[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van wet

Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van het elektronisch cognossement

Voorstel van wet

Nummer: 2025D21087, datum: 2025-05-12, bijgewerkt: 2025-05-15 14:25, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van kamerstukdossier 36743 -2 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van het elektronisch cognossement .

Onderdeel van zaak 2025Z09158:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 743 Wet tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van het elektronisch cognossement
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om regels in te voeren inzake het elektronisch cognossement;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 260 wordt na “cognossementen” ingevoegd “of elektronische cognossementen”.

B

In artikel 377 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van de bepaling door een puntkomma, toegevoegd “eveneens wordt er onder verstaan de vervoerovereenkomst neergelegd in een elektronisch cognossement.”.

C

Na artikel 399 worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 400

1. Een elektronisch cognossement is een elektronisch bestand dat dezelfde gegevens bevat die op grond van afdeling 2 van titel 5 vereist zijn voor een cognossement en een betrouwbare methode gebruikt voor:

a. het waarborgen van de authenticiteit van het elektronisch bestand;

b. de zeggenschap over het elektronisch bestand;

c. de integriteit van het elektronisch bestand.

2. De vervoerder en de afzender kunnen overeenkomen dat een elektronisch cognossement wordt afgegeven aan de afzender door de vervoerder, de kapitein of de agent van de vervoerder.

Artikel 401

1. De artikelen uit het Burgerlijk Wetboek die betrekking hebben op een cognossement zijn van overeenkomstige toepassing op een elektronisch cognossement, tenzij de aard van de bepaling zich ertegen verzet.

2. Zeggenschap over een elektronisch cognossement heeft dezelfde gevolgen als bezit of houderschap van een cognossement, indien een betrouwbare methode wordt gebruikt voor het verkrijgen van deze zeggenschap door de houder en de identiteit van die houder met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld.

3. De overgang van de zeggenschap over een elektronisch cognossement heeft dezelfde gevolgen als de levering van een cognossement. Indien voor de levering van het cognossement tevens een endossement is vereist, kan voor de overgang van de zeggenschap over een elektronisch cognossement worden volstaan met het in het elektronisch cognossement opnemen van de informatie die nodig is voor een endossement.

Artikel 402

1. Een cognossement kan worden vervangen door een elektronisch cognossement, indien daarvoor een betrouwbare methode is gebruikt en een verklaring in het elektronisch cognossement wordt opgenomen dat dit elektronisch cognossement het cognossement vervangt. Na het moment van afgifte van het elektronisch cognossement verliest het cognossement zijn werking.

2. Een elektronisch cognossement kan worden vervangen door een cognossement, indien daarvoor een betrouwbare methode is gebruikt en een verklaring in het cognossement wordt opgenomen dat dit cognossement het elektronisch cognossement vervangt. Na het moment van afgifte van het cognossement verliest het elektronisch cognossement zijn werking.


D

In artikel 1714 wordt na “cognossement,” ingevoegd “elektronisch cognossement als bedoeld in artikel 400,”.

ARTIKEL II

Aan artikel 162, eerste lid, van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt een zin toegevoegd, luidende:

De voorgaande zin is van overeenkomstige toepassing indien een elektronisch cognossement als bedoeld in artikel 400 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek is afgegeven.

ARTIKEL III

Onze Minister van Justitie en Veiligheid zendt, in overeenstemming met Onze Minister voor Infrastructuur en Waterstaat, binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL IV

Deze wet is van toepassing op cognossementen en elektronische cognossementen die na de datum van inwerkingtreding van deze wet zijn afgegeven door de vervoerder.

ARTIKEL V

Indien de Uitvoeringswet Rotterdam Rules later in werking treedt dan deze wet:

1. wordt artikel I van de Uitvoeringswet Rotterdam Rules als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel F wordt “tevens verstaan een niet-verhandelbaar vervoerdocument” vervangen door “tevens verstaan een niet-verhandelbaar vervoerdocument of een niet-verhandelbaar elektronisch vervoerbestand”.

b. Onderdeel I komt als volgt te luiden:

I

De artikelen 372, 377 tot en met 379, 381 tot en met 388, 391, 397, 399 tot en met 402, 411 tot en met 416, 421, 423, 440, 442, 461, 483, 490, 492, 493 vervallen.

2. wordt Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek als volgt gewijzigd:

a. In artikel 260 vervalt “of elektronische cognossementen”.

b. In artikel 1714 vervalt “elektronisch cognossement als bedoeld in artikel 400,”.

3. vervalt de laatste zin van artikel 162 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek.

ARTIKEL VI

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven,

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,