[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Onderzoek naar een nieuwe definitie startups in Wet werkelijk rendement box 3 en aandelenoptieregeling voor werknemers in de loonheffingen

Herziening Belastingstelsel

Brief regering

Nummer: 2025D25555, datum: 2025-06-02, bijgewerkt: 2025-06-04 12:32, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32140 -255 Herziening Belastingstelsel.

Onderdeel van zaak 2025Z11155:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


32140 Herziening Belastingstelsel

Nr. 255 Brief van de staatssecretaris van Financiën

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2025

Met deze brief wil ik, mede namens de Minister van Economische Zaken, uw Kamer informeren over een onderzoek naar het opnemen van een definitie van startups en scale-ups in de fiscaliteit. Het voornemen is om deze definitie te gebruiken in zowel het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 als in de nieuwe aandelenoptieregeling voor werknemers in de loonheffingen.1

Aanleiding

In het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 wordt als hoofdregel belasting geheven via de vermogensaanwasbelasting. Voor onroerende zaken en voor aandelen in en winstbewijzen (hierna: aandelen) van startups en scale-ups geldt echter de vermogenswinstbelasting. Voor deze afwijkende behandeling is in het wetsvoorstel een definitie opgenomen met een aantal criteria waaraan de onderneming moet voldoen, zoals bestaansduur en een maximum aan jaaromzet. Deze definitie sluit echter beperkt aan bij de specifieke kenmerken van startups en scale-ups omdat- vanwege uitvoerbaarheid van de regeling door de Belastingdienst - niet getoetst wordt op innovatie, schaalbaarheid en liquiditeit van de aandelen. Vanwege het belang van succesvolle startups en scale-ups voor het verdienvermogen en de innovatiekracht van Nederland is in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken onderzoek gedaan naar een definitie die beter aansluit bij de kenmerken van startups en scale-ups en tegelijkertijd werkbaar is voor de praktijk en uitvoerbaar is voor de Belastingdienst. Op deze wijze wordt bereikt dat de box 3 heffing op investeringen in aandelen van startups en scale-ups beter aansluit bij de (vaak volatiele) waardeontwikkeling van deze ondernemingen in de praktijk. In deze brief informeer ik u over het onderzoek en de vervolgstappen. Omwille van de eenvoud en overzichtelijkheid van het belastingstelsel is ervoor gekozen om één definitie van startups en scale-ups te hanteren, voor zowel box 3 als de aangekondigde regeling voor aandelen verkregen uit aandelenopties die worden toegekend aan werknemers van startups en scale-ups.

Contouren van de voorgestelde definitie

Startups verschillen van andere ondernemingen. Het zijn jonge innovatieve, technologie-gedreven bedrijven die werken aan een schaalbaar verdienmodel dat gepaard gaat met een internationale groeiambitie. Tijdens de start- en groeifase van dit soort ondernemingen zijn de investeringen in aandelen van deze bedrijven vaak zeer risicovol, nog niet liquide en nog niet waardevast. Dat komt mede omdat dit soort ondernemingen vaak nog niet of nauwelijks winst genereren.

De contouren van een nieuwe definitie van startups houden rekening met de atypische aspecten van startups. In plaats van een toets op bestaansduur en jaaromzet wordt getoetst op innovatie, schaalbaarheid en liquiditeit van de onderneming. Om de uitvoering van de regeling door de Belastingdienst zoveel mogelijk te ontlasten zal de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een belangrijke rol spelen in de toetsing van deze definitie. De RVO heeft ervaring met de beoordeling van startups, omdat ze een vergelijkbare toets uitvoeren voor de Immigratie en Naturalisatiedienst voor de aanvraag van een verblijfsvergunning voor essentieel startup personeel.2

In de nieuwe definitie is sprake van een startup of scale-up als aan de volgende vier cumulatieve voorwaarden is voldaan:

  1. De onderneming innovatief is en er sprake is van schaalbare bedrijfsactiviteiten.

  2. De onderneming kan aantonen welke stappen nodig zijn om deze schaalbare activiteiten en groei te realiseren middels een groeiplan.

  3. De onderneming wordt gedreven als een besloten vennootschap, naamloze vennootschap of een vergelijkbare Europese rechtsvorm.

  4. De onderneming niet in surseance of faillissement verkeert en beschikt over een passende solvabiliteit en liquiditeit voor een innovatieve onderneming met schaalbare bedrijfsactiviteiten.

De onderneming dient bij de RVO een aanvraag in en verstrekt hiervoor de benodigde documenten. Na een positieve beoordeling geeft de RVO een beschikking af aan de onderneming. De onderneming informeert haar aandeelhouders. De aandeelhouders (natuurlijke personen) van de onderneming geven in de aangifte inkomstenbelasting de aandelen in de startup aan onder het regime van de vermogenswinstbelasting in box 3.3 De beschikking van de RVO voor startups heeft in eerste instantie een looptijd van acht jaren, waarna de beschikking in termijnen van vijf jaren na hertoetsing verlengd kan worden.

De aandelen verlaten in box 3 het regime van de vermogenswinstbelasting als de termijn van de beschikking afloopt of als er (gedurende die termijn) sprake is van een van de volgende situaties:

  1. Het is mogelijk om als aandeelhouder 70% of meer (hoofdzakelijk) van de aandelen van het eigen aandelenpakket in het bedrijf aan te bieden voor inkoop door de startup tegen de waarde in het economisch verkeer.

  2. Het is mogelijk om als aandeelhouder 70% of meer (hoofdzakelijk) van de aandelen van het eigen aandelenpakket in het bedrijf aan te bieden aan een andere (rechts)persoon tegen de waarde in het economisch verkeer;

  3. Er is sprake van een beursgang.

Als de aandelen in box 3 het regime van de vermogenswinstbelasting verlaten zal in dat jaar belastingheffing plaatsvinden over het verschil tussen de waarde in het economische verkeer op dat moment en de oorspronkelijke verkrijgingsprijs4 van de aandelen.

Vervolgproces voor box 3

Beoogd is om de nieuwe definitie via een nota van wijziging te verwerken in het wetsvoorstel. De nieuwe definitie wordt in lagere regelgeving nader uitgewerkt en toegelicht. Daarnaast moeten nog een aantal zaken nader onderzocht worden, zoals de uitvoeringsgevolgen voor de Belastingdienst en de RVO. Voor de Belastingdienst zal onder andere gekeken worden naar de ICT-aspecten en de effecten op het toezicht en de handhaving. Specifiek ten aanzien van de RVO moeten afspraken worden gemaakt over de wijze van financiering, moeten richtlijnen worden vastgesteld voor het beoordelingsbeleid en zal de grondslag voor de gegevenslevering tussen de RVO en de Belastingdienst ingericht worden. De uitvoeringsgevolgen voor beide organisaties zullen uiteindelijk worden opgenomen in een uitvoeringstoets. Op basis van de beschikbare informatie is de verwachting dat de nieuwe definitie niet tot wijzigingen in de geraamde budgettaire opbrengst leidt. De definitie past daarmee binnen het uitgangspunt van budgetneutraliteit.

Samenloop met aandelenoptieregeling in de loonheffingen

Voor de beleidsmatige consistentie, herkenbaarheid en uitvoerbaarheid is het wenselijk dat de beoogde nieuwe definitie voor startups en scale-ups in box 3 ook gaat gelden voor de nieuwe aandelenoptieregeling voor werknemers in de loonheffingen. Om te worden toegelaten tot de aandelenoptieregeling voor startups en scale-ups in de loonbelasting, zal de startup/scale-up op het moment van toekenning van de aandelenopties dienen te beschikken over een positieve beschikking van de RVO. Bij de uitwerking van de nieuwe regeling zal nog worden besloten of en in hoeverre in overgangsrecht zal worden voorzien voor aandelenopties die al voor inwerkingtreding van de nieuwe regeling zijn/worden toegekend. Het kabinet is op dit moment voornemens de aandelenoptieregeling in de loonbelasting te introduceren per 2027 voorafgaand aan de introductie van het nieuwe box 3-stelsel per 2028.

De staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen


  1. Kamerstuken II 2024/25, 36725, nr. 1, p. 35.↩︎

  2. Kamerstukken II, 2020/21, 30573, nr. 184↩︎

  3. Uiteraard voor zover de aandelen als bezitting in box 3 kwalificeren. Bij een aandelenbelang van 5% of meer is sprake van een aanmerkelijk belang in box 2.↩︎

  4. Als de aandelen in de startup bij inwerkingtreding van het nieuwe box 3-stelsel al in bezit zijn, wordt de verkrijgingsprijs niet gesteld op de oorspronkelijke verkrijgingsprijs, maar op de waarde in het economische verkeer op 1 januari 2028. Wanneer een onderneming op een later moment gaat kwalificeren als een startup wordt de verkrijgingprijs van de aandelen gesteld op de waarde in het economische verkeer ten tijde van de overgang naar het regime van de vermogenswinstbelasting.↩︎