[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanwijzing massaal bezwaar belastingrente inkomstenbelasting (en overige middelen)

Belastingdienst

Brief regering

Nummer: 2025D20305, datum: 2025-05-08, bijgewerkt: 2025-05-15 09:01, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -1501 Belastingdienst.

Onderdeel van zaak 2025Z08847:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


31066 Belastingdienst

Nr. 1501 Brief van de staatssecretaris van Financiën

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 mei 2025

Met deze brief bericht ik u over een Aanwijzing massaal bezwaar voor bezwaren tegen het in rekening gebrachte percentage belastingrente voor de inkomstenbelasting en enkele overige middelen. Hieronder licht ik kort toe waarom ik ertoe ben overgegaan om deze aanwijzing te geven en hoe het vervolgproces eruit ziet.

Aanleiding

Bij brief van 17 februari 2025 heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn Aanwijzing massaal bezwaar voor bezwaren tegen het percentage van de belastingrente voor de vennootschapsbelasting en enkele overige middelen (hierna: Aanwijzing massaal bezwaar belastingrente vennootschapsbelasting).

Aanleiding voor die aanwijzing was een grote toename van het aantal bezwaren gericht tegen de belastingrente vennootschapsbelasting ten gevolge van een uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland. In die betreffende procedure stond – verkort weergegeven – de vraag centraal naar de deugdelijkheid van de motivering van de verhoging van het rentepercentage voor de vennootschapsbelasting (en enkele overige middelen). De rechtsvragen in de Aanwijzing massaal bezwaar belastingrente vennootschapsbelasting zijn daarop afgestemd.

De Belastingdienst ziet tegelijkertijd ook een toename van bezwaren gericht tegen het reguliere percentage belastingrente.

Andere problematiek en rechtsvragen

Het reguliere percentage geldt voor de inkomstenbelasting, de erfbelasting, de loonbelasting, de dividendbelasting, de omzetbelasting, de overdrachtsbelasting, de belasting van personenauto’s en motorrijwielen, de accijns, de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en de in artikel 1 van de Wet belastingen op milieugrondslag genoemde belastingen. De vragen rondom de verhoging van het percentage van de belastingrente die spelen ten aanzien van de vennootschapsbelasting doen zich in deze gevallen niet voor. Die verhoging is voor de inkomstenbelasting (en de overige middelen) namelijk niet aan de orde. De eerder gegeven Aanwijzing massaal bezwaar belastingrente vennootschapsbelasting is daarom niet zonder meer uit te breiden tot de inkomstenbelasting (en de overige middelen).

Niettemin geldt ook hier dat het individueel behandelen van de bezwaren tegen de belastingrente inkomstenbelasting (en de overige middelen) een uitermate zware uitvoeringslast voor de Belastingdienst zou meebrengen. Bovendien zien die bezwaren alle eveneens op min of meer dezelfde rechtsvragen.

Aanwijzing massaal bezwaar

Daarom heb ik besloten om ook voor deze bezwaren een aanwijzing massaal bezwaar te geven. Met deze brief ontvangt u een afschrift van Aanwijzing massaal bezwaar van bezwaarschriften tegen het percentage vanaf 1 oktober 2020 van in rekening gebrachte belastingrente inkomstenbelasting en enige overige middelen (hierna: Aanwijzing massaal bezwaar belastingrente inkomstenbelasting). De rechtsvragen in deze aanwijzing zijn zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met die in de eerdergenoemde Aanwijzing massaal bezwaar belastingrente vennootschapsbelasting.

Vervolg

Anders dan voor de massaalbezwaarprocedure tegen de belastingrente in de vennootschapsbelasting zal voor de massaalbezwaarprocedure tegen de belastingrente in de inkomstenbelasting nog een proefprocedure moeten worden geselecteerd. In deze procedure zal eerst nog uitspraak op bezwaar moeten worden gedaan. Vervolgens kan het geschil aan de rechter worden voorgelegd. Deze omstandigheid brengt met zich dat de definitieve beantwoording van de rechtsvragen naar verwachting langer zal duren.

Voor een gedetailleerdere weergave van de inrichting van het vervolgtraject verwijs ik u naar mijn eerdere brief van 17 februari 2025.1 In die brief is onder andere beschreven dat na definitieve beantwoording van de rechtsvragen de Belastingdienst de bezwaarschriften zal afdoen met een collectieve uitspraak. Ook vermeldt die brief wat de gevolgen zouden zijn van (gedeeltelijk) door de Hoge Raad in het ongelijk worden gesteld van de Belastingdienst.

De staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen


  1. Kamerstukken II 2024/25, 31066, nr. 1460↩︎