[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Jaarlijks overzicht dossiers vertrouwensinspectie kinderopvang

Brief regering

Nummer: 2025D21983, datum: 2025-05-16, bijgewerkt: 2025-05-16 17:02, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z09622:

Preview document (🔗 origineel)


De kinderopvang hoort een veilige plek te zijn, waar ouders hun kinderen met een gerust hart heen brengen, zodat kinderen zich kunnen ontwikkelen en ouders kunnen participeren in de arbeidsmarkt. Daarom zijn kwaliteit- en veiligheidseisen in wet- en regelgeving opgenomen en is er toezicht (GGD) en handhaving (gemeente). Onderdeel van deze eisen is de meld-, overleg- en aangifteplicht (MOA), die geldt bij een vermoeden van seksueel misbruik of mishandeling van een opgevangen kind door een medewerker of gastouder (artikel 1.51b van de Wet kinderopvang).

De meld-, overleg- en aangifteplicht

De meldplicht ligt bij medewerkers. Zij melden een vermoeden van seksueel misbruik of mishandeling van een opgevangen kind door een medewerker of gastouder, bij de houder van de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau. De houder van de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau is dan verplicht om direct te overleggen met de vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs (IvhO). De vertrouwensinspecteur overlegt met de houder of er sprake is van een redelijk vermoeden van een mogelijk strafbaar feit en adviseert of er aangifte moet worden gedaan. Als uit het overleg inderdaad een redelijk vermoeden van een mogelijk strafbaar feit wordt vastgesteld, dan heeft de houder een aangifteplicht. De vertrouwensinspecteurs zien erop toe dat de houder ook daadwerkelijk aangifte doet.

Naast deze wettelijke verplichting kunnen ouders en andere professionals vrijblijvend advies inwinnen bij de vertrouwensinspecteurs bij vermoedens van misbruik of mishandeling tijdens de opvang.1 Ouders en andere professionals kunnen bij vermoedens uiteraard ook altijd direct aangifte doen bij de politie.

Stijging totaal aantal dossiers, daling aangiftewaardige dossiers

Vandaag heeft de IvhO het jaarlijkse overzicht van het aantal dossiers in het kader van de MOA gepubliceerd. In de bijlage bij deze brief treft u het Overzicht dossiers vertrouwensinspecteurs kinderopvang over de jaren 2022-2024 aan.

In 2024 bedroeg het aantal dossiers 373. Dit is een stijging van 102 dossiers ten opzichte van 2023. In alle categorieën (seksueel misbruik, seksuele intimidatie, psychisch geweld, fysiek geweld en discriminatie) is een toename in aantallen te zien.

De onverwijlde meld-, overleg-, en aangifteplicht geldt voor de categorieën seksueel misbruik en mishandeling (subcategorie van fysiek geweld). Het aantal dossiers waarbij de houder verplicht was om aangifte te doen, is ten opzichte van 2023 gelijk gebleven voor seksueel misbruik (23) en gedaald voor mishandeling (22 in 2024, 37 in 2023).

Het is niet duidelijk of de stijging van het totaal aantal dossiers komt doordat het aantal gevallen van misbruik en mishandeling is toegenomen, of doordat er grotere bekendheid van de MOA en de vertrouwensinspectie is waardoor meer vermoedens gemeld worden. Ik betreur elk geval van misbruik en mishandeling.

Bekendheid en kennis MOA

Het blijft belangrijk om de bekendheid van en de kennis over de MOA te vergroten. Ik wil dan ook mijn waardering uitspreken voor recente initiatieven die hier aan bijdragen, van sectororganisaties en toezichtspartijen.

Zo heeft de GGD GHOR Nederland de wetsartikelen die betrekking hebben op de MOA sinds 2024 extra duiding gegeven in de modelinspectierapporten. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst over de MOA, georganiseerd door GGD GHOR Nederland en de IvhO, gaven toezichthouders aan dat de aanpassingen in het modelrapport het toezicht meer ondersteunen en dat het helpt om houders alert te houden op dit thema.

De IvhO heeft haar website over de vertrouwensinspectie vernieuwd. Informatie voor de kinderopvang is nu apart gegroepeerd en staat los van informatie over het onderwijs. Ook zet de IvhO komende jaren in op communicatie om bekendheid van de MOA te blijven vergroten.

Daarnaast is de ‘Werkgroep Kindermishandeling’ (een initiatief van Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang, Brancheorganisatie Kinderopvang en Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang) gestart met een traject om het protocol kindermishandeling en grensoverschrijdend gedrag voor de kinderopvang te herzien. De werkgroep betrekt hierbij aandachtsfunctionarissen en relevante organisaties. Dit handelingsprotocol biedt de praktijk handvaten bij signalen van kindermishandeling of misbruik. Het kan hierbij gaan over medewerkers op de kinderopvang (MOA), over vermoedens in de thuissituatie of over seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. Een herziening van het protocol en de bijbehorende app brengt dit belangrijke onderwerp opnieuw onder de aandacht bij de sector, wat ook de bekendheid van de MOA vergroot.

Samen blijven we ons inzetten voor een veilige kinderopvang.

De Staatssecretaris Participatie en
Integratie,

J.N.J. Nobel


  1. De vertrouwensinspecteur voor de kinderopvang | Vertrouwensinspecteurs | Inspectie van het onderwijs↩︎