Verslag van een Interparlementaire Conferentie over Stabiliteit, Economische Coördinatie en Bestuur in de Europese Unie (IPC SECG)
Interparlementaire Conferentie over Stabiliteit, Economische Coördinatie en Bestuur in de Europese Unie (IPC SECG)
Verslag van een bijeenkomst
Nummer: 2025D20801, datum: 2025-05-12, bijgewerkt: 2025-05-15 13:55, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t.
Onderdeel van kamerstukdossier 36739 -1 Interparlementaire Conferentie over Stabiliteit, Economische Coördinatie en Bestuur in de Europese Unie (IPC SECG).
Onderdeel van zaak 2025Z09052:
- Indiener: Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t.
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal A 1/2
Vergaderjaar 2024-2025
36 739 Interparlementaire Conferentie over Stabiliteit, Economische Coördinatie en Bestuur in de Europese Unie (IPC SECG)
Nr. 1 VERSLAG VAN EEN INTERPARLEMENTAIRE CONFERENTIE
Vastgesteld 12 mei 2025
Een delegatie van Eerste en Tweede Kamerleden heeft op 17-18 februari 2025 deelgenomen aan de interparlementaire conferentie1 over “European Economic Governance” in het kader van de “European Parliamentary Week 2025” in het Europees Parlement in Brussel. De conferentie werd georganiseerd door het Pools EU-voorzitterschap, de Poolse Sejm en Senaat, in samenwerking met het Europees Parlement. De delegatie bestond vanuit de Tweede Kamer uit de leden Thijssen (GroenLinks-PvdA) en Dassen (Volt). Vanuit de Eerste Kamer nam het lid Kroon (BBB) deel. De delegatie brengt hierbij verslag uit van deze conferentie.
Plenaire sessie: Improvement of EU’s competitiveness through the single market, innovation policy, better regulation and quality jobs
Op 18 februari 2025 heeft de delegatie deelgenomen aan de plenaire sessie over het verbeteren van het concurrentievermogen van de Europese Unie (EU) door de interne markt, innovatiebeleid, betere regelgeving en hoogwaardige banen. Deze plenaire sessie werd voorgezeten door mevrouw Katarina Barley, vice-voorzitter van het Europees Parlement, mevrouw Agnieszka Pomaska en de heer Tomasz Grodzki, voorzitters van respectievelijk de commissies voor Europese Zaken van de Sejm en Senaat van Polen.
Tijdens deze plenaire vergadering gaf de heer Mario Draghi, voormalig premier van Italië en voormalig president van de Europese Centrale Bank, een keynote speech naar aanleiding van zijn rapport over de toekomst van het Europees concurrentievermogen2 uit september 2024.
De heer Draghi ging in zijn keynote speech in op de volgende onderwerpen. Er is politiek momentum voor de follow up van zijn rapport over de toekomst van het Europees concurrentievermogen. Sinds de publicatie van het rapport vorig jaar is de wereld alleen nog maar meer veranderd en is de noodzaak voor radicale verandering van Europa toegenomen.
Draghi herhaalde zijn analyse: op het terrein van AI vindt de meeste vooruitgang plaats buiten Europa; de hoge energiekosten blijven aan en de gasprijzen blijven zeer volatiel, wat onder meer het belang onderstreept van de energietransitie, en de geopolitieke verschuivingen met enerzijds de opkomst van China en anderzijds de (aangekondigde) heffingen door de VS. Volgens Draghi zal dit tot dumping van Chinese overcapaciteit leiden in Europa. Volgens hem leidt dit gevolg van de importheffingen uit de VS bij Europese bedrijven nog tot meer zorgen dan de heffingen zelf.
Al met al moet de EU meer eensgezind handelen: op het terrein van onderzoek, industrie en financiering is meer coördinatie nodig. Draghi benoemde de urgentie van snel handelen en opschalen - de Europese economie stagneert terwijl andere (wereld)economieën groeien. Vervolgens benoemde Draghi het belang van innovatie. Ondernemen moet gemakkelijker worden gemaakt voor innovatieve bedrijven door regelgeving te harmoniseren en vereenvoudigen en interne barrières te verminderen. De innovatiekloof moet sneller worden gedicht, de EU moet aantrekkelijker worden gemaakt voor investeringen en Europees spaargeld kan worden aangewend/ingezet voor innovatie. Momenteel vloeit jaarlijks ongeveer 300 miljard euro aan Europees spaargeld naar de VS om daar te worden geïnvesteerd.
Daarnaast benoemde Draghi het belang van het verlagen van de energieprijzen. Volgens Draghi is decarbonisatie alleen duurzaam als het de EU ten goede komt. De energiemarkt moet worden herzien langs de volgende lijnen: transparantie en lange termijn contracten, investeringen in elektriciteitsnetten en snellere installatie van hernieuwbare energiebronnen.
Vervolgens noemde Draghi andere uitdagingen voor Europa zoals een Europese defensie-industrie en de groene transitie van traditionele bedrijven en industrieën.
Draghi benoemde ook de noodzaak van het slechten van interne handelsbarrières en refereerde hierbij een studie van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dat stelt dat deze interne belemmeringen gelijk staan aan een handelstarief van 45% op goederen en 110% op diensten. Vervolmaken van de interne markt en verhogen van de productiviteit creëert bovendien ook meer begrotingsruimte. Tot slot besloot Draghi zijn speech met het Kompas voor Concurrentievermogen van de Europese Commissie dat zijn rapport omarmt. Hij herhaalde zijn oproep voor de noodzaak van adequate financiering en stelde dat de benodigde 750 à 800 miljard euro per jaar slechts een ‘conservatieve schatting’ is. Omdat de Commissie vooralsnog geen nieuwe EU-fondsen voorziet, is Europa hiervoor aangewezen op flexibel en gecoördineerd gebruik van staatssteunregels. Hiervoor is vereist dat lidstaten de eigen begrotingsruimte gebruiken en binnen de grenzen van EU-regelgeving blijven. Daarbij kan de Europese Commissie niet alleen handelen: steun van het Europees Parlement, de lidstaten en nationale parlementen is nodig op wat Draghi een keerpunt noemt in de Europese geschiedenis. Om sneller in te kunnen spelen op een snel veranderende wereld moeten beleidsvorming en wetgeving ook sneller.
Tijdens de gedachtewisseling die volgde gingen de leden van de nationale parlementen en de leden van het Europees Parlement onder meer in op de volgende onderwerpen. De leden noemden in navolging van Draghi het belang van een meer verenigd en autonoom Europa en het versterken van het Europees concurrentievermogen onder meer vanwege de concurrentie met de VS en China. Het verminderen van regeldruk en vereenvoudiging voor Europese bedrijven door betere Europese regelgeving die goed moet worden geïmplementeerd door de lidstaten. Productiviteit komt door bedrijven en innovatie. Het belang van massale investeringen door Europa door een Europese kapitaalmarktunie, Europese leningen en nieuwe eigen middelen. Ook moet er aandacht zijn voor de klimaatcrisis en schone energie en moeten de lidstaten meer geld uitgeven aan defensie en moet worden gewerkt aan een sterkere Europese defensie(industrie). Onderzoek en innovatie, met focus op strategische sectoren, en het dichten van de innovatiekloof zijn nodig zodat de EU wereldleider kan blijven. Het vervolmaken van de interne markt door het tegengaan van fragmentatie moet prioriteit krijgen. Daarbij is zowel een sterk industriebeleid als handelspolitiek nodig waarbij oneerlijke concurrentie wordt tegengegaan.
Thijssen benadrukte in zijn inbreng het belang van investeren in de Europese cleantech industrie, nu deze nog voorloopt op China en de VS, en voor de aanpak van de klimaatcrisis. Dassen pleitte voor een Europese defensie-industrie, en op persoonlijke titel voor het werken aan een Europees leger, in reactie op de uitspraken van de Trump-regering over de verantwoordelijkheid van Europa voor haar eigen veiligheid. De EU moet zich volgens Dassen instellen op een nog grotere investeringsinspanning voor defensie - als de VS zich daadwerkelijk uit Europa terugtrekt.
In reactie op de gedachtewisseling concludeerde Draghi dat decarbonisatie niet negatief hoeft te zijn voor economische groei – uiteindelijk kan het de energiekosten immers helpen verlagen. Ook vroeg Draghi aandacht voor Europese besluitvorming: volgens hem is meer centralisatie niet nodig, maar moet er wel worden samengewerkt binnen de EU. Hij benadrukte dat het geen tijd is voor het benadrukken van verschillen. Draghi bedankte de leden voor hun bijdragen aan zijn rapport en sprak de hoop uit de volgende keer te spreken over welke maatregelen daadwerkelijk zijn genomen.
Plenaire sessie: The first national plans under the revised Economic Governance Framework - lessons learned
Op 18 februari 2025 heeft een deel van de delegatie deelgenomen aan de plenaire sessie over de eerste nationale plannen onder het herziene Europese begrotingsraamwerk en de daaruit geleerde lessen. Deze plenaire sessie werd voorgezeten door mevrouw Katarina Barley, vice-voorzitter van het Europees Parlement, mevrouw Zofia Czernow, vice-voorzitter van de commissie voor Overheidsfinanciën van de Sejm van Polen en Tomasz Grodzki, voorzitter van de commissie voor Europese Zaken van de Senaat van Polen.
Daarnaast was er een panel met de volgende sprekers: de heer Alberto Fonseca, lid van het parlement van Portugal, de heer Adam Reuterskiöld, lid van het parlement van Zweden, de heer Suardi, directeur macro-economisch beleid bij de Europese Commissie en de heer Roel Beetsma, voormalig lid van het Europees Begrotingscomité.
De sessie stond in het teken van het uitwisselen van eerste ervaringen met de uitvoering van het hervormde Europese begrotingsraamwerk. Deelnemers bespraken de geleerde lessen, kansen en uitdagingen die voort zijn gekomen uit de voorbereiding en beoordeling van de eerste nationale begrotingsplannen.
De heer Kroon stelde de vraag hoe ervoor gezorgd wordt dat alle lidstaten zich aan de regels van het begrotingsraamwerk houden en hoe falen kan worden voorkomen. De heer Reuterskiöld antwoordde dat het cruciaal is dat lidstaten binnen een gezamenlijk begrotingskader prioriteiten stellen, en niet daarbuiten. Volgens hem is de noodclausule daarbij onvermijdelijk, gezien de huidige omstandigheden. Bovendien geldt schuldhoudbaarheid niet alleen op nationaal niveau, maar ook voor de EU als geheel. De heer Suardi stelde dat de Commissie nauw toeziet op de handhaving van het begrotingsraamwerk. De Commissie is van mening dat het gebruik van één duidelijke indicator helpt om de schulden, zowel nationaal als op EU-niveau, beter te monitoren.
Interparlementaire commissievergadering Economische en Monetaire Zaken (ECON)
Op 17 februari 2025 heeft de delegatie deelgenomen aan de interparlementaire commissievergadering van de commissie voor Economische en Monetaire Zaken (ECON) van het Europees Parlement. Deze vergadering bestond uit twee sessies waarin een panel van sprekers de discussie opende, waarna er een gedachtewisseling plaatsvond tussen de leden van nationale parlementen en de leden van het Europees Parlement. De vergadering werd voorgezeten door mevrouw Aurore Lalucq, voorzitter van de ECON-commissie van het Europees Parlement, mevrouw Maria Małgorzata Janyska, lid van de commissie voor Economische ontwikkeling van de Sejm van Polen en de heer Waldemar Pawlak, voorzitter van de commissie voor nationale economie en innovatie van de senaat van Polen.
Sessie I: The future of Banking Union and Capital Markets Union
Het panel bestond uit de volgende sprekers: mevrouw Julia Symon, Hoofd Onderzoek en Advocacy van Finance Watch, de heer Édouard Fernandez Bollo, voormalig lid van de Raad van Toezicht van de Europese Centrale Bank en mevrouw Anastasia Kotovskaia, afdelingshoofd Financiële Markten en Informatietechnologie, Centre for European Policy.
Volgens mevrouw Symon moet politiek momentum gecreëerd worden voor het implementeren van de maatregelen voor een Europese kapitaalmarktunie. De huidige uitdagingen van de EU, onder meer op het terrein van autonomie, rechtvaardigen dit. Symon ging daarbij in op het harmoniseren van nationale rechtsgebieden, adequate middelen (zoals in het Single Resolution Fund voor het afwikkelen van falende banken), consumentenbescherming en economisch beleid. Volgens Symon zijn leningen voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) en de herziening van de EU-overheidsfinanciering noodzakelijk. Klimaatrisico’s en de groene transitie moeten worden geïntegreerd in het financieel systeem, waarbij juridische zekerheid gegarandeerd moet worden. Symon waarschuwde daarbij voor simpele vergelijkingen met de VS en benadrukte dat de kapitaalmarktunie niet het antwoord is op alle problemen.
De heer Fernandez Bollo benadrukte ook dat politieke wil nodig is voor de toekomst van de bankenunie/kapitaalmarktunie. Momenteel ontbreekt consensus over middelen. Volgens Fernandez Bollo bestaat bij te veel fragmentatie het gevaar van verwatering van het financiële raamwerk. Fernandez Bollo ziet het potentieel van een spaar- en investeringsunie, waarvoor twee concrete initiatieven de komende jaren al gerealiseerd kunnen worden: gecentraliseerd toezicht op financiële marktpartijen en het ontwikkelen van een 28e rechtsregime.
Mevrouw Kotovskaia noemde in haar inbreng het versterken van publiek-private partnerschappen en de uitdagingen voor het MKB. Verdere versimpeling is nodig, en publieke financiering moet toegankelijker zijn. Net als de vorige spreker noemde ze een optioneel 28e regime. Daarnaast ging zij in op pensioenproducten, eerlijke concurrentie en financiële stabiliteit als fundamentele voorwaarde voor een effectieve bankenunie. Dit is noodzakelijk voor de EU om wereldwijd concurrerend te blijven.
Tijdens de gedachtewisseling die volgde gingen de leden van de nationale parlementen en de leden van het Europees Parlement in op de volgende onderwerpen. De problemen van fragmentatie van (implementatie van) regelgeving in de EU werden benoemd en er werd brede steun uitgesproken voor de vervolmaking van de bankenunie en de kapitaalmarktunie. Tevens was er brede instemming met de noodzaak tot het vereenvoudigen van regelgeving. In navolging van Draghi is ook gesproken over het versterken van de Europese interne markt en het aanspreken van Europees spaargeld.
Eerste Kamerlid Kroon gaf aan dat regelgeving voor banken ertoe leidt dat bedrijfsobligaties verschuiven naar de private markt, terwijl staatsobligaties binnen banken blijven. Hij vroeg de heer Fernandez Bollo hoe hij deze ontwikkeling beoordeelt, en wat volgens hem de maatschappelijke risico’s en de impact op de financiering van het mkb zijn. De heer Fernandez Bollo gaf aan dat wordt gestreefd naar meer efficiëntie in het EU-financiële systeem via harmonisatie, niet door lagere veiligheidseisen. Door gezamenlijke afspraken op een beperkt aantal kernpunten te maken kan de EU volgens hem schaalvoordelen behalen. Vier hefbomen – twee voor de Bankenunie, twee voor de Spaar- en Investeringsunie – kunnen een positieve dynamiek in gang zetten.
Sessie II: Creating and ecosystem for European investments
Het panel bestond uit de volgende sprekers: mevrouw Hélène Bussières, afdelingshoofd Asset Management, Directorate-General for Financial Stability, Financial Services and Capital Markets Union (DG FISMA), Europese Commissie en mevrouw Roxana de Carvalho, afdelingshoofd Governance en Externe Betrekkingen, European Securities and Markets Authority (ESMA).
Mevrouw Bussières noemde dat de Europese Commissie het ecosysteem voor Europese investeringen momenteel aan het beoordelen is. De Commissie overweegt verschillende maatregelen waardoor Europese bedrijven, waaronder startups en scaleups, beter gebruik kunnen maken van publiek geld, ook in relatie tot de komende Europese meerjarenbegroting. De Commissie werkt samen met de Europese Investeringsbank om de investeringskloof in de EU te dichten. Dit werk wordt geleid door het Kompas voor concurrentievermogen dat als doel heeft het Europees concurrentievermogen te versterken. Tenslotte pleitte Bussières voor het opschalen van de kapitaalmarktunie en benadrukte ze dat interne barrières een bedreiging vormen voor de interne markt. Het bevorderen van innovatie is belangrijk, net als het aantrekken van publiek-private investeringen.
Mevrouw De Carvalho stelde dat investeringen leiden tot groei en banen, zoals in de VS en China duidelijk te zien is. Ze stelde dat de EU risicomijdend is in vergelijking tot de VS. De Carvalho benadrukte dat de huidige kapitaalmarkten gefragmenteerd zijn in de EU. Volgens De Carvalho is de situatie zorgwekkend en moeten de financieringstekorten worden erkend. Een aantal elementen zijn belangrijk: het verbreden van de investeringsbasis, betere toegang tot financiering, financiële stabiliteit en het verbeteren van het vrij verkeer van kapitaal tussen lidstaten. Tenslotte is investeringsbescherming nodig voor het vertrouwen van investeerders en is de kapitaalmarktunie een belangrijke hoeksteen van investeringen. Een stabiel en simpel regelgevingskader is nodig.
Tijdens de gedachtewisseling die volgde gingen de leden van de aanwezige nationale parlementen en de leden van het Europees Parlement in op de volgende onderwerpen. Volgens sommige leden is vereenvoudiging van regelgeving en het verminderen van administratieve lasten nodig. Ook werd het belang van investeringen in defensie benadrukt vanwege de Russische dreiging, net als het investeren in klimaatopgaven en onderzoek. De kapitaalmarktunie kan een belangrijk element zijn om het Europees concurrentievermogen te versterken.
Kroon ging tijdens zijn inbreng in op de discussie over de gevolgen van een gemeenschappelijke kapitaalmarkt voor de financiering van risicovolle activiteiten in de EU. Hij stelde een vraag over de impact van toegenomen regelgeving voor financiële markten op de toegang van financiers tot markten en de maatschappelijke (negatieve) bijeffecten daarvan. Daarnaast ging Kroon in op de discussie over een gemeenschappelijk energiebeleid, waarbij leveringszekerheid en energieprijzen belangrijke elementen zijn. Hij stelde een vraag over de mogelijke financiering van energie infrastructuur en productie door de EU.
Concluderend werden een aantal opmerkingen gemaakt over de huidige geopolitieke en economische situatie die vraagt om een Europese reactie.
Interparlementaire commissievergadering Begroting (BUDG)
Op 17 februari 2025 heeft een deel van de delegatie deelgenomen aan de interparlementaire commissievergadering van de commissie voor Begroting (BUDG) van het Europees Parlement. Deze vergadering bestond uit twee sessies waarin een panel van sprekers de discussie openden, waarna er een gedachtewisseling plaatsvond tussen de leden van nationale parlementen en de leden van het Europees Parlement. De vergadering werd voorgezeten door de heer Johan Van Overtveldt, voorzitter van de BUDG-commissie van het Europees Parlement, mevrouw Krystyna Skowrońska, vice-voorzitter van de commissie voor Overheidsfinanciën van de Sejm van Polen (sessie I) , de heer Rafał Kasprzyk, vice-voorzitter van de commissie voor Overheidsfinanciën van de Sejm van Polen (sessie II) en de heer Kazimierz Kleina, voorzitter van de Commissie Begroting en Overheidsfinanciën van de senaat van Polen.
Sessie II: European Public Goods: how to identify and finance them?
Tijdens zijn keynote speech ging Armin Steinbach, Jean Monnet Hoogleraar Recht en Economie aan HEC Parijs, nader in op de definitie van Europese publieke goederen, hoe deze het beste geïdentificeerd kunnen worden, welke voordelen en knelpunten deze aanpak met zich meebrengt, en welke financieringsmogelijkheden er zijn.
Het Eerste Kamerlid Kroon stelde de heer Steinbach de vraag of hij een grotere rol voor de EU ziet bij het veiligstellen van de toegang tot energie en energieprijzen. Ook vroeg de heer Kroon of Steinbach kon reflecteren op de rechtvaardiging om energieproductie en energienetwerken als publieke goederen te beschouwen. Steinbach gaf in zijn antwoord aan dat energie en klimaat bij uitstek mondiale publieke goederen zijn. Met het oog op efficiëntie en netwerkoptimalisatie zou het volgens Steinbach logisch zijn de Europese Unie meer zeggenschap te geven over energieopwekking en -subsidies. De bevoegdheid voor het energiebeleid ligt volgens de Europese verdragen echter expliciet bij de lidstaten. Wel zou de Europese Commissie volgens Steinbach op specifieke punten, zoals financiering en subsidies voor hernieuwbare energie, de efficiëntie kunnen verhogen.
De delegatie,
Namens de Eerste Kamer,
Kroon
Namens de Tweede Kamer,
Thijssen
Dassen
De EU-adviseur van de delegatie,
Hartman