Advies Wageningen University & Research verminderen ziekteverwekkers geitenbedrijven
Toekomst veehouderij
Brief regering
Nummer: 2025D23320, datum: 2025-05-22, bijgewerkt: 2025-05-26 11:45, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Notitie: Advies verlagen bacterie-emissies in geitenhouderijen
- VGO-III – Bacteriën in de mesthoop
- Beslisnota bij Advies Wageningen University & Research verminderen ziekteverwekkers geitenbedrijven
Onderdeel van kamerstukdossier 28973 -268 Toekomst veehouderij.
Onderdeel van zaak 2025Z10169:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- : Zoönosen en dierziekten (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-05-27 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-05 10:00: Procedurevergadering LVVN - Geannuleerd (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-06-18 11:15: Extra procedurevergadering commissie LVVN (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
28 973 Toekomst veehouderij
Nr. 268 Brief van de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2025
Op 6 februari jl. tijdens het commissiedebat Dierziekten en Zoönosen (Kamerstuk 29683, nr. 304) heb ik de Kamer toegezegd om een spoedadvies te vragen van Wageningen University & Research (WUR) over de mogelijkheden om de emissie van ziekteverwekkers uit geitenstallen te verminderen. Ik heb dit gedaan en inmiddels is het spoedadvies ontvangen. Met deze brief bied ik u dit spoedadvies aan, en geef ik mijn reactie, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Het spoedadvies is gevraagd naar aanleiding van de onderzoeksresultaten van het VGO-III rapport1. In de reactie op het VGO-III rapport hebben de minister van VWS en ik aangegeven de gezondheidseffecten serieus te nemen. We hebben de Gezondheidsraad gevraagd deze te duiden en in perspectief te plaatsen.
WUR advies
In het advies stelt WUR verschillende (onderzoeks-) activiteiten voor die zij zouden kunnen doen om meer zicht te krijgen op mogelijkheden tot het verminderen van emissies van bacteriën en bioaerosolen uit geitenhouderijen.
Daarbij maakt WUR onderscheid tussen korte termijn- en lange termijn activiteiten.
Voor de korte termijn stelt WUR literatuuronderzoek voor naar de eigenschappen van de in VGO-III gevonden bacteriën, en aanknopingspunten om o.a. groei en emissie te verlagen. Vervolgens zullen ook geitenhouders om reactie en ideeën gevraagd worden. Dat levert een overzicht op van mogelijke maatregelen, gerangschikt op een semi-kwantitatieve inschatting van o.a. toepasbaarheid, verwachte effect, (on-) zekerheid van het effect, en kosten. Dit deel heeft een doorlooptijd van ca 6 maanden2.
Voor de middellange termijn beschrijft WUR mogelijk aanvullend onderzoek: metingen bij niet-potstallen3, en een ontwikkelprogramma voor technische en niet-technische maatregelen.
Beleidsreactie WUR advies
De Kamer heeft gevraagd om dit spoedadvies vanuit de wens om snel meer duidelijkheid te krijgen over mogelijkheden tot het verminderen van emissies van ziekteverwekkers uit het geitenbedrijf.
Het WUR-spoedadvies beschrijft stappen die gezet kunnen worden om de kennis hierover in beeld te brengen en duidelijkheid te verschaffen over evt. (on-) mogelijkheden voor interventies om emissies van ziekteverwekkers op het bedrijf te verminderen. Belangrijke kanttekening daarbij is dat, als het korte termijn advies van de WUR-maatregelen aandraagt die bepaalde potentiële ziekteverwekkers omlaag kunnen brengen, het effect op longontsteking bij omwonenden daarvan niet is vastgesteld.
Ik vraag WUR om het korte termijn onderzoek uit te voeren. Dat doe ik opdat deze kennis beschikbaar komt voor geitenhouders die hiermee zelf aan de slag willen. Ik heb over de inhoud van het spoedadvies gesproken met Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO). Ik vind het belangrijk dat LTO door WUR ook bij de uitwerking betrokken wordt zodat het advies goed aansluit op de praktijk. Ik zal u per brief informeren over de uitkomst als dit advies is afgerond, naar verwachting voor eind 2025.
De minister van VWS en ik hebben de Kamer na ontvangst van het VGO-III rapport laten weten dat voor het nemen van een besluit over een vervolgaanpak, verdere duiding en in perspectief plaatsen van de gezondheidsrisico’s rondom geitenhouderijen door de Gezondheidsraad nodig is. Het tweede en laatste deeladvies van de Gezondheidsraad wordt eind dit jaar verwacht. Op basis daarvan gaan we ons beraden op verdere stappen. Daarbij zullen we het tweede deel van het WUR-advies, over mogelijk aanvullend onderzoek voor de middellange termijn, betrekken.
Informatieblad gegevens mesthoop
Na verschijnen van het VGO-III rapport hebben GGD’s aan de onderzoekers gevraagd of de in de stallen gevonden bacteriën ook in de mesthoop buiten de stal waren terug te vinden. Op basis van de reeds beschikbare informatie en monsters hebben de onderzoekers van VGO-III hier een nadere analyse op gedaan waaruit blijkt dat dit zo is. Het door mij en de Minister van VWS ontvangen informatieblad hierover stuur ik u hierbij voor de volledigheid toe. Deze informatie wordt meegenomen door de WUR in het genoemde korte termijn onderzoek, en is ook gedeeld met de Gezondheidsraad ten behoeve van het adviestraject.
De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
F.M. Wiersma