Antwoord op vragen van het lid Crijns over het bericht 'Karremans wil harder optreden tegen ongezond eten'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D20113, datum: 2025-05-06, bijgewerkt: 2025-05-06 16:18, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2025Z07337:
- Gericht aan: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: P.P. Crijns, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
AH 2100
2025Z07337
Antwoord van staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 6 mei 2025)
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel âKarremans wil harder optreden tegen
ongezond etenâ op Skipr.nl van 10 april 2025?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het Nationaal Preventieakkoord tot nu toe
nauwelijks aantoonbare gezondheidswinst heeft opgeleverd? Zo niet, kunt
u dan met harde cijfers onderbouwen dat dit akkoord wél effectief is
geweest?
Antwoord 2Â
Nee, ik deel niet de mening dat het Nationaal Preventieakkoord (NPA)
nauwelijks aantoonbare gezondheidswinst heeft opgeleverd. Uit de
doorrekening van het RIVM âImpact van het Nationaal Preventieakkoord
voor roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruikâ uit 2024 blijkt
dat:
het aandeel volwassen rokers in 2040 lager is dan zonder het NPA;
het aandeel jongeren en volwassenen met overgewicht lager is dan zonder het NPA; en
het aandeel volwassenen dat problematisch drinkt lager is dan zonder het NPA.
De doorrekening laat echter ook zien dat met de huidige aanpak alle ambities in 2040 niet gehaald worden. Daarom werk ik ook aan een samenhangende preventieaanpak waarvan ik uw Kamer 8 april jl. de eerste contouren heb laten zien.
Vraag 3
Hoe voorkomt u dat uw aanpak ten koste gaat van de keuzevrijheid van
burgers en juist averechts werkt door weerstand op te roepen?
Antwoord 3
Kinderen en jongeren zijn erg beĂŻnvloedbaar door bijvoorbeeld reclames
en influencers. En ook ouders weten soms niet zo goed hoe ze hun kind
goede gewoontes aan kunnen leren. De overheid heeft hier wat mij betreft
een taak in. Bovendien is de huidige keuzevrijheid nu ook beperkt. Het
overgrote deel van de marketing en reclame, namelijk 80%, is voor
ongezonde producten. Ook het aanbod in de supermarkt is voor 80%
ongezond. Het moet makkelijker worden om een gezonde voedselkeuze te
maken, waardoor er echt keuzevrijheid is voor burgers.
Vraag 4
Deelt u de mening dat uw inzet op âgezond etenâ in de praktijk juist
gezinnen raakt die al moeite hebben om ĂŒberhaupt eten op tafel te
zetten? Zo niet, hoe voorkomt u dat uw beleid deze kwetsbare groep
verder onder druk zet?
Antwoord 4
Ik deel deze mening niet. Mijn beleid is erop gericht om de gezonde
keuze de makkelijke keuze te laten worden voor alle Nederlanders, ook
voor kwetsbare gezinnen. Zo zorgt het kabinet er onder meer via het
programma Schoolmaaltijden voor dat kinderen gezonder kunnen opgroeien,
juist ook kinderen in kwetsbare gezinnen. Het Voedingscentrum geeft ook
tips over gezonde maaltijden voor een relatief betaalbare prijs.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het voortdurend opvoeren van druk op burgers en
bedrijven â via verboden, waarschuwingen en regels â averechts werkt en
leidt tot weerstand in plaats van gedragsverandering? Zo niet, waarop
baseert u dan dat deze aanpak wél werkt, ondanks duidelijke signalen van
het tegendeel uit de samenleving?
Antwoord 5Â
Nee, ik deel deze mening niet. De overheid heeft als taak om kinderen en
jongeren te beschermen en de gezonde keuze ook de makkelijke keuze te
laten zijn. Daarvoor kunnen ook wettelijke maatregelen nodig zijn. Zo
wil ik ongewenste marketing van ongezonde voedingsmiddelen gericht op
kinderen beperken met wettelijke maatregelen. En ook voorlichting en het
maken van afspraken kunnen goede interventies zijn om de voedselomgeving
gezonder te maken. Zo wil ik afspraken maken met supermarkten over het
verkoopaandeel van Schijf van Vijf producten.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het geld dat in het ineffectieve Nationaal
Preventieakkoord werd gestoken beter had kunnen worden besteed aan het
verlagen van de btw op boodschappen, zodat eten écht betaalbaar wordt
voor iedereen? Zo niet, waarom blijft u vasthouden aan een aanpak die
veel kost, maar weinig oplevert?
Antwoord 6
Nee, ik deel deze mening niet. Voor de uitvoering van mijn samenhangende
preventiestrategie heb ik minder middelen tot mijn beschikking. Zo lopen
de tijdelijke middelen van het vorige kabinet voor preventiebeleid eind
dit jaar af. Met de voorgenomen samenhangende preventieaanpak zal ik
daarom slim te werk moeten gaan. Ook werk ik samen met organisaties in
de zorg aan een investeringsmodel voor preventie, om investeringen in
preventie in de toekomst beter te kunnen relateren aan besparingen
later. Dit kabinet heeft er in het hoofdlijnenakkoord niet voor gekozen
om de btw op boodschappen te verlagen.