begroot. Dit komt doordat TenneT conform afspraak een deel van de rente over 2024 in 2025 betaalt. In de raming was geen rekening gehouden met het deel van de realisatie van de ontvangsten over 2024 die in 2025 zouden vallen.

Overig niet-kaderrelevant

Meerdere niet-kaderrelevante ontvangsten waaronder hogere renteontvangsten op de lening aan Griekenland (5 miljoen euro).

Nationale Schuld

Stand Basisstand Miljoenennota 45.486
Mutaties t/m Najaarsnota 4.050
Stand Najaarsnota 49.536
Technisch 0
Technisch 0
Niet-kaderrelevant 756
Aflossing vaste schuld 730
Rente vlottende schuld 147
Rentelasten kasbeheer 129
Rente vaste schuld 14
Voortijdige beëindiging derivaten 8
Rente derivaten ‒ 31
Verstrekte leningen ‒ 241
Overig niet-kaderrelevant 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 50.292
Stand Basisstand Miljoenennota 66.693
Mutaties t/m Najaarsnota 3.422
Stand Najaarsnota 70.115
Technisch 0
Technisch 0
Niet-kaderrelevant 827
Mutatie in rekening courant en deposito 5.282
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging 296
Rente vlottende schuld 195
Rentebaten kasbeheer 10
Voortijdige beëindiging derivaten 8
Uitgifte vaste schuld ‒ 661
Mutatie vlottende schuld ‒ 4.308
Overig niet-kaderrelevant 5
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 70.942

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Technisch

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet-kaderrelevant

Aflossing vaste schuld

Eind 2024 hebben drie vervroegde aflossingen van staatsobligaties plaatsgevonden. Hierdoor vielen de aflossingen van de vaste schuld per saldo 730 miljoen euro hoger uit dan begroot bij de tweede suppletoire begroting.

Rente vlottende schuld

De rentelasten op de vlottende schuld zijn 147 miljoen euro hoger uitgevallen doordat er in de laatste maanden van het jaar een groter beroep is gedaan op de geldmarkt. Daarnaast hebben transacties op de geldmarkt ten behoeve van kortetermijnfinanciering geleid tot extra rentelasten.

Rentelasten kasbeheer

De rentelasten op het kasbeheer zijn 129 miljoen euro hoger uitgevallen, met name doordat er meer middelen door de deelnemers van schatkistbankieren werden aangehouden op de rekeningen-courant en in deposito’s dan waarmee rekening werd gehouden in de tweede suppletoire begroting.

Rente vaste schuld

De rentelasten op de vaste schuld zijn 14 miljoen euro hoger uitgevallen, met name als gevolg van het wisselkoersresultaat van de vaste schuld in Amerikaanse dollars.

Voortijdige beëindiging derivaten

Het Agentschap heeft in 2024 rentederivaten voortijdig beëindigd. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer betaald of ontvangen in het jaar waarin de voortijdige beëindigingen van derivaten plaatsvinden. Dit heeft geleid tot 8 miljoen euro aan uitgaven.

Rente derivaten

De rentelasten op derivaten zijn 31 miljoen euro lager uitgevallen als gevolg van de lager dan verwachte rentepercentages die op de variabele delen van de rentederivaten zijn gerealiseerd.

Verstrekte leningen

Het bedrag aan verstrekte leningen is in totaal 241 miljoen euro lager dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit komt doordat het aantal leningen verstrekt aan agentschappen en Rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) lager is uitgevallen dan begroot.

Overig niet-kaderrelevant

Deze post bestaat uit diverse niet-kaderrelevante mutaties die onder de ondergrens vallen.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Technisch

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet-kaderrelevant

Mutatie in rekening courant en deposito

Door de sociale fondsen, RWT’s, agentschappen en decentrale overheden is meer geld op de rekeningen-courant en in deposito’s aangehouden dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Het saldo van de deelnemers is circa 5,3 miljard euro meer toegenomen dan begroot.

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

In 2024 is voor in totaal 5,8 miljard euro aan staatsobligaties voortijdig afgelost. Door de stijging van de marktrente in de afgelopen jaren, is de prijs waartegen obligaties zijn ingekocht lager dan de nominale waarde. Het verschil heeft geresulteerd in een ontvangst van 296 miljoen euro.

Rente vlottende schuld

De rentebaten op vlottende schuld zijn 195 miljoen euro hoger uitgevallen, met name doordat meer middelen in de geldmarkt zijn uitgezet dan waarmee rekening werd gehouden in de begroting.

Rentebaten kasbeheer

De rentebaten op het kasbeheer zijn 10 miljoen euro hoger uitgevallen, met name doordat een correctiebetaling heeft plaatsgevonden door ING Bank. Het ministerie van Financiën krijgt rente vergoed op de betaalrekeningen die bij ING Bank worden aangehouden voor het betalingsverkeer van het Rijk. Door een technische fout bij ING Bank is er in de afgelopen jaren te weinig rente ontvangen. Dit is met een eenmalige correctie van circa 7 miljoen euro in 2024 ontvangen.

Voortijdige beëindiging derivaten

Het Agentschap heeft in 2024 rentederivaten voortijdig beëindigd. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer betaald of ontvangen in het jaar waarin de voortijdige beëindigingen van derivaten plaatsvinden. Dit heeft geleid tot ruim 8 miljoen euro aan ontvangsten.

Uitgifte vaste schuld

Het kastekort is ultimo 2024 lager uitgevallen dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Hierdoor was 661 miljoen euro minder schulduitgifte op de kapitaalmarkt nodig dan voorzien.

Mutatie vlottende schuld

De eindstand van de uitstaande schuld op de geldmarkt is het gevolg van meerdere ontwikkelingen gedurende het jaar, waarvan de ontwikkeling van het kassaldo, de keuze voor de omvang van de financiering op de kapitaalmarkt, het onderpand in contanten dat is ontvangen voor de derivaten en de vervroegde aflossingen de belangrijkste zijn. In 2024 is aan het eind van het jaar de financieringsbehoefte naar beneden bijgesteld, met name als gevolg van een lager kastekort, waardoor uiteindelijk een kleiner een beroep is gedaan op de geldmarkt.

Overig niet-kaderrelevant

Deze post bestaat uit diverse niet-kaderrelevante mutaties die onder de ondergrens vallen.

Defensie (inclusief Defensiematerieelbegrotingsfonds)

Defensie

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 21.298
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 8.920
Stand Najaarsnota 12.378
Meevallers ‒ 182
Meevallers ‒ 182
Tegenvallers 50
Tegenvallers 50
Intensiveringen 173
Betaling pensioengelden 2024 153
Veegbriefmutaties 20
Technisch 0
Technisch 0
Niet-kaderrelevant 47
Oekraïne 47
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 12.467
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 229
Mutaties t/m Najaarsnota 239
Stand Najaarsnota 467
Meevallers 16
Meevallers 16
Tegenvallers ‒ 4
Tegenvallers ‒ 4
Niet-kaderrelevant ‒ 165
Oekraïne ‒ 165
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 315

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreft de onderuitputting die zich na de Najaarsnota heeft voorgedaan. Dit is met name te vinden op apparaatsuitgaven (105 miljoen euro) doordat de personele vulling achterblijft ten opzicht van het formatiebudget. Verder zijn uitgaven aan schadevergoedingen (Nationaal fonds ereschuld en Chroom 6) voor 26 miljoen euro, de contributiebijdrage aan NAVO (exploitatie NAVO hoofdkwartieren en instandhouding AWACs) voor 13 miljoen euro, en uitgaven voor artikel 1 inzet bij missies en operaties voor 23 miljoen euro lager uitgevallen doordat er minder gebruik van is gemaakt dan bij Najaarsnota geraamd.

Tegenvallers

Dit betreft overrealisatie die zich na de Najaarsnota heeft voorgedaan. Dit is met name te vinden op de budgetten van gereedstelling omdat meer (vlieg)oefeningen hebben plaatsgevonden (26 miljoen euro) en de bijdrage aan TNO (13 miljoen euro) hoger is uitgevallen omdat er programmafinanciering is verleend dan bij Najaarsnota geraamd. Verder is de overige personele exploitatie bij Commit 8,3 miljoen euro hoger vanwere arbeidsvoorwaardelijke uitgaven voor duurzaamheid en extra uitgaven voor dienstreizen wegens hogere prijzen.

Betaling pensioengelden 2024

De betaling van pensioengelden over 2024 vindt plaats in december in plaats van januari (153 miljoen euro).

Veegbriefmutaties

Dit betreft de mutaties die in de Veegbrieven zijn opgenomen en die tot een overschrijding op het betreffende artikel hebben geleid ten opzichte van de stand bij Najaarsnota. Op artikel 4 Koninklijke luchtmacht heeft het o.a. betrekking op hogere personele uitgaven door een hogere eindejaarsuitkering (15 miljoen euro).

Technisch

Dit betreft herschikkingen waarmee budget wordt gealloceerd en gelabeld naar waar de realisatie zich heeft voorgedaan. Dit is budgettair neutraal op artikelniveau.

Oekraïne

Dit betreft de realisatie van Oekraïnemiddelen. De steun is 47 miljoen euro hoger uitgevallen dan bij Najaarsnota geraamd omdat enkele leveringen alsnog hebben kunnen plaatsvinden in 2024, met name munitie. De kasschuif zoals doorgevoerd bij Najaarsnota wordt daarmee deels teruggedraaid tot een bedrag van 703 miljoen euro.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreft hogere ontvangsten dan bij Najaarsnota geraamd, met name hogere terugontvangsten uit FMS casussen (aanbestedingsproces materieel in VS).

Tegenvallers

Dit betreft lagere ontvangsten dan bij Najaarsnota geraamd, met name lagere vergoedingen afkomstig uit gebruik van Nederlands materieel of diensten door bondgenoten bij internationale samenwerkingen.

Oekraïne

Dit betreft de realisatie van cofinanciering op Oekraïnesteun. De leveringen aan Oekraïne die in gezamenlijkheid met andere bondgenoten worden opgesteld, zijn vertraagd naar 2025 (48 miljoen euro) of komen te vervallen (117 miljoen euro). Dit laatste betrof een munitielevering die niet doorgaat.

Defensiematerieelbegrotingsfonds

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 10.724
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 2.405
Stand Najaarsnota 8.319
Meevallers ‒ 687
Meevallers ‒ 687
Tegenvallers 45
Tegenvallers 45
Intensiveringen 113
Intensiveringen 113
Kadercorrecties ‒ 10
Valutakoersontwikkeling ‒ 10
Technisch 0
Technisch 0
Niet-kaderrelevant ‒ 174
Oekraïne ‒ 174
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 7.606
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 10.724
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 9.853
Stand Najaarsnota 870
Meevallers 3
Meevallers 3
Tegenvallers ‒ 30
Tegenvallers ‒ 30
Technisch ‒ 696
Administratieve aanpassing boekingswijze begrotingsfondsen ‒ 696
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 148

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreft de onderuitputting die zich na de Najaarsnota heeft voorgedaan. Dit is met name te vinden op verwerving van nieuw en vervangend defensiematerieel (ca. 500 miljoen euro) en instandhouding (ca. 130 miljoen euro) doordat de defensiemarkt zeer krap is en lange levertijden kent. Verder zijn uitgaven aan Kennis en innvotie ca. 50 miljoen euro lager uitgevallen doordat defensie grote knelpunten ervaart in de inkoopketen bij het Defensie Ondersteuningscommando.

Tegenvallers

Dit betreft overrealisatie die zich na de Najaarsnota heeft voorgedaan, met name om de staat van het vastgoed (23 miljoen euro) in stand te houden of te verbeteren.

Intensiveringen

Dit betreft de mutaties die in de Veegbrieven zijn opgenomen en die tot een overschrijding op het betreffende artikel hebben geleid ten opzichte van de stand bij Najaarsnota. Op artikel 4 Lucht materieel is 113 miljoen euro meer uitgegeven door de versnelde bestelling van de Medium Utility Helikopters (MUH).

Valutakoersontwikkeling

Ontwikkelingen in de wisselkoersen van US Dollars en Zweedse Kronen leiden tot een teruggave van de compensatie die Defensie heeft ontvangen voor valutaschommelingen. Jaarlijks worden op basis van het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau de verwachte effecten van de wisselkoersmutaties verwerkt op het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Bij Slotwet worden de gerealiseerde standen verwerkt. Defensie is met name gevoelig voor schommelingen in wisselkoersen bij aanschaf en in mindere mate bij instandhouding van materieel.

Technisch

Dit betreft herschikkingen waarmee budget wordt gealloceerd en gelabeld naar waar de realisatie zich heeft voorgedaan. Dit is budgettair neutraal op artikelniveau.

Oekraïne

Dit betreft de realisatie van Oekraïnemiddelen die aan Defensie zijn toegekend ter vervanging van uit eigen voorraad geleverd materieel. De steun is 174 miljoen euro lager uitgevallen in 2024 dan bij Najaarsnota geraamd omdat de start van de vervanging van enkele leveringen is verschoven naar 2025.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreft hogere ontvangsten dan bij Najaarsnota geraamd, met name hogere vergoedingen afkomstig uit gebruik van Nederlands materieel of diensten door bondgenoten bij internationale samenwerkingen.

Tegenvallers

Dit betreft lagere ontvangsten dan bij Najaarsnota geraamd, met name als gevolg van minder verkopen van materieel en geen ontvangsten uit royalties (circa 20 miljoen euro). Daarnaast zijn er ook minder auto’s ingeruild omdat de aankopen van nieuwe personenvoertuigen is vertraagd (circa 10 miljoen euro).

Administratieve aanpassing boekingswijze begrotingsfondsen

Dit betreft een administratieve aanpassing om de uitkering van de eindejaarsmarge 2023 niet langer via zowel de uitgaven als de ontvangsten op te boeken. De administratieve boekingswijze op begrotingsfondsen is per Miljoenennota 2025 aangepast. Omwille van administratieve eenvoud en transparantie vinden mutaties op het Defensiematerieelbegrotingsfonds voortaan niet meer plaats via de ontvangstenkant.

Infrastructuur en Waterstaat (inclusief Mobiliteitsfonds en Deltafonds)

Infrastructuur en Waterstaat

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 14.652
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 702
Stand Najaarsnota 13.951
Meevallers ‒ 113
Meevaller BVOV ‒ 3
Meevaller innovatie subsidie duurzame binnenvaart ‒ 3
Meevaller Stint ‒ 4
Meevaller bedrijvenregeling ‒ 5
Meevaller subsidie elektrisch vervoer ‒ 8
Meevaller NGF DMI ‒ 9
Meevaller subsidie laad en aanzet ‒ 17
Overige meevallers ‒ 64
Tegenvallers 92
Tegenvaller bijdrage medeoverheden 14
Tegenvaller verduurzaming logistiek 6
Overige tegenvallers 71
Intensiveringen 15
Intensiveringen 15
Ombuigingen ‒ 8
Ombuigingen ‒ 8
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 1
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 1
Technisch ‒ 16
Mutaties met Mobiliteitsfonds 3
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 87
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 6
Stand Najaarsnota 80
Meevallers 14
Meevallers 14
Tegenvallers ‒ 27
Tegenvallers ‒ 27
Technisch 0
Technisch 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 67

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers
Meevaller Beschikbaarheidsvergoeding OV
De uiteindelijke realisatie op de Beschikbaarheidsvergoeding OV blijkt in 2024 iets lager dan was voorzien. Het overschot wordt conform afspraken teruggegeven aan het generale beeld.

Meevaller innovatie voorziening duurzame binnenvaart
Een deel van de betaling van deze subsidieregeling is vertraagd. Deze betaling zal in 2025 alsnog plaatsvinden.

Meevaller Stint
Dit betreft een meevaller op het budget voor de schadevergoeding van de Stint. Het uitgekeerde bedrag aan schadevergoedingen is lager uitgevallen dan initieel is begroot. De schadevergoedingen worden toegekend in rechtszaken. Een deel van deze rechtszaken loopt door tot in 2025, hierdoor worden desze schadevergoedingen niet meer in 2024 toegekend.

Meevaller bedrijvenregelling
De initiële inschatting die intern is gemaakt voor de hoogte van de vaststellingen van de bevoegde gezagen was aanzienlijk hoger dan later het geval bleek te zijn.

Meevaller subsidie elektrisch vervoer
Niet alle middelen die beschikbaar zijn gesteld voor subsidieregelingen voor elektrisch vervoer zijn aangevraagd.

Meevaller NGF Dutch Metropolitan Innovations
Bij de opdrachten voor Dutch Metropolitan Innovations is vertaging ontstaan bij de ontwikkeling van de innovatievoorstellen, waardoor de implementatie ook later plaats zal vinden.

Meevaller laad en aanzet
De subsidieregeling Laad- en AanZET wordt zowel gefinancierd door het budget voor duurzame mobiliteit (DuMo) als door Vrachtwagenheffing. Het DuMo-budget is eerst belast, waardoor er minder is uitgegeven bij Vrachtwagenheffing. In de komende jaren wordt het budget van Vrachtwagenheffing ingezet voor de regeling. Er is minder uitgegeven aan deze regeling, doordat er minder inschrijvingen op deze regeling zijn geweest dan was verwacht. Het DuMo-budget is eerst belast, waardoor er minder is uitgegeven bij Vrachtwagenheffing. In de komende jaren wordt het budget van Vrachtwagenheffing ingezet voor de regeling.

Overige meevallers
Dit zijn kleinere meevallers. Het gaat onder andere om enkele projecten uit het NGF en Klimaatfonds die vertraging oplopen (onder andere zero-emissie binnenvaart en laadinfra). Ook zijn er meevallers op apparaatskosten.

Tegenvallers
Tegenvaller bijdrage medeoverheden
Dit betreft het saldo op de bijdragen aan medeoverheden op artikel 14.3. De tegenvaller van 14,5 mln. euro is ontstaan doordat de bevoorschotting is verhoogd an 25% naar 75% om tot volledige uitputting van het begrotingsartikel te komen.

Tegenvaller verduurzaming logistiek
Dit betreft het saldo op de opdrachten van artikel 14.03. Er zijn diverse mee- en tegenvallers die worden veroorzaakt door vertraging bij het aangaan van opdrachten en opdrachten die eerder voltooid en betaald zijn.

Overige tegenvallers
Dit zijn kleinere tegenvallers. Het gaat hier onder andere om tegenvallende kosten voor de renovatie van het KNMI, kosten o.g.v. Bodemsanering in 2024 waarvan was gepland dat deze in 2025 zouden worden betaald, en extra werkzaamheden voor het Exploitatie Maatschappij Krimpen (EMK) terrein in Krimpen aan den Ijssel.

Ombuigingen

De mutaties vallend onder dit kopje bestaan uit interne herschikkingen om budget op andere artikelen aan te vullen.

Intensiveringen

De budgetten die zijn omgebogen op andere artikelen zijn gebruikt om tekorten op bepaalde posten op te vullen. Er is bijvoorbeeld extra budget gegaan naar TVOV omdat een betaling aan vervoersregio Amsterdam hoger uitvalt, naar materieel i.v.m. benodigde verplichte ICT licenties, en naar personele uitgaven omdat er extra budget benodigd was om de salarisboeking voor december te kunnen vervullen.

Overboekingen met andere begrotingen
Dit betreft met name overboekingen naar het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds. Het gaat onder andere om een overheveling voor vrachtwagenheffing en topsector logistiek.

Technisch
Mutaties met Mobiliteitsfonds

Deze mutaties worden toegelicht op het Mobiliteitsfonds.

Terugboeking overschotten vrachtwagenheffing (VWH)
In de huidige systematiek vindt de verantwoording van bepaalde uitgaven voor de uitvoering van het programma Vrachtwagenheffing plaats op de begroting Hoofdstuk XII Infrastructuur en Waterstaat (HXII). De budgetten hiervoor zijn vrijgemaakt op het Mobiliteitsfonds en worden overgeheveld naar HXII, zodat aldaar de uitgaven kunnen worden verantwoord. Op de naar de begroting van Hoofdstuk XII overgehevelde budgetten doen zich in 2024 mogelijk lagere uitgaven voor dan van tevoren gepland, door eventuele niet uitgevoerde werkzaamheden of vertragingen. Voor de hiervoor genoemde posten geldt dat de dit jaar niet-bestede middelen van 18,2 mln. euro worden teruggeboekt naar het Mobiliteitsfonds.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers
Dit betreft kleinere tegenvallers. Het gaat onder andere om ontvangsten voor de Provincie Zuid-Holland en de gemeente Krimpen aan de IJssel die niet meer zijn ontvangen (circa 3,5 miljoen euro) als gevolg van vertraging van het project Exploitatie Maatschappij Krimpen (EMK). Ook zijn er minder ontvangsten binnengekomen op het artikel openbaar vervoer en spoor en het artikel wegen en verkeersveiligheid. 

Technisch
Generale meevaller BVOV (beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer)

Middelen voor de BVOV die niet zijn gebruikt vallen vrij ten gunste van het generale beeld.

Mobiliteitsfonds

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 10.246
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 359
Stand Najaarsnota 9.887
Meevallers ‒ 282
Voordelig saldo spoorwegen planuitwerking en verkenning ‒ 23
Voordelig saldo hoofdwegennet vernieuwing ‒ 31
Voordelig saldo woningbouw middelen ‒ 24
Voordelig saldo hoofdvaarwegennet aanleg ‒ 26
Voordelig saldo hoofdwegennet verkenning en planuitwerking ‒ 23
Voordelig saldo hoofdwegennet aanleg ‒ 31
Overige meevallers ‒ 124
Tegenvallers 42
Nadelig saldo hoofdwegennet aanleg 11
Overige tegenvallers 30
Technisch 63
Technisch 63
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 9.709
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 10.246
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 359
Stand Najaarsnota 9.887
Meevallers 5
Meevallers 5
Tegenvallers ‒ 13
Tegenvallers ‒ 13
Desalderingen ‒ 16
Mutaties met Infrastructuur en Waterstaat ‒ 16
Technisch 79
Mutaties met infrastructuur en Waterstaat 18
Technisch 61
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 9.948

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers
Voordelig saldo spoorwegen planuitwerking en verkenning
Het voordelig saldo op de planuitwerking en verkenningen op Spoorwegen wordt met name veroorzaakt door het project Grensoverschrijdend Spoor. De SPUK voor Emmen-Rheine van circa €14 miljoen wordt niet meer in 2024 uitbetaald aan de provincie Drenthe en wordt naar verwachting in 2025 beschikt.

Voordelig saldo woningbouw middelen
Het voordelig saldo heeft te maken met het niet volledig beschikken van de SPUKs Korte Termijn Woningbouwmiddelen (€ 7,3 miljoen) en Mobiliteitspakketten (€ 16,8 miljoen). De middelen worden beschikt in 2025.

Voordelig saldo hoofdvaarwegennet aanleg
Op het hoofdproduct Hoofdvaarwegennet Realisatie is er een overschot van 21,3 mln. euro. De grootste afwijkingen betreffen de projecten: Lemmer Delfzijl (8,2 mln. euro).

Voordelig saldo Hoofdwegennet verkenning en planuitwerking
Dit betreft een voordelig saldo op de planuitwerking en verkenningen van het hoofdwegennet van € 22 miljoen. Het wordt voornamelijk veroorzaakt door het programma Publiek Vervoer en Voorbereiding Vrachtwagenheffingskosten. Bij Publiek vervoer komt dit doordat eind 2024 het initiële contract is aangegaan voor de pilot publiek vervoer Zeeland. De kosten vielen aanzienlijk lager uit. Het gevolg was dat in 2024 geen kosten werden gemaakt en de kasbudgetten doorschuiven naar 2025. In de loop van 2025 en verder zullen nieuwe contracten worden afgesloten. Bij de kosten voor de voorbereiding vrachtwagenheffing waren er initieel meer kosten geraamd dan uiteindelijk nodig was in 2024. De overige middelen schuiven door naar 2025.

Voordelig saldo Hoofdwegennet Vernieuwing
Het voordelig saldo van € 25 mln. Euro op Vernieuwing is het gevolg van vertragingen op diverse Vervangings- en Renovatieprojecten. Zo is het kasbudget bij de planning van het project N99-Kooijbrug doorgeschoven naar achter omdat de herberekeningen en het controleren van de raming langer duurde dan gepland (16 mln. euro). Ook bij de Blankenburgverbinding en de renovatie van de N3 Papendrechtse brug is minder gerealiseerd dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat bij de projecten Barneveld-Nijkerk, Waterberg-Apeldoorn en Muiderberg en Watergraafsmeer meer voorbereidingstijd nodig was omdat de aannemer gebruik maakt van een blokplanning en er maar één uitvoeringsteam beschikbaar was. Daarnaast is een deel van de Reservering Vernieuwing ook doorgeschoven naar 2025 omdat die niet meer benodigd werd geacht in 2024. Hoofdzakelijk komt dit doordat het project Brienenoordbrug stil ligt. Daarnaast is de realisatie van de N99 Balgzandbrug en de reservering m.b.t. jaarlijkse incidenten van de N3 renovatie Papendrechtsebrug doorgeschoven naar 2025 en verder.

Voordelig saldo Hoofdwegennet aanleg
Het voordelig saldo van € 31 miljoen wordt met name verklaard door het aanlegprojecten: Schiphol/Amsterdam/Almere (SAA) en Geluidsaneringsprogramma-weg. De reservering voor SAA wordt doorgeschoven naar 2025. Dit jaar was dit bedrag gereserveerd voor de Vaststellingsovereenkomsten excessieve prijsstijgingen van het project A9 Badhoevedorp (A9 BaHo), echter is met de aannemer afgesproken dat het project dit in 2026 of 2027 zal betalen. Bij Geluidsaneringsprogramma- weg is er minder verplicht doordat bij de gevelisolatieprojecten veel minder objecten in uitvoering komen dan was geraamd en de regio's kampen met vertragingen door onvoldoende capaciteit bij de aannemer. Doordat er minder verplichtingen zijn aangegaan hebben er ook lagere kasuitgaven plaatsgevonden.

Overige meevallers
Dit betreft veel verschillende kleinere meevallers. Het gaat onder andere om het voordelig saldo van € 11,6 miljoen op vernieuwing van hoofdvaarwegennet. Dit is het gevolg van diverse Vervangings- en Renovatieprojecten. Zo zijn de geplande werkzaamheden door de aannemer ten behoeve van de Spijkenisserbrug (4,5 mln. euro) en de daarmee gepaarde betalingen doorgeschoven naar 2025. Ook bij de Krammerssluizen is 1 termijnstaat verplaatst naar 2025, waardoor de budgetbehoefte ook in 2025 nodig is. En daarnaast het voordelig saldo op Zuidasdok van € 11,4 miljoen. Dit is voornamelijk het resultaat van de OV Terminal 1. Een belangrijke buitendienststelling waarin werkzaamheden aan perrons zouden worden uitgevoerd is in Q3 2024 alsnog over de jaargrens heen geschoven van november 2024 naar januari 2025. Dit heeft tot vertraging in de ruwbouw geleid waardoor niet zeker was of de oorspronkelijke datum gehaald kon worden. De verplaatsing heeft geen gevolgen voor de rest van de planning.

Tegenvallers
Nadelig saldo hoofdwegennet aanleg
Het betreft extra kasbehoefte voor het project Zuidelijke Ringweg Groningen (ZRG) voor het betalen van de vaststellingsovereenkomst die oorspronkelijk gepland stonden in 2025, maar waarvan de betaling naar 2024 wordt gehaald. Het zijn afrekeningen met de aannemer die in 2024 worden gedaan van circa € 11 miljoen. In juni 2025 wordt aansluitend een afkoop gedaan van het geschil.

Technisch
Dit betreffen desalderingen voor bijvoorbeeld: een terugbetaling van de te hoge bevoorschotting aan ProRail (ca. 58 mln. euro) van het 2e halfjaar 2023. In lijn met CW2001 wordt dit in 2024 als ontvangst verantwoord. Om het uitgavenbudget in stand te houden worden tegelijktertijd de uitgaven opgehoogd (ca. 58 mln. euro). Hiernaast zijn er nog een aantal andere eindafrekeningen voor bijvoorbeeld het RDW en het CJIB.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers
Doordat er op het VBS-tarief extra ontvangsten zijn geweest, is op het Hoofdvaarwegennet € 2,3 mln. euro meer ontvangen dan voorzien. Daarnaast zijn er extra ontvangsten vanuit de EU binnengekomen voor ERTMS (€ 7 mln.). Hiernaast zijn er nog een aantal kleine meevallers op de ontvangsten.

Tegenvallers

De 13 mln. aan tegenvallende ontvangsten wordt onder andere veroorzaakt door €11,6 mln. lagere ontvangsten voor IenW voor de HSL heffing, vanwege een lopend gesprek met NS over de hoogte van de heffing per jaar. Hiernaast waren er een aantal kleinere tegenvallers. Een voorbeeld is €1 mln. lagere tol ontvangsten doordat de Blankenburgverbinding later open is gegaan dan verwacht,

Desalderingen
Mutaties met Infrastructuur en Waterstaat

Deze mutaties zijn technisch nodig om het fonds in evenwicht te houden. De inhoudelijke mutaties zijn toegelicht bij de uitgaven (zie overboekingen met andere begrotingen).

Technisch
Dit betreffen desalderingen voor bijvoorbeeld: een terugbetaling van de te hoge bevoorschotting aan ProRail (ca. 58 mln. euro) van het 2e halfjaar 2023. In lijn met CW2001 wordt dit in 2024 als ontvangst verantwoord. Om het uitgavenbudget in stand te houden worden tegelijktertijd de uitgaven opgehoogd (ca. 58 mln. euro). Hiernaast zijn er nog een aantal andere eindafrekeningen voor bijvoorbeeld het RDW en het CJIB.

Mutaties met Infrastructuur en Waterstaat
Dit betreft de terugboeking van de middelen voor Vrachtwagenheffing van de begroting van Infrastructuur en Waterstaat naar het Mobiliteitsfonds. Dit is conform afspraak met Financiën.

Deltafonds

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 1.819
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 171
Stand Najaarsnota 1.648
Meevallers ‒ 73
Voordelig saldo investeren in waterveiligheid ‒ 32
Voordelig saldo investeren in waterkwaliteit ‒ 32
Overige meevallers ‒ 9
Tegenvallers 48
Nadelig saldo overprogrammering 32
Overige tegenvallers 16
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 1.623
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 1.819
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 171
Stand Najaarsnota 1.648
Meevallers 2
Meevallers 2
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 1.651

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers
Voordelig saldo Investeren in waterveiligheidDit betreft vertraagde uitgaven van circa 32 miljoen euro op artikel investeren in waterveiligheid. Het wordt grotendeels veroorzaakt door het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en HWBP 2 waarvoor betreffende declaraties nog niet zijn ontvangen (ca. 19 mln. Euro). Daarnaast is de realisatie voor studiekosten achtergebleven bij de raming (ca. 6 mln. euro).

Voordelig saldo Investeren in waterkwaliteit

Voor de Kaderrichtlijn water (KRW) zijn minder middelen nodig dan begroot (ca. 12 mln. euro) door vertragingen in het vergunningenprocedures bij de partnerprojecten, benodigde hernieuwde berekeningen rondom stikstof, en de uitspraak van het Europees Hof dat er geen tijdelijke achteruitgang van waterkwaliteit mag zijn in de aanlegfase. Hiernaast zorgt de nieuwe Omgevingswet voor vertraging in de planfase. Bij de Programma Aanpak Grote Wateren heeft budget niet tot volledige realisatie geleid (ca. 12 mln. euro) vanwege onder andere het aanhouden of cancelen projecten waaronder Duurzame Visserij. Zandbaan en Noord Hollandse Markermeerkust. Tevens zijn op basis van opdrachtbrieven de geplande kasritmes bijgesteld. Daarnaast is de realisatie voor studiekosten achtergebleven bij de raming (ca. 6 mln. euro).

Nadelig saldo overprogrammering
Op het Deltafonds is er sprake van overprogrammering. Dit houdt in dat er meer programma wordt gepland, dan dat er kasbudget is. In dit geval is de programmering lager dan de overprogrammering waardoor er een voordelig saldo ontstaat. Dit is in totaal 32 mln. Euro. Dit is het overschot op het Deltafonds van programmering dat niet in 2024 heeft plaats kunnen vinden.

Overige mee- en tegenvallers
Dit betreffen mee- en tegenvallers met beperkte omvang op de overige artikelen van het Deltafonds.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers
Dit wordt bijna volledig veroorzaakt door hogere ontvangsten op het artikel Investeren in Waterveiligheid van circa 2 miljoen. Deze hogere ontvangst is grotendeels het gevolg van meer ontvangsten in het kader van het Bestuursakkoord Water en een hogere ontvangst bij de Maaswerken als gevolg van vergoeding voor gemaakte kosten in begeleiden van onder andere vastgoed.

Economische Zaken en Klimaat (inclusief Nationaal Groeifonds)

Economische Zaken en Klimaat

Stand Basisstand Miljoenennota 12.245
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 1.393
Stand Najaarsnota 10.851
Meevallers ‒ 1.474
Corona ‒ 32
Onderuitputting Klimaatfondsmiddelen ‒ 60
Tijdelijke prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 ‒ 95
Onderuitputting NGF-projecten ‒ 189
Een veilig Groningen met perspectief ‒ 283
Nadeelcompensatie kolencentrales ‒ 497
Overige meevallers ‒ 319
Tegenvallers 120
Subsidie EBN onderhoudsvoorziening Piekgasinstallatie Alkmaar 30
Lening Nuclear Research and consultancy Group 25
Overige tegenvallers 65
Generaal dossier ‒ 257
Norg Akkoord ‒ 257
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 8
Technisch 809
Storting begrotingsreserve duurzame energie 809
Overig technisch 0
Niet-kaderrelevant ‒ 30
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 10.010
Stand Basisstand Miljoenennota 5.620
Mutaties t/m Najaarsnota 1.120
Stand Najaarsnota 6.740
Meevallers 412
Ontvangsten SDE, SDE+ en SDE++ 257
Een veilig Groningen met perspectief 43
Terugbetalingen TEK 36
Overige meevallers 76
Tegenvallers ‒ 125
Corona ‒ 27
Bijdrage NAM Nationaal Programma Groningen ‒ 30
Overige tegenvallers ‒ 68
Generaal dossier ‒ 224
Lagere gasbaten ‒ 224
Technisch ‒ 19
Niet-kaderrelevant ‒ 18
Correctiebetalingen ODE ‒ 38
Overig niet-kaderrelevant 20
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 6.766

Uitgaven

Meevallers

Onderuitputting Klimaatfondsmiddelen

Er is sinds de Najaarsnota per saldo 31 miljoen euro aan onderuitputting gerealiseerd op de verscheidene regelingen op de begroting van EZK die uit het Klimaatfonds zijn gefinancierd. Dit zijn in de regel relatief kleine bedragen per regeling en dit heeft voornamelijk te maken met uitbetalingen die niet meer in 2024 hebben plaatsgevonden en daardoor over de jaargrens heen schuiven. Dit geldt bijvoorbeeld voor verschillende subsidies aan Energie Beheer Nederland (EBN) voor onderzoek (-12 miljoen euro) en voor de correctieregeling duurzame warmte (-2 miljoen euro). Ook op het opschalingsinstrument waterstof is onderuitputting van 6 miljoen euro, vanwege vertraging in de uitrol van het waterstofnetwerk op land.

Corona

Bij een aantal corona-regelingen is minder uitgegeven dan geraamd. De Garantie Ondernemersfinanciering Corona (-15 miljoen euro) is recent gesloten en er is geen beroep meer gedaan op uitbetaling in 2024. Daarnaast is er een verlaging van het budget (-15 miljoen euro) van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) op basis van actuele ramingen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Tijdelijke prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Het tijdelijke prijsplafond energie kleinverbruikers is met ingang van 2024 niet meer van kracht. Leveranciers leveren maandelijks nog jaar- en eindnota’s aan, zodat RVO de definitieve kosten van het prijsplafond kan verrekenen met het door de leverancier ontvangen subsidievoorschot. Dit leidt in sommige gevallen tot ontvangsten en in andere gevallen tot uitgaven. Ten opzichte van de Najaarsnota is in 2024 een meevaller van 95 miljoen euro gerealiseerd.

Onderuitputting NGF-projecten

Bij de Nationaal Groeifonds-projecten op de EZK-begroting is 188 miljoen euro minder uitgegeven dan hiervoor stond geraamd bij Najaarsnota. Dit wordt veelal veroorzaakt doordat de projecten vertraging hebben opgelopen in de uitvoering. Bij het project Groenvermogen (-78 miljoen euro) komt deze vertraging bijvoorbeeld doordat regelingen waar dit project parallel van gebruik maakt, later zijn opengesteld dan verwacht.

Een veilig Groningen met perspectief

Op het begrotingsartikel Een veilig Groningen met perspectief is in totaal minder uitgegeven dan begroot bij Najaarsnota. Dit ziet met name op de versterkingsoperatie, omdat er in 2024 minder adressen zijn versterkt dan eerder begroot. Ook bij diverse andere regelingen is er minder uitgegeven dan geraamd, zoals bij duurzaam herstel en de waardevermeerderingsregeling. Op de schadeafhandeling is meer uitgegeven dan begroot in 2024. De voornaamste reden hiervoor is het inhaaleffect van de in 2023 opgelopen werkvoorraad en het feit dat er in 2024 meer schademeldingen afgehandeld konden worden dan eerder gedacht. Dit geldt zowel voor de fysieke schadevergoeding als voor de immateriële schadevergoeding.

Nadeelcompensatie kolencentrales

Deze storting in de begrotingsreserve duurzame energie (497 miljoen euro) bestaat uit de nadeelcompensatie van de productiebeperking van de kolencentrales. Deze is in 2024 niet tot uitkering gekomen vanwege uitblijvende staatssteungoedkeuring door de Europese Commissie.

Overige meevallers

Op verschillende dossiers is minder uitgegeven dan geraamd. Zo zijn er minder betalingen gedaan voor de subsidieregelingen SDE (-54 miljoen euro), Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (-26 miljoen euro) en BMKB (-25 miljoen euro).

Tegenvallers

Subsidie EBN onderhoudsvoorziening Piekgasinstallatie Alkmaar

EBN heeft een subsidie van 30 miljoen euro voor het treffen van een onderhoudsvoorziening voor de Piekgasinstallatie (PGI) Alkmaar. Deze subsidie heeft EBN nodig voor het contracteren van de PGI Alkmaar voor de gasopslagen in de komende jaren.

Lening Nuclear Research and Consultancy Group

Als gevolg van een gemiste productiecyclus in het najaar van 2024 zet KGG een liquiditeitsfaciliteit van 25 miljoen euro op voor de Nuclear Research and Consultancy Group (NRG). Dit heeft in 2024 tot hogere uitgaven geleid dan bij Najaarsnota voorzien. Met deze faciliteit kan NRG naar verwachting de periode tot de fusie met Pallas overbruggen.

Overige tegenvallers

Op verschillende dossiers zijn er kleine tegenvallers. Dit gaat bijvoorbeeld om hogere kosten voor RVO (12 miljoen euro) en een hogere voorschotbetaling aan het innovatieve elektrolyseproject Djewels (8 miljoen euro).

Generaal dossier

Norg Akkoord

Het Norg Akkoord is een akkoord tussen de Staat en NAM waarbij de Staat jaarlijks een vergoeding betaalt voor de inzet van de gasberging in Norg. Hierdoor kon de gaswinning uit het Groningenveld eerder naar nul worden teruggebracht. In 2024 zijn hiervoor de laatste betalingen gedaan. De kasuitgaven in 2024 zijn daarom verrekend met een eerdere voorschotbetaling uit 2019. Hierdoor ontstaat in 2024 een meevaller van 257 miljoen euro.

Overboekingen met andere begrotingen

Deze post bestaat uit verschillende stortingen in het Btw-compensatiefonds (12 miljoen euro). Daarnaast wordt er een overboeking van de VWS-begroting naar de EZK-begroting gedaan voor het programma Coalitie Leefstijl in de Zorg wat door de Nederlandse organisatie voor Toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) wordt uitgevoerd (4 miljoen euro).

Technisch

Storting begrotingsreserve duurzame energie

De storting in de begrotingsreserve duurzame energie bestaat uit de nadeelcompensatie van de productiebeperking van de kolencentrales (497 miljoen euro). Deze is in 2024 niet tot uitkering gekomen vanwege uitblijvende staatssteungoedkeuring door de Europese Commissie. Het overige deel bestaat uit terugontvangsten van beschikkingen op de subsidieregelingen SDE (257 miljoen euro) en vertraging in de realisatie van bestaande SDE-beschikkingen (54 miljoen euro).

Overig technisch

Deze post bestaat uit afrondingsverschillen om te zorgen dat de uitgaven op artikelniveau in de begroting gelijk zijn aan de verwerkte uitgaven in de financiële administratie.

Niet-kaderrelevant

Deze uitgaven bestaan uit lagere kosten voor de subsidie aan EBN voor het vullen van de gasopslagen (-18 miljoen euro) en een lager uitgevallen lening op het Toekomstfonds (-10 miljoen euro).

Ontvangsten

Meevallers

Ontvangsten SDE, SDE+ en SDE++

Er zijn voor de SDE, SDE+ en de SDE++ meer ontvangsten binnengekomen dan oorspronkelijk geraamd. Dit betreft terugvorderingen van eerder verstrekte middelen aan exploitanten die gebruik maken van de SDE-regelingen. In de raming werd er vanuit gegaan dat dit in termijnen zou gebeuren, maar vaak vindt de terugbetaling in één keer plaats.

Een veilig Groningen met perspectief

Vanwege hoger gerealiseerde kosten zijn er ook meer ontvangsten van de NAM voor de versterkingsoperatie en de schadeafhandeling.

Terugbetalingen TEK

De Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) moet door verschillende bedrijven terugbetaald worden. Er is minder gebruik gemaakt van de betalingsregeling waardoor de meeste bedrijven in 2024 terugbetaald hebben; hierdoor zijn de ontvangsten hoger dan geraamd.

Overige meevallers

Er zijn diverse kleine meevallers aan de ontvangstenkant. Zo zijn de ontvangsten op de Rijksoctrooiwet hoger uitgevallen dan initieel geraamd (8 miljoen euro).

Tegenvallers

Bijdrage NAM Nationaal Programma Groningen

De NAM heeft de factuur voor de bijdrage aan het Nationaal Programma Groningen slechts deels betaald waardoor er minder ontvangsten zijn dan eerder begroot.

Corona

Er is onder andere minder subsidie terugbetaald voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten dan geraamd (24 miljoen euro). Dit komt mede door de lopende beroeps- en bezwaarprocedures.

Overige tegenvallers

Deze post bestaat uit diverse kleinere tegenvallers. Zo zijn er minder ontvangsten op de Borgstelling MKB-kredieten door tegenvallend gebruik (-17 miljoen euro). Ook vallen de High Trust-ontvangsten lager uit dan geraamd (-14 miljoen euro). Deze ontvangsten bestaan voornamelijk uit door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) ontvangen boetes. Het aantal en de hoogte van door de ACM opgelegde boetes fluctueren.

Generaal dossier

Lagere gasbaten

De dividenduitkering EBN is lager dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door een hogere voorziening die EBN heeft moeten treffen voor de uitvoer van de wettelijke opruimverplichtingen. De ontvangsten Mijnbouwwet zijn hoger dan geraamd. Per saldo leidt dit tot lagere gasbaten in 2024.

Technisch

Deze post bestaat onder andere uit een onttrekking van 19 miljoen euro uit de begrotingsreserve Garantie Ondernemersfinanciering (GO), omdat er in 2024 een tekort van 19 miljoen euro was op de GO. Daarnaast bestaat deze post uit afrondingsverschillen om te zorgen dat de uitgaven op artikelniveau in de begroting gelijk zijn aan de verwerkte uitgaven in de financiële administratie.

Niet-kaderrelevant

Correctiebetalingen ODE

Er zijn voor de ODE diverse correcties geweest waardoor middelen moesten worden teruggestort van eerder geïnde ODE-heffingen. Vandaar dat er een negatieve bijstelling op de ontvangsten heeft plaatsgevonden.

Overig niet-kaderrelevant

Diverse bijstellingen leiden per saldo tot een meevaller van 23 miljoen euro. Het gaat onder andere om een meevaller op de ETS-rechten (28 miljoen euro) en een tegenvaller op de COVA-heffing. Vanwege de lagere opbrengsten voor de COVA-heffing dalen ook de bijbehorende uitgaven. Ten slotte hebben bedrijven minder coronasteun terugbetaald dan verwacht (-5 miljoen euro).

Nationaal Groeifonds

Stand Basisstand Miljoenennota 1.572
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 1.481
Stand Najaarsnota 91
Meevallers ‒ 71
Onderuitputting ‒ 71
Tegenvallers 1
Realisatie subsidieroute 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 21
Stand Basisstand Miljoenennota 1.572
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 1.572
Stand Najaarsnota 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 0

Uitgaven

Meevallers

Onderuitputting

Op het Nationaal Groeifonds is 71 miljoen euro afgeboekt. Dit betreft de uitvoeringskosten die zijn gereserveerd voor het fonds maar nog niet in het juiste kasritme staan.

Tegenvallers

Realisatie subsidieroute

Een project uit de subsidieroute heeft een kleine overschrijding in 2024. Bij Voorjaarsnota 2025 wordt de begrotingsstand met dit bedrag naar beneden bijgesteld.

Ontvangsten

Geen mutaties

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (inclusief Diergezondheidsfonds)

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 2.863
Mutaties t/m Najaarsnota 1.367
Stand Najaarsnota 4.230
Meevallers ‒ 237
Reallocatie opdrachten RVO ‒ 11
Meevaller identificatie en registratie dieren ‒ 18
Vertraging vestigingssteun en extensiveringsregeling ‒ 46
Lbv-plus en Lbv ‒ 83
Overige meevallers ‒ 80
Tegenvallers 40
Reallocatie opdrachten RVO 11
Overige tegenvallers 29
Overboekingen met andere begrotingen 0
Overboekingen met andere begrotingen 0
Technisch 12
Desaldering subsidie kennisbasis 8
Overig technisch 4
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 4.044
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 78
Mutaties t/m Najaarsnota 133
Stand Najaarsnota 211
Meevallers 24
Terugbetaling Maatregel Gerichte Aankoop 6
Terugontvangsten subsidievoorschotten OVK 4
Overige meevallers 14
Tegenvallers ‒ 9
Vertraging visserij ‒ 3
Overige tegenvallers ‒ 6
Technisch 9
Desaldering subsidie kennisbasis 8
Overig technisch 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 235

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Reallocatie opdrachten RVO

Per abuis is 11 miljoen euro voor opdrachten aan RVO vanuit een verkeerd instrument betaald. Bij slotwet is dit budget naar het juiste instrument gerealloceerd.

Meevaller identificatie en registratie dieren

Dit betreft een meevaller ten opzichte van de najaarsnota op de indentificatie en registratie dieren van 18 miljoen euro. Bij najaarsnota was budget gereserveerd voor een tegenvaller, die zich achteraf niet bleek voor te doen.

Vertraging vestigingssteun en extensiveringsregeling

Dit betreft meevallers die in de uitvoering door RVO zijn onstaan door uitstel of minder aanvragen dan verwacht. De meevallers doen zich onder andere voor bij de subsidieregeling voor vestiging van jonge landbouwers (25 miljoen euro), bij de samenwerkingsmaatregel extensivering (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, 10 miljoen euro), de tegemoetkomingsregeling afbouw derogatie (5 miljoen euro) en tot slot bij de uitvoeringskosten voor de specifieke uitkering voor het legaliseren van PAS-melders (RPMP, 5 miljoen euro).

Lbv-plus en Lbv

Bij de Lbv-plus en Lbv zijn betalingen die begroot waren voor 2024 doorgeschoven naar 2025. Daarom is 41 miljoen euro voor de Lbv-plus en 42 miljoen euro voor de Lbv niet tot besteding gekomen.

Overige meevallers

Dit betreft een opsomming van een groot aantal kleine meevallers, waarvan de grootste 5 miljoen bedraagt op het apparaatsbudget door niet ingevulde vacatures.

Tegenvallers

Reallocatie opdrachten RVO

Per abuis is 11 miljoen euro voor opdrachten aan RVO vanuit een verkeerd instrument betaald. Bij slotwet is dit budget naar het juiste instrument gerealloceerd.

Overige tegenvallers

Dit betreft een groot aantal kleine tegenvallers, waarvan de grootste 2 miljoen euro bedraagt voor meer opdrachten aan de NVWA op het gebied van natuur en visserij.

Technisch

Desaldering subsidie kennisbasis

LVVN is overgestapt van jaarplannen naar meerjarige verplichtingen voor kennisbasisonderzoek dat door Wageningen University & Research uitgevoerd wordt. Om dit budgettair te verwerken is 8 miljoen euro aan terugontvangsten uit eerdere jaren toegevoegd aan de opdracht voor 2024.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Terugbetaling Maatregel Gerichte Aankoop

De provincie Groningen heeft 6 miljoen euro teruggestort uit budget dat zij hadden ontvangen voor de Maatregel Gerichte Aankoop.

Terugontvangsten subsidievoorschotten OVK

RVO heeft 4 miljoen euro teruggestort dat zij hadden ontvangen voor de regeling ongedekte vaste kosten land-en tuinbouw (OVK).

Tegenvallers

Vertraging visserij

Door vertraging in de werkzaamheden van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij is er 3 miljoen euro minder aan Europese ontvangsten binnengekomen dan begroot.

Technisch

Desaldering subsidie kennisbasis

LVVN is overgestapt van jaarplannen naar meerjarige verplichtingen voor kennisbasisonderzoek dat door Wageningen University & Research uitgevoerd wordt. Om dit budgettair te verwerken is 8 miljoen euro aan terugontvangsten uit eerdere jaren toegevoegd aan de opdracht voor 2024.

Diergezondheidsfonds

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 31
Mutaties t/m Najaarsnota 10
Stand Najaarsnota 41
Niet-kaderrelevant ‒ 6
Niet-kaderrelevant ‒ 6
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 35
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 32
Mutaties t/m Najaarsnota 28
Stand Najaarsnota 59
Niet-kaderrelevant ‒ 1
Niet-kaderrelevant ‒ 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 58

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Sociale Zekerheid

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 58.022
Mutaties t/m Najaarsnota 5.534
Stand Najaarsnota 63.556
Meevallers ‒ 233
Kinderopvangtoeslag ‒ 48
Onderuitputting ‒ 54
Onderuitputting MDIEU ‒ 36
Overige meevallers ‒ 15
Wet op het Kindgebonden Budget ‒ 80
Tegenvallers 6
Tegenvallers 6
Niet-kaderrelevant 0
Rijksbijdrage Zelfstandige en Zwanger regeling 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 63.329
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 2.342
Mutaties t/m Najaarsnota 205
Stand Najaarsnota 2.547
Meevallers 21
Onderuitputting 10
Overige meevallers 10
Tegenvallers ‒ 12
Tegenvallers ‒ 12
Niet-kaderrelevant 24
Werkgeversbijdrage Kinderopvang 24
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2.579

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Kinderopvangtoeslag

De uitgaven aan de Kinderopvangtoeslag zijn lager uitgevallen dan begroot. Een verklaring hiervoor is dat de nabetalingen in 2024 over eerdere toeslagjaren lager zijn uitgekomen dan verwacht.

Onderuitputting

Onder deze post valt de verwerkte onderuitputting op verschillende budgetten. Op het budget voor Arbeidsmarktdienstverlening is sprake van 12 miljoen euro onderuitputting. Ook is er sprake van 12 miljoen euro onderuitputting op personele uitgaven aan eigen personeel. Deze onderbesteding wordt onder andere veroorzaakt doordat er in de raming van de uitgaven onvoldoende rekening is gehouden met het effect van het individueel keuzebudget (IKB) en sociale lasten. Ook zijn vacatures minder goed ingevuld. Ongeveer 8 miljoen euro onderuitputting wordt veroorzaakt door de Stimuleringsregeling LLO in MKB (SLIM), waar de geschatte hoeveelheid vaststellingen en voorschotten te hoog blijkt te zijn geweest. Verder is er 6 miljoen euro onderbesteding op het budget voor re-integratie Wajong. Dit komt omdat het re-integratiebudget van het UWV anders is verdeeld binnen de arbeidsongeschiktheidsregelingen dan begroot. Tot slot is er sprake van 6 miljoen euro onderuitputting doordat DUO minder leningen heeft verstrekt aan statushouders voor inburgering. Een oorzaak kan zijn dat statushouders minder snel worden gehuisvest dan de taakstelling en/of verwachting is.

Onderuitputting MDIEU

Deze post bevat de onderuitputting op de subsidieregeling Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid & Eerder Uittreden (MDIEU). De beoordeling van de aanvragen in 2024 heeft enige vertraging opgelopen. Deze beoordelingen worden in 2025 voortgezet. Daarnaast is het laatste aanvraagtijdvak voor sectoren van 2024 niet volledig uitgeput. Tot slot heeft de aanvullende bevoorschotting bij lopende projecten vertraging opgelopen, welke naar verwachting in 2025 worden uitgevoerd.

Overige meevallers

Deze post bevat meevallers met een beperkte budgettaire omvang. Circa 10 miljoen euro hiervan wordt veroorzaakt door correcties op bij Najaarsnota geboekte lagere uitgaven. Deze lagere uitgaven waren bij Najaarsnota per abuis geboekt als onderuitputting. Het betrof echter realisaties op inkomensregelingen, dit wordt niet gekwalificeerd als onderuitputting. Dit is nu gecorrigeerd, waarmee de overige meevallers hoger uitvallen en de onderuitputting lager.

Wet op het Kindgebonden Budget

De uitgaven aan de Wet op het Kindgebonden budget (WKB) zijn lager uitgevallen dan geraamd bij Najaarsnota. Dit komt onder andere omdat zowel de nabetalingen als de voorschotten in 2024 lager zijn uitgekomen dan verwacht.

Tegenvallers

Deze post bevat tegenvallers met een beperkte budgettaire omvang.  De voornaamste tegenvaller wordt veroorzaakt door hoger gerealiseerde uitgaven aan de Ziekteverzekering Caribisch Nederland.

Niet-kaderrelevant

Rijksbijdrage Zelfstandige en Zwanger regeling

Deze post bevat een zeer beperkte (afgerond op 0) mutatie op de Rijksbijdrage voor de Zelfstandige en Zwanger (ZEZ) regeling.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Onderuitputting

Onder deze post valt de verwerkte onderuitputting op verschillende ontvangstenbudgetten. Hieronder vallen hogere boete-ontvangsten bij de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA).

Overige meevallers

Deze post bevat meevallers met een beperkte budgettaire omvang. De meevallers onder deze post worden voornamelijk veroorzaakt door een meevaller van 9 miljoen euro op de terugontvangsten van de Kinderbijslag (AKW).  Deze meevaller volgt op de definitieve afrekening over 2023.

Tegenvallers

Deze post bevat tegenvallers met een beperkte budgettaire omvang. Bijna het gehele bedrag wordt veroorzaakt door lagere terugontvangsten kinderopvangtoeslag. Bij het bepalen van het definitieve recht van huishoudens kwam het totale bedrag aan terugvorderingen lager uit dan eerder verwacht, met name voor de toeslagjaren 2022 en 2023.

Niet-kaderrelevant

Werkgeversbijdrage Kinderopvang

Deze post bevat de realisaties van de Werkgeversbijdragen aan de Kinderopvang. Werkgevers dragen een vast percentage (0,5%) van de totale loonsom af als bijdrage voor de kinderopvang. Doordat de loonsom hoger was dan bij Najaarsnota was voorzien, zijn ook de ontvangsten werkgeversbijdrage hoger uitgekomen.

Sociale Verzekeringen

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 77.872
Mutaties t/m Najaarsnota 163
Stand Najaarsnota 78.035
Meevallers ‒ 23
Onderuitputting 3
Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ‒ 19
Overige meevallers ‒ 7
Tegenvallers 150
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) 31
Ziektewet 30
Uitvoeringskosten SVB 27
Algemene Ouderdomswet (AOW) 26
Algemene nabestaandewet (ANW) 10
Overige tegenvallers 26
Kadercorrecties ‒ 17
Ziektewet Eigenrisicodragerschap 0
Werkloosheidswet (WW) ‒ 17
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 78.145
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 215
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 17
Stand Najaarsnota 198
Kadercorrecties 11
Ontvangsten Uitvoeringsfonds voor de overheid 11
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 209

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Onderuitputting

Deze post omvat de technische correctie van per abuis geboekte onderuitputting bij Najaarsnota. Deze lagere uitgaven waren bij Najaarsnota per abuis geboekt als onderuitputting. Het betrof echter realisaties op inkomensregelingen, dit wordt niet gekwalificeerd als onderuitputting. Dit is nu gecorrigeerd, waarmee de overige meevallers hoger uitvallen en de onderuitputting lager.

Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WAO)

Gedurende 2024 valt het gebruik van de Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WAO) lager uit dan bij Najaarsnota voorzien, wat resulteert in een meevaller. Deze meevaller wordt voornamelijk veroorzaakt doordat het aantal uitkeringsjaren in 2024 neerwaarts is bijgetsteld, op basis van realisaties.

Overige meevallers

Deze post bevat meevallers met een beperkte budgettaire omvang. 3 miljoen euro hiervan wordt veroorzaakt door lager gerealiseerde uitgaven aan de Wet Betaald Ouderschapsverlof (WBO). Daarnaast omvat deze post de hogere meevallers die resulteren uit de technische correctie van per abuis geboekte onderuitputting bij Najaarsnota.

Tegenvallers

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)

Deze post omvat een tegenvaller. Uit de realisaties van 2024 blijkt dat er een stuk meer mensen een nieuwe WIA-uitkering hebben gekregen dan eerder verwacht. Een deel hiervan is het gevolg van long-covid, groei in psychische aandoeningen en de 60+ maatregel. Dit geldt zowel voor de IVA als WGA.

Ziektewet (ZW)

Uit de verwerking van de realisatiecijfers van de Ziektewet volgt een tegenvaller ten opzichte van Najaarsnota. Dit komt onder andere omdat de gemiddelde jaaruitkering hoger is uitgekomen dan eerder verwacht. Dit kan komen omdat het gemiddelde loon van werknemers sterker toe is genomen dan eerder verwacht, met een hogere gemiddelde ZW-uitkering tot gevolg.

Uitvoeringskosten SVB

Op basis van het definitieve jaarverslag van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is gebleken dat de uitvoeringskosten van de SVB voor het uitvoeren van de verschillende regelingen, hoger zijn uitgevallen dan eerder verwacht.

Algemene Ouderdomswet (AOW)

De realisatie van de uitkeringslasten van de Algemene Ouderdomswet (AOW) zijn 26 miljoen euro hoger dan werd geraamd bij Najaarsnota 2024. De voornaamste verklaring is de getroffen voorziening oninbare vorderingen. De voorziening wordt in 2024 voor het eerst bepaald en voorziet in het niet volledig terugontvangen van de totale openstaande vorderingen post. Dit leidt tot hogere uitgaven in 2024.

Algemene Nabestaandewet (ANW)

De uitkeringslasten voor de Algemene Nabestaandewet (Anw) zijn in 2024 hoger uitgekomen dan eerder verwacht. De voornaamste reden hiervoor is een extra voorziening voor oninbare vorderingen. De voorziening wordt in 2024 voor het eerst bepaald en voorziet in het niet volledig terugontvangen van de totale openstaande vorderingen post. Dit leidt tot hogere uitgaven in 2024.

Overige tegenvallers

Deze post bevat tegenvallers met een beperkte budgettaire omvang. Tegenvallers bestaan onder andere uit hoger gerealiseerde uitgaven aan verlofregelingen, onder andere aan de Zelfstandige en Zwanger-regeling (ZEZ). Ook zijn er hogere uitgaven gerealiseerd aan de Compensatieregeling transitievergoeding (CRTV). Dit komt onder andere door een hogere gemiddelde prijs van de uitbetalingen dan eerder verwacht.

Kadercorrecties

Ziektewet Eigenrisiscodragerschap

Deze post omvat een zeer beperkte (afgerond op 0) realisatie op de uitgaven aan Eigenrisicodragers in de Ziektewet. Mutaties met betrekking tot Eigenrisicodragerschap (ERD) worden met een kadercorrectie verwerkt.

Werkloosheidswet (WW)

Op basis van realisatiecijfers van het UWV zijn de uitgaven aan de Werkloosheidswet (WW) bijgesteld. De bijstelling wordt grotendeels verklaard door een lager dan verwacht aantal faillissementsuitkeringen. Daarnaast was er een zeer lichte stijging van het aantal WW-uitkeringsjaren ten opzichte van de verwachting bij de Najaarsnota.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Kadercorrecties

Werkloosheidswet       

Deze post betreft een kadercorrectie voor gerealiseerde Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) ontvangsten binnen de Werkloosheidswet (WW). Op basis van realisatiecijfers heeft UWV de ontvangsten Ufo voor 2024 met 11 miljoen euro naar boven bijgesteld. Deze ontvangsten worden met een kadercorrectie verwerkt.

Koppeling Uitkeringen

Stand Basisstand Miljoenennota 1.846
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 1.846
Stand Najaarsnota 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 0

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Stand Najaarsnota

Er zijn geen wijzigingen geweest op het hoofdstuk Koppeling Uitkeringen na de Najaarsnota.

Zorg

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Stand Basisstand Miljoenennota 35.268
Mutaties t/m Najaarsnota 3.234
Stand Najaarsnota 38.502
Meevallers ‒ 250
Onderuitputting artikelonderdeel gezondheidsbeleid ‒ 13
Onderuitputting artikelonderdeel langdurige zorg ‒ 13
Onderuitputting artikelonderdeel ziektepreventie ‒ 14
Onderuitputting opleidingen en arbeidsmarkt ‒ 27
Realisatie Covid ‒ 45
Onderuitputting apparaat ‒ 51
Overige meevallers ‒ 87
Tegenvallers 92
Onderuitputting apparaat 15
Onderuitputting opleidingen en arbeidsmarkt 12
Onderuitputting artikelonderdeel ziektepreventie 4
Onderuitputting artikelonderdeel gezondheidsbeleid 3
Realisatie Covid 2
Onderuitputting artikelonderdeel langdurige zorg 1
Overige tegenvallers 56
Intensiveringen 9
Intensiveringen 9
Ombuigingen ‒ 3
Ombuigingen ‒ 3
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 4
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 4
Technisch 4
Technisch 4
Niet-kaderrelevant ‒ 120
Realisatie Oekraïne ‒ 2
Realisatie Zorgtoeslag ‒ 119
Overig niet-kaderrelevant 2
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 38.231
Stand Basisstand Miljoenennota 183
Mutaties t/m Najaarsnota 840
Stand Najaarsnota 1.023
Meevallers 118
Ontvangsten Volksgezondheid 78
Ontvangsten Covid 4
Overige meevallers 36
Tegenvallers ‒ 2
Tegenvallers ‒ 2
Technisch 4
Technisch 4
Niet-kaderrelevant ‒ 14
Ontvangsten Zorgtoeslag ‒ 14
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 1.129

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Onderuitputting artikelonderdeel gezondheidsbeleid

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 10,4 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel gezondheidsbeleid (13,1 miljoen euro aan meevallers en 2,7 miljoen euro aan tegenvallers). Dit betreft voornamelijk 8 miljoen euro aan resterende middelen voor ZonMw, waarvan de grootste post bestaat uit 6,8 miljoen euro voor het programma Ondersteuning regionale samenwerking.

Onderuitputting artikelonderdeel langdurige zorg

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 12,1 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten (12,6 miljoen euro aan meevallers en miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om 6,6 miljoen euro aan onderuitputting op de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen en 2,6 miljoen euro aan lagere uitvoeringskosten voor de SVB.

Onderuitputting artikelonderdeel ziektepreventie

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 10,5 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel Ziektepreventie (14,2 miljoen euro aan meevallers en 3,7 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om 5,5 miljoen euro aan niet uitgegeven middelen voor het Asset programma doordat het kasritme in de begroting niet aansloot bij de uitgaven en 3,3 miljoen euro aan onderuitputting op het opdrachtenbudget voor ZonMw.

Onderuitputting opleidingen en arbeidsmarkt

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 15,1 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt (26,9 miljoen euro aan meevallers en 11,8 miljoen euro aan tegenvallers). Vanuit het investeringsakkoord Opleiden in de Wijkverpleging (IOW) was in 2024 een bedrag van 50 miljoen euro beschikbaar voor het geven van een impuls aan het anders en meer opleiden in de wijkverpleging. Doordat er minder aanvragen voor deze subsidieregeling waren dan verwacht valt er 11,5 miljoen euro vrij.

Realisatie Covid

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 42,7 miljoen euro aan vrijvallende Covid middelen (44,6 miljoen euro aan meevallers en 1,9 miljoen euro aan tegenvallers). Dit is het gevolg van de afloop van de corona pandemie. Zo vallen de gereserveerde middelen voor de afkoop van testcontracten vrij (26,8 miljoen euro) en is er bijvoorbeeld minder dienstverlening vanuit GGD GHOR nodig geweest dan vooraf was begroot (5,3 miljoen euro).

Onderuitputting apparaat

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 36,4 miljoen euro aan onderuitputting op het apparaatsbudget (63,4 miljoen euro aan meevallers en 15,0 miljoen euro aan tegenvallers). Dit betreft onder andere openstaande vacatureruimte (5,1 miljoen euro) en een achterstand in de facturatie door een nieuw systeem (4,8 miljoen euro). Verder zijn het vooral kleinere posten die optellen tot een groter bedrag.

Overige Meevallers

Op veel andere budgetten vond er onderuitputting plaats voor per saldo 31,0 miljoen euro (84,5 miljoen euro aan meevallers en 53,5 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om diverse subsidie- en opdrachtenbudgetten en lagere uitgaven bij informatiebeleid.

Tegenvallers

Onderuitputting apparaat

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 36,4 miljoen euro aan onderuitputting op het apparaatsbudget (51,4 miljoen euro aan meevallers en 15,0 miljoen euro aan tegenvallers). Dit betreft onder andere openstaande vacatureruimte (5,1 miljoen euro) en een achterstand in de facturatie door een nieuw systeem (4,8 miljoen euro). Verder zijn het vooral kleinere posten die optellen tot een groter bedrag.

Onderuitputting opleidingen en arbeidsmarkt

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 15,1 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt (26,9 miljoen euro aan meevallers en 11,8 miljoen euro aan tegenvallers). Vanuit het investeringsakkoord Opleiden in de Wijkverpleging (IOW) was in 2024 een bedrag van 50 miljoen euro beschikbaar voor het geven van een impuls aan het anders en meer opleiden in de wijkverpleging. Doordat er minder aanvragen voor deze subsidieregeling waren dan verwacht valt er 11,5 miljoen euro vrij.

Onderuitputting artikelonderdeel ziektepreventie

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 10,5 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel Ziektepreventie (14,2 miljoen euro aan meevallers en 3,7 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om 5,5 miljoen euro aan niet uitgegeven middelen voor het Asset programma doordat het kasritme in de begroting niet aansloot bij de uitgaven en 3,3 miljoen euro aan onderuitputting op het opdrachtenbudget voor ZonMw.

Onderuitputting artikelonderdeel gezondheidsbeleid

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 10,4 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel gezondheidsbeleid (13,1 miljoen euro aan meevallers en 2,7 miljoen euro aan tegenvallers). Dit betreft voornamelijk 8 miljoen euro aan resterende middelen voor ZonMw, waarvan de grootste post bestaat uit 6,8 miljoen euro voor het programma Ondersteuning regionale samenwerking.

Realisatie Covid

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 42,7 miljoen euro aan vrijvallende Covid middelen (44,6 miljoen euro aan meevallers en 1,9 miljoen euro aan tegenvallers). Dit is het gevolg van de afloop van de corona pandemie. Zo vallen de gereserveerde middelen voor de afkoop van testcontracten vrij (26,8 miljoen euro) en is er bijvoorbeeld minder dienstverlening vanuit GGD GHOR nodig geweest dan vooraf was begroot (5,3 miljoen euro).

Onderuitputting artikelonderdeel langdurige zorg

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 12,1 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten (12,6 miljoen euro aan meevallers en 0,5 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om 6,6 miljoen euro aan onderuitputting op de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen en 2,6 miljoen euro aan lagere uitvoeringskosten voor de SVB.

Overige tegenvallers

Op veel andere budgetten vond er onderuitputting plaats voor per saldo 31,0 miljoen euro (84,5 miljoen euro aan meevallers en 53,5 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om diverse subsidie- en opdrachtenbudgetten en lagere uitgaven bij informatiebeleid.

Intensiveringen

Bij de veegbrief is voor 8,8 miljoen euro aan intensiveringen gemeld. De grootste posten hierbij zijn een ophoging van 6,2 miljoen euro van het beschikbare budget van de IGJ en een per saldo neutrale correctie van 2,1 miljoen euro van reguliere middelen naar NGF-middelen.

Ombuigingen

Bij de veegbrief is voor 2,6 miljoen euro aan ombuigingen gemeld. Dit betreft grotendeels een per saldo neutrale correctie van 2,1 miljoen euro van reguliere middelen naar NGF-middelen.

Overboekingen met andere begrotingen

Er is voor 4,1 miljoen euro overgeheveld naar andere begrotingen, waarvan 3,9 miljoen euro is overgeboekt naar TNO voor de laatste tranche voor 2024 m.b.t. Leefstijl in de Zorg.

Technisch

In verband met de verhoging van de subsidies Regionale Centra Prenatale Screening zijn de uitgaven in 2024 4,3 miljoen euro hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de ontvangsten over de verstrekte voorschotten over 2023 hoger uitgevallen. De hogere uitgaven en hogere ontvangsten zijn met elkaar gedesaldeerd.

Niet-kaderrelevant

Realisatie Oekraïne

Binnen de SOV-regeling was een budget van 15,0 miljoen euro beschikbaar voor vergoeding van medisch noodzakelijke zorg aan ontheemden uit Oekraïne. De realisatie valt 2,4 miljoen euro lager uit.

Realisatie Zorgtoeslag

Op basis van gegevens van de Dienst Toeslagen zijn de uitgaven Zorgtoeslag 119,3 miljoen euro lager dan eerder geraamd.

Overig niet-kaderrelevant

Op basis van gegevens van de Belastingdienst zijn de uitgaven in het kader van de Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten 2,2 miljoen euro hoger dan eerder geraamd.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Ontvangsten Volksgezondheid

Er is sprake van 77,9 miljoen euro aan hogere ontvangsten op het artikel volksgezondheid. Deze ontvangsten zijn met name ontstaan door een terugboeking vanuit ZonMw (66,4 miljoen euro). Verder is 5,4 miljoen euro ontvangen voor de eindafrekening bevolkingsonderzoeken in 2023 aangezien de verstrekte voorschoten hoger waren dan de realisatie en waren de ontvangsten op de bestuurlijke boetes hoger dan geraamd (2,2 miljoen euro).

Ontvangsten Covid

De afrekening van de Covid-19 meerkostenregeling heeft geleid tot 4,5 miljoen euro aan additionele ontvangsten.

Overige meevallers

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 33,9 miljoen euro aan additionele ontvangsten (35,6 miljoen euro aan meevallers en 1,7 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om door het CAK en het CJIB gerealiseerde ontvangsten van burgers met een betalingsachterstand in de premiebetaling Zvw (5,5 miljoen euro), ontvangsten van de SVB na vaststelling van de uitvoeringskosten trekkingsrecht PGB over de jaren 2021 en 2022 (3,3 miljoen euro) en diverse terug ontvangsten op subsidiebudgetten.

Tegenvallers

Dit betreft 1,7 miljoen euro aan lagere ontvangsten door diverse kleine tegenvallende ontvangsten.

Technisch

In verband met de verhoging van de subsidies Regionale Centra Prenatale Screening zijn de uitgaven in 2024 4,3 miljoen euro hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de ontvangsten over de verstrekte voorschotten over 2023 hoger uitgevallen. De hogere uitgaven en hogere ontvangsten zijn met elkaar gedesaldeerd.

Niet-kaderrelevant

Ontvangsten Zorgtoeslag

Op basis van gegevens van de Dienst Toeslagen zijn de ontvangsten Zorgtoeslag 14,2 miljoen euro lager dan eerder geraamd.

Zorg

Premiegefinancierd Budgettair Kader Zorg: Uitgaven
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 100.964
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 1.832
Stand Najaarsnota 99.132
Meevallers ‒ 163
Actualisatie Wlz binnen contracteerruimte ‒ 6
Actualisatie Q4 Wlz buiten contracteerruimte ‒ 16
Diversen ‒ 35
Actualisatie Q4 Zvw ‒ 107
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 98.969
Premiegefinancierd Budgettair Kader Zorg: Ontvangsten
In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 5.695
Mutaties t/m Najaarsnota 47
Stand Najaarsnota 5.742
Meevallers 4
Actualisatie Q4 Wlz 4
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 5.746

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Actualisatie Wlz binnen contracteerruimte

Op basis van het februari-advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over de benutting van het Wlz-kader is een meevaller van 5,9 miljoen euro verwerkt.

Actualisatie Q4 Wlz buiten contracteerruimte

Op basis van actualisatiecijfers van het Zorginstituut over de verwachte Wlz-uitgaven buiten de contracteerruimte is een meevaller verwerkt van 16 miljoen euro.

Diversen

Op het artikel nominaal en onverdeeld is 34,8 miljoen euro niet tot besteding gekomen. De vrijval zit op de onverdeelde groeiruimte Zvw (27,8 miljoen euro), pandemische paraatheid (3,2 miljoen euro), voorwaardelijke toelating (2,9 miljoen euro) en verwarde personen (0,9 miljoen euro).

Actualisatie Q4 Zvw

Op basis van de actualisatiecijfers van het Zorginstituut over de verwachte Zvw-uitgaven is een per saldo meevaller verwerkt van 106 miljoen euro. De voornaamste onderschrijding zat op de sectoren grensoverschrijdende zorg met het buitenland niet in het macroprestatiebedrag (149,4 miljoen euro), huisartsenzorg (27,3 miljoen euro) en de multidisciplinaire zorgverlening (22,3 miljoen euro). Op een aantal sectoren trad er een overschrijding op, onder andere op de medisch specialistische zorg (96,7 miljoen euro), apotheekzorg (14,6 miljoen euro) en de grensoverschrijdende zorg met het buitenland in het macroprestatiebedrag (12,9 miljoen euro).

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Actualisatie Q4 Wlz

Dit betreft de actualisering van de opbrengst eigen bijdragen in de Wlz op basis van cijfers van het Zorginstituut. De ontvangsten zijn 3,9 miljoen euro hoger uitgevallen dan eerder geraamd.

Gemeentefonds en Provinciefonds (inclusief accres)

Gemeentefonds

Stand Basisstand Miljoenennota 42.874
Mutaties t/m Najaarsnota 1.098
Stand Najaarsnota 43.972
Meevallers ‒ 136
Algemene uitkering ‒ 134
Overige meevallers ‒ 2
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 43.836

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Algemene uitkering

Op de algemene uitkering is in 2024 134 miljoen euro minder uitbetaald dan het beschikbare budget. Dit betreft de wijziging betalingsverloop waarmee betalingen worden doorgeschoven naar het volgende begrotingsjaar. Bij het gemeentefonds is op de verschillende uitkeringen per definitie geen sprake van onderuitputting en zijn verplichtingen leidend. Dit betekent dat verplichtingen altijd volledig tot uitbetaling zullen komen. Kasmiddelen die in het betreffende begrotingsjaar niet tot uitbetaling zijn gekomen, zullen in een volgend begrotingsjaar alsnog tot uitbetaling komen.

Overige meevallers

In 2024 is er ook sprake van een overige meevaller, dit betreft 2 miljoen euro. Dit bestaat uit niet ingezette onderzoeksgelden die bestemd zijn voor onderzoek naar en onderhoud van de verdeelsystematiek van het Gemeentefonds. De middelen kunnen tot een maximum van 1 miljoen euro meegenomen worden naar het volgende begrotingsjaar, het overige valt vrij.

Accres Gemeentefonds

Stand Basisstand Miljoenennota 671
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 671
Stand Najaarsnota 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 0

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Provinciefonds

Stand Basisstand Miljoenennota 3.341
Mutaties t/m Najaarsnota 614
Stand Najaarsnota 3.954
Meevallers 0
Meevallers 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 3.954

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Er is geen sprake van vermeldingswaardige onderuitputting in 2024.

Accres Provinciefonds

Stand Basisstand Miljoenennota 129
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 129
Stand Najaarsnota 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 0

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Prijsbijstelling

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 1.941
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 1.941
Stand Najaarsnota 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 0

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Arbeidsvoorwaarden

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 4.627
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 4.627
Stand Najaarsnota 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 0

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Op Arbeidsvoorwaarden hebben zich sinds het uitkeren van de loonbijstellingsmiddelen bij Voorjaarsnota 2024 in het jaar 2024 geen wijzigingen in de uitgaven meer voorgedaan.

Aanvullende Post

In miljoenen euro 2024
Stand Basisstand Miljoenennota 532
Mutaties t/m Najaarsnota ‒ 5.698
Stand Najaarsnota ‒ 5.166
Meevallers ‒ 25
Meevaller Stelpost ‒ 25
In=uittaakstelling 4.279
Invulling in=uittaakstelling 4.279
Tegenvallers 912
Niet ingevulde in=uittaakstelling 912
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 0

Uitgaven

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Meevaller Stelpost

In 2024 heeft geen overheveling van de Aanvullende Post plaatsgevonden van de gereserveerde 25 miljoen euro voor het uitwerken van asielmaatregelen uit het Hoofdlijnenakkoord. De uitwerking van de maatregelen hebben namelijk niet tot budgettaire consequenties geleid voor het begrotingsjaar 2024. Deze 25 miljoen euro is daarom afgeboekt. 

In=uittaakstelling

Invulling in=uittaakstelling

Bij de Miljoenennota 2025 is de in=uittaakstelling ingevuld met circa 0,09 miljard euro. Bij de Najaarsnota is de in=uittaakstelling3 vervolgens met circa 3,2 miljard euro ingevuld. Bij het Financieel jaarverslag Rijk is de in=uittaakstelling met circa 4,3 miljard euro ingevuld.

Tegenvallers

Niet ingevulde in=uittaakstelling

Voor 2024 werd verwacht dat circa 8,5 miljard euro aan middelen niet tot besteding zou komen, zogeheten onderuitputting. Hiervan heeft zich circa 7,6 miljard euro aan onderuitputting gerealiseerd. Het restant van circa 0,9 miljard euro leidt tot een verslechtering van het EMU-saldo.

10 Uitgavenoverzicht Oekraïne

Justitie en Veiligheid 2.733
Gemeentelijke en particuliere opvang 2.378
Regeling Medische zorg Ontheemden (RMO) 184
Veiligheidsregio's en GGD'en 110
Directoraat Generaal Oekraïne en Nationale Opvangorganisatie (NOO) 23
Subsidies NGO's 20
Uitvoeringskosten IND 9
Uitvoeringskosten NIDOS 5
Accountability 3
Tolken 1
Basisregistratie Personen (BRP) 1
Defensie 2.482
Militaire goederen 2.482
Buitenlandse Zaken incl. BHO 641
Oekraïne-faciliteit EU 294
Steunpakket Oekraïne Voorjaarsnota 2024 175
Eerste steunpakket BZ/BHO 2024 100
Europese Vredesfaciliteit 85
Accountability 8
Specifieke steun BZ/BHO 7
Tweede steunpakket BZ/BHO 2023 2
Derde steunpakket BZ/BHO 2023 2
Kasschuif Ukraine Partnership Facility (UPF) ‒ 33
Financiën 186
EBRD Crisis Response Special Fund 75
Storting BCF voor opvang Oekraïense ontheemden 52
Begrotingssteun via EU 34
EBRD Kapitaalverhoging 25
LNG invoercapaciteit in de Eemshaven 4
Lening aan Oekraïne via IMF 0
Premieontvangsten garantie Gasunie ‒ 4
Economische Zaken en Klimaat 110
Gasopslag Bergermeer 83
Energiehulp (vanuit steunpakketten BZ/BHO) 25
Eerste steunpakket BZ/ BHO 2024 2
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 76
Nieuwkomersonderwijs 75
Eerste steunpakket BZ/BHO 2023 1
Gemeentefonds 30
Meerkostenregeling gemeentelijke zorg 30
Volksgezondheid, Welzijn en Sport 9
Zorg aan onverzekerden (SOV) 9
Infrastructuur en Waterstaat 1
Tweede steunpakket BZ/BHO 2023 1
Totaal 6.269

11 Toeslagen Herstel

Het overzicht de gerealiseerde uitgaven laat een totaal overzicht zien van alle uitgaven in 2024 aan de Hersteloperatie Toeslagen. De laatste stand van het budget is toegelicht in bijlage 4 van de Voorjaarsnota 2025. Er is minder uitgegeven dan dat er budget was, doordat het ritme van de uitbetaling van de programmamiddelen verschilde van de raming. De verwachting is dat deze middelen in latere jaren tot besteding zullen komen.

Programma 1.343 1.114 ‒ 229
w.v. 30k, IB, aanvullende compensatie (incl. uitvoering VSO-route) en overig 513 419 ‒ 94
w.v. Kindregeling 118 136 18
w.v. Kwijtschelden publieke schulden (incl. uitvoering; rijksbreed) 388 257 ‒ 131
w.v. Kwijtschelden private schulden (incl. uitvoering) 63 55 ‒ 8
w.v. Ex-partners (10k) 31 31 0
w.v. Ondersteuning door gemeenten 125 119 ‒ 6
w.v. Reservering ondersteuning rechtsbijstand 10 7 ‒ 3
w.v. Dwangsommen 65 61 ‒ 4
w.v. Ouders in het buitenland (incl. uitvoering) 15 16 1
w.v. Uithuisplaatsingen kinderen (incl. uitvoering; JenV) 12 12 0
w.v. Schade-expert pool 4 1 ‒ 3
Apparaat Financiën 498 481 ‒ 17
Totaal 1.840 1.595 ‒ 245

12 Opvolging Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO's)

Doorgaans vindt elk jaar een aantal Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO's) plaats naar belangrijke beleidsonderwerpen. De taakopdrachten van IBO's worden gepubliceerd als bijlage bij de Miljoenennota.

Hieronder wordt ingegaan op de doorwerking van de IBO's die de afgelopen jaren zijn afgerond op basis van, onder andere, de kabinetsreacties op de onderzoeken. Voor een volledig en actueel overzicht van alle gepubliceerde IBO’s, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op evaluaties.rijksfinancien.nl.

Breder instrumentarium woningbouw en grond – Op grond kun je bouwen (2024)

Op 24 juni 2024 is het IBO-rapport «Op grond kun je bouwen» vanwege de demissionaire status van het kabinet zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. De kabinetsreactie volgde in november 2024.4 Het kabinet onderschrijft de constatering dat wonen een zorg is van de overheid. De ketenbenadering die in het IBO wordt benoemd spreekt het kabinet aan en is zowel in het hoofdlijnenakkoord als in het regeerprogramma terug te lezen. Het kabinet kondigt aan met een nieuw ontwerp Nota Ruimte te komen in de zomer van 2025. Daarin worden de resultaten van dit IBO meegenomen. Bovendien komt het kabinet, in lijn met het advies van de IBO, met een realisatiestimulans om de bouw te bevorderen en worden meerdere beleidsopties zoals een grondfaciliteit en een planbatenheffing verkend.

Problematische schulden – Naar een beter werkende schuldenketen (2024)

Op 27 juni 2024 is het IBO-rapport «Naar een beter werkende schuldenketen» vanwege de demissionaire status van het kabinet zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. De kabinetsreactie volgde in oktober 2024.5 Het kabinet introduceert hierin een pakket aan maatregelen ten aanzien van het ontstaan, de invordering en het oplossen van schulden dat voortbouwt op het IBO. Het kabinet zal tot een ontwikkelagenda komen voor een integraal schuldenoverzicht om mensen te helpen meer grip en overzicht te krijgen op de persoonlijke financiële situatie. Daarnaast zet het kabinet in op vroegsignalering. Gemeenten kunnen contact zoeken met mensen bij signalen van partners, met als doel om problematische schulden te voorkomen. Ook heeft het kabinet aangekondigd leeftijdsverificatie voor Koop nu, betaal later-diensten bij wet te verplichten. Deze verplichting wordt meegenomen in de implementatie van het Consumer Credit Directive II. Het wetsvoorstel ter implementatie wordt naar verwachting in maart geconsulteerd. In de lagere regelgeving behorende bij dit wetsvoorstel wordt gekeken naar een mogelijke verlaging van de ondergrens voor raadpleging van Bureau Kredietregistratie en een mogelijke verlaging van de verificatiegrens als onderdeel van de kredietwaardigheidsbeoordeling. Het voorstel voor deze lagere regelgeving wordt naar verwachting rond de zomer geconsulteerd.

Pensioenopbouw – Pensioenopbouw in balans (2024)

Op 27 juni 2024 is het IBO-rapport «Pensioenopbouw in balans» vanwege de demissionaire status van het kabinet zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. De kabinetsreactie op het IBO volgde in november 2024.6 In deze reactie is tevens een reactie opgenomen op de adviezen van de Stichting van de Arbeid en de Taskforce Inkomen voor Later. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dankzij het IBO meer inzicht gekregen in de pensioenopbouw van verschillende typen huishoudens. De Minister is in lijn met het IBO van mening dat er nu geen aanvullende drastische wijzigingen in het pensioenstelsel moeten worden ingezet. Wel wil het kabinet een aantal maatregelen nemen die zijn gericht op vergroten van werkzekerheid, bevorderen van pensioenopbouw bij zelfstandigen, monitoring van pensioenopbouw bij specifieke groepen en verbeteren van informatievoorziening. Ten slotte  volgt het kabinet het advies van het IBO op om vervolgonderzoek uit te voeren om toekomstig pensioenbeleid te richten op netto vervangingsratio’s in plaats van bruto vervangingsratio’s, de eerste resultaten worden in de loop van 2025 verwacht.

Doelmatig hoger onderwijs – Talent op de juiste plek (2024)

Op 17 juli 2024 is het IBO-rapport «Talent op de juiste plek» vanwege de demissionaire status van het kabinet zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In de kabinetsreactie op het rapport uit oktober 20247 staat dat de komende tijd de focus wordt gelegd op de volgende drie opgaven: 1) het uitwerken van de langstudeermaatregel; 2) het bezien van bekostiging in het kader van een stabiele lange termijn van financiering en; 3) het stimuleren van samenwerking tussen en profilering door instellingen.  De eerste opgave is inmiddels ingehaald door politieke ontwikkelingen en daardoor niet meer van toepassing.

Bedrijfsfinanciering – Kies voor baten (2024)

Op 28 juni 2024 is het IBO-rapport «Kies voor baten» vanwege de demissionaire status van het kabinet zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. De kabinetsreactie volgde op 6 december 2024.8 Het kabinet laat weten twee knelpunten uit het IBO, het tekort aan durfkapitaal voor latere groeifase van scale-ups en de beperkte toegang van mkb-bedrijven tot kleine kredietverlening, te onderzoeken. Dit kabinet heeft de slagkracht van Invest-NL vergroot met 900 miljoen euro. Daarnaast zet het kabinet in op een versterking van de private financieringsmarkt, en verkenning van een aanpassing van de garantstelling op financiering via het Borgstellingskrediet voor Het Midden en Klein Bedrijf om kleinere kredieten toegankelijker te maken. Bovendien heeft het kabinet besloten om de Groeifaciliteit te beëindigen, onder meer vanwege de uitkomsten van het IBO, het lage gebruik van de regeling en de lage kosten-baten verhouding.

Klimaat – Scherpe doelen, scherpe keuzes (2023)

Het IBO-rapport «Scherpe doelen, scherpe keuzes» is op 13 maart 2023 direct na afronding, zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In het voorjaar van 2023 heeft het kabinet een besluit genomen over een integraal pakket aanvullende klimaatmaatregelen, waar zowel is gekeken naar normering, beprijzing als subsidiëring (via het Klimaatfonds). Daarin zijn de resultaten van dit IBO meegenomen.

Biodiversiteit – Snel aan de slag! (2023)

Op 5 september 2023 is het IBO-rapport «Snel aan de slag!» aan de Tweede Kamer aangeboden. Vanwege de demissionaire status van het kabinet is er geen kabinetsreactie meegestuurd.

Toekomstbestendigheid van het mbo – Samen gericht opleiden voor wendbare vakmensen (2023)

Op 13 november 2023 is het IBO-rapport «Samen gericht opleiden voor wendbare vakmensen» aan de Tweede Kamer aangeboden. Vanwege de demissionaire status van het kabinet is er geen kabinetsreactie meegestuurd. Inmiddels werkt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de uitwerking van het beschikbaar stellen van de 90 miljoen euro aan krimpmiddelen in de periode 2025 ‒ 2027 en wordt gewerkt een pact Opleiden voor de arbeidsmarkt van de toekomst, waarin scholen en werkgevers afspraken vastleggen over de opleidingen die de scholen gaan aanbieden. Hierin worden verschillende resultaten van het IBO meegenomen.


  1. __Kamerstuk 36600-IX-33↩︎

  2. __Kamerstuk 36600-IX-33↩︎

  3. __De in=uittaakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. Om te voorkomen dat het uitgavenkader wordt overschreden door de jaarlijkse uitkering van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt, de zogenoemde in=uittaakstelling. Hierdoor levert het doorschuiven via de eindejaarsmarge per saldo geen extra middelen op in het volgende jaar. De in=uittaakstelling wordt gaandeweg het jaar ingevuld met onderuitputting of meevallers op generale dossiers.↩︎

  4. __Kamerstukken II, 2023-2024, 32 847, nr. 1216.↩︎

  5. __Kamerstukken II, 2023-2024, 24 515, nr. 770.↩︎

  6. __Kamerstukken II, 2023-2024, 32043, nr. 667.↩︎

  7. __Kamerstukken II, 2023-2024, 31288, nr. 1155↩︎

  8. __Kamerstukken II, 2023-2024, 32637, nr. 658.↩︎