Afgifte vergunning voor de uitvoer van militaire goederen naar Qatar
Brief regering
Nummer: 2025D20478, datum: 2025-05-09, bijgewerkt: 2025-05-15 15:46, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (Ooit PVV kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 22054 -457 Wapenexportbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z08927:
- Indiener: R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- Medeindiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-05-13 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-22 13:30: Procedurevergadering (nieuwe datum) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Preview document (🔗 origineel)
22 054 Wapenexportbeleid
Nr. 457 Brief van de ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en van Buitenlandse Zaken
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 mei 2025
Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk 2010-2011, 22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen naar EUR 2.000.000,- (Kamerstuk 2011-2012, 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning voor de uitvoer van militaire goederen naar Qatar.
Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer van een communicatiesysteem inclusief bijbehorende programmatuur, technologie en technische ondersteuning naar Qatar. De eindgebruiker van de goederen is de marine van Qatar. De goederen worden geïntegreerd in een marineschip.
De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport.1 Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van het meest relevante criterium hieronder wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende argumenten:
Naleving mensenrechten en eerbiediging humanitair oorlogsrecht (CR2)
De Qatarese regering heeft de afgelopen jaren stappen gezet om de mensenrechtensituatie te verbeteren, al blijven er op verschillende terreinen aandachtspunten bestaan. De marine van Qatar is echter niet betrokken bij deze punten van zorg met betrekking tot de mensenrechten.
Verder is op dit moment Qatar niet betrokken bij een internationaal – dan wel niet-internationaal gewapend conflict. Tevens is Qatar niet betrokken bij een militaire bezetting.
Gelet op het feit dat de eindgebruiker niet betrokken is bij de geconstateerde punten van zorg m.b.t. mensenrechten en Qatar niet betrokken is bij een gewapend conflict dan wel een militaire bezetting is er geen sprake van een duidelijk risico dat de te leveren militaire goederen of technologie gebruikt worden voor binnenlandse onderdrukking, alsmede bij het begaan van andere ernstige schendingen van mensenrechten en het humanitair oorlogsrecht. Toetsing aan criterium 2 heeft geleid tot een positief oordeel.
Handhaving regionale stabiliteit (CR4)
Qatar houdt goede banden aan met de landen in de regio. Tevens speelt Qatar een rol als mediator in verschillende conflicten. In de afgelopen jaren heeft Qatar een belangrijke rol gespeeld m.b.t. verschillende vredesonderhandelingen. Op dit moment speelt Qatar een cruciale bemiddelende rol in de onderhandelingen tussen Israël en Hamas.
Gelet op de houding van Qatar en het ontbreken van serieuze spanningen met anderen landen in de regio, bestaat er geen duidelijk risico dat de te leveren militaire goederen ingezet worden voor agressie jegens een ander land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken. Toetsing aan criterium 4 heeft geleid tot een positief oordeel.
Ten aanzien van de overige criteria gelden geen bijzonderheden, deze zijn positief getoetst.
De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
R.J. Klever
De minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
8 GS 2008/944 van 8 december 2008↩︎