Motie van het lid Bamenga c.s. over de bijdrage van diaspora-initiatieven aan ontwikkelingsbeleid structureel meenemen in een gezamenlijke strategie
Ontwikkelingsraad
Motie
Nummer: 2025D21823, datum: 2025-05-15, bijgewerkt: 2025-07-30 15:12, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-04-290).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Bamenga, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: C. Teunissen, Tweede Kamerlid (PvdD)
- Mede ondertekenaar: D.H. Hirsch, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 04-290 Ontwikkelingsraad.
Onderdeel van zaak 2025Z09529:
- Indiener: P. Bamenga, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. Teunissen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.H. Hirsch, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-05-15 20:27: Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkeling op 26 mei 2025 (CD 14/5) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2025-05-20 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
21 501-04 Ontwikkelingsraad
Nr. 290 MOTIE VAN HET LID BAMENGA C.S.
Voorgesteld 15 mei 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de wereldwijde behoefte aan humanitaire hulp toeneemt als gevolg van gewelddadige conflicten en de gevolgen van klimaatverandering;
constaterende dat de financiering van ontwikkelingssamenwerking wereldwijd onder druk staat;
overwegende dat diasporagemeenschappen kennis, kapitaal en verbondenheid met zich meebrengen die kunnen bijdragen aan effectiever en inclusiever ontwikkelingsbeleid;
overwegende dat er nog onvoldoende sprake is van een structurele inbedding van diasporastrategieën in het Nederlandse en Europese ontwikkelingsbeleid;
verzoekt de regering om in Europees verband te pleiten voor de ontwikkeling van een gezamenlijke diasporastrategie waarin de bijdrage van diaspora-initiatieven aan ontwikkelingsbeleid structureel wordt meegenomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bamenga
Hirsch
Teunissen
Ceder