Preview document (🔗 origineel)

---

36600 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025

Nr. 66 Brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2025

Op 23 oktober jl. heb ik u toegezegd om voor het IPKO van juni 2025 te komen met een reactie op het ongevraagde advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State van het Koninkrijk (hierna: de Afdeling). Ik heb vernomen dat het IPKO vanwege de NAVO-top is verschoven naar eind september. Graag informeer ik u met deze brief over het voorgenomen proces om te komen tot een nader rapport op het advies van de Afdeling.

Tijdens een bestuurlijk overleg van 6 februari jl. met de minister-presidenten van de Caribische landen hebben wij gezamenlijk afspraken gemaakt om te komen tot een nader rapport. Er is afgesproken dat elk land halverwege mei een eigen inbreng oplevert. Dit is echter helaas niet gelukt. Aruba heeft per brief uitstel verzocht en Curaçao en Sint Maarten hebben ambtelijk laten weten dat zij meer tijd nodig hebben. De Nederlandse inbreng is tijdens de ministerraad van 23 mei 2025 vastgesteld. Om te komen tot een gezamenlijk nader rapport is de inbreng van alle landen essentieel. Ik zal de minister-presidenten van de Caribische landen dan ook een brief sturen waarin ik hen uitnodig om tijdens een bestuurlijk overleg tot nadere afspraken te komen met betrekking tot het op te stellen nader rapport. Indien uit dit bestuurlijke overleg afspraken volgen die van belang zijn voor de Kamer, zeg ik toe de Kamer andermaal te informeren.

Zodra de drie Caribische landen hun standpunt hebben bepaald, die bestuurlijk zijn besproken en gewogen, wordt vanzelfsprekend uw Kamer geïnformeerd.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. Szabó