Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over onderzoek naar oversterfte
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D22772, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-05-26 15:44, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-2256).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z08442:
- Gericht aan: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2256
Vraag van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over onderzoek naar oversterfte (ingezonden 25 april 2025).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 21 mei 2025).
Vraag 1
Bent u bereid Lareb te vragen, in het belang van de volksgezondheid en het onderzoek naar de oversterfte, de door professor Meester gevraagde data ter beschikking te stellen? Zo nee, waarom niet?1
Antwoord 1
Ik ben bereid de vraag van lid Van Houwelingen te delen met stichting Lareb. Daarbij volg ik Lareb in haar onafhankelijk oordeel of, en hoe, ze aan dit verzoek invulling geven.
Lareb staat als stichting los van de overheid en kan op die wijze haar taken als geneesmiddelbewaker op de juiste manier uitvoeren. Als Minister kan ik wel de brug slaan naar Lareb toe, maar het blijft aan Lareb om hier naar eigen inzichten op te reageren.
Data die gebruikt worden bij wetenschappelijk gezondheidsonderzoek moeten, waar dat kan, zo veel mogelijk breed beschikbaar zijn. Een belangrijk criterium is dat de data die gebruikt worden voor onderzoek ook geëigend zijn voor dat onderzoek. Uit de door u gedeelde uitwisseling met Lareb begrijp ik dat de gevraagde data niet gezien wordt als passend om een oorzakelijk verband te kunnen stellen.
Daarbij is het ook belangrijk dat de privacy van personen die een melding maken bij Lareb gewaarborgd wordt. Gegevens moeten dus alleen op een dusdanige manier gedeeld worden dat deze niet te herleiden zijn tot personen, bijvoorbeeld omdat het naast leeftijd en geslacht ook de medische historie bevat.
Als antwoord op uw vraag geef ik dus graag aan dat ik deze vraag aan Lareb wil stellen.
e-mailwisseling met Lareb, onderhands meegezonden↩︎