[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Juridische opvolging onderzoek inkoop persoonlijke beschermingsmiddelen: stand van zaken

Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg

Brief regering

Nummer: 2025D22179, datum: 2025-05-19, bijgewerkt: 2025-05-20 15:56, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32805 -187 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg.

Onderdeel van zaak 2025Z09695:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg

Nr. 187 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2025

In de brief van 27 juni 2024 heeft de toenmalig minister voor Medische Zorg toegezegd uw Kamer te informeren over de verdere juridische opvolging van het onderzoek naar de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen.1 Hierbij informeer ik uw Kamer over de stand van zaken.

Civiele procedure inzake de transacties met Relief Goods Alliance B.V.

In de eerdergenoemde brief is uw Kamer door de toenmalig minister voor Medische Zorg geïnformeerd over de datum van het tweede deel van de mondelinge behandeling bij de rechtbank van de civiele procedure inzake de transacties met Relief Goods Alliance B.V. (hierna: RGA). De tweede mondelinge behandeling heeft inmiddels plaatsgevonden op 4 december 2024. De rechtbank heeft op 5 februari 2025 vonnis gewezen. De vorderingen van de Staat zijn afgewezen en de vorderingen van Stichting Hulptroepen Alliantie (hierna: SHA) zijn (grotendeels) toegewezen. Dit betekent dat de rechtbank heeft geoordeeld dat RGA en haar aandeelhouders de onterecht behaalde winst aan SHA moeten betalen. Ik blijf van mening dat de onterecht behaalde winst zou moeten terugvloeien naar de Staat. Wel ben ik blij dat de rechter heeft geoordeeld dat RGA en de aandeelhouders zich de winst niet hadden mogen toe-eigenen.

Inmiddels is duidelijk geworden dat tenminste een van de partijen hoger beroep heeft ingesteld tegen het vonnis. Ik heb dan ook eveneens hoger beroep ingesteld, zodat de Staat zijn procespositie behoudt.

Naast de civiele procedure is ook de strafrechtelijke procedure van start gegaan met de regiezitting op 19 december 2024. Op dit moment is nog onbekend wanneer de volgende (regie)zitting plaatsvindt. De civiele procedure en de strafrechtelijke vervolging door het Openbaar Ministerie zijn twee gescheiden trajecten.

Overige transacties, niet zijnde RGA

Eerder is uw Kamer ervan op de hoogte gebracht dat ervoor is gekozen om (juridische) stappen te zetten bij enkele van de overige onderzochte transacties, niet zijnde die met RGA.2 Bij een aantal transacties verken ik via de landsadvocaat in hoeverre een gezamenlijke oplossing met verschillende betrokken partijen mogelijk is. Dit is onlangs met een van de partijen gelukt.

Vanwege de procespositie van de Staat kan ik geen mededelingen doen over eventuele andere vervolgstappen die worden ondernomen en op welke transacties deze betrekking hebben.

Tot slot

Ik zal uw Kamer informeren over de verdere juridische opvolging van het onderzoek naar de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen, zodra de gelegenheid zich voordoet.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

V.P.G. Karremans


  1. Kamerstukken II 2023/24, 32 805, nr. 184.↩︎

  2. Kamerstukken II 2023/24, 32 805, nr. 173.↩︎