Voortgangsbrief beleidsreactie eindrapportage commissie verward-onbegrepen gedrag en veiligheid
Brief regering
Nummer: 2025D23903, datum: 2025-05-23, bijgewerkt: 2025-05-23 16:47, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Stand van zaken aanbevelingen Parlementaire Verkenning verward/onbegrepen gedrag en veiligheid
- Beslisnota bij Voortgangsbrief beleidsreactie eindrapportage commissie verward-onbegrepen gedrag en veiligheid
Onderdeel van zaak 2025Z10453:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Medeindiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- : Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (geannuleerd) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-05-27 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-28 15:25: Debat over de parlementaire verkenning Verward/onbegrepen gedrag en veiligheid (Plenair debat (debat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Op 18 november 2024 hebben we een beleidsreactie aan uw Kamer gezonden bij het eindrapport van de parlementaire verkenning ‘Verward/onbegrepen gedrag en veiligheid’. Hierin is een brede gezamenlijke aanpak voorgesteld en is toegezegd uw Kamer over de voortgang te rapporteren en hier met u over in gesprek te gaan.
Met deze brief informeren wij u, mede namens de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), de staatssecretaris van Langdurige en Maatschappelijke Zorg (Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)) en de staatssecretaris van Participatie en Integratie (Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)), over deze gezamenlijke aanpak. In de bijlage van deze brief gaan we in op de voortgang van de specifieke aanbevelingen uit de parlementaire verkenning en de toevoegingen uit de beleidsreactie. De recentelijk ontvangen schriftelijke vragen van uw Kamer over hetzelfde thema, worden voorafgaand aan het plenaire debat op woensdag 28 mei schriftelijk beantwoord.
Inleiding
De afgelopen jaren is een toename te zien van het aantal meldingen van overlast door personen met verward/onbegrepen gedrag. Dit ziet men niet alleen bij de politie (afgelopen jaar naar bijna 150.000 meldingen gestegen), maar ook bij woningbouwcorporaties, binnen de zorg en de maatschappelijke opvang. Dit wil overigens niet zeggen dat de groep van personen met verward/onbegrepen gedrag is gegroeid, zoals we ook in de beleidsreactie beschrijven1.
Wel herkent dit kabinet dat het aantal meldingen stijgt en dat niet altijd de zorg en ondersteuning wordt geleverd die nodig is. Dit kabinet zet met deze aanpak een extra stap ten behoeve van het welzijn van mensen met verward of onbegrepen gedrag en het ontlasten van partijen in het sociaal, zorg- en veiligheidsdomein. Door het anders organiseren van werk worden organisaties beter in staat gesteld hun eigen taken uit te voeren. Tezamen hebben wij een rol in het voorkomen dat mensen de grip op het leven kwijtraken en in een situatie komen waar ze niet meer op eigen kracht uitkomen, en dat zij tijdig de juiste zorg en ondersteuning krijgen als ze die nodig hebben. De aanpak is daarmee verbreed waarbij ook wonen en bestaanszekerheid een plek hebben gekregen. We zijn ervan overtuigd dat we met deze gezamenlijke aanpak de uitgangspositie van mensen met verward/onbegrepen gedrag én hun omgeving kunnen verbeteren. Tegelijkertijd blijft het ook een gelaagd vraagstuk dat van veel factoren afhankelijk is en dat geen eenduidige oplossingen kent. De problematiek is complex en vergt de inzet van vele partijen. En in de ergste gevallen gaat het helemaal mis, zoals bij het vreselijke incident in Nieuwegein in februari jongstleden.2 Daarnaast moeten we ook erkennen dat verward/onbegrepen gedrag een onderdeel van onze steeds complexer ervaren samenleving is en blijft. Incidenten met personen met verward of onbegrepen gedrag zullen, alle inspanningen ten spijt, niet altijd voorkomen kunnen worden.
Gezamenlijke aanpak
Zoals aangekondigd in bovengenoemde brief3 is de afgelopen maanden hard gewerkt aan een interdepartementale aanpak onder regie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) samen met de ministeries van Justitie en Veiligheid (JenV), VWS, VRO en SZW, en in samenwerking met gemeenten, zorg- en veiligheidspartners, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Daarmee voldoen wij tevens aan de uitdrukkelijke wens en aangenomen motie van lid Moonen c.s. uit de Eerste Kamer4 voor een gezamenlijke en gemeenschappelijke aanpak. De opvolgingen van de parlementaire verkenning worden in deze aanpak betrokken.
De minister van BZK bewaakt als procesregisseur de voortgang en samenhang in de opvolging van de aanbevelingen van de parlementaire verkenning, haalt actief signalen op uit de praktijk, en zet zich in voor de juiste randvoorwaarden voor lokale overheden om deze vraagstukken aan te pakken. Ieder bewindspersoon blijft inhoudelijk verantwoordelijk voor de aanbevelingen die onder zijn of haar portefeuille vallen. Tegelijkertijd voelen we een gezamenlijke verantwoordelijkheid om dat, wat tot nu toe is opgebouwd in de regio’s, verder door te ontwikkelen en te verbreden. Onderdeel van de gezamenlijke aanpak zijn het door ontwikkelen van werkende initiatieven, het verbreden naar bestaanszekerheid en wonen, en de werkagenda aansluiting forensische en reguliere zorg.
Doorontwikkeling werkende initiatieven
Er is in de afgelopen jaren reeds veel werk verzet binnen de aanpak van personen met verward of onbegrepen gedrag. Wij gaan hier in de bijlage uitvoerig op in. Zo zijn er de laatste jaren vanuit het Actieprogramma Grip op Onbegrip (AGO) van ZonMW in het hele land initiatieven opgezet die uitgaan van domein overstijgende samenwerking en die zien op een intensievere samenwerking tussen partijen in het zorg- en veiligheidsdomein. Zo is Zuid-Limburg, na de ontwikkeling in Noord-Brabant, een koploper in de implementatie van wijk-GGD’ers ten behoeve van vroegsignalering, werkt men in Twente Noord vanuit straattriage waardoor politiecapaciteit vrij komt voor andere taken, en is in Den Haag door effectieve samenwerking tussen de gemeente, politie en GGZ het aantal meldingen fors gedaald. Maar ook buiten het Actieprogramma om zijn organisaties bezig om beter in staat te zijn met deze doelgroep om te kunnen gaan. Bijvoorbeeld als het gaat over training en opleiding van de politie is het onderwijsaanbod Zorg en Veiligheid aangepast en geactualiseerd.
Op dit moment loopt de monitoring en evaluatie van het actieprogramma Grip op onbegrip. Nu al wordt aangegeven dat de huidige aanpak met het intensiveren van regionale en lerende netwerken juist is maar tijd kost om tot bloei te komen. We zijn daarmee dus op de goede weg. We weten inmiddels ook steeds beter wat werkt. Zo moet de benadering van de aanpak mensgericht zijn, proactief, wijkgericht, herstelgericht en multidisciplinair. Dit zijn belangrijke uitgangspunten voor de doorontwikkeling.
Verbreding naar bestaanszekerheid en wonen
Het bieden van bestaanszekerheid is een eerste en vaak een belangrijke factor in het dichterbij brengen van een oplossing. Hierbij gaat het niet alleen om inkomen, maar ook huisvesting, schuldenproblematiek en werk. Het verbreden en beter verbinden van alle betrokken partners op Rijks- en op lokaal/regionaal niveau moet er aan bijdragen dat we beter dan voorheen, de nadruk kunnen leggen op preventie. In de bijlage gaan we in op huisvesting, het Nationaal Programma Armoede en Schulden en de re-integratieaanpak Individuele Plaatsing en Steun (IPS).
Werkagenda aansluiting forensische en reguliere zorg
Zoals we u hebben gemeld in de beleidsreactie5 wordt het verbeteren van de aansluiting van forensische en reguliere zorg (Werkagenda aansluiting forensische en reguliere zorg) ook in de aanpak betrokken. De voortgang van de werkagenda staat op zichzelf. Uw Kamer zal hier rond de zomer nader over worden geïnformeerd.
Tot slot
De belangrijke verkenning van uw kamer op het onderwerp verward en onbegrepen gedrag, wil ik met de aanpak beschreven in deze brief op een daadkrachtige manier verder brengen. De bijlage laat zien dat de aanpak veelzijdig en domeinoverstijgend is, en dat vele partners hierbij zijn betrokken. Het is van belang te erkennen dat in de aanpak van de problematiek het verschil uiteindelijk in de regio gemaakt zal moeten worden door de gemeenten in samenwerking met de aldaar betrokken partners.
Wij zullen uw Kamer jaarlijks met een voortgangsbrief over de aanpak informeren.
Hoogachtend,
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
De minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
De staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport,
V.P.G. Karremans