Verslag van de eerste plenaire zitting 2025 van de Benelux Interparlementaire Assemblee
Parlementaire Vergadering van de Benelux Interparlementaire Assemblee
Overig
Nummer: 2025D22062, datum: 2025-05-19, bijgewerkt: 2025-05-27 15:14, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. Bakker-de Jong, griffier
- Aanbeveling met betrekking tot de automatische en wederzijdse erkenning van diploma's en beroepskwalificaties
- Aanbeveling met betrekking tot grensoverschrijdend telewerk in de Beneluxlanden
Onderdeel van kamerstukdossier 36287 -9 Parlementaire Vergadering van de Benelux Interparlementaire Assemblee.
Onderdeel van zaak 2025Z09652:
- Indiener: F. Bakker-de Jong, griffier
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2025-07-03 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (đ origineel)
Staten-Generaal H 1 / 2
Vergaderjaar 2024-2025
36 287 Parlementaire Vergadering van de Benelux Interparlementaire Assemblee
Nr. 9 Verslag van de eerste plenaire zitting 2025
Vastgesteld 19 mei 2025
Inleiding
Negen Nederlandse Kamerleden namen deel aan de eerste plenaire zitting in 2025 van het Benelux Parlement onder Luxemburgs voorzitterschap in het parlementsgebouw van Luxemburg op 21 en 22 maart 2025. Dit waren het Tweede Kamerlid Van Campen (VVD) en de Eerste Kamerleden Van Ballekom (VVD), Belhirch (D66), Van Hattem (PVV), Janssen (SP), Talsma (delegatieleider, ChristenUnie), Van der Goot (OPNL), Bovens (CDA) en Ramsodit (GroenLinks-PvdA). In totaal waren 31 parlementsleden uit de Benelux-landen aanwezig evenals een delegatie namens de Baltische Assemblee. Het themadebat op vrijdag was gewijd aan ArtificiĂ«le Intelligentie met bijdragen van bewindspersonen en experts uit Nederland, BelgiĂ« en Luxemburg. Op zaterdagochtend werden de aanbevelingen âGrensoverschrijdend telewerk in de Benelux-landenâ en âAutomatische wederzijdse erkenning van diploma's en beroepskwalificatiesâ aangenomen en werd tussentijds verslag gedaan uit de verschillende commissies.
Nederlandse interventies in plenaire debatten
De plenaire zitting werd op vrijdag  21 maart door de Luxemburgse minister van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en oud-lid van het Benelux Parlement, Xavier Bettel geopend. Bettel sprak over de prioriteiten van het Luxemburgs Voorzitterschap van de Benelux Unie en het belang van de samenwerking tussen de Benelux-landen. Over ArtificiĂ«le Intelligentie (AI) merkte hij op dat mensen soms bang zijn voor AI en twijfelen of het goed of slecht is. âHoewel er banen verloren kunnen gaan door AI, worden er ook nieuwe banen gecreĂ«erd, en daar moeten we ons gezamenlijk op voorbereiden. Dit vereist een sterke governance,â aldus Bettel. Naast bijdragen van Vanessa Matz, de Belgische minister van Modernisering van de Overheid en de Luxemburgse minister Elisabeth Margue, sprak Staatssecretaris Zsolt SzabĂł over de ontwikkelingen in Nederland. âEen goede balans tussen regelgeving en innovatie is cruciaal,â zei hij. Technologie moet dienstbaar zijn voor de samenleving en in de toekomst kan technologie een grote rol spelen bij het oplossen van maatschappelijke opgave aldus SzabĂł. De staatssecretaris verwees naar een nieuwe strategie voor kunstmatige intelligentie die binnenkort zal verschijnen. âEr zijn duidelijke normen en kaders nodig, zoals in Nederland het Algoritmeregister en het Mensenrechtenkader AI,â sprak hij. Ook samenwerking binnen de Benelux is belangrijk zodat we samen de controle houden over onze toepassingen voegde hij daar aan toe. âDat AI onze samenlevingen gaat veranderen is zeker, de vraag is wachten we af of pakken we de regie,â sloot hij af. Van Hattem wilde weten of de staatssecretaris mogelijkheden ziet om bij diens ambitie uit de digitaliseringsagenda voor het âdigitale Huis van Thorbeckeâ ook koppelingen te leggen met internationale regelingen en of toepassing van AI daarbij kan ondersteunen. Van Campen wees op de voordelen van AI maar uitte ook zijn zorgen over buitenlandse inmenging, zoals Russische invloed via digitale kanalen en wilde weten hoe we hier grip op kunnen houden en verdere inmenging kunnen voorkomen. Staatssecretaris ZsabĂł gaf aan dat overheidsorganisaties worden samengebracht binnen het digitale Huis van Thorbecke waar hij jaarlijks vijf tot zes onderwerpen op hoog niveau wil bespreken om gezamenlijke besluiten te nemen en de weerbaarheid te waarborgen. Hij constateerde dat veel AI-initiatieven in Nederland niet gestructureerd en gecoördineerd zijn. Externe actoren zoeken nu de zwakste schakels, en dat probleem moet worden opgelost. Nederland kijkt naar internationale toepassingen en monitort buitenlandse inmenging. Hoewel er nog geen directe verkiezingsdreigingen zijn, wordt er geleerd van andere landen, zoals RoemeniĂ«, en wordt er samengewerkt met andere overheden om internationale kennis te benutten.
Hierna spraken de verschillende experts over de ethische kant van het gebruik van AI. Zowel prof. Jeroen van den Hoven uit Nederland als dr. Elif Bebir uit België en dr. Hadrien Macq uit Luxemburg benadrukten dat AI sociale technische systemen zijn die een sleutelrol spelen in sociale innovatie maar tegelijkertijd soevereiniteit en autonomie onder druk zetten. De natiestaten zullen de regels moeten vaststellen want de manier waarop we met AI omgaan, bepaalt in wat voor soort maatschappij we wonen volgens de sprekers. Talsma benadrukte het belang van sociale rechtvaardigheid en veiligheid in de bankenwereld, daarom zouden zowel gebruikers als producenten en fabrikanten duidelijke richtlijnen moeten krijgen over hoe interfaces ontworpen moeten worden, inclusief een programma van eisen. Talsma constateerde ook dat het onderwijs steeds meer wordt beïnvloed door grote technologiebedrijven, die vaak meer gericht zijn op inkomsten dan op toegang, gelijkheid en sociale rechtvaardigheid, hier zou ook aangedrongen moeten worden op het naleven van deze waarden. Van Hattem merkte op dat het duidelijk is wat er moet gebeuren, maar hoe en wat precies nodig is, blijft onduidelijk. Ook constateerde hij dat er veel focus is op bÚta-wetenschap, maar ook voor alfa-wetenschap en taalkundige modellen ziet Van Hattem een rol weggelegd, die bevinden zich binnen de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen zijn ook belangrijk voor het oplossen van bepaalde taalkundige problemen. Van den Hoven bevestigde dat het een probleem is dat men meer macht aan de privé sector geeft en dat Europese regelgeving toestaat dat de rechterlijke macht nu zou kunnen
ingrijpen maar het vooral belangrijk is om te kijken naar de gerechtelijke gevolgen in geval van niet naleving van wetten.
Tot slot waren er bijdragen over AI en het gevaar en de kansen voor het democratie door Prof. Dr. Georg Mein uit Luxemburg en Rudy van Belkom uit Nederland. Prof Mein waarschuwde voor het gebruik van taal door machines en in de invloed van social bots op democratische samenlevingen. âAlgoritmes beheersen de menselijke taal perfect. AI heeft geen eigen geloof, moraal en waarden. AI is machtiger dan welke demagoog dan ook en machines hebben de macht om de publieke opinie te vormen,â waarschuwde hij. Volgens Van Belkom is technologie geen vloek of zegen, maar gaat het om de vraag hoe we het inzetten. Ook gaf hij de leden mee dat juist anticiperen op technologie van belang is, de principes zijn immers niet veranderd, en dat daar veel kansen verscholen liggen voor de Benelux als proeftuin. âIs het nog mogelijk om representatieve verkiezingen te houden?â wilde Jansen weten. Waarop Van Belkom aangaf dat dit steeds moeilijker wordt.
Op zaterdag 21 maart lichtte rapporteur Van der Goot zijn totstandkoming van de aanbeveling âGrensoverschrijdend telewerk in de Benelux-landenâ
toe en merkte op dat werknemers en bedrijven in de grensregio op dit moment te maken hebben met een mijnenveld vol technische details van fiscaliteit en sociale zekerheid. Van der Goot benadrukte het belang van deze aanbeveling voor de economische ontwikkeling van de grensregio. âBedrijven moeten concluderen dat personeel geen zin heeft in ingewikkelde bureaucratische regels met als gevolg dat de grensarbeid in beide Limburgen aan het afnemen is terwijl de bestaande regelingen juist bedoeld zijn om grensarbeid mogelijk te maken. Het belangrijkste in deze aanbeveling is dat er een werkgroep moet komen die de bestaande onduidelijkheden over de interpretatie en toepassing van de kaderovereenkomst voor sociale zekerheid oplossen,â aldus Van der Goot. âWerkgevers en gemeentes in Luxemburg vragen om duidelijke definities en bewijsstukken,â voegde hij daar aan toe. De aanbeveling vraagt de drie regeringen om ervoor te zorgen dat in de bilaterale belastingverdragen met onze buurlanden regelingen voor thuiswerken in overeenstemming worden gebracht met de regelingen zoals die nu al sinds 1 juli 2023 gelden voor sociale zekerheid. Dat betekent onder meer: verhoging van het aantal dagen of percentage uren om thuis te mogen werken, vermindering van de administratieve lastendruk voor thuiswerken, en het zoveel mogelijk gelijktrekken van definities tussen sociale zekerheid en belastingen wat wel en niet wordt verstaan onder deels thuiswerken van grenswerkers. De aanbeveling gaat vergezeld van een verklarend rapport, met daarin een toelichting op de verschillende elementen uit de aanbeveling. Het rapport maakt integraal onderdeel uit van de aanbeveling.
De aanbeveling over âAutomatische wederzijdse erkenning van diploma's en beroepskwalificatiesâ vraagt de Benelux-regeringen om aan de slag te gaan met de aanbevelingen van het speciaal verslag van de Europese Rekenkamer, op het punt van uniforme toepassing van beroepskwalificaties en een betere toepassing van de waarschuwingsmechanisme in de erkenningsprocedure. Ook vraagt de aanbeveling om op korte termijn verdere stappen te ondernemen om bureaucratie te verminderen, kosten te verlagen, de snelheid van afhandeling van aanvragen te verhogen en andere obstakels uit de weg te ruimen om het internationaal verdrag van september 2021 betreffende automatische erkenning van diploma's in het hoger onderwijs uit te breiden naar andere diplomaâs en beroepskwalificaties.
3. Overige
Verder is gesproken over de rekeningen van het dienstjaar 2024 van het Benelux Parlement, de begroting voor 2025 en keken de rapporteurs Talsma en Belhirch vooruit naar de plenaire zitting in juni waar het verdrag van Schengen op de agenda zal staan. Janssen blikte terug op het bezoek van de contactgroep Noord-Rijnland-Westfalen aan DĂŒsseldorf in februari 2025. Tot slot ontving het Benelux Parlement uit handen van Frans Weekers, secretaris-generaal van de Benelux Unie, de antwoorden van het comitĂ© van ministers op de vragen van Van Hattem over grensoverschrijdend waterbeheer tussen Nederland en Vlaanderen en op de aanbeveling met betrekking tot de verbetering van de situatie van grenswerknemers op het vlak van mobiliteit, fiscaliteit en sociale zekerheid, in het bijzonder door de toekenning van een specifiek statuut aan de afstandskantoren. Weekers memoreerde 80 jaar Benelux samenwerking, sinds de oprichting op 5 september 1944, en gaf voorts een toelichting op het werkprogramma 2025-2029 en haar jaarplan met daarin 70 projecten. Het jaar 2025 zal in het teken staan van het 70-jarig bestaan van het Benelux Parlement en de veertigste verjaardag van het Schengenakkoord.
De voorzitter van de delegatie,
Talsma
De griffier van de delegatie,
Bakker-de Jong