Beleidsreactie op zbo-evaluatie Onderzoeksraad voor Veiligheid 2019-2023
Zelfstandige bestuursorganen
Brief regering
Nummer: 2025D22775, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-05-22 12:48, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Eindrapportage zbo-evaluatie OvV 2019-2023
- Reactiebrief OvV evaluatie 2019-2023
- Reactiebrief OvV evaluatie 2019-2023
- Beslisnota bij Kamerbrief over beleidsreactie zbo-evaluatie Onderzoeksraad voor Veiligheid 2019-2023
Onderdeel van kamerstukdossier 25268 -237 Zelfstandige bestuursorganen.
Onderdeel van zaak 2025Z09923:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-05-22 14:14: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-05 12:00: Procedures en brieven (zal geen doorgang vinden) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-06-19 14:15: Extra procedurevergadering commissie Justitie en Veiligheid (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
25268 Zelfstandige bestuursorganen
Nr. 237 Brief van de minister van Justitie en Veiligheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2025
Door middel van deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de
evaluatie van de Onderzoeksraad voor veiligheid (hierna Onderzoeksraad).
De evaluatie vindt zijn oorsprong in de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid, artikel 83, eerste lid. De evaluatie beslaat de periode van 2019 tot en met 2023 en is uitgevoerd door Andersson Elffers Felix (AEF). AEF heeft als taak gekregen onderzoek te doen naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de Onderzoeksraad in de genoemde periode, zoals bij wet vastgelegd, aangevuld met enkele andere onderzoeksvragen op het gebied van de interne organisatie, de governance en de samenwerking met externe partijen.
Daarnaast heeft AEF onderzocht in hoeverre de Onderzoeksraad gevolg heeft gegeven aan de aanbevelingen van de eerdere evaluatie uit 2019. Het onderzoeksrapport treft u in de bijlage aan.
In het onderzoeksrapport wordt geconcludeerd dat de Onderzoeksraad een gezaghebbend instituut is dat onderzoeken oplevert van hoog niveau. De onderzoeken worden serieus genomen door de ontvangende partijen. Hierdoor levert de Onderzoeksraad een substantiële bijdrage aan de veiligheid in Nederland. De Onderzoeksraad de afgelopen jaren stappen gezet die tot verdere professionalisering van de organisatie hebben geleid. Ook zijn de aanbevelingen uit de eerdere evaluatie grotendeels opgevolgd, dan wel goed onderbouwd niet of slechts ten dele opgevolgd. Dit alles komt de doeltreffendheid en doelmatigheid van het handelen van de Onderzoeksraad ten goede.
Tegelijkertijd wordt er geconcludeerd dat mogelijkheden zijn om de maatschappelijke impact van de Onderzoeksraad verder te vergroten. Ook op andere thema’s, zoals de doelmatigheid, de transparantie naar de buitenwereld en de interne organisatie, worden waardevolle aanbevelingen gedaan om deze verder te versterken.
Ik deel de bevindingen uit het rapport en kan me vinden in de gedane aanbevelingen. De aanbevelingen sluiten veelal goed aan bij de inspanningen die de Onderzoeksraad, en zijdelings ook het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), reeds heeft ingezet.
De aan het ministerie van Justitie en Veiligheid gerichte aanbeveling om de lagere regelgeving te actualiseren en in lijn te brengen met de gewijzigde internationale regelgeving en Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid, heeft in praktijk betrekking op de implementatie van internationaal rechtelijke verdragen op het gebied van lucht- en zeevaart. Als beleidsverantwoordelijk departement op beide terreinen is het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) eerstverantwoordelijk voor de implementatie hiervan. Het actualiseren van de lagere regelgeving wordt reeds opgepakt en gebeurt in samenwerking met JenV.
Zijdelings wordt JenV genoemd in de aanbeveling over de governance. Hierin wordt aanbevolen dat JenV en de Onderzoeksraad de lijnen kort houden en elkaar tussentijds proactief blijven informeren over relevante ontwikkelingen. Deze aanbeveling is mede gedaan omdat de interne organisatie van de Onderzoeksraad de komende jaren naar verwachting nog de nodige ontwikkelstappen zal zetten. Ik deel het belang van een goede relatie en korte lijnen met de Onderzoeksraad en zal me hier blijvend voor inzetten.
In de tweede bijlage van deze brief is toegelicht op welke wijze de Onderzoeksraad de aanbevelingen opvolgt. Ik onderschrijf de wijze waarop de Onderzoeksraad van plan is de aanbevelingen op te volgen. Over de voortgang van de opvolging van de aanbevelingen zal regelmatig contact zijn tussen de Onderzoeksraad en JenV.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel