[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een werkbezoek aan de Bosnië Herzegovina door een delegatie van de vaste commissie voor Defensie van 28 april tot en met 2 mei 2025

Srebrenica

Verslag van een werkbezoek

Nummer: 2025D21560, datum: 2025-05-15, bijgewerkt: 2025-05-15 12:40, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 26122 -63 Srebrenica.

Onderdeel van zaak 2025Z09401:

Preview document (🔗 origineel)


26 122	Srebrenica

Nr. 63 	VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK AAN BOSNIE HERZEGOVINA

DOOR EEN DELEGATIE VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR

DEFENSIE VAN 28 APRIL TOT EN MET 2 MEI 2025

Vastgesteld op 15 mei 2025

Een delegatie uit de vaste commissie voor Defensie heeft van 28 april
t/m 2 mei 2025 een werkbezoek gebracht aan Bosnië Herzegovina. De
delegatie was hiertoe uitgenodigd door het Nederlands
Veteraneninstituut. De delegatie bestond uit de leden Kahraman (NSC,
delegatieleider), Nordkamp (GL/PvdA), Heite (NSC), Ellian (VVD) en Dobbe
(SP). De delegatie werd begeleid door een aantal medewerkers van het
Nederlands Veteraneninstituut onder leiding van de directeur (de heer
Hoefsloot), en door een drietal veteranen (waarvan één met partner).

Het doel van het werkbezoek was primair om meer inzicht te krijgen in
het karakter van de terugkeerreizen die sinds een aantal jaren met grote
regelmaat door het Nederlands Veteraneninstituut worden georganiseerd
voor veteranen van Dutchbat III en desgewenst hun partners en/of
kinderen. Het doel van deze kleinschalige reizen is het tonen van
erkenning en waardering aan deze veteranen, van wie een aanzienlijk
aantal nog steeds een last met zich meedraagt als gevolg van de
uitzending van destijds naar Bosnië Herzegovina. Ook de delegatie wilde
door het meemaken van een terugkeerreis erkenning en waardering voor de
veteranen van Dutchbat III tot uiting brengen. Tenslotte wilde de
delegatie ter plekke meer inzicht krijgen in wat er zich heeft
afgespeeld tijdens de periode dat Dutchbat in de enclave Srebrenica en
in Simin Han aanwezig was. 

Daarnaast voerde de delegatie in Sarajevo een gesprek met de ambassadeur
van Nederland in Bosnië Herzegovina, de heer Van den Dool. Bij dit
gesprek was ook de Defensieattaché, heer Segaar, aanwezig. Na dit
gesprek ontmoette de delegatie de  heer Osman Avdic, overlevende van de
genocide.

In onderstaand verslag worden de hoofdlijnen van dit werkbezoek kort
weergegeven.

De delegatie dankt alle gesprekspartners en degenen die betrokken zijn
geweest bij het organiseren van dit werkbezoek. De hartelijke ontvangst
en de uitstekende begeleiding en informatievoorziening van de delegatie
hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het welslagen van het
werkbezoek. De delegatie is diep onder de indruk van het onzegbare leed
dat de Bosnische moslims destijds is aangedaan. De delegatie heeft
daarnaast grote waardering en respect voor de veteranen van m.n.
Dutchbat III, die onder zware omstandigheden hebben geprobeerd hun
onuitvoerbare taak tot een zo goed mogelijk einde te brengen. De
delegatie leeft mee met alle veteranen die tot op de dag van vandaag
kampen met hun ervaringen van destijds en ook daarna. 

De voorzitter van de vaste commissie,

Kahraman

De griffier van de vaste commissie,

De Lange

Maandag 28 april 2025 - Tuzla

De delegatie vliegt in de ochtend van Dortmund naar Tuzla.

In de middag bezoekt de delegatie diverse locaties waar de A-compagnie
van Dutchbat III (de “vergeten” compagnie) in Simin Han was
gelegerd. Eén van de begeleidende veteranen vertelt op indringende
wijze over de ontberingen van Dutchbat III ter plekke. Ook wordt een
bezoek gebracht aan de gedenksteen voor Jeffrey Broere, die aldaar
dodelijk gewond is geraakt en kort daarna is overleden. De delegatie
legt bloemen bij zijn gedenksteen.

Dinsdag 29 april 2025 – Tuzla en enclave Srebrenica

De delegatie brengt een bezoek aan Diana Garden, onderdeel van de
organisatie Snaga Zene (Sterke Vrouw). Dit is de eerste rehabilitation
garden, gesticht in 1999. In deze tuin is een aantal vrouwelijke
slachtoffers van de genocide aanwezig (moeders en echtgenotes van in
juli 1995 om het leven gebrachte mannen in en rond de enclave
Srebrenica). De oprichtster van Snaga Zene, Branca Antic, werkt sinds
1996 met (vnl. vrouwelijke) slachtoffers van de genocide. De hulp
bestrijkt een breed terrein: gezondheidszorg, juridische ondersteuning,
verstrekken van telefoons, financiële hulp, begeleiding terugkeerders
naar Srebrenica, etc. Basis is echter de vrouwen aan werk helpen. Dat
leidt tot een zekere vorm van healing. 

Het werk in deze tuin is bedoeld voor slachtoffers die na de
gebeurtenissen van 1995 in Tuzla zijn gaan wonen. Het is een combinatie
van werken in de tuin en geestelijke begeleiding door hulpverleners.
Inmiddels is er ook samenwerking ontstaan met het Nederlands
Veteraneninstituut. Veteranen op terugkeerreizen komen hier ook langs.
Inmiddels is gebleken dat deze aanpak voor zowel de slachtoffers als
voor de veteranen werkt. In essentie gaat het om het uitwisselen van
gemeenschappelijke ervaringen, ieder vanuit een ander perspectief.
Misschien is het voor betrokkenen goed elkaar meer dan één keer te
ontmoeten.

Vervolgens doen de aanwezige slachtoffers ieder hun verhaal. De vrouwen
richten zich nu zo veel mogelijk op de toekomst. De aanwezigheid van
kinderen en kleinkinderen is daarbij heel belangrijk om positief vooruit
te kunnen kijken. Op de vraag wat Nederland nu het beste zou kunnen
ondersteunen, verwijzen de vrouwen naar projecten als het hunne. Met
name NGO’s die zich richten op het geven van  basale hulp hebben het
moeilijk. Hulp aan instellingen van het land Bosnië Herzegovina komt
vaak niet goed terecht.

In de middag reist de delegatie door naar Srebrenica. De delegatie stopt
op een aantal belangrijke punten, waaronder een voetbalveld waar
opgejaagde moslimmannen werden verplicht op de grond op hun knieën
plaats te nemen. Eén van de veteranen vertelt dat hij tijdens het
begeleiden van bussen met vrouwen en kinderen langs dit voetbalveld
kwam. Die vrouwen en kinderen hebben de mannen dus ook geknield zien
zitten op het voetbalveld. De betreffende veteraan is na begeleiding van
een tweede transport samen met een collega in gijzeling genomen door de
Bosnische Serviërs, en uiteindelijk weer vrijgelaten.

Tijdens het diner spreekt de delegatie met mevrouw Eva Stohr, die het
gesprek morgen met de Moeders van Srebrenica zal modereren. Zij is
Nederlandse, woont in Bosnië Herzegovina en heeft regelmatig contact
met de Moeders, onder andere in het kader van de terugkeerreizen.

Woensdag 30 april 2025 – Omgeving Srebrenica / Potocari  

De delegatie rijdt in de ochtend naar het Memorial Center in Potocari.
Daar krijgt de delegatie een rondleiding met toelichting door de
directeur van het Memorial Center, en bezoekt de begraafplaats.

Vervolgens heeft de delegatie in het Memorial Center een gesprek met de
Moeders van Srebrenica onder leiding van mevrouw Munira Subasic. Zij
vertelt dat ze in totaal 22 familieleden tijdens de genocide is
verloren, waaronder haar man en jongste zoon. Ze vecht al bijna 30 jaar
voor gerechtigheid. Ook moet de zoektocht naar overblijfselen van alle
nog niet teruggevonden slachtoffers doorgaan. Ze zet uiteen dat er meer
dan 5500 kinderen zijn zonder één of twee ouders. Velen van hen hebben
de verschrikkingen met eigen ogen gezien. Ze benadrukt dat de kinderen
zonder het overbrengen van haat zijn opgevoed. Veel vrouwen zijn
daarnaast nooit echt over de verschrikkingen die hen persoonlijk zijn
aangedaan, heen gekomen. De slachtoffers waren niet alleen moslims, maar
bij voorbeeld ook Kroaten en Roma. Mevrouw Subasic is trots op de
totstandkoming van de begraafplaats, geopend door de toenmalige
President van de Verenigde Staten. Ze benadrukt verder dat niet alleen
de Moeders maar ook de veteranen van Dutchbat (inclusief hun partners en
familieleden) een grote last te dragen hebben. Ze is blij met de
gesprekken die nu met regelmaat tussen de Moeders en de veteranen
plaatsvinden.

Ook de andere aanwezige Moeders doen hun verhaal. Zij benadrukken het
belang van het levend houden van de gebeurtenissen van destijds. Hen is
altijd voorgehouden dat ze veilig zouden zijn, maar dat was niet zo, ook
al voor de verschrikkingen in juli 1995. Voor alle doden van voor juli
1995 is nooit iemand verantwoordelijk gesteld. Ze danken de veteranen in
de delegatie voor hun aangrijpende verhaal. Ze zijn bezorgd over de
huidige politieke situatie, waarin opnieuw sprake is van haat en
onderlinge spanningen. Hate is an illness without remedy. 

Het gesprek met de Moeders wordt afgesloten met een gemeenschappelijke
lunch, waarbij ook medewerkers van het Memorial Center aanschuiven. De
delegatie legt samen met de Moeders bloemen bij een gedenksteen in het
Memorial Center.

In de middag bezoekt de delegatie een aantal nog niet bezochte
belangrijke plaatsen in de omgeving, waaronder de vuilstortplaats van
destijds. De hongerende bevolking was daar destijds altijd massaal
aanwezig om etensresten van Dutchbat voor eigen gebruik te verzamelen.
Ook wordt de plaats bezocht waar soldaat Raviv van Renssen destijds om
het leven is gekomen. Namens de delegatie worden bloemen gelegd.

Tijdens het diner ontmoet de delegatie de deelnemers (veteranen,
partners en/of kinderen van de veteranen) aan een terugkeerreis die
tegelijk met de reis van delegatie plaatsvindt. De deelnemers schetsen
in informele sfeer hun ervaringen aan de leden van de delegatie.
Duidelijk is dat velen van hen nog steeds met de naweeën van hun
uitzending en de gebeurtenissen daarna kampen.



Donderdag 1 mei 2025 – Sarajevo

In de ochtend vertrekt de delegatie naar Sarajevo. Onderweg wordt nog de
plek van OP Echo aangedaan, waar Dutchbat tevergeefs heeft geprobeerd de
Bosnische Serviërs tegen te houden.

In Sarajevo bezoekt de delegatie een aantal monumenten die daar ter
herinnering aan de oorlog van destijds zijn opgericht. Eén van de
monumenten is het aangrijpende beeld van de vader die onder schot van
Bosnische Serviërs zijn zoon roept om uit de heuvels rond Srebrenica
tevoorschijn te komen. Beiden zijn uiteindelijk om het leven gekomen.

Aan het einde van de middag ontmoet de delegatie de ambassadeur van
Nederland in Bosnië Herzegovina, de heer Van den Dool, en de
Defensieattaché, de heer Segaar.

De heer Van den Dool zet uiteen dat het dossier-Srebrenica één van de
belangrijkste dossiers is die hij wekelijks meerdere malen op zijn
bureau krijgt. De gebeurtenissen in de jaren negentig in Bosnië
Herzegovina zijn voor ons geschiedenis, voor Bosnië Herzegovina zeker
niet. Het verdrag van Dayton in 1995 betrof een wapenstilstand, geen
vredesverdrag. Het was in essentie het fixeren van de geo-politieke
situatie op dat moment. Het verdrag was bedoeld voor een
overgangsperiode van 5 à 7 jaar. Nu, na bijna dertig jaar, voldoet het
verdrag bijna niet meer.

Bosnië Herzegovina is op dit moment verdeeld in twee entiteiten: een
Bosnisch-Servisch deel en een deel Federatie (Bosniakken en Kroaten).
Het land heeft vele bestuurslagen. Doel was (is) dat een minderheid in
dit land nooit meer slachtoffer kan worden van een meerderheid.
Consequentie daarvan is wel dat op elk moment elke minderheid elk
besluit kan blokkeren (en dat ook vaak doet). Ook zijn de oude
conflicten nog steeds niet ver weg, met machtspartijen die heel goed
gedijen in deze situatie. Er is sprake van wijdverbreide corruptie in
een maffia-achtige setting.

Rusland is hier actief, mede om destabilisatie te bevorderen, maar ook
vanwege verwantschap door de gemeenschappelijke Kerk, vergelijkbare taal
etc. De opstelling van de Verenigde Staten onder president Trump is nog
onhelder, maar de heer Dodik is de afgelopen periode met regelmaat
gezien met een MAGA-pet. Ook Turkije en China zijn geïnteresseerd, en
hebben belangen in dit land. De heer Dodik is inmiddels veroordeeld. Een
recente poging tot arrestatie is mislukt. Het hoger beroep zal
waarschijnlijk rond de zomer van dit jaar plaatsvinden. Toch lijkt de
steun voor de heer Dodik enigszins tanende. Al met al loopt de spanning
in het land wel steeds verder op. Toch is het de verwachting dat er geen
nieuwe oorlog zal uitbreken.

De performance van de centrale instituties is wisselend. De Centrale
Bank doet het goed. Het beeld v.w.b. het leger en de rechterlijke macht
is diffuus, mede vanwege veel te weinig budget.

Nederland speelt een serieuze politieke rol. Nederland is een kritische
speler waar het gaat om mogelijke toetreding tot de EU. Toetreding tot
de EU lijkt op langere termijn overigens wel de enige oplossing voor dit
land te zijn.

Grootste probleem van dit land is dat het land qua bevolking langzaam
leegloopt. Er vindt een braindrain plaats, vooral omdat veel jongeren
voor zichzelf geen toekomst zien in dit land.

De Nederlandse ambassade is te beschouwen als “waakhond” voor het
beschermen van de rule of law, van de mensenrechten en van de
democratische instituties. De ambassade werkt o.m. samen met NGO’s, de
onafhankelijke journalistiek, LGBTQ+ organisaties en organisaties ter
bescherming van vrouwenrechten. Het budget van de ambassade staat wel
enigszins onder druk, is minder geworden dan voorheen.

De heer Segaar licht desgevraagd nog toe dat de recent aan de Tweede
Kamer toegestuurde artikel 100- brief m.b.t. hernieuwde inzet van
Nederlandse troepen in Bosnië Herzegovina een belangrijke bijdrage aan
de stabiliteit zou betekenen. Deze uitzending zou ook het imago van
Nederland verder ten goede komen. De risico’s voor de Nederlandse
militairen lijken beperkt, mede door een goede intel-positie. Ook lijken
de verschillende partijen te weinig militaire middelen te hebben om een
oorlog te kunnen ontketenen.

Daarna heeft de delegatie een indrukwekkend gesprek met de heer Osman
Avdic, overlevende van de genocide. Hij schetst zijn levensgeschiedenis
vanaf 1992. Hij was aan het begin 14 jaar oud, tijdens de val van
Srebrenica dus 17 jaar. De levensomstandigheden in die periode waren
zeer slecht voor alle bewoners van de enclave Srebrenica. Vaak moesten
er ca. 50 personen in één huis slapen. Hij sliep eerst op een balkon,
later op een metalen deur met papier. Ook was er een groot, en naarmate
de tijd verstreek steeds groter, tekort aan voedsel. Regelmatig moesten
de bewoners zich in leven houden met bladeren. Om het weinige eten dat
wel de enclave binnenkwam, werd regelmatig letterlijk gevochten. Hij
heeft ook goede herinneringen, onder meer aan twee Dutchbat-militairen
die na hun verlof in Nederland terugkwamen met zakken met kleren, een
horloge etc. Ook heeft hij goede schoenen van Dutchbat gekregen, die hem
bij zijn vlucht uit Srebrenica goed van pas kwamen. Ook aan de
voetbalwedstrijden tussen Dutchbatters en inwoners bewaart hij goede
herinneringen.

In de julidagen van 1995 is hij uiteindelijk gevangen genomen door de
Bosnische Serviërs. Eén van de Bosnisch-Servische militairen, een oude
buurman van hem, heeft geregeld dat hij met een bus met vrouwen en
kinderen meekon de enclave uit naar veilig gebied. Dat heeft zijn leven
gered.

Hij is nu getrouwd, heeft twee kinderen en werkt als politieman in
Sarajevo bij een Bosnisch-Servische eenheid. In die functie is hij
meerdere malen bedreigd. Ook heeft hij veel te lang op promotie moeten
wachten. Maar hij is gelukkig.

Vrijdag 2 mei – terugreis

De delegatie vliegt in de ochtend van Sarajevo naar Keulen, en van daar
door naar Nederland.

 PAGE    

 PAGE   3