[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Position paper WUR - WMR t.b.v. rondetafelgesprek Visserij binnen windmolenparken d.d. 28 mei 2025

Position paper

Nummer: 2025D23638, datum: 2025-05-15, bijgewerkt: 2025-05-22 17:22, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2025Z10340:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Visserij binnen windmolenparken op de Noordzee

Kansen voor ondernemerschap binnen windmolenparken op de Noordzee

Josien Steenbergen, Wageningen Marine Research

Dit position paper betreft de inbreng van Wageningen Marine Research ter voorbereiding van het rondetafelgesprek Visserij binnen windparken dat wordt gehouden op 28 mei 2025. Er is gevraagd om in te gaan op: 1) de wettelijke kaders, welke kort worden behandeld 2) de ecologische en economische kansen, en 3) wat er voor de toekomst nodig is. Hierbij is gebruik gemaakt van de meest recente kennis uit projecten die zijn uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LVVN en gericht op (pilots voor) passieve visserij in windparken1, en heeft afstemming plaatsgevonden met betrokken onderzoekers van WMR en WSER. Momenteel vindt een inventarisatie plaats naar mogelijkheden voor actieve visserij in windparken; daar wordt in dit position paper nog niet op ingegaan.

Passieve visserij (bijv. staand want, fuiken, potten, lijnen) is een visserijvorm waarbij het vistuig stil in het water ligt en vissen, kreeften of andere soorten passief worden gevangen. Dit in tegenstelling tot actieve visserij, waarbij het vistuig door het water wordt gesleept en de soorten dus actief worden gevangen.

Wettelijke kaders

De ruimte binnen de windenergiegebieden van Routekaart 2023 en 2030 is in principe beschikbaar gesteld voor medegebruik2. Voor onder andere Borssele, Hollandse Kust (Zuid, Noord en West), IJmuiden Ver en Ten Noorden van de Waddeneilanden zijn of worden Handreikingen gebiedspaspoorten opgesteld3. Deze geven via zonering aan waar ruimte is voor vormen van medegebruik, zoals natuurontwikkeling, voedselproductie (passieve visserij, aquacultuur) en hernieuwbare energieopwekking en opslag.

Medegebruik is enkel toegestaan buiten de onderhoudszones rond turbines (500 m) en kabels (250 m aan weerszijden). Activiteiten zoals plaatsing van installaties vereisen watervergunningen (Waterwet) en visserijactiviteiten moeten daarnaast voldoen aan de visserijwetgeving voor vaartuigen, vistuigen en vangstmogelijkheden.

Ecologische kansen

De impact van offshore windparken op het mariene ecosysteem is complex. Negatieve effecten zijn onder andere verstoring van zeezoogdieren door hei-geluid, verhoogde sterfte onder vogels/vleermuizen door aanvaringsrisico’s, en verminderde habitatkwaliteit. Tegelijkertijd ontstaan ecologische kansen, vooral bij toepassing van nature inclusive design (NiD). Het doel van NiD is om de biodiversiteit lokaal te verhogen; slim ontwerp van scour protection en het creëren van harde substraten trekken soorten als mosselen, zakpijpen en krabben aan, wat op zijn beurt vissen aantrekt4. De meeste van de NiD activiteiten vinden plaats rondom de turbines, binnen de onderhoudszones. Daarnaast biedt de ruimte tussen de turbines, vanwege de uitsluiting van actieve visserij en andere bodem beroerende activiteiten zoals zandwinning, een kans voor rifbouwende soorten. Zo kan men binnen het park bijvoorbeeld oesterriffen aanleggen, wanneer de omstandigheden zich daarvoor lenen. Dit valt onder medegebruik natuur.

Hoewel er op onderdelen kennis is over de effecten van windparken, is kennis van de totale en cumulatieve effecten van Wind op Zee in samenhang met ander menselijke gebruik op het Noordzee ecosysteem zeer beperkt, zeker op de schaal van de huidige ambities. Kennis over de interactie met andere gebruiken, waaronder visserij is daarom noodzakelijk.

Economische kansen en beperkingen voor visserij

In de huidige wetgeving zijn delen van windparken op zee aangewezen voor medegebruik door passieve visserij (experimenteel). Pilots met onder andere staand want, potten en jiggen gericht op soorten als tarbot, tong, kabeljauw, sepia, krab en kreeft hebben de volgende inzichten op geleverd;

Vooralsnog kan passieve visserij kan slechts voor een klein aantal vissers rendabel zijn en biedt het geen alternatief voor de sector.

Beschikbare ruimte is beperkt en gefragmenteerd. Aangezien visserij enkel toegestaan buiten de onderhoudszones die rondom de turbines en de kabels gelden, is de effectieve beschikbare ruimte die binnen een windpark beschikbaar is voor visserij beperkt en gefragmenteerd. Windparken worden ontworpen voor maximale energieopwekking; ruimte voor visserij wordt pas later beschouwd. Medegebruik is daardoor geen uitgangspunt in het ontwerp. Als gevolg wordt optimalisatie voor medegebruik, in dit geval visserij, niet meegenomen in het ontwerp. Binnen één windpark kunnen bovendien zowel visserij als NiD plaatsvinden, wat verdere inperking van visruimte betekent (bijv. vishotels in Borssele).

Veiligheids- en scheepvaartbeperkingen Er geldt dat veiligheid voldoende moet worden gewaarborgd in een windpark. Vissen in windparken vereist daarom dat vissers een extra investering in aangepast materieel (bijvoorbeeld: kortere stukken staand want, omdat niet over kabels of te dicht bij turbines kan worden gevist) en dat zij hun werkwijze afstemmen op de restricties binnen het park. In de praktijk houdt dat in dat er afstemming nodig is met diverse betrokken partijen, waaronder windparkexploitanten en overheidsinstanties (waaronder RWS).

Beperkte effectieve vistijd: De windparken liggen relatief ver uit de kust. De vaartijd bedraagt 3 tot 3,5 uur enkele reis (afhankelijk van stroming), dus 6 tot 7 uur per dag. Windparken zijn enkel overdag toegankelijk, waardoor vissers die niet op hun vaartuig kunnen overnachtend dagelijks terug naar de wal moeten. Dit beperkt de effectieve vistijd en daarmee het verdienvermogen. Daarnaast dwingt deze beperking vissers ertoe om ’s ochtends naar het windpark te varen en ’s middags of ’s avonds terug te keren, ongeacht het getij. Tegen de stroom in varen is ongunstig, omdat dit leidt tot een langere vaartijd en een hoger brandstofverbruik, en dus hogere kosten.

Verplaatsingseffecten: wanneer windparken reguliere visgebieden uitsluiten, moeten vissers hun quotum elders opvissen. Dat vereist vaak meer inspanning (meer visuren, langere vaartijden), met hogere kosten en mogelijk grotere ecologische impact. De visserij wordt dan geconcentreerder in resterende gebieden, wat leidt tot intensievere bodemberoering afhankelijk van het habitat.

Interactie met ecologie: de toepassing van visserij in windparken kan mogelijk leiden tot extra ecologische risico’s, zoals verstoring van beschermde soorten en mogelijke bijvangst en/of de aantrekkende werking van visserij op vogels, wat weer kan leiden tot verhoging van het aanvaringsrisico. Tijdens de experimentele visserij werden er zeer weinig zeevogels en zeezoogdieren waargenomen in het offshore windpark. Slechts in twee gevallen leken vogels aangetrokken te worden door de visserijactiviteiten; dit gebeurde buiten het windpark wanneer de bemanning ongewenste vangst (bijvangst) overboord gooide. Dit zou kunnen wijzen op een mogelijke maatregel ter risicobeperking: het overboord zetten van bijvangst buiten het windpark.

Wat is er nodig voor de toekomst?

Op basis van de huidige kennis is duidelijk dat windparken op de Noordzee in beperkte mate kansen voor passieve visserij kunnen bieden. De windparkgebieden moeten daarbij wel worden gezien als onderdeel van het totale visgebied voor vissers: als windparkgebieden open blijven voor visserij dan kan een visser, als de doelsoort waarop hij vist in het windparkgebied aanwezig is, ook daar zijn visserijactiviteit uitoefenen. Komen tot een verdienmodel vereist echter (op zijn minst) aanpassing van:

  • Parkontwerp: integreer medegebruik vanaf de planfase

  • Wet- en regelgeving: structurele ruimte bieden voor (passieve) visserij, met heldere ecologische en veiligheidsvoorwaarden

  • Goed beheer en monitoring zijn noodzakelijk om overbevissing te voorkomen.

  • Techniek en innovatie: doorontwikkeling van vistuigen die veilig, effectief én ecologisch verantwoord zijn

  • Samenwerking: tussen vissers, windparkexploitanten, overheden, wetenschappers en ngo’s om te komen tot integrale oplossingen

  • Praktijkervaring: via proefprojecten economische haalbaarheid en ecologische impact toetsen

  • Kennisprogramma’s: structurele inbedding van monitoring en onderzoek – niet ad hoc per park of exploitant, maar programmatisch. Alleen dan ontstaat een robuust kennisfundament voor beleidsafwegingen en integrale gebiedsontwikkeling

  • Draagvlak en communicatie: transparante communicatie, participatie van vissers en ruimte voor hun perspectief


  1. Rapporten: 637589, 647976, 659099 en in prep.,↩︎

  2. Programma Noordzee 2022-2027 te downloaden op: Programma Noordzee 2022-2027 - Noordzeeloket↩︎

  3. Voorbeeld Borssele: handreiking-gebiedspaspoort-borssele (2).pdf↩︎

  4. Catalogus voor NiD; f2d3567a-f1fd-4cee-a871-84c76fbddbbb_Hermans et al 2020 NID a catalogue for offshore wind infrastructure.pdf↩︎