[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2025D25282, datum: 2025-06-03, bijgewerkt: 2025-06-03 16:30, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36725 V-3 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2025Z08070:

Onderdeel van zaak 2025Z11034:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 725 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 3 juni 2025

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 22 mei 2025 voorgelegd aan de minister van Buitenlandse Zaken. Bij brief van 30 mei 2025 zijn ze door de minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Klaver

De griffier van de commissie,

Westerhoff

Vragen en antwoorden

1

Hoeveel ambassades zijn er door de bezuinigingen op het postennet gesloten sinds september?

Antwoord:

Er zijn nog geen ambassades gesloten door bezuinigingen op het postennet.

2

Welke ambassades zijn er gesloten of bent u van plan te sluiten naar aanleiding van de bezuinigingen op het postennet?

Antwoord:

Er zijn nog geen ambassades gesloten door bezuinigingen op het postennet. Zoals in de Kamerbrief “Adequaat postennet in tijden van taakstelling” van 17 april 2025 is opgenomen, is het voornemen om vijf ambassades en twee consulaten-generaal te sluiten:

  1. Bujumbura (Burundi)

  2. Havanna (Cuba)

  3. Juba (Zuid-Soedan)

  4. Tripoli (Libië)

  5. Yangon (Myanmar)

Twee Consulaten-generaal (CG):

  1. CG Antwerpen (België)

  2. CG Rio de Janeiro (Brazilië)

Om de taakstelling verder in te vullen is het noodzakelijk om de komende periode nog vier posten te sluiten. Geopolitieke en economische ontwikkelingen nemen we daarbij in overweging. Op een later moment vullen we dit voornemen verder in.

3

Welke posten worden het hardst geraakt door de bezuinigingen op het postennet?

Antwoord:

De posten die gaan sluiten worden het hardst geraakt (zie antwoord op vraag 2). Daarnaast is het ministerie is nu bezig om de effecten van de bezuinigingen voor de posten die open blijven verder uit te werken. Op dit moment is nog niet aan te geven welke posten op welke wijze worden geraakt.

4

Wat is uw inzet op de 'Women, Peace and Security'-agenda? Welke projecten lopen er momenteel onder die noemer?

Antwoord:

Nederland financiert vanuit non-ODA middelen verschillende projecten op dit thema. Vanuit het Stabiliteitsfonds draagt Nederland bij aan het Ukrainian Women Fund gericht op het bevorderen van Vrouwen, Vrede en Veiligheid in Oekraïne. Ook het Elsie Initiative Fund wordt vanuit het Stabiliteitsfonds gefinancierd dat de volledige en gelijkwaardige participatie van geüniformeerde vrouwen binnen VN Vredesoperaties ondersteunt. Met BZ-financiering organiseert het Ministerie van Defensie samen met Spanje trainingen voor civiele en militaire professionals ten behoeve van het integreren van genderperspectief in internationale missies in fragiele staten. Via het Women in Cyber Fellowship draagt Nederland bij aan de deelname van vrouwelijke overheidsvertegenwoordigers aan de onderhandelingen van de VN Eerste Commissie over cyberveiligheid. Naast bovengenoemde geeft het kabinet invulling aan deze agenda via financiering uit ODA middelen en (bilaterale en multilaterale) inzet.

5

Wat is de budgettaire ruimte op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken?

Antwoord:

Bij de eerste suppletoire begroting wordt conform de Rijksbegrotingsvoorschriften voor programmamiddelen alleen gerapporteerd welk gedeelte van de uitgaven juridisch verplicht is. Over de verdere splitsing tussen bestuurlijk gebonden en beleidsmatig gereserveerd wordt alleen bij de ontwerpbegroting gerapporteerd.

Het totale programmabudget (beleidsartikelen 1 t/m 4) van deze eerste suppletoire begroting bedraagt circa EUR 11,9 miljard. Van deze budgetten is circa EUR 11,8 miljard juridisch verplicht. De overige uitgaven zijn bestuurlijk gebonden of beleidsmatig gereserveerd. Het apparaatsbudget (artikel 7) is volledig gereserveerd voor personele en materiële uitgaven.

6

Welke middelen zijn juridisch verplicht, welke zijn bestuurlijk gebonden, welke zijn beleidsmatig belegd en hoeveel middelen zijn nog vrij te besteden?

Antwoord:

Zie het antwoord bij vraag 5.

7

Hoeveel bedraagt naar verwachting de onderuitputting in 2025 en hoeveel bedragen naar verwachting de kasschuiven van 2025 naar latere begrotingsjaren?

Antwoord:

Het budget voor 2025 is grotendeels juridisch verplicht en wordt naar verwachting uitgeput. Het kan voorkomen dat gedurende het jaar ontwikkelingen plaatsvinden waardoor geplande uitgaven vertraging oplopen. Indien noodzakelijk kunnen bij de tweede suppletoire begroting (wijziging samenhangend met de Najaarsnota) budgetten worden aangepast. Hierover wordt uw Kamer op dat moment geïnformeerd. Daarnaast informeren we uw Kamer bij de decemberbrief over de voornaamste budgettaire mutaties ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.

8

Kunt u toelichten uit welke mutaties de toename van de verplichtingen op artikel 2 van per saldo € 58 miljoen zijn opgebouwd?

Antwoord:

De verplichtingenmutatie op artikel 2 wordt met name veroorzaakt door een aanvullende bijdrage aan het Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP) trust fund van de NAVO van EUR 75 miljoen en extra uitgaven van EUR 10 miljoen voor het versterken van de cyberweerbaarheid van Oekraïne. Hier staat een verlaging van het verplichtingenbudget tegenover als gevolg van een overheveling naar het ministerie van Defensie voor de BSB (Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten) beveiliging van een aantal hoog-risicoposten van EUR 25,2 miljoen.

9

Kunt u toezeggen dat onderbouwingen conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW 3.1) voor 2025 nog tijdens de behandeling van deze suppletoire begroting naar de Kamer worden gestuurd, zodat de Kamer haar budgetrecht goed geïnformeerd kan uitoefenen?

Antwoord:

Voor de uitgaven in het kader van de NAVO-top is recent een CW 3.1 formulier aan uw Kamer gestuurd. Met de ontwerpbegroting zal nog een CW 3.1 formulier worden meegestuurd betreffende de mutaties in de huisvestingsportefeuille.

10

Kunt u een overzicht geven van de stand van het huisvestingsfonds in 2025 en de verschillende mutaties bij de suppletoire begroting?

Antwoord:

De stand van de middelenafspraak is EUR 63,7 miljoen. Dit bedrag was niet uitgeput in 2024 en is in de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan het budget van 2025. Dit is ook weergegeven in het jaarverslag, zie ook onderstaande tabel.

Afbeelding met tekst, Lettertype, nummer, lijn Door AI gegenereerde inhoud is mogelijk onjuist.

11

Kunt u toelichten met welke grote verkoop de mutatie van € 452,5 miljoen in 2026 op artikel 7 is gemoeid?

Antwoord:

Zoals ook verder is toegelicht in het jaarverslag van het ministerie van BZ over 2024, Kamerstuk 36 740 V, nr. 1, wordt de wereldwijde vastgoedportefeuille van het ministerie van BZ aangestuurd op basis van een professioneel portfoliomanagement, langs de lijnen van de huisvestingsvisie van het ministerie. In dat kader kan in voorkomende gevallen worden aangestuurd op het aankopen en/of verkopen van vastgoedobjecten. Via het jaarverslag wordt de Kamer daarover meer in detail geïnformeerd. Zoals wordt vermeld in de Memorie van Toelichting worden over lopende vastgoedtransacties geen mededelingen gedaan. Dit hangt samen met het commercieel-vertrouwelijke karakter van dergelijke transacties zo lang als de onderhandelingen daarover nog lopen.

12

In hoeverre is in de raming van de afdrachten aan de Europese Unie (EU) rekening gehouden met de voorgenomen bezuiniging van € 1,6 miljard op de verhoogde EU-afdrachten vanaf 2028?

Antwoord:

In lijn met de budgettaire afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord zet het kabinet in op een beperking van de stijging van de Nederlandse afdrachten aan de EU-begroting met 1,6 miljard ten opzichte van de meerjarige raming. De maatregel uit het Hoofdlijnenakkoord is structureel verwerkt in de raming. De meerjarige raming van de EU-afdrachten beweegt mee met inschattingen van de economische ontwikkeling, inflatie en marktrente.

13

Hoeveel middelen zijn er in totaal vrijgemaakt in de Voorjaarsnota voor het bevorderen van de digitale soevereiniteit van uw departement en de relevante zelfstandige bestuursorganen (zbo's) en agentschappen?

Antwoord:

In de Voorjaarsnota zijn niet expliciet middelen opgenomen inzake de realisatie van ‘digitale soevereiniteit’ van het departement. BZ streeft zeggenschap en controle over digitale middelen na door in verwerving van digitale diensten een zo groot mogelijk handelingsperspectief t.a.v. de leverancier na te streven en daarbij eisen te stellen over controle en zeggenschap in het kader van dataopslag en -verwerking.

14

Met hoeveel is het EU-Bruto Nationaal Inkomen (BNI) in de periode 2023-2028 toegenomen?

Antwoord:

De eerste realisatie cijfers uit de AMECO-database (macro-economische databank van de Commissie) wijzen op een bruto nationaal inkomen (bni) van de Europese Unie van circa 17,2 biljoen euro in 2023. Op basis van verwachte groeipercentages en gehanteerde aannames ramen we dat het EU-bni zal stijgen naar 20,5 biljoen euro in 2028.

4
15

Klopt het dat de ontvangsten van de "grote verkoop" in 2026 geraamd zijn op circa € 450 miljoen?

Antwoord:

Zie het antwoord op vraag 11. Over de details van lopende vastgoedtransacties worden om de voorgenoemde reden geen mededelingen gedaan.

5
16

Met hoeveel stijgen de juridisch verplichte contributies aan de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de Verenigde Naties (VN), de West-Europese Unie (WEU) en het Internationaal Strafhof exact?

Antwoord:

In deze eerste suppletoire begroting zijn in 2025 de volgende verhogingen voor bovengenoemde verplichte contributies verwerkt op basis van de meest recente kasramingen:

  1. Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO): EUR 750.000

  2. Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO): EUR 2,1 miljoen.

  3. Verenigde Naties (VN): EUR 150.000

  4. West-Europese Unie (WEU): EUR 140.000

  5. Internationaal Strafhof : EUR 590.000

5
17

Klopt het dat de stijging van de juridisch verplichte contributies aan de NAVO, de OESO, de VN, de WEU en het Internationaal Strafhof lager is dan de € 10 miljoen die wordt weggehaald van het budget voor crisisbeheersingsoperaties?

Antwoord:

De verlaging van EUR 10 miljoen betreft EUR 8,5 miljoen non-ODA en EUR 1,5 miljoen ODA, omdat 15% van het budget voor VN-Crisisbeheersingsoperaties wordt toegeregend aan ODA. De EUR 8,5 miljoen is grotendeels ingezet voor contributiestijgingen van de NAVO, VN, OESO, WEU, OVSE, het Internationaal Strafhof, de Raad van Europa en de Benelux. De EUR 1,5 miljoen ODA is gedeeltelijk ingezet voor het ODA-deel van de verhoogde contributies met een ODA-component. Het resterende ODA-saldo is conform geldende systematiek overgeheveld naar de BHO-begroting.

5
18

Welke dossiers zijn herbeoordeeld in het kader van de nabetaling op de Traditionele Eigen Middelen?

Antwoord:

In 2024 is op meerdere momenten in het jaar intern analyse en herbeoordeling van de Douane-boekhouding gedaan. Daarnaast heeft naar aanleiding van correspondentie met de Europese Commissie op een aantal momenten herbeoordelingen plaatsgevonden. In deze herbeoordelingen worden meerdere dossiers geanalyseerd. Deze herbeoordelingen kunnen leiden tot bevindingen (bv. onjuist ingehouden perceptiekosten, aanvaarding financiële aansprakelijkheid door Nederland) en worden correcties aangebracht.

5
19

Kunt u toelichten wat concreet de effecten zijn van het structureel verlagen van het budget voor crisisbeheersingsoperaties met € 10 miljoen?

Antwoord:

De Nederlandse bijdrage aan VN-Crisisbeheersingsoperaties betreft een verdragsrechtelijke contributie. De hoogte van de verplichte Nederlandse contributie is afhankelijk van het aantal missies dat de VN uitvoert. Afgelopen jaren was er structureel sprake van onderuitputting op het budget van VN-Crisisbeheersingsoperaties. Daarom is besloten dit budget te verlagen om knelpunten elders op de begroting in te passen. Als blijkt dat het lagere budget onvoldoende is om dit jaar aan de verplichte contributie te voldoen zal het budget bij de tweede suppletoire begroting worden opgehoogd.

5
20

Staat de daling van de subsidies (regelingen) van het mensenrechtenfonds van € 430.000 in directe relatie tot de stijging van de bijdrage (internationale organisaties) mensenrechtenfonds van € 438.000? Zo ja, klopt het dat er een stijging is van het budget van het mensenrechtenfonds en waar bestaat deze uit?

Antwoord:

Ja, er bestaat een directe relatie tussen de verlaging van het onderdeel ‘subsidies’ en de verhoging van het onderdeel ‘bijdrage aan internationale organisaties’. Een aantal voorgenomen financieringen valt niet onder de subsidiewetgeving, dit betreft een bedrag van EUR 430.000 en wordt overgeheveld naar ‘ bijdrage aan internationale organisaties’. Daarnaast is op verzoek van een post een bedrag van EUR 8.000 toegekend uit de eindejaarsmarge aan de betreffende post.

7
21

Kunt u de overheveling van € 430.000 van subsidies mensenrechtenfonds naar de € 438.000 bijdrage mensenrechtenfonds toelichten?

Antwoord:

Zie het antwoord bij vraag 20

8
22

Kunt u de contributieverhoging voor het Internationaal Strafhof van meer dan tien procent nader toelichten? Betalen alle landen die aangesloten zijn bij het Strafhof eenzelfde (procentuele) verhoging? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

De door de Vergadering van Verdragspartijen (Assembly of States Parties) vastgestelde verhoging van het budget voor 2025 houdt hoofdzakelijk verband met inflatiekosten, het noodzakelijke onderhoud van het gebouw, de kosten voor de versterking van de (cyber)veiligheid, extra (tijdelijk) personeel en de tijdelijke verlenging van het mandaat van drie rechters, zodat zij een reeds lang lopende strafzaak kunnen afronden.

Het budget van het Internationaal Strafhof (ISH) wordt door alle 125 verdragspartijen betaald op basis van een verdeelsleutel (scales of assessment), die is gebaseerd op de verdeelsleutel van de VN. De verdeelsleutel van de VN wordt iedere drie jaar opnieuw vastgesteld en in 2024 is de verdeelsleutel vastgesteld voor de periode 2025-2027. Door veranderingen in de verdeelsleutel betalen niet alle verdragspartijen eenzelfde (procentuele) verhoging.

Daarnaast leidt de wijze waarop de door Nederland verstrekte lening voor het gebouw van het ISH wordt afgelost tot verschillen in de hoogte van de verplichte contributies. Sommige verdragspartijen hebben in een eerder stadium hun aandeel in de aflossing van deze lening al in één keer betaald, andere verdragspartijen betalen ieder jaar een deel van de aflossing en de rente.

9
23

Met welke rekenformule wordt de contributie voor het Strafhof vastgesteld? Kunt u een overzicht geven van alle landen die contributie betalen aan het Internationaal Strafhof inclusief de bedragen?

Antwoord:

Zie voor de rekenformule het antwoord op vraag 22. De hoogte van de contributies van individuele verdragspartijen is geen openbare informatie en kan derhalve niet in dit verband worden gedeeld.

9
24

Waaruit bestaat de verhoging van het budget voor het Stabiliteitsfonds?

Antwoord:

Het budget van het non-ODA deel van het Stabiliteitsfonds wordt in 2025 eenmalig opgehoogd met EUR 6 miljoen ten behoeve van non-lethale steun aan de Lebanese Armed Forces (LAF), waarvoor het Stabiliteitsfonds technisch als budgetplaats dient. Daar tegenover staan twee overboekingen vanuit het Stabiliteitsfonds naar het Matra-programma en het budget voor Contra-terrorisme van respectievelijk EUR 600.000 en EUR 630.000 EUR wat resulteert in de mutatie van EUR 4,77 miljoen onder art. 2.4.

11
25

Klopt het dat het Ukraine Women Fund uit het Stabiliteitsfonds wordt gefinancierd?

Antwoord:
Ja, dit project wordt vanuit het Stabiliteitsfonds gefinancierd.

11
26

Klopt het dat het Ukraine Women Fund uit het stabiliteitsfonds wordt wegbezuinigd? Zo ja, is hier een impactanalyse van gemaakt? Welke projecten vallen er precies weg? Kunt u ook toelichten waarom deze bezuiniging plaatsvindt?

Antwoord:
Nee. De oorspronkelijke looptijd van dit project was van 1 januari 2022 tot 1 december 2024, maar het project is verlengd tot 31 augustus 2025. De reden hiervoor is dat het UWF het geld nog niet volledig had besteed. Er is nog geen verzoek voor vervolgfinanciering ingediend.

11
27

Kunt u de overheveling van € 1.564.000 voor ‘accountability Oekraïne’ onder ‘bijdrage aan internationale organisaties’ naar € 1.064.000 voor ‘accountability Oekraïne’ onder subsidies toelichten?

Antwoord:

Het budget voor accountability Oekraïne is in zijn geheel toegekend op ‘bijdrage aan internationale organisaties’. Er zijn echter uit die bijdrage ook organisaties gefinancierd die onder de subsidiewetgeving vallen. Vandaar dat de financiering voor die organisaties is overgeheveld naar ‘subsidies’.

11 12
28

Op welke manier zal Nederland bijdragen aan cyberweerbaarheid van Oekraïne?

Antwoord:

Middelen worden ingezet ten behoeve van cybersecurity-projecten die enerzijds gericht zijn op de versterking van overheidsorganisaties met de meest kwetsbare IT-systemen. Anderzijds, steunt Nederland samen met andere partners - zoals het Verenigd Koninkrijk – de digitale veiligheid van organisaties die het meest cruciaal zijn voor de Oekraïense cybersecurityarchitectuur en, of daardoor, het meest in de belangstelling staan van Rusland. In beide gevallen is het doel niet om Oekraïne volledig te behoeden voor cyberaanvallen, maar om het land een minder aantrekkelijk doelwit te maken voor cyberaanvallen omdat overheidsorganisaties beter beveiligd zijn en cyberincidenten sneller en effectiever worden gemitigeerd. De implementerende partners zijn NGO’s of cybersecurity bedrijven met een actieve presentie in Oekraïne.

Oekraïne bepaalt welke problemen het meest urgent zijn.

14
29

Wanneer ontvangt de Kamer de verantwoording en controle van de € 267.046.000 die Nederland aan de Europese Vredesfaciliteit bijdraagt?

Antwoord:

Om parlementaire controle op de Europese Vredesfaciliteit (EPF) zo goed mogelijk te faciliteren wordt uw Kamer uitvoerig geïnformeerd over de inzet van dit instrument. Gedurende het jaar gebeurt dat voorafgaande de besluitvorming wanneer het een voorstel tot het leveren van lethale steun betreft, bijvoorbeeld via de geannoteerde agenda van een Raad Buitenlandse Zaken. Daarnaast ontvangt uw Kamer een periodieke terug- en vooruitblik.

De formeel opgestelde Raadsdocumenten met betrekking tot EPF steunmaatregelen zijn voor Kamerleden direct toegankelijk op het EU Delegates Portal en het uiteindelijke Raadsbesluit wordt gepubliceerd op EUR-Lex. Het jaarlijkse auditrapport van het externe toezichthoudende College van Auditors is op dit moment alleen toegankelijk voor het kabinet. Omdat het kabinet hecht aan transparantie, heeft het Kabinet bij de recent afgeronde herziening van de EPF ingezet op het versterken van het financiële toezicht en beleid binnen de EPF en op het vergroten van transparantie.1 Als gevolg van deze inzet is - in lijn met de motie Jasper van Dijk en Omtzigt c.s.2 - in het EPF Raadsbesluit opgenomen dat na goedkeuring van het EPF-comité, audit rapporten, opinies en jaarverslagen (gedeeltelijk) openbaar gemaakt kunnen worden. Het kabinet zet zich ervoor in dat aankomende auditrapporten en jaarverslagen voor eenieder openbaar worden gemaakt.

17
30

Kunt u toelichten wat de daling van de post publieksdiplomatie met € 287.000 inhoudt?

Antwoord:

Het budget voor Publieksdiplomatie is onderdeel van het totale KPF non-ODA budget en wordt in de komende jaren verder gekort. Deze daling heeft betrekking op de kortingen die bij de voorjaarsnota op de budgetten (subsidies) van de posten zijn doorgevoerd.

Publieksdiplomatie is een strategisch instrument dat als doel heeft begrip en draagvlak te vergroten voor het geïntegreerde buitenlandbeleid (HGIS) en het eenduidig versterken van de beeldvorming over Nederland in het buitenland. De veranderende geopolitieke realiteit en de kortingen op het budget vragen om een verdere aanscherping van de keuzes voor de inzet van het budget voor Publieksdiplomatie. Dit houdt in dat strategische posten en regio’s voor de beleidsdoelen van het kabinet voorrang zullen krijgen op een deel van het (gedelegeerde) budget. Het gaat hierbij bijvoorbeeld over belangrijke PV’s bij multilaterale instellingen, posten in landen waar Nederland binnen de EU strategische relaties mee heeft, voor Nederland belangrijke strategische posten in de ring om Europa, grote belangrijke bondgenoten buiten de EU en posten in landen waar Nederland nieuwe strategische partnerschappen mee wil sluiten, denk aan BRICS en ASEAN landen.

Het centraal beheerde deel van het budget wordt ingezet voor de ontwikkeling van publieksdiplomatiemiddelen en instrumenten die makkelijk door alle posten (kleinere posten en posten in niet prioritaire regio’s) ingezet kunnen worden.

19 20
31

Kunt u specifiek toelichten waar, naast de circa € 11 miljoen aan consulaire dienstverlening, de € 43,9 miljoen structureel aan extra externe inhuur aan wordt uitgegeven?

Antwoord:

De mutatie van EUR 43,9 miljoen is een technische mutatie om inhuur externen zo realistisch mogelijk te ramen en in lijn te brengen met de realisatie van de afgelopen jaren. Dit betreft niet extra externe inhuur, maar voortzetting van bestaande externe inhuur.

Naast het realistisch ramen is het externe inhuurbudget van beleidsartikel 4 overgeheveld naar niet beleidsartikel 7 conform Rijksbegrotingsvoorschriften zoals vermeld in de Decemberbrief Buitenlandse Zaken 2024. Dit betreft circa EUR 11 miljoen m.b.t. consulaire dienstverlening.

Het uitgavenbudget voor inhuur externen wordt voornamelijk uitgegeven aan ICT-gerelateerde inhuur en inhuur voor consulaire dienstverlening. Dit is in lijn met inhuuruitgaven in voorgaande jaren.

Zie ook antwoord op vraag 39.

21 22
32

Hoeveel van artikel 6.1 is gereserveerd voor loon- en prijsbijstelling?

Antwoord:

Het geheel van begrotingsartikel 6 is in beginsel gereserveerd voor loon- en prijsbijstelling (LPB). Derhalve is LPB van EUR 5,0 miljoen (2025), EUR 7,9 miljoen (2026), EUR 8,2 miljoen (2027), EUR 8,4 miljoen (2028), EUR 8,5 miljoen (2029) en EUR 8,8 miljoen (2030) in het voorjaar 2025 toegekend aan diverse HGIS-budgetten op departementale begrotingen. Dit betreft de departementen van BZ, BHO, J&V, BZK, OCW, FIN, DEF, I&W, EZ, LVVN, SZW en VWS.

In het voorjaar 2025 is door de taakstelling op LPB een meerjarige reeks afgeroomd door FIN ten behoeve van het generale beeld. Deze meerjarige taakstelling is EUR 12,5 miljoen (2025), EUR 13,3 miljoen (2026), EUR 12,1 miljoen (2027), EUR 11,1 miljoen (2028), EUR 10,7 miljoen (2029) en EUR 10,4 miljoen structureel vanaf 2030.

Daarnaast worden soms onvermijdelijke incidentele claims en incidentele tegenvallers gefinancierd vanuit artikel 6.   

23
33

Kunt u een overzicht geven van de taakstelling in het kader van de 22 procent besparing op apparaatskosten voor de komende vijf jaar?

Antwoord:

De totale apparaatstaakstelling voor de komende vijf jaar is opgenomen in onderstaande tabel. Hierbij is de aanvullende taakstelling van EUR 7,395 miljoen vanuit het amendement Bontenbal inbegrepen.

Taakstelling op begrotingsartikel 7 Apparaat
 Bedragen in miljoenen EUR
2025 2026 2027 2028 2029 Structureel
34,595 64,395 92,695 121,095 132,495 132,495

Zowel het kerndepartement van BZ als het postennet maken onderdeel uit van de grondslag. De taakstelling op het postennet is in het Regeerprogramma verlaagd van 22% naar 10% ten behoeve van de instandhouding van een adequaat postennet.

24
34

Wat is de realisatie van deze taakstelling voor het jaar 2024 en wat is de voortgang voor 2025?

Antwoord:

De taakstelling start in 2025 en is structureel vanaf 2029. Voor 2025 is deze volledig ingevuld met beleidsarme technische maatregelen. Deze zijn verwerkt in de voorjaarsnota.

24
35

Welk deel van die taakstelling wordt ingevuld vanuit apparaatsgelden en welk deel vanuit andere middelen en welke zijn dat?

Antwoord:

Het ministerie van Buitenlandse Zaken kent een bezuiniging op het ODA budget, een bezuiniging op de non-ODA programmagelden en een apparaatstaakstelling. De taakstelling op het apparaat wordt grotendeels ingevuld door bezuinigingen op personele en materiële budgetten. Een minimaal deel wordt ingevuld door programmageld.

24
36

Welke ICT-vernieuwingen zullen niet of later plaatsvinden als gevolg van de taakstelling op apparaatskosten?

Antwoord:

In het Hoofdlijnenplan BZ is opgenomen dat het ontwikkelbudget voor I-vernieuwingsprojecten structureel wordt verlaagd. I-vernieuwingsprojecten zijn projecten met een IT-component en een vernieuwingscomponent. Door de taakstelling op de apparaatskosten zijn de komende jaren minder personele en materiële middelen beschikbaar voor het I-(vernieuwings)portfolio. Het structurele karakter van de korting beperkt de mogelijkheden om in de komende jaren I-vernieuwingsprojecten op te starten. Dit zal ertoe leiden dat er scherpe keuzes gemaakt moeten worden en er meer nadruk zal liggen op projecten ten behoeve van de continuïteit van BZ-processen, het voldoen aan wet- en regelgeving en vervanging van end-of-life/end-of-support applicaties. ICT-vernieuwing met oog op verhoging van de cyberweerbaarheid en met het oog op ontwikkeling van AI zal wel zoveel mogelijk doorgang vinden.

24
37

⁠Welk deel van deze taakstelling valt neer bij uitvoeringsorganisaties en wat zijn hier de operationele gevolgen van?

Antwoord:

Het ministerie van Buitenlandse Zaken kent formeel geen uitvoeringsorganisaties zoals deze bij andere ministeries binnen de Rijksoverheid zijn ingericht. Echter zijn er binnen Buitenlandse Zaken naast ondersteunende directies met uitvoerende werkzaamheden, zoals o.a. de Financiële Service Organisatie (FSO), de Hoofddirectie Bedrijfsvoering (HDBV) en Wereldwijd Werken (3W) ook de uitvoering van de consulaire dienstverlening aan de burger binnen de Hoofddirectie Consulaire Zaken (HDCV). De taakstelling zal effect hebben op al deze werkzaamheden.

Het postennet dat opereert ten dienste van het gehele rijk kent een taakstelling van 10%.

24
38

Welke kaders hanteert u voor het realiseren van de taakstelling op de apparaatsuitgaven?

Antwoord:

In een tijd die vraagt om een slagvaardige diplomatie, moet het ministerie van Buitenlandse Zaken het doen met minder geld en minder mensen. Dit dwingt ons nog scherper te kiezen voor wat minimaal nodig is om op te komen voor het Nederlands belang. Voor de invulling van de apparaatstaakstelling is daarom gekeken naar inhoudelijke keuzes zoals onder meer zijn opgenomen in de beleidsbrief voor Ontwikkelingshulp en Buitenlandse Handel. Tevens is ervoor gekozen om beleidsterreinen die raken aan veiligheid en verdienvermogen relatief te ontzien. Ditzelfde geldt voor dienstverlening aan de burger, zoals consulaire dienstverlening. Tot slot is een efficiencyslag toegepast op de gehele organisatie.

24
39

Kunt u een overzicht geven van de ontwikkeling van externe inhuur in de afgelopen vijf jaar en de doelstelling voor de komende vijf jaar?

Antwoord:

De externe inhuur wordt jaarlijks gepubliceerd in het jaarverslag en was in de jaren 2020-2024 als volgt:

Externe inhuur 2020-2024
Per categorie (bedragen in EUR x 1.000) 2020 2021 2022 2023 2024
Interim management                 784                 969                 818                 635                 377
Organisatie- en formatieadvies                     -                     -                 181                   12                   41
Beleidsadvies              1.061                 866                 545                 557              2.068
Communicatieadvisering                     -                 106                 326                 211                 130
Beleidsgevoelig            1.845            1.941            1.870            1.414            2.616
Juridisch advies                   69                   55                 119                     2                 177
Advisering opdrachtgevers automatisering                   54              1.537                 727                     -                   81
Accountancy, financien en administratieve organisatie                 210                 126                 173                     -                     1
(Beleids)ondersteunend                333            1.718            1.019                    2                259
Uitzendkrachten            32.490            40.844            46.948            55.726            62.051
Ondersteuning bedrijfsvoering          32.490          40.844          46.948          55.726          62.051
Totaal uitgaven inhuur externen          34.668          44.503          49.838          57.142          64.925

Het merendeel van de inhuur ter ondersteuning van de bedrijfsvoering betreft IT-specialisten die bij automatiseringsprojecten worden ingezet, waaronder de (door)ontwikkeling van systemen voor de consulaire dienstverlening.

Het doel voor de komende vijf jaar is om binnen de Roemernorm te blijven (norm:10%, realisatie BZ in 2024: 9,17%). Via een taakstellende korting op de inhuurbudgetten is dit geborgd.

Beleidsinhoudelijk sluit BZ aan bij de Rijksbrede aanpak zoals verwoord in de Kamerbrief Terugdringen externe inhuur van 18 april 2025.

24
40

Zijn de gevolgen van de aangekondigde sluitingen van diplomatieke posten voor de inzet voor mensenrechten, vrouwenrechten en het uitdragen van Nederlandse waarden in kaart gebracht? Kunt u uitsplitsen wat er allemaal wegvalt?

Antwoord:

De programmatische bezuinigingen op de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken alsmede de taakstelling zullen weerslag hebben op de reikwijdte van het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Het sluiten van de posten in Bujumbura (Burundi), Havana (Cuba), Juba (Zuid-Soedan) en Tripoli (Libië) betekent dat het mensenrechtenfonds niet meer direct ingezet kan worden in deze landen. Voor 2024 bedroeg het mensenrechtenfondsbudget in deze 4 landen: EUR 4.335.000.

De mensenrechteninzet voor Myanmar zal ondanks het sluiten van de post in Yangon doorgezet kunnen worden via de ambassade in Thailand. De reikwijdte van deze inzet zal echter ingeperkt worden door de fysieke afwezigheid in Myanmar zelf.

In de betreffende landen worden geen non-ODA middelen ingezet op het gebied van het bevorderen en of beschermen van vrouwenrechten en gendergelijkheid. Lastens het ODA budget lopen verschillende programma’s op dit terrein tot eind december 2025.

Nederland blijft zich via diplomatieke inzet en via multilaterale fora hard maken voor mensenrechten inclusief vrouwenrechten, en zal het belang van bescherming en bevordering van mensenrechten, democratie en internationale rechtsorde blijven uitdragen, ook ten aanzien van landen waar de diplomatieke posten niet meer aanwezig zijn.

24 27
41

Hoe is de ondersteuning van vrouwen in huwelijkse gevangenschap in het buitenland momenteel ingericht? Wat is het beleid? Hoe is de informatievoorziening richting die vrouwen?

Antwoord:

Het ministerie van Buitenlandse Zaken verleent consulaire bijstand aan slachtoffers van huwelijksdwang, huwelijkse gevangenschap en achterlating in het buitenland, waarbij nauw wordt samengewerkt met het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA). Het ministerie levert een financiële bijdrage aan het noodfonds van het LKHA dat bedoeld is om de terugkeer naar Nederland van slachtoffers van huwelijksdwang, huwelijkse gevangenschap en achterlating te bekostigen.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken onderzoekt per individuele casus waarin sprake is van huwelijkse gevangenschap in het buitenland samen met het LKHA de mogelijkheden om het slachtoffer zo goed mogelijk bij te staan. Daarbij wordt onder andere rekening gehouden met lokale wetgeving, met name als sprake is van een strafbaar feit, aangezien dat valt onder de jurisdictie van het desbetreffende land.

Tevens verspreidt het ministerie van Buitenlandse Zaken actief informatie over dit thema. Nederlanders kunnen duidelijke en toegankelijke hulp- en contactinformatie vinden op de webpagina van NederlandWereldwijd voor slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating. Ook financierde het ministerie in 2024 een social media-campagne op Schiphol en radiostation Fun-X om potentiële slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating te informeren over hulp die het ministerie in het buitenland kan bieden.

24 27
42

Wat kunt u zeggen over de effectiviteit van het huidige beleid tegen huwelijkse gevangenschap? Hoe vaak wordt een beroep op Nederlandse consulaire dienstverlening gedaan over dit onderwerp? Kan de Kamer hier een rapportage over ontvangen?

Antwoord:

Het is niet eenvoudig de effectiviteit van het Nederlandse beleid tegen huwelijkse gevangenschap nauwkeurig te beoordelen, aangezien betrouwbare en gedetailleerde cijfers over de omvang van dit probleem ontbreken. Huwelijkse gevangenschap is een complex en grotendeels verborgen probleem, mede doordat slachtoffers zich niet altijd als zodanig herkennen of vanwege culturele en familiale loyaliteiten geen hulp zoeken.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken verleent jaarlijks in enkele gevallen consulaire bijstand aan slachtoffers van huwelijksdwang en huwelijkse gevangenschap. Cijfers over consulaire bijstand worden opgenomen in de jaarlijkse publicatie: Staat van het Consulaire.

24 27
43

Bent u bereid de Meerjarenprogrammering Vastgoed met de Kamer te delen?

Antwoord:

Zie het antwoord op vraag 11 over de werking van het portfoliomanagement-systeem van het ministerie van BZ. De Kamer wordt via het jaarverslag geïnformeerd over de belangrijkste ontwikkelingen binnen de wereldwijde vastgoedportefeuille van BZ. De Meerjarenprogrammering Vastgoed is een opsomming van alle lopende en geplande grote projecten en transacties. Om de reden genoemd in het antwoord op vraag 11 en in voetnoot 1 van de MvT worden over de lopende transacties geen mededelingen gedaan. Dat geldt eveneens voor de nog geplande transacties en voor de besluitvormig daarover. Om die reden kan de Meerjarenprogrammering niet publiekelijk met de Kamer worden gedeeld.

25
44

Hoeveel objecten bent u voornemens in 2026 af te stoten?

Antwoord:

Zie het antwoord op vraag 11 over de werking van het portfoliomanagement-systeem van het ministerie van BZ. De Kamer wordt via het jaarverslag geïnformeerd over de belangrijkste ontwikkelingen binnen de wereldwijde vastgoedportefeuille van BZ. Op dit moment wordt wereldwijd gewerkt aan de verkoop van iets meer dan tien vastgoedobjecten. Omdat voor dergelijke transacties met name ook de omstandigheden en de concrete vraag in de markt belangrijke bepalende factoren zijn, zal in de praktijk de planning van zulke transacties relatief vaak worden bijgesteld, mede ten behoeve van het optimaliseren van de opbrengst. In dat licht geef ik er de voorkeur aan om geen exacte uitspraken te doen over het op dit moment geplande aantal verkopen.

26
45

Wanneer staan onomkeerbare stappen in de verkoop van objecten in de planning?

Antwoord:

In de aansturing van een wereldwijde vastgoedportefeuille zoals die van het ministerie van BZ, worden op tal van momenten meer en minder onomkeerbare stappen gezet, zowel rondom de aankoop als de verkoop van objecten. De besluitvorming hierover is ingericht aan de hand van het portfoliomanagement-systeem waarnaar al in een aantal voorgaande antwoorden is verwezen en dat meer in detail is toegelicht in het jaarverslag van het ministerie van BZ over 2024, Kamerstuk 36 740 V, nr. 1. Gedetailleerde informatie over lopende vastgoedtransacties zal in beginsel worden verstrekt na afronding van de betreffende transactie, om de reden die wordt genoemd in voetnoot 1 van de MvT.

32

  1. Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 16 december 2024.↩︎

  2. Motie Kamerstuk 21 501-20, nr. 1907.↩︎