Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 27 mei 2025 (Kamerstuk 21501-02-3138)
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D22206, datum: 2025-05-19, bijgewerkt: 2025-05-30 13:21, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D22206).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A.M. van der Plas, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken (BBB)
- Mede ondertekenaar: E. Hoedemaker, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z08945:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2025-05-13 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-19 12:00: Raad Algemene Zaken d.d. 27 mei 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2025-05-22 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
2025D22206 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken hebben enkele fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 9 mei 2025 inzake Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken van 27 mei 2025 (Kamerstuk 21 502-02, nr. 3138) en d.d. 11 april 2025 inzake Verslag Raad Algemene Zaken van 18 maart 2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3125).
De voorzitter van de commissie,
Van der Plas
Adjunct-griffier van de commissie,
Hoedemaker
Inhoudsopgave
• | Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie | |
• | Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie | |
• | Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie | |
• | Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie | |
• | Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie | |
• | Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie | |
II | Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken |
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor de Raad Algemene Zaken van 27 mei en het verslag van de afgelopen Raad. Zij hebben hier nog enkele opmerkingen en vragen bij.
De leden van de GroenLinks-PvdA fractie onderschrijven het belang van deelname van het kabinet aan de EU-Hofzaak tegen de soevereiniteitswet in Hongarije, zoals wordt beschreven in de agenda. Daarnaast baart de wetgeving die de rechten van LHBTIQ++-gemeenschap in Hongarije verder inperkt deze leden grote zorgen. Wat deze leden betreft moet het kabinet voortvarend met lidstaten, die zich nog niet bij het verder brengen van de artikel 7-procedure van Hongarije hebben gevoegd, in gesprek om deze te overtuigen. Wat deze leden betreft moet er alles aan worden gedaan om zo snel mogelijk tot schorsing over te kunnen gaan. Met welke landen heeft de Minister reeds gesproken om de vier/vijfde meerderheid te bereiken? Is de Minister bereid in aanloop naar de hoorzitting opnieuw met landen te spreken, samen met gelijkgezinde lidstaten? Onderschrijft de Minister dat de rechtsstatelijke ontwikkelingen in Hongarije de urgentie van het verder brengen van de artikel 7-procedure versterken?
De aan het woord zijnde leden delen de zorgen van het kabinet over de rechtsstaatsontwikkelingen in Slowakije. Ziet de Minister mogelijkheden om de veiligheid van journalisten en de journalistieke onafhankelijkheid op bilateraal niveau te ondersteunen? Is de Minister hiertoe bereid?
De voornoemde leden lezen in het verslag van de Raad Algemene Zaken van 18 maart dat er een gedachtewisseling heeft plaatsgevonden over het volgende Meerjarig Financieel Kader (MFK). Deze leden maken zich zorgen over het wereldwijde gat dat is ontstaan na onder andere de bezuinigingen van de Verenigde Staten op humanitaire hulp, terwijl de behoefte hieraan helaas groeit. Het is van belang om de verschillende instrumenten (NDICI, HUMA, IPA) niet samen te voegen maar de aparte instrumenten te behouden. Wat is het standpunt van het kabinet hierover, is de Minister het eens dat het samenvoegen van deze instrumenten de effectiviteit van hulp schaadt? Is de Minister bereid zich hard te maken voor het behouden van deze aparte instrumenten in aankomende gedachtewisselingen over het MFK?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich ook zorgen over vertroebeling van de budgetinstrumenten wanneer transparantie ontbreekt en het naleven van internationale afspraken niet kan worden gecontroleerd. Erkent de Minister het belang van het hanteren van het 10% migratie target binnen het NDICI-fonds, naar internationale afspraken? Erkent de Minister het belang van transparantie rondom de methodologie die wordt gebruikt om te berekenen welke projecten bijdragen aan de migratiedoelstelling en welke niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken ter voorbereiding op de Raad Algemene Zaken van 27 mei 2025. Zij willen in dit kader enkele specifieke aandachtspunten benadrukken en verzoeken het kabinet om nadere toelichting.
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over de toenemende invloed van buitenlandse conservatieve denktanks, die onder het mom van culturele waarden actief bijdragen aan het terugdringen van LHBTIQ++-rechten en bredere emancipatie binnen Europa. Zij wijzen in dit verband op de recente ranglijst van ILGA-Europe, waaruit blijkt dat in landen als Hongarije, Georgië en het Verenigd Koninkrijk de rechten van LHBTIQ++-personen het afgelopen jaar aanzienlijk onder druk zijn komen te staan. In hoeverre acht het kabinet deze ontwikkeling zorgwekkend? En is het kabinet bereid om, samen met gelijkgezinde lidstaten, een gezamenlijke en gecoördineerde EU-strategie te initiëren om dergelijke ondermijnende campagnes effectief tegen te gaan? Wordt overwogen om dit onderwerp expliciet te agenderen tijdens de komende Raad Algemene Zaken? Welke diplomatieke of beleidsinstrumenten ziet het kabinet als het meest kansrijk voor het beschermen van deze fundamentele rechten binnen de Europese Unie?
Ook constateren de aan het woord zijnde leden dat de rechtsstatelijke situatie in Hongarije opnieuw verslechtert. In dit licht verwijzen zij naar een recent wetsvoorstel van de Fidesz-partij, dat voorziet in beperkingen of zelfs verboden voor organisaties die buitenlandse financiering ontvangen, indien deze volgens de Hongaarse regering een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid of culturele waarden. Deze leden merken op dat deze wet grote gelijkenissen vertoont met de omstreden Georgische wet inzake «buitenlandse agenten». Hoe beoordeelt het kabinet deze ontwikkelingen in het licht van de fundamentele waarden van de Europese verdragen en de democratische kernprincipes? In welke mate zijn dergelijke wetgevingsinitiatieven in strijd met bestaande EU-wetgeving? Deze leden vernemen tevens graag of het kabinet bereid is om, samen met andere lidstaten, actiever op te treden tijdens de komende hoorzitting in het kader van de artikel 7-procedure. Hoe wil het kabinet bijdragen aan een krachtiger Europees optreden ten aanzien van structurele schendingen van de rechtsstaat in Hongarije?
Ook ontwikkelingen in Slowakije baren de voornoemde leden zorgen. Zij wijzen hierbij op recente hervormingen in het strafrecht, de positie van onafhankelijke journalistiek, en nieuwe wetgeving die de transparantie-eisen voor Ngo’s aanzienlijk verhoogt. In hoeverre acht het kabinet deze ontwikkelingen problematisch in het licht van Europese kernwaarden? En op welke wijze zal het kabinet de situatie in Slowakije blijvend monitoren, mede tegen de achtergrond van het recente bezoek van premier Fico aan de militaire parade in Moskou, dat haaks lijkt te staan op het buitenlandbeleid van de EU?
Tot slot hebben de leden van de VVD-fractie kennisgenomen van berichten over Russische beïnvloedingspogingen bij Europese verkiezingen, waaronder tijdens de recente presidentsverkiezingen in Roemenië. Daarbij zou sprake zijn geweest van grootschalige cyberaanvallen en gecoördineerde desinformatiecampagnes via sociale media. Deze leden maken zich ernstige zorgen over de kwetsbaarheid van Europese democratieën voor dit soort hybride dreigingen. Hoe beoordeelt het kabinet de effectiviteit van de bestaande Europese mechanismen voor het detecteren en tegengaan van dergelijke inmenging? En is het kabinet bereid om binnen de Raad te pleiten voor een gecoördineerde Europese aanpak, inclusief de inzet van aanvullende sanctiemaatregelen tegen verantwoordelijke actoren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 27 mei 2025. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de NSC-fractie delen de zorgen van het kabinet over de situatie van de rechtsstaat in Hongarije. Mede daarom hebben zij de brief van de Tweede Kamercommissie voor Europese Zaken aan de Hongaarse Minister van Europese Zaken over het verbod op Pride-marsen medeondertekend. Zij maken zich tevens zorgen over de inzet van gezichtsherkenningstechnologie bij zogenoemde «illegale» Pride-evenementen, zoals voorzien in nieuwe Hongaarse wetgeving. Hoewel de Europese Commissie onderzoekt of deze regelgeving in strijd is met de AI Act, verzoeken deze leden de Minister om dit onderwerp eveneens aan te kaarten tijdens het horen van Hongarije in het kader van de artikel 7-procedure tijdens de Raad, gezien de zorgen over de ruimte voor het maatschappelijk middenveld, gelijke rechten van minderheden en de bescherming van persoonsgegevens.
De voornoemde leden betreuren dat er momenteel geen meerderheid onder de lidstaten bestaat om de artikel 7-procedure verder te brengen. Zowel de unanimiteit voor schorsing van verdragsrechten als de vier/vijfde meerderheid om een duidelijk gevaar voor ernstige schending van EU-waarden vast te stellen, ontbreekt. Zou de Minister kunnen aangeven welke lidstaten momenteel terughoudend zijn? Tevens vernemen deze leden graag hoe de Minister het Europese krachtenveld inschat met het oog op het opnemen van rechtsstaatconditionaliteit in het volgende MFK, zodat EU-subsidies kunnen worden achtergehouden bij schendingen van rechtsstaatafspraken uit het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).
De aan het woord zijnde leden kijken met zorg naar de rechtsstaatontwikkelingen in Slowakije, waaronder de verminderde inzet op corruptiebestrijding en zorgen over de bescherming van de financiële belangen van de EU. Ziet de Minister mogelijkheden om – net als in het geval van Hongarije – de uitkering van EU-subsidies aan Slowakije op te schorten vanwege serieuze zorgen over onder meer de rechtsstaat en corruptiebestrijding? Deze leden concluderen dat de Nederlandse afdracht aan de EU de komende jaren namelijk al flink lijkt te stijgen en EU-subsidies behoren daarom conform de afspraken uitgekeerd en besteed te worden.
De voornoemde leden constateren daarnaast dat de Slowaakse premier Robert Fico en de president van de kandidaat-lidstaat Servië, Aleksandar Vučić, aanwezig waren bij de jaarlijkse militaire parade in Moskou op 9 mei, ondanks duidelijke waarschuwingen van onder meer de Hoge Vertegenwoordiger van de EU. De aanwezigheid van Slowakije en Servië in Moskou kan door Rusland worden geïnterpreteerd als een steunbetuiging en als teken van verdeeldheid binnen de EU, wat de kans op beëindiging van het conflict in Oekraïne verder verkleint. De leden van de NSC-fractie vragen zich daarom af of er gevolgen zitten aan het negeren van deze waarschuwingen uit Brussel. Zou de Minister kunnen delen wat hij vindt dat dit zou moeten betekenen voor het kandidaat-lidmaatschap van Servië?
Tot slot hebben deze leden met zorg kennisgenomen van het kritische rapport van de Europese Rekenkamer over de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit van het Coronaherstelfonds, waaruit blijkt dat er amper informatie is over de werkelijk gemaakte kosten en resultaten van projecten die met honderden EU-miljarden zijn bekostigd. De Europese Commissie heeft eerder aangegeven voor het nieuwe MFK te overwegen gebruik te gaan maken van een Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF)-achtige werkwijze: landen zouden ieder een plan moeten indienen waarin ze zeggen waaraan ze hun aandeel uit de EU-meerjarenbegroting willen uitgeven. Ook het kabinet heeft in zijn brief over de Nederlandse inzet voor het MFK gezegd open te staan voor een verkenning naar een «single plan» per lidstaat. De controlerende rol van de Commissie valt daarmee deels weg. De leden van de NSC-fractie bezien deze werkwijze, mede in het licht van het kritische rapport van de Rekenkamer, met toenemende zorgen en vrezen situaties waarin belastinggeld op volstrekt onjuiste wijze wordt besteed. Het is essentieel dat burgers kunnen zien of hun geld daadwerkelijk doelmatig wordt besteed. Deze leden vragen daarom aan de Minister of het kritische rapport van de Europese Rekenkamer invloed heeft op de houding van het kabinet tegenover deze HVF-achtige werkwijze? En zo nee, waarom niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 27 mei 2025. Naar aanleiding van de inhoud van de agenda hebben deze leden nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie blijven zich ernstige zorgen maken over de rechtsstatelijke ontwikkelingen in Hongarije, alsook over het recent opnieuw blokkeren door Hongarije van nieuwe sancties tegen Rusland. In de geannoteerde agenda lezen deze leden dat, in navolging van de motie van de leden Paternotte en Van Campen over de artikel 7-procedure tegen Hongarije verder brengen en het actief inspannen voor het ontnemen van het Hongaarse stemrecht in de raden van de EU (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3079), het kabinet overleg heeft gevoerd met andere lidstaten over het voortzetten van de artikel 7-procedure tegen Hongarije. Vervolgens wordt geconcludeerd dat er nog onvoldoende steun is voor een volgende stap in deze procedure. Kan het kabinet een overzicht geven van de lidstaten die wél en die (nog) geen verdere stappen willen zetten? Welke landen blokkeren het bereiken van de vereiste vier/vijfde meerderheid? En hoe is het kabinet voornemens verdere opvolging te geven aan de genoemde motie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 27 mei 2025. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat er geen zicht is op een meerderheid binnen de Raad om op te treden tegen de rechtstatelijke zorgen met betrekking tot Hongarije. Is de Minister van plan om te kijken naar mogelijkheden bij zijn collega’s om deze meerderheid te vinden binnen de Raad? Zo ja, welke stappen is hij van plan om te zetten? Zo nee, waarom niet? Ziet de Minister mogelijkheden tot verdere stappen wanneer deze meerderheid niet gevonden wordt?
De aan het woord zijnde leden delen daarnaast de zorgen van het Europees Parlement omtrent de pogingen van Hongarije om bevroren EU-fondsen terug te vorderen zonder de vereiste hervormingen door te voeren. In welke mate heeft de Minister er zicht op of dit tegen gehouden gaat worden? Is hij ook van mening dat wanneer dit doorgang vindt dit een onwelkom precedent zet voor andere EU-lidstaten?
De voornoemde leden hebben kennisgenomen van het voornemen van EU-lidstaten om het veto van Hongarije op sancties tegen Rusland te omzeilen door nationale besluiten te nemen. De leden van de ChristenUnie-fractie zouden graag horen hoe de Minister deze route beoordeelt en of hij deze kansrijk acht?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister hoe hij kijkt naar de ogenschijnlijke toenadering tot Rusland van Slowakije, de tekorten in de rechtsstatelijkheid van dit land en de verdere zorgen die de Europese Commissie constateert in het rechtsstaatsrapport van Slowakije in 2024? Welke mogelijkheden ziet de Minister om aan Slowakije af te dwingen om deze verslechtering van rechtsstatelijkheid aan te pakken met het oog op de slechtwerkende artikel 7-procedure nu bij Hongarije?
Naar aanleiding van het Liberties Rule of Law rapport 20251 vragen de leden van de ChristenUnie-fractie hoe de reactie luidt van de Minister op de bevindingen die in dit rapport staan inzake de EU-lidstaten België en Zweden?
Graag zouden de leden van de ChristenUnie-fractie van de Minister horen wat de bijdrage was van Nederland aan het Foresight rapport dat besproken zal worden tijdens het ontbijt met Ministers voor de Toekomst? De leden vragen welke rol er weggelegd is voor Nederland in dit gesprek over weerbaarheid?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben met grote zorgen kennisgenomen van het door de Fidesz-partij ingediende wetsvoorstel die de autoriteiten ruime bevoegdheden zou geven om organisaties te controleren, te bestraffen en mogelijk te verbieden wanneer de regering deze beschouwt als een bedreiging voor de nationale soevereiniteit. Dit wetsvoorstel zou de Hongaarse Minister-President Orbán de bevoegdheid geven om onafhankelijke media en Ngo’s die betrokken zijn bij publieke zaken, volledig buitenspel te zetten. Is de Minister bereid zijn afkeuring over deze wet zowel publiekelijk als achter de schermen te uiten? Welke stappen is de Minister verder bereid te ondernemen? Wat is de status van het verder brengen van de artikel 7-procedure tegen Hongarije? Verwacht de Minister meer consensus binnen de EU over het inzetten van deze procedure naar aanleiding van deze wet?
De aan het woord zijnde leden hebben daarnaast met ernstige zorgen gekeken naar de verschillende Hongaarse wetten die de rechten van LHBTIQ++-personen ernstig beperken, zoals de wet die Pride-marsen verbiedt in het land. Op initiatief van de leden van de Volt-fractie heeft de Tweede Kamercommissie voor Europese Zaken een brief verstuurd naar de Hongaarse regering waarin de Tweede Kamercommissie voor Europese Zaken haar afkeuring uitspreekt en de Hongaarse regering oproept om deze walgelijke wet in te trekken. Welke acties heeft de Minister sindsdien ondernomen richting de Hongaarse regering? Welke stappen zet de Minister momenteel (of is hij bereid te zetten) in de richting van de Pride in Boedapest op 28 juni? In antwoord op eerdere schriftelijke vragen van deze leden over deelname door het kabinet (of de Minister zelf) aan de Pride in Boedapest (Zaaknummer 2025Z05376) gaf de Minister aan dat er een zorgvuldige afweging ten aanzien van deelname namens Nederland zou plaatsvinden, in nauwe afstemming met andere EU-lidstaten. Deze leden vragen zich af hoe het ervoor staat met deze afweging. Is de Minister inmiddels ook zelf bereid deel te nemen aan de Pride-mars in Boedapest op 28 juni a.s. als teken van solidariteit met de LHBTIQ++-personen in Hongarije? Zijn andere leden van het kabinet bereid om deel te nemen aan deze Pride-mars? Is het kabinet bereid een delegatie namens Nederland af te vaardigen naar de Pride in Boedapest? Welke contacten heeft de Minister reeds gelegd met andere EU-landen over eventuele deelname aan de Pride in Boedapest? Is de Minister bereid om een Europese coalitie te vormen t.a.v. deelname aan de Pride in Boedapest? Is de Minister bereid te staan voor de eventuele boetes die de deelnemers vanuit een Europese coalitie of het Nederlandse kabinet riskeren door mee te doen aan de Pride in Boedapest? De leden van de Volt-fractie zien deze vragen graag los van elkaar beantwoord.
De voornoemde leden hebben met ongenoegen kennisgenomen van het feit dat de Slowaakse regeringsleider Fico aanwezig was bij de Russische militaire parade in Moskou. Deze leden zijn van mening dat dit volkomen haaks staat op de waarden waar de EU voor vecht en voor staat. Welke consequenties gaat de EU hieraan verbinden? Wat is de algemene tendens binnen de EU om een artikel 7-procedure tegen Slowakije te starten?
Hoe beoordeelt de Minister vervolgens het rapport van het Center for the Study of Democracy and the Centre for Research on Energy and Clean Air2 dat stelt dat Hongarije en Slowakije voldoende alternatieven hebben voor de olie en het gas uit Moskou, maar dat zij weigeren deze aan te boren? En in plaats daarvan vrijstellingen van sancties gebruiken om hun afhankelijkheid van Russische brandstof te vergroten?
De leden van de Volt-fractie hebben met genoegen kennisgenomen van het voornemen van de Europese Commissie om Amerikaanse wetenschappers versnelde visumprocedures te verstrekken voor Europese landen. Is de Minister bekend met dit plan? Hoe staat de Minister daartegenover? Is de Minister bereid hierop zelf en in Europees verband ook stappen te ondernemen? Hoe staat de Minister tegenover het voornemen van de Commissie voor een European Research Area Act? En hoe kijkt de Minister aan tegen het voorstel van Commissievoorzitter Von der Leyen om een half miljard beschikbaar te stellen om Amerikaanse wetenschappers aan te trekken? Moet dit niet veel sneller gebeuren dan nu het geval is om de race om talent dat uit de VS wil vertrekken niet te verliezen? En is de Minister het eens met deze leden dat een half miljard euro veel te weinig is om concurrerend te zijn?
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de grove woorden van de Israëlische ambassadeur aan het adres van mevrouw Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam. Hij sprak hierbij van «diep moreel falen» en suggereerde dat mevrouw Halsema propaganda van Hamas zou verspreiden. Deze leden vinden dit onacceptabel en vragen de Minister of hij bereid is de Israëlische ambassadeur te ontbieden voor deze woorden. De Israëlische ambassadeur heeft het recht om zijn mening te geven, maar door zulke harde woorden te gebruiken, bemoeit hij zich met bestuurlijke en interne politieke zaken van Nederland zelf. Dat is iets wat deze leden niet de bedoeling achten als zijnde wenselijke taken van een ambassadeur.
De aan het woord zijnde leden vragen zich tot slot af hoe de Minister de meest recente, verschrikkelijke gebeurtenissen in Gaza beoordeelt. Is de Minister van mening dat met de Israëlische aankondiging van het toelaten van slechts een «basishoeveelheid» aan voedsel het acute hongerprobleem van de Palestijnse bevolking in Gaza niet opgelost zal worden? Deelt de Minister de lijn van zijn Franse collega dat dit besluit van Netanyahu niet genoeg is? Is de Minister bereid de Israëlische ambassadeur opnieuw te ontbieden nu Israël officieel is overgegaan tot (opnieuw) een desastreus nieuw grondoffensief in Gaza? Is de Minister bereid tot het instellen van een volledig wapenembargo en tot het – zowel in nationaal verband als in EU-verband – instellen van een stevig sanctiepakket tegen Israël en de leden van de regering-Netanyahu? Deze leden zien tot slot graag een antwoord van het kabinet op de volgende vragen: wat is voor het kabinet de rode lijn met betrekking tot het handelen van Israël? Hanteert het kabinet überhaupt een rode lijn met betrekking tot het handelen van Israël? Zo nee, waarom niet?
II. Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken
Civil liberties union for Europe, 2025: «Liberties Rule of Law Report 2025» (https://www.liberties.eu/f/vdxw3e)↩︎
Center for the Study of Democracy and the Centre for Research on Energy and Clean Air, 15 mei 2025: «The Last Mile: Phasing Out Russian Oil and Gas in Central Europe» (https://energyandcleanair.org/publication/the-last-mile-phasing-out-russian-oil-and-gas-in-central-europe/)↩︎