Aanpak van geweld in het publieke en semipublieke domein
Naar een veiliger samenleving
Brief regering
Nummer: 2025D22364, datum: 2025-05-19, bijgewerkt: 2025-05-21 16:29, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 28684 -780 Naar een veiliger samenleving.
Onderdeel van zaak 2025Z09745:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-05-21 13:44: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-05 12:00: Procedures en brieven (zal geen doorgang vinden) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-06-19 14:15: Extra procedurevergadering commissie Justitie en Veiligheid (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 780 Brief van de minister van Justitie en Veiligheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2025
Geweld is een volstrekt onacceptabele verschijningsvorm van menselijk
gedrag. Toch is ze wijdverbreid en komt in alle geledingen van onze
samenleving voor. Vrijwel dagelijks doen zich nieuwe geweldsincidenten
voor. Alleen al de afgelopen weken was onder meer sprake van ernstige
rellen op Scheveningen waardoor ondernemers hard getroffen zijn,
ontaardde een demonstratie bij de Radboud Universiteit in fysiek geweld,
deed zich een schietpartij voor bij een school in Amsterdam-Noord,
veroorzaakte een explosie een ravage bij een huis in Arnhem en werd een
scheidsrechter zwaar mishandeld tijdens een voetbalwedstrijd in Alphen
aan den Rijn. Intussen wordt een strafrechtelijk optreden gefrustreerd
door agressie en geweld tegen de politie, die over 2024 12.543
incidenten tegen haar medewerkers meldde.1 Ik
constateer daarnaast dat er geweld gepleegd wordt als gevolg van
toenemende spanningen in onze polariserende samenleving. Verschil van
inzicht over het overheidsbeleid, of dat nu gaat over bijvoorbeeld het
klimaat, buitenlands beleid of asielzoekers, mag nooit een
rechtvaardiging zijn voor het uiten van online of fysieke bedreigingen
en het plegen van geweld. In onze samenleving beslechten we
meningsverschillen met democratische middelen en dragen daarvoor een
gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Geweld is een zeer ernstige vorm van criminaliteit. Uitingen van geweld lopen uiteen van fysieke en online bedreigingen tot zware mishandelingen met ernstig letsel of zelfs een dodelijke afloop tot gevolg. Geweld kan een uiting zijn van gevoelens als woede, frustratie, haat, onmacht, maatschappelijk ongenoegen of gekrenkte trots. In dit verband spreken we ook wel van ‘expressief geweld’, van geweld dat voortvloeit uit emoties. Geweld kan ook gepleegd worden om persoonlijk gewin te behalen, zoals geld of goederen. In deze context gaat het om ‘instrumenteel geweld’, om geweld waaraan geen emotie maar eerder koele berekening ten grondslag ligt. Voor de slachtoffers kan dit grote emotionele, fysieke, psychische en financiële gevolgen hebben. En voor de samenleving als geheel leidt het tot hoge maatschappelijke kosten en een aantasting van de veiligheidsgevoelens.
Bij de aanpak van instrumenteel en expressief geweld zijn de afgelopen decennia al goede resultaten geboekt. De cijfers laten zien dat de geweldscriminaliteit sterk afgenomen is. In het bijzonder zijn goede resultaten bereikt bij het terugdringen van overvallen, ram- en plofkraken en het slachtofferschap van expressief geweld in het algemeen. Maar van een geweldloze samenleving is anno 2025 bepaald geen sprake en op onderdelen, zoals het toenemende aantal aanslagen met explosieven en online bedreigingen, is er reden tot zorg. Het kabinet hecht aan een sterke aanpak van de geweldscriminaliteit. Dit heeft zijn weerslag gekregen in een groot aantal voornemens in het regeerprogramma. De aanpak van high impact crimes en daarmee van expressief en instrumenteel geweld geven we prioriteit. In het bijzonder krijgt dit in het regeerprogramma een vertaling in maatregelen gericht op hot spots zoals geweld op straat, tijdens de (voetbal)sport en in het openbaar vervoer en daarnaast in extra aandacht voor kwetsbare slachtoffers als hulpverleners en politici en in de aanpak van specifieke uitingsvormen als aanslagen met explosieven en online geweld. In deze brief informeer ik uw Kamer over het kabinetsbeleid op hoofdlijnen bij de aanpak van instrumenteel geweld en van expressief geweld in het publieke en semipublieke domein.2
Ontwikkeling van de geweldscriminaliteit
De politiecijfers over de geregistreerde geweldscriminaliteit vertonen al jaren een sterke daling, van 95.735 in 2012 naar 66.595 in 2023. Dit is een zeer positieve ontwikkeling. De aangiftecijfers onder slachtoffers van geweld zijn echter met gemiddeld 20% buitengewoon laag, zodat we voor een goed zicht op de omvang bij voorkeur de zelfrapportage in de Veiligheidsmonitor als richtsnoer aanhouden. En dan blijkt dat na een jarenlange daling, die ook in de politiecijfers zichtbaar is, zich nu een stijging aftekent in het jaarlijkse slachtofferschap. Volgens de meest recente meting is ruim 6% van de Nederlanders van 15 jaar en ouder in 2023 het slachtoffer geweest van fysieke mishandeling (1%) of bedreiging met geweld (5%), een toename van één procentpunt ten opzichte van de vorige meting in 2021. In totaal gaat het om ruim één miljoen slachtoffers van geweld. Daarnaast geeft 3% van de burgers aan slachtoffer te zijn geweest van online bedreiging met geweld en intimidatie. Dit percentage is vergelijkbaar met de vorige monitor. Hoewel geweld in beginsel iedereen kan treffen die op het verkeerde moment op de verkeerde plaats is, springt de relatieve oververtegenwoordiging van een aantal specifieke groepen in het oog. Zo ligt het slachtofferschap onder jongeren van 15 tot 25 jaar op ruim 12%, onder inwoners van de vier grootste steden op ruim 9% en onder personen met een migratieachtergrond op 7% tot 8% met - afhankelijk van het land van herkomst - uitschieters naar 15%.3 Op de verhevigde mate van slachtofferschap onder een aantal risicoberoepen zal ik in paragraaf 4 nog uitgebreider ingaan. De cijfers over geweld maken duidelijk dat het nodig is in het bijzonder aandacht te besteden aan de risicogroepen en -plaatsen en aan de preventie van slachtofferschap, omdat de strafrechtelijke aanpak als ultimum remedium slechts ten dele een afdoende antwoord geeft op deze problematiek.
Instrumenteel geweld
Aanslagen met explosieven
Aanslagen met explosieven vormen sinds enkele jaren in toenemende mate een buitengewoon verontrustend maatschappelijk probleem. Vonden in 2023 nog 901 aanslagen plaats, in 2024 is dit aantal met 71% gestegen naar 1.543.4 De impact van een aanslag op de slachtoffers, diens directe omgeving en de maatschappij is enorm. De bestrijding van deze aanslagen is dan ook een speerpunt in het beleid van mijn ministerie. Vorig jaar heb ik het Offensief Tegen Explosies ingericht, een publiek-privaat samenwerkingsverband naar analogie van de succesvolle Taskforce Overvallen. Dit Offensief heeft onder voorzitterschap van de burgemeester van Rotterdam, Carola Schouten, het ‘Actieplan aanslagen met explosieven’ opgesteld, dat ik onlangs aan uw Kamer aangeboden heb.5
Overvallen
Dankzij de publiek-private samenwerking via de Taskforce Overvallen is het aantal overvallen in tien jaar tijd fors gedaald, van 1.982 in 2012 naar 531 in 2024. Dit fraaie resultaat is voor mij echter geen reden om de inzet dan maar af te bouwen. De ernst en impact van overvallen rechtvaardigen dat repressief en preventief ingrijpen prioriteit houden. Daar komt bij dat we geleerd hebben van de negatieve cyclische beweging van de overvallenaanpak in het verleden: na geboekte resultaten werd steevast de geprioriteerde aanpak afgebouwd, waarna het aantal overvallen weer in rap tempo toenam. Om een herhaling van deze cyclische trend te voorkomen continueren we de Taskforce Overvallen onder voorzitterschap van burgemeester Jan Hamming van Zaanstad. Het actieprogramma 2022-2026 van deze taskforce bestaat uit maatregelen die geordend zijn langs de lijnen van kennisdeling en -gebruik, opsporing en vervolging, dadergerichte preventie en situationele en slachtoffergerichte preventie bij risicobranches.6 In 2026 zal ik u informeren over de voortzetting na afronding van het huidige actieprogramma. Over de voortgang in de uitvoering van de maatregelen tegen overvallen ontvangt u ieder jaar een ‘voortgangsrapportage high impact crimes’, die ik u ook in de komende jaren zal blijven toesturen.7
Ram- en plofkraken
Ook het aantal ram- en plofkraken is de afgelopen jaren fors gedaald, van 144 in 2012 naar 18 in 2024, waarvan 9 op geldautomaten. Ramkraken op geldautomaten komen inmiddels helemaal niet meer voor. Nederlandse daders zetten hun activiteiten thans buiten onze landsgrenzen voort. Omdat de plegers vooral gebruik maken van explosieven, is er synergie met de hierboven beschreven aanpak van aanslagen met explosieven op woningen, bedrijfspanden en andere objecten met intimidatie als doel. De afgelopen jaren concentreerden maatregelen tegen plofkraken zich op opsporing en vervolging, publiek-private samenwerking, het waardeloos maken van de buit en het verplaatsen van geldautomaten in gevels van woningen of wooncomplexen waar er risico’s zijn op gevaarzetting bij een plofkraak.8 Onze inzet blijft zich uiteraard richten op de opsporing en vervolging in de incidentele gevallen dat zich een nieuwe plofkraak heeft voorgedaan. Daarnaast blijven we inzetten op de samenwerking met de Duitse politie bij de aanpak van Nederlandse plofkrakers die in Duitsland hun slag slaan.
Straatroven
Het aantal straatroven is gedaald van 8.050 in 2012 naar 2.813 in 2024. Een geactualiseerde aanpak acht ik noodzakelijk om deze vorm van ‘straatterreur’ terug te dringen. In het vorige decennium was er langere tijd een extra inzet op het onbruikbaar maken van de meest populaire buit bij straatroven, de mobiele telefoon, via de zogeheten boefproof-campagnes.9 Uit een politie-analyse van de buit van straatrovers over de periode 2023 tot medio oktober 2024 blijkt dat geluid- en beeldapparatuur nog steeds het meest worden geroofd. Dit aspect mag dan ook in een nieuwe aanpak niet ontbreken. Behalve het meer weerbaar maken van potentiële slachtoffers is een focus op risicolocaties benodigd. De meeste straatroven vinden namelijk in Amsterdam en Rotterdam plaats. De beoogde lokale aanpak zal ik in het vierde kwartaal van dit jaar met uw Kamer delen.
Expressief geweld in het publieke domein
Online geweld
In een tiental jaren is de online wereld steeds dieper vervlochten geraakt met ons sociale leven. Voor velen is de online aanwezigheid een verlengstuk geworden van de eigen identiteit. Internet en sociale media hebben veel positieve kanten, maar er kleven ook risico’s aan. De digitale wereld leent zich niet alleen voor het plegen van vermogenscriminaliteit en zedendelicten, maar ook voor online geweldpleging, zoals intimidatie en bedreiging, haat zaaien en oproepen tot geweld. Van de 3% slachtoffers die in 2023 te maken kregen met online geweld, geeft 37% aan hiervan emotionele of financiële gevolgen te ondervinden. Dit percentage is hoger dan na slachtofferschap van offline geweld (35%). Online geweld kan bovendien leiden tot het plegen van fysiek geweld. In vergelijking met andere vormen van online criminaliteit staat de aanpak van online geweld nog in de kinderschoenen. Ik acht het noodzakelijk hierop meer inzet te plegen. Afgelopen najaar heb ik het Verwey-Jonker Instituut opdracht gegeven onderzoek te doen naar de aard, omvang, impact en achtergronden van daders en slachtoffers van online geweld. Onlangs is als onderdeel van dit onderzoek een eerste verkenning naar online geweld onder jongeren gepubliceerd.10 Het onderzoek moet aanknopingspunten bieden voor het treffen van meer preventieve en repressieve maatregelen. Naar verwachting zal het Verwey-Jonker Instituut het onderzoek deze zomer afronden. Ik zal in het najaar van 2025 uw Kamer informeren over de uitkomsten en beleidsvoornemens die ik hieraan verbind.
Geweld in wijken
Van alle vormen van expressief geweld vinden de meeste incidenten plaats in de eigen buurt. Dit is in 2023 het geval voor 50% van de slachtoffers van bedreiging en voor 43% van de slachtoffers van mishandeling en geldt in verhevigde mate voor inwoners van sterk verstedelijkte gebieden. De eigen buurt vormt daarmee bij uitstek een hot spot voor geweld. Met recht zijn daarom al veel wijkgerichte maatregelen in gang gezet, waaronder de aanpak van kwetsbare wijken via Preventie met Gezag, het tegengaan van wijkoverlast, vroegtijdig ingrijpen bij dreigende escalatie via buurtbemiddeling en de inzet van wijkrechtspraak. Ik zal deze maatregelen onverminderd continueren en waar nodig een extra impuls geven.
Geweld in het uitgaansleven
De omvang van uitgaansgeweld is onbekend, omdat dit niet apart geregistreerd wordt. Wel springt deze hot spot voor geweld vaak in het oog, vanwege ernstige vormen van zogeheten ‘zinloos geweld’ en andere verstoringen van de openbare orde. Volgens het uitgaansonderzoek dat het Trimbos-instituut in 2024 voor de vierde maal gepubliceerd heeft, krijgen vrouwen vooral met grensoverschrijdend gedrag te maken (85% in 2023), terwijl mannen vaker doelwit zijn van agressie (71%).11 Tijdens uitgaansgeweld is ook bij uitstek sprake van een diffuus dader- en slachtofferschap, mede vanwege de consumptie van alcohol, ook in combinatie met drugs. In de loop der jaren hebben lokale partijen fors ingezet op de slachtoffergerichte, situationele en dadergerichte preventie van geweld in uitgaanscentra. Ik heb grote waardering voor de creativiteit van de maatregelen die beproefd zijn. Helaas ontbreekt het - mede vanwege een gebrek aan financiële middelen - vaak aan een goede evaluatie van de effectiviteit van deze activiteiten, terwijl ze wel via de integrale aanpak in de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan aangeprezen worden. Ik zal de komende jaren in deze lacune voorzien door de evaluatie van de afzonderlijke maatregelen te bevorderen. Daarnaast ben ik voornemens de toepassing van de Collectieve Horeca Ontzegging te stimuleren.
Geweld in de sport
Sport zorgt voor een gezonde leefstijl, meer sociale contacten en geldt, na het gezin en de school, als het derde ‘opvoedingsmilieu’ voor jongeren. Ook daarom is een veilig sportklimaat zonder onsportief en ongewenst gedrag van groot belang. Helaas zijn agressie en geweld in ’s lands meest favoriete sport, het voetbal, een punt van aanhoudende zorg. Volgens de CBS Vrijetijdsomnibus heeft een kwart van de wedstrijdbezoekers en/of sporters van 12 jaar en ouder wangedrag in 2022 meegemaakt of is hiervan getuige geweest.12 Ook professionals in de sport zijn volgens de oudere cijfers van de monitor Veilig Sport Klimaat veelvuldig slachtoffer van verbaal geweld (46% in 2018) of fysiek geweld (16%).13 In het regeerprogramma zijn diverse maatregelen aangekondigd om het geweld in het betaald voetbal terug te dringen, variërend van pilots met een digitale meldplicht tot de uitvoering van het Versterkingsplan Veilig en Gastvrij Voetbal en van een aanscherping van de vergunningverlening voor (risico)wedstrijden tot een strengere handhaving van het KNVB-verbod op gezichts-bedekkende kleding tijdens wedstrijden. Onlangs heb ik uw Kamer bij brief van 14 januari 2025 geïnformeerd over de voortgang in de uitvoering van de maatregelen.14 Daarnaast heeft het tegengaan van geweld in het amateurvoetbal mijn bijzondere aandacht. Via het Nationaal Sportakkoord, dat verlengd is tot 2026, wordt onder regie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport onder meer ingezet op het vergroten van de sociale veiligheid in de sport.15 Ik draag hier graag mijn steentje aan bij door in te zetten op het vergroten van de weerbaarheid binnen amateurclubs en het optimaliseren van de meldlijn 0800 – 22 99 555 voor geweld en ander wangedrag in de sport, die door mijn ministerie opgezet is.
Geweld in het openbaar vervoer
Bij geweld in het openbaar vervoer vallen slachtoffers niet alleen onder reizigers, maar zeker ook onder het personeel. Het aantal incidenten in de meest ernstige categorie, de A-incidenten, die door de OV-bedrijven zelf geregistreerd worden, is met 11% toegenomen, van 6.428 in 2023 naar 7.143 in 2024. Net als geweld in de sport is de aanpak van geweld in het openbaar vervoer als prioriteit benoemd in het regeerprogramma. Op dit moment wordt onder regie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het Landelijk Convenant Sociale Veiligheid in het OV 2020-2025 geëvalueerd.16 Deze evaluatie zal mede de basis vormen voor het opstellen van een nieuw maatregelenpakket, dat in het regeerprogramma in het vooruitzicht is gesteld en waarbij ook mijn ministerie betrokken is. Hierbij zet het kabinet in ieder geval in op de aanpak van notoire zwartrijders en overlastgevers, die in hoge mate verantwoordelijk zijn voor het plegen van geweld. Mijn collega van Infrastructuur en Waterstaat zal u dit jaar over de beleidsvoornemens informeren.
Expressief geweld in het semipublieke domein
Geweld op school
De Landelijke Veiligheidsmonitor laat in het schooljaar 2021-2022 een toename van de geweldscijfers op school zien. Het aandeel van leerlingen dat met verbaal geweld is geconfronteerd, ligt volgens deze meest recente meting op 20% in het primair onderwijs en op 32% in het voortgezet onderwijs. Voor fysiek geweld gaat het om 14% in het primair onderwijs en 11% in het voortgezet onderwijs. Ook het onderwijspersoneel geeft aan geconfronteerd te worden met verbaal geweld (17% in het primair onderwijs en 28% in het voortgezet onderwijs) en fysiek geweld (3% in het primair onderwijs en 1% in het voorgezet onderwijs).17 In de meeste gevallen geven de respondenten aan dat een leerling de pleger van het incident was. De aanpak van agressie en geweld vindt voornamelijk plaats in de bredere context van het sociale veiligheidsbeleid van scholen, die hiervoor zelf primair verantwoordelijk zijn. Landelijke ondersteuning ligt beleidsmatig bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Vanuit mijn ministerie wil ik hieraan graag bijdragen op specifieke punten als de melding en registratie van incidenten en samenwerking met externe partners zoals de politie.
Geweld tijdens het werk
Het laatste domein dat in deze brief de revue passeert, betreft de brede waaier aan fors hoger slachtofferschap van een aantal beroepsgroepen in de publieke en private sector vergeleken met het gemiddelde slachtofferschap onder burgers dat de Veiligheidsmonitor - zoals ik eerder aangaf - op 6% becijfert. Het voert in dit bestek te ver om het slachtofferschap tot in detail te beschrijven. Daarom volsta ik met gemiddelde percentages, die gebaseerd zijn op diverse monitors waaronder de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden.18 In de publieke sector zijn agressie en geweld vooral gericht tegen functionarissen met een publieke taak zoals de politie en brandweer (oplopend van 40% tot 50% voor zowel intimidatie als fysiek geweld), de zorg (tot 40%), het onderwijs (20%) en politici en overheidsambtenaren (tot 23%). In de private sector ondervindt personeel vooral agressie en geweld in branches als de detailhandel (20%), de horeca (20% tot 25%), sport, cultuur en recreatie (20%), vervoer en opslag (20%, volgens de cijfers van CROW zelfs oplopend tot meer dan 70% voor specifieke functies als toezichthouders en trein- en tramconducteurs19) en de journalistiek (80% ooit slachtoffer geweest20).
Vaak hangt het slachtofferschap samen met de specifieke aard van het werk, waaronder het verkondigen van een ‘onwelgevallige boodschap’. Voorbeelden daarvan zijn het uitschrijven van een boete, korten op een uitkering, weigeren van een vergunning, betrappen van een winkeldief of zwartrijder en negatieve berichtgeving in de media. Intimiderend gedrag tegen personeel kan voortkomen uit emotie, maar het gedrag kan ook een instrumenteel doel nastreven: het zodanig intimideren van de werknemer dat hij op zijn beslissing terugkomt. Ik acht het van belang om in deze kabinetsperiode niet alleen samen met de betrokken partijen en werkgevers prioriteit te geven aan de bestrijding van geweld tegen functionarissen met een publieke taak, maar ook aan geweld tegen werknemers in de private sector. Dat eerste krijgt binnen mijn ministerie onder meer gestalte via de taskforce Onze Hulpverleners Veilig, die drie actielijnen in zijn aanpak onderscheidt: versterking van de sociale norm, veilig werkgeverschap en agressie voorkomen en vervolgen.21 Deze taskforce komt dit jaar tot een afronding van zijn werkzaamheden. Voor de zomer zal ik u informeren over de borging van het thema ‘geweld tegen hulpverleners’. Daarnaast werk ik - in lijn met het regeerprogramma - momenteel aan een wetsvoorstel voor de uitbreiding van het taakstrafverbod bij geweld tegen hulpverleners, waarvan het streven is deze in de zomer van dit jaar in consultatie te brengen. Er zijn ook functies waarbij geen sprake is van een werknemer, zoals bij zzp’ers of personen die een politiek ambt vervullen. Voor agressie en intimidatie tegen decentrale politieke ambtsdragers wordt onder regie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het programma Weerbaar Bestuur uitgevoerd. Voor geweld tegen werknemers in de private sector zijn eerder maatregelen aangekondigd in het Actieplan Veilig Ondernemen 2023-2026.22 Ik zal hierbij aansluiten met mijn voornemen om te komen tot het intensiveren van de aanpak van geweld in de private sector en uw Kamer hierover in het najaar van 2025 informeren.
Overkoepelende maatregelen
Slachtoffergerichte maatregelen
Slachtofferschap van agressie en geweld leidt tot veel leed en kan verstrekkende gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk zowel in te zetten op de preventie van slachtofferschap als op goede hulp en ondersteuning van de getroffen burgers, werknemers en bedrijven. Daar zijn meerdere professionele voorzieningen voor, waaronder Slachtofferhulp Nederland en het Schadefonds Geweldsmisdrijven, die we vanuit mijn ministerie ondersteunen. Ook in het strafproces is er sinds een aantal jaren veel aandacht voor een versterking van de positie van het slachtoffer, zoals onder meer blijkt uit de introductie van de schriftelijke slachtofferverklaring, het spreekrecht, de schadevergoedingsmaatregel en de mogelijkheid zich te voegen als benadeelde partij in het strafproces. Dit beleid zal worden voortgezet langs de lijnen van de nieuwe Meerjarenagenda Slachtofferbeleid, die uw Kamer in het tweede kwartaal zal ontvangen en waarover u door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid jaarlijks wordt geïnformeerd met een voortgangsbrief.23
Dadergerichte maatregelen
Bij plegers van geweld speelt een breed scala aan oorzaken en (risico)factoren een rol die leiden tot agressief en gewelddadig gedrag. Op verschillende niveaus grijpt de aanpak van geweld hierop in. Zo zijn preventieve maatregelen gericht op vroeg ingrijpen en bijsturen in de opvoeding, waar nodig met opvoedingsondersteuning voor ouders, op goede gedragsinterventies zoals Alleen jij bepaalt wie je bent en de Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid, alsmede op de aanpak van risicofactoren als wapenbezit en alcohol- en drugsmisbruik en het voorkomen van recidive via onder meer reclasseringsinterventies en de Re-integratieofficier.24 Wie ongevoelig blijkt voor preventie en zich te buiten gaat aan geweld, moet kunnen rekenen op een stevig en consequent strafrechtelijk optreden. Aangifte doen en het verhogen van de pakkans zijn belangrijke randvoorwaarden om te komen tot strafrechtelijk optreden door de politie en het Openbaar Ministerie. Een adequate berechting hoort daar ook bij. In het strafproces kunnen geweldpleging onder invloed en geweld tegen functionarissen met een publieke taak aanleiding zijn om te komen tot een verzwaring van de strafeis. Over het verbeteren van de toepassing van de Eenduidige Landelijke Afspraken heb ik uw Kamer onlangs per separate brief geïnformeerd.25 Ten slotte wijs ik in de context van de repressieve aanpak op het voornemen in het regeerprogramma om het strafmaximum voor openlijke geweldpleging met een derde te verhogen. Mijn ministerie is thans bezig met de uitwerking van dit voorstel, ook in samenhang met de voorgenomen verhoging van andere strafmaxima in het Regeerakkoord en de motie van het lid Helder c.s. over een strengere bestraffing na het plegen van drie ernstige gewelds- en/of zedendelicten.26 Ik zal uw Kamer voor het zomerreces 2025 over deze nadere uitwerking informeren.
Randvoorwaarden
Een goede bestrijding van de geweldscriminaliteit moet ten slotte aan een aantal randvoorwaarden voldoen, die ook het beleidsmatige fundament vormen van de aanpak van high impact crimes binnen mijn ministerie. Kernpunten daarbij zijn aspecten als een gedegen analyse, evaluatie en effectiviteit, implementatie en borging, communicatie en politiek draagvlak. Maar bovenal is een goede publiek-private samenwerking van belang met tal van partijen in de samenleving. Alleen samen met hen kunnen we echt een vuist maken tegen geweld.
De minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Opnieuw hoge aantallen agressie en geweld tegen politie | politie.nl↩︎
Expressief geweld in het privédomein, politiek geweld (waaronder terrorisme) en cultureel geweld blijven in deze brief buiten beschouwing. Deze vormen van geweld hebben ook een grote impact op de slachtoffers en samenleving. De aanpak ervan wordt evenwel in aparte brieven geschetst.↩︎
De aantallen in 2023 wijken enigszins af van hetgeen bij brief van 28 juni 2024 (Kamerstuk 28 684, nr. 740) aan de Tweede Kamer gemeld is, omdat de afbakening van ‘aanslagen met explosieven’ aangepast is.↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 28 684 en 29 628, nr. 779.↩︎
Kamerstukken II, 2022-2023, 28 684, nr. 720.↩︎
Zie voor de laatste editie: Kamerstukken II, 2024-2025, 28 684, nr. 748.↩︎
Kamerstukken II, 2019-2020, 28 684, nr. 610.↩︎
Kamerstukken II, 2015-2016, 28 684, nr. 466.↩︎
R. van Beek e.a. Het grote uitgaansonderzoek 2023. Uitgaanspatronen, middelengebruik, gezondheid en intentie tot stoppen of minderen onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen. Trimbos-instituut, 2024.↩︎
David Romijn en Janine van Kalmthout. Voortgangsrapportage actieplan ’Naar een veiliger sportklimaat’. Mulier Instituut, 2018, pag. 45.↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 25 232, nr. 90.↩︎
Kamerstukken II, 2022-2023, 30 234, nr. 332.↩︎
Kamerstukken II, 2019-2020, 28 642, nr. 108.↩︎
Veilig op school, landelijke veiligheidsmonitor 2021-2022. ResearchNed, 2023, pag. 23-24.↩︎
StatLine - Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) werknemers; bedrijfstak↩︎
CROW | Sociale veiligheid van het personeel in het openbaar vervoer↩︎
Kamerstukken II, 2020-2021, 28 684, nr. 657.↩︎
Kamerstukken II, 2022-2023, 29 911, nr. 385.↩︎
Zie voor de laatste editie: Kamerstukken II, 2023-2024, 33 552, nr. 116.↩︎
Een uitgebreidere beschrijving van deze interventies staat in de voortgangsrapportages high impact crimes die jaarlijks naar de Tweede Kamer verstuurd worden.↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 28 684, nr. 778. De Eenduidige Landelijke Afspraken omvatten een set afspraken tussen de politie en het Openbaar Ministerie om te komen tot een eenduidige, effectieve en snelle afhandeling van agressie- en geweldszaken tegen mensen met een publieke taak. Een volledig overzicht is te vinden op B-20201 Informatieblad ELA.indd↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 29 279, nr. 876.↩︎