Reikwijdte bepalingen |
Reikwijdte (art. 3 AMLR) |
De reikwijdte van sommige nieuwe categorieƫn instellingen is nog
niet duidelijk afgebakend omdat deze nog niet gereguleerd zijn.
Om te voorkomen dat de groep onder het motto ābetter safe than
sorryā te breed wordt gedefinieerd, wordt gekozen voor een nauwe
definitie, uiteraard rekening houdend met witwasrisicoās.
|
Reikwijdte (art. 3 AMLR) i.c.m. hoofdzaakcriterium (art. 6, 7
AMLR) |
Overige financiĆ«le instellingen (OFIās), zoals bijvoorbeeld
kluisverhuurders, maar ook reguliere diensten als vermogensbeheer,
vallen alleen onder de Wwft als zij āin hoofdzaakā onder de Wwft
vallende diensten verrichten.
De AMLR verplicht nu om dit hoofdzaakcriterium uit te werken per
type instelling door voorgeschreven indicatoren zoals omzet en aantal
transacties.
Door de criteria zo nauw mogelijk te formuleren binnen de
vereisten van de AMLR is de groep instellingen die er onder valt
kleiner.
Dit sluit aan bij bestaande praktijk en betreft over het algemeen
laagrisico-entiteiten.
|
Reikwijdte trust (art. 3 i.c.m. definitie AMLR) |
De huidige nationale trustregelgeving kent verschillende
vrijstellingen voor diensten die juridisch voldoen aan
trustdienstverlening. De vrijstellingen bestaan omdat deze diensten op
een andere manier gedekt worden of omdat ze niet onder trustregelgeving
moeten vallen.
Bij de implementatie wordt onderzocht hoe voorkomen wordt dat
laagrisico-instellingen zoals VvE-beheerders, stichting
administratiekantoren en andere vennootschappen die een laag of geen
risico vormen met onnodige lasten worden geconfronteerd door als
trustdienst te worden gekwalificeerd.
|
Nieuwe verplichtingen die zo lastenluw mogelijk kunnen
worden geĆÆmplementeerd |
Registratieplicht overige
instellingen (art. 4 lid 3 AMLD en overweging 8) |
AMLD6 verplicht dat poortwachters op een manier geregistreerd
moeten zijn zodat toezichthouders zicht hebben om de totale omvang van
de populatie (dit is een doelbepaling).
Een registratie- of meldingsplicht zou dit het meest effectief
adresseren. Voor toezichthouders zou dit ook praktisch zijn.
Nieuwe registers zouden een aanzienlijke lastenverzwaring voor
ongereguleerde en veelal kleine, onprofessionele poortwachters
inhouden.
Het kabinet zet in op het beter bruikbaar maken van SBI-codes van
de KvK, als invulling van deze verplichting.
|
Controles hoger leidinggevend personeel (art. 6 AMLD) |
AMLD schrijft een vorm van betrouwbaarheids- en
geschiktheidstoetsing van hoger leidinggevend personeel voor. Dit is
voor veel niet-financiƫle instellingen nieuw en dus een
lastenverzwaring.
Voor hen wordt ingezet op toetsing achteraf, waarbij
toezichthouders voornamelijk signaalgestuurd gaan werken en niet elke
leidinggevende van elke poortwachter vooraf getoetst hoeft te
worden.
|
Centraal contactpunt (art. 41 AMLD) |
Lidstaten kunnen bepaalde dienstverleners die o.g.v. vrij verkeer
van diensten actief zijn in NL (en dus geen fysieke aanwezigheid hebben)
verplichten een centraal contactpunt in NL aan te stellen.
In lijn met huidige implementatie Wwft willen we deze
lidstaatoptie implementeren als bevoegdheid voor de toezichthouders, om
te voorkomen dat elke instelling ex ante een dergelijk contactpunt moet
aanstellen. Een toezichthouder kan dit dan wel eisen per instelling, als
er sprake is van risicoās waardoor een dergelijke eis wenselijk
is.
|
Keuzes om ruimte van het AML-pakket beleidsmatig te
benutten |
Overgang melding ongebruikelijke (OT) naar Verdachte transacties
(VT) |
De impact van de wijziging van de meldsystematiek op de
lastendruk kan nog niet met zekerheid worden vastgesteld.
Dit zal onder meer afhangen van de nog door AMLA te verstrekken
richtsnoeren met indicatoren voor verdachte transacties.
We zetten in op bekendheid bij poortwachters en toezichthouders
over wat de verandering van het melden van OT naar VT betekent, en op de
nog komende richtsnoeren van de Europese anti-witwasautoriteit.
|
Verscherpt cliƫntenonderzoek en versimpeld cliƫntenonderzoek beter
benutten |
Instellingen hebben meer ruimte om versimpeld cliƫntenonderzoek
bij lage risicoās toe te passen. Daarnaast kan het verscherpt
cliĆ«ntenonderzoek bij hoge risicoās flexibeler wordt
uitgevoerd.
Theoretisch is er dus meer ruimte. De vraag is of instellingen
die durven te nemen en of toezichthouders toezeggingen willen
doen.
Hierover afspraken maken met sector en toezichthouders is
waarschijnlijk nodig. We bespreken dit in de maandelijkse
sessies.
|
Gegevensdeling |
De sector wijst vaak op gegevensdeling als manier om naleving
efficiƫnter en met minder gevolgen voor burgers te maken.
De juridische kaders voor gegevensuitwisseling liggen grotendeels
vast in de verordening
Nederland wil een voortrekkersrol in deze gegevensdeling nemen en
een pilot starten om ervoor te zorgen dat vanaf half 2027 we hiermee
voortvarend aan de gang kunnen.
|
Overgangsrecht |
Aanvullen cliƫntendossiers |
AMLR biedt geen overgangsrecht, maar het is onmogelijk te
verwachten dat instellingen alle cliƫntendossiers direct op orde hebben
conform AMLR op 10 juli 2027. Bovendien ontbreken grondslagen voor
verwerking van die gegevens voorafgaand aan de
inwerkingtreding.
Lidstaten hebben geen bevoegdheid om dit via nationale
regelgeving te adresseren. Wel hebben de toezichthouders en de minister
van Financiƫn in nationaal en EU-verband en bij AMLA opgeroepen om hier
rekening mee te houden.
In de eerste uitwerking van technische standaarden AMLR die
momenteel geconsulteerd wordt, wordt die oproep geadresseerd door
poortwachters meer tijd te geven om cliƫntendossiers op orde te
brengen.
Ook hebben lidstaten geen bevoegdheid om een overgangsperiode
voor het UBO-register vast te stellen. Dat betekent dat per 10 juli 2027
een grote groep entiteiten zijn registratie aangepast moet hebben. We
vragen toezichthouders om hier rekening mee te houden en entiteiten een
redelijke termijn te geven om hun registratie aan te passen.
|
Lastenluwe inrichting UBO-Register |
Stichtingen in UBO/trustregister |
AMLR schrijft voor dat stichtingen hun UBOās moeten registreren
op dezelfde wijze als trusts. Dat zou betekenen dat alle stichtingen
onder een zwaardere registratieverplichting vallen dan nu het geval
is.
In de originele tekst van de verordening wordt gesproken over
āfoundationsā. Dit is vertaald naar stichtingen. De Nederlandse
rechtsvorm stichting kent echter grote verschillen ten opzichte van een
foundation ook omdat zij beschikken over rechtspersoonlijkheid.
Nederland beschouwt stichtingen daarom niet als vergelijkbaar aan
trusts. Daardoor kunnen stichtingen onder het reguliere regime
blijven.
Aangezien dit gaat om interpretatie kan het betekenen dat
Nederland een gesprek met de Europese Commissie zal moeten voeren over
deze wijze van interpretatie.
|
Kerkgenootschappen alleen op hoogste aggregatieniveau
registeren |
Voor kerkgenootschappen geldt op dit moment dat zij alleen op het
hoogste aggregatieniveau aan de plicht voor de UBO-registratie hoeven te
voldoen.
Op basis van AMLR vallen alle juridische entiteiten onder
dezelfde registratieplicht.
Het voornemen is om voor kerkgenootschappen vast te houden aan de
bestaande registratieplicht op basis waarvan alleen op het hoogste
niveau geregistreerd hoeft te worden.
|
abiās en icbeās voor UBO-registratie onder een lichter regime laten
vallen |
In de huidige situatie worden beleggingsinstellingen en
instellingen voor collectieve beleggingen gelijkgesteld met de trust.
Dit betekent dat zij meer gegevens moeten registreren.
De AMLR schrijft alleen voor dat er voor deze organisaties
specifieke voorschriften gelden voor de registratie van UBOās en merkt
ze niet meer aan als trusts.
Als gevolg hiervan zullen deze partijen bij de implementatie
onder een lichter regime geschaard worden.
|
Eenvoudig UBO-onderzoek |
KVK zal meer informatie over entiteiten gaan verifiƫren, wat tot
een hogere betrouwbaarheid van het UBO-register leidt.
Het zou daarom wenselijk zijn dat poortwachters ā in
laagrisicosituaties ā zich hoofdzakelijk baseren op het UBO-register en
dus geen of minimale aanvullende eigen onderzoeksmethodes toepassen. Dit
zal echter ook afhankelijk zijn van interpretatie van toezichthouders
(waaronder ook AMLA) van de bepalingen uit de AMLR.
In de eerste uitwerking van AMLR die momenteel geconsulteerd
wordt, wordt die oproep geadresseerd om poortwachters in
laagrisicosituaties van het register gebruik te laten maken naast hun
eigen onderzoek.
|
UBO 25-procent grens |
De AMLR bevat een lidstaatoptie om de grens van 25 procent voor
de UBO-registratie voor bepaalde categorieƫn entiteiten naar beneden bij
te stellen in de gevallen dat zich een hoog risico voordoet dat
specifiek is voor die lidstaat.
In Nederland zijn geen categorieƫn entiteiten bekend waarbij
sprake is van een dermate hoog risico dat van deze optie gebruik gemaakt
dient te worden.
|