[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Standen van de uitvoering op het VWS-domein 2025

Modernisering van de overheid

Brief regering

Nummer: 2025D25746, datum: 2025-06-03, bijgewerkt: 2025-06-04 13:11, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29362 -379 Modernisering van de overheid.

Onderdeel van zaak 2025Z11208:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 379 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2025

Met deze brief bied ik u de vierde serie van de Standen van de Uitvoering op het VWS-domein aan.1 Het doel van de Standen van de Uitvoering is het verbeteren van de publieke dienstverlening door het structureel versterken van de aandacht voor de uitvoering. Eenzelfde brief stuur ik naar de voorzitter van de Eerste Kamer.

In de Standen van de Uitvoering delen uitvoeringsorganisaties ongefilterd signalen en knelpunten uit de uitvoeringspraktijk met het parlement, het kabinet en het bredere publiek. Het uitbrengen van een Stand per domein of organisatie is een kabinetstoezegging.2 Jaarlijks worden uitvoeringsorganisaties uitgenodigd hun signalen op deze manier met de Kamers en het brede publiek te delen. Dit jaar publiceren de organisaties CAK, CCMO, CIBG, CIZ en DUS-I wederom een Stand van de Uitvoering. Voor deze organisaties betreft dit de derde of vierde editie. Daarnaast heeft de Sociale Verzekeringsbank (SVB)3 dit jaar voor het eerst een Stand uitgebracht, uitsluitend voor het PGB-deel van haar werkzaamheden.

Ik waardeer het dat deze organisaties wederom energie hebben gestoken in het inzichtelijk maken van de knelpunten die burgers, zij zelf en/of organisaties waar zij voor werken, in de dagelijkse praktijk ervaren. In de afgelopen vier jaar dat de Standen van de Uitvoering zijn uitgebracht, zijn verschillende succesvolle verbeteringen gerealiseerd om aangedragen knelpunten in de uitvoering op te lossen. Tegelijkertijd zie ik ook dat sommige knelpunten en signalen blijven terugkomen. In deze brief is daarom ook aandacht voor deze terugkerende signalen, waarbij wordt aangegeven waarom een oplossing niet altijd eenvoudig voorhanden is en wat het ministerie van VWS heeft gedaan of gaat doen om deze knelpunten op te lossen.

Verder besteed ik aandacht aan het terugkerende overkoepelende knelpunt gegevensdeling, waarbij ik aangeef welke stappen VWS als geheel zet op dit knelpunt. Daarna reageer ik op de knelpunten per organisatie.

Overkoepelend knelpunt: gegevensdeling

Ook dit jaar melden CAK, CIBG, CIZ en DUS-I knelpunten rondom gegevensdeling in hun Stand van de Uitvoering. Dit is in lijn met de Standen van de afgelopen jaren. Ik werk interdepartementaal aan het oppakken en oplossen van knelpunten in gegevensdeling. Afgelopen jaar is daarbij ook meer aandacht gekomen voor de zogenaamde ‘grondoorzaken’ die ten grondslag liggen aan knelpunten. Naast casuïstiek oplossen, gaat het daarbij ook om het ontwikkelen van kennis en kunde om naar de toekomst toe knelpunten weg te nemen.

Voorbeelden van de inzet vanuit VWS zijn:

  • VWS werkt samen met het programma Interbestuurlijk Datastrategie (IBDS) van BZK voor de aanpak van knelpunten. Naast ondersteuning bij concrete casuïstiek worden inzichten hiervan ook breder binnen de overheid gebruikt om van te leren. Onlangs is vanuit de IBDS de Centrale Commissie Gegevensgebruik (CCG) opgericht om doorbraken te faciliteren bij knelpunten op het vlak van gegevensgebruik. VWS deelt inzichten in grondoorzaken met deze commissie;

  • Een concreet voorbeeld van een gegevensknelpunt dat bij de IBDS wordt ingebracht is het knelpunt van CAK omtrent de wens om contactgegevens van nabestaanden te kunnen ontvangen van de Belastingdienst (Stand CAK, knelpunt 1). Vanuit VWS wordt dan ook gestuurd op prioriteit voor deze problematiek;

  • Het jaarlijkse wetstraject van Verzamelwet gegevensverwerking VWS. Dit betreft beleidsarme VWS-onderwerpen en het creëren van juridische grondslagen bij het verwerken van (bijzondere) persoonsgegevens. Binnen de verzamelwet brengt VWS herstelwetgeving verder, ook op andere dossiers, en werken beleidsdirecties op verschillende onderwerpen met onze uitvoeringsorganisaties samen om tot goed uitvoerbare wetgeving te komen.

De status van de verschillende verzamelwetten is als volgt:

Wetstraject Status
Verzamelwet gegevensverwerking VWS I De Eerste Kamer en Tweede Kamer hebben ingestemd met dit wetsvoorstel
Verzamelwet gegevensverwerking VWS IIa Dit wetsvoorstel ligt voor in de Eerste Kamer
Verzamelwet gegevensverwerking VWS IIb Dit wetsvoorstel ligt voor in de Tweede Kamer
Verzamelwet gegevensverwerking VWS III VWS heeft advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) ontvangen voor dit wetsvoorstel en is dit aan het verwerken
Verzamelwet gegevensverwerking VWS IV Dit wetsvoorstel is nog in voorbereiding

Ook werkt VWS dit jaar verder aan de implementatie van het Beleidskompas. Een van de uitgangspunten van het Beleidskompas is het structureel vroegtijdig betrekken van uitvoerings- en toezichtorganisaties bij het maken van beleid. Het samen met alle betrokkenen volgen van de stappen van het Beleidskompas bij het aanpakken van de knelpunten draagt bij aan een betere samenwerking. Daarnaast heeft informatievoorziening in het algemeen en data specifiek ook aandacht nodig binnen de beleidsvorming. Hierin werkt VWS mee in de centrale aanpak vanuit het Rijk.

Het feit dat veel van de knelpunten uit eerdere Standen terugkomen, onderstreept de weerbarstigheid ervan. Gegevensdelingsproblematiek is complex en de aanpak ervan vraagt veel inzet van zowel beleid als uitvoering. Voor veel knelpunten wordt gevraagd om wet- of regelgeving aan te passen. Er blijken echter vaak ook andere opties te zijn om gegevensdeling mogelijk te maken, binnen de ruimte die wet- en regelgeving al biedt. Daarmee zie ik een breder handelingsperspectief dan alleen het aanpassen van wet- en regelgeving en is vaak nadere analyse nodig om te bezien wat de beste oplossing is. Hierover ben ik op meerdere dossiers ook in gesprek met mijn uitvoeringsorganisaties.

Ik herken het appèl om deze knelpunten op te lossen. Voor een aantal knelpunten geldt dat hierop wordt samengewerkt, maar ook dat de concrete voortgang beperkt is. De komende periode zal ik mij inzetten om de aanpak vanuit VWS voor het oplossen van deze knelpunten goed te organiseren. Zo werk ik aan een heldere prioritering, zodat we de belangrijkste knelpunten als eerste effectief oppakken. Daarnaast zie ik dat inzet op bestuursniveau nodig is om tot concrete afspraken te komen.

Reactie per organisatie

CAK

Het CAK is onder andere verantwoordelijk voor het vaststellen en innen van de eigen bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning, verblijf in een zorginstelling of een persoonsgebonden budget. Ook verricht het CAK betalingen aan zorgaanbieders op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Daarnaast voert het CAK regelingen uit voor mensen die anders buiten het Nederlandse zorgstelsel vallen, zoals regelingen voor onverzekerden en burgers met een premieachterstand.

Het CAK vraagt in de Stand van de Uitvoering aan het parlement om aandacht te hebben voor de complexiteit van het stelsel van zorg en welzijn. Het CAK geeft daarbij aan dat wetten en regels de uitvoering soms complex maken en voor schrijnende situaties en onbegrip zorgen bij burgers. In de Stand benoemt het CAK negen knelpunten waarvan zij aangeeft dat deze alleen met hulp van het parlement op te lossen zijn.

Complexiteit van wetten en regels is een herkenbaar probleem. Daarom ben ik, samen met het CAK en ketenpartijen, aan de slag gegaan met enkele punten die in de huidige en eerdere Standen van de Uitvoering van het CAK zijn benoemd. Gezamenlijk hebben wij hier al mooie stappen ingezet. De verwachting is dat per 1 januari 2026 de ‘compensatie vervallen ouderentoeslag’ (knelpunt 7) wordt afgebouwd. Daarnaast wordt in beginsel de eigen bijdrage bij jongeren opgelegd op basis van het inkomen en vermogen van twee jaar eerder en wordt indien het inkomen niet bekend is de minimale eigen bijdrage opgelegd (knelpunt 6).

Punten die wij gezamenlijk onderkennen en waarop wij direct invloed hebben, worden voortvarend opgepakt. Indien nodig werk ik hierbij samen met andere departementen. Het CAK stipt echter ook knelpunten aan die breder zijn dan alleen de uitvoering door het CAK. Sommige van deze knelpunten zijn dusdanig complex dat ze niet door één of enkele concernorganisaties of departementen op te lossen zijn. Daarnaast vragen ze soms om politieke keuzes. Dit speelt onder andere bij het knelpunt dat gaat over schuldenproblematiek (knelpunt 1) en het knelpunt dat raakt aan de bestaanszekerheid van burgers (knelpunt 5). In de Stand van de Uitvoering roept het CAK bij deze knelpunten de politiek op om hier actie op te ondernemen.

CCMO

De Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) waarborgt de bescherming van studiedeelnemers die zijn betrokken bij medisch-wetenschappelijk onderzoek. Dit doet de CCMO samen met 13 medisch-ethische toetsingscommissies (METC’s) door toetsing van voorstellen voor onderzoek.

In de Stand van de Uitvoering vraagt de CCMO terecht aandacht voor de urgente situatie die is ontstaan. Dat de CCMO aangeeft dat klinisch onderzoek in Nederland en Europa afneemt, is een belangrijk en helaas bekend signaal. Een goed klimaat voor klinisch onderzoek in Nederland is belangrijk voor patiënten, zorgverleners en de economie. Door klinisch onderzoek kunnen nieuwe behandelingen sneller beschikbaar komen. Het is dan ook van belang om Nederland aantrekkelijk te houden voor het uitvoeren van klinisch onderzoek.

De CCMO geeft aan dat er verschillende uitdagingen zijn binnen het medisch-ethisch toetsingslandschap, zoals verplichtingen uit Europese wetgeving. De vierde evaluatie van de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO) en de CCMO onderstrepen deze uitdagingen. De reactie hierop heeft u op 6 december jl. ontvangen4. Samen met de Nederlandse Vereniging van Medisch-Ethische Toetsingscommissies (NV METC) heeft de CCMO aanbevelingen voor een herstructurering van het complexe toetsingslandschap gedeeld. Ik neem dit mee in mijn overweging tot een herstructurering en zal hier deze zomer een besluit over nemen.

In het verlengde hiervan ondersteun ik de CCMO bij het behalen van efficiëntie en een betere samenwerking. Een meer gestroomlijnde samenwerking tussen de verschillende ketenorganisaties, alsook een verbetering van het ICT-netwerk, kunnen hieraan bijdragen.

Daarnaast vind ik het betrekken van de onderzoeksdeelnemers belangrijk. Patiënten en gezonde deelnemers dienen goed geïnformeerd te zijn, maar moeten ook goed bereikt kunnen worden. Dat begint bij de informatievoorziening. Daarom ben ik blij dat de CCMO hierop focust de komende tijd. Ook de website OMON5 draagt hieraan bij.

CIBG

Het CIBG biedt burgers, (zorg)professionals en (overheids)organisaties transparante en betrouwbare data over zorg en welzijn. Het CIBG geeft inzicht in wie is wie, wie kan wat en wie mag wat bij taken, onder andere via registers en knooppunten zoals het Donor- en BIG-register.

Het CIBG identificeert in de Stand van de Uitvoering twee grote verbeterpunten, te weten; het verbeteren van de integraliteit van de publieke dienstverlening; en het elkaar versterken in de ontwikkeling en uitvoering (van beleid en) van wet- en regelgeving.

In de Stand focust het CIBG opnieuw op deze twee verbeterpunten, omdat de verbetermaatregelen gezien de complexiteit en integraliteit niet binnen één jaar te realiseren zijn.

Ik herken het verbeterpunt om de integraliteit van de publieke dienstverlening te verbeteren. Hiertoe werken VWS en het CIBG samen aan een verdere professionalisering van het coördinerend opdrachtgeverschap en sturing om de integraliteit en daarmee dienstverlening te verbeteren. Het coördinerend opdrachtgeverschap is inmiddels versterkt op strategisch en tactisch niveau, wat de samenhang van beleid ten goede komt. Dit heeft ook de komende tijd mijn aandacht.

Daarnaast onderschrijf ik de geformuleerde punten en de maatregelen die het CIBG benoemt omtrent het versterken van elkaar in de ontwikkeling en uitvoering (van beleid en) van wet- en regelgeving. Het vaker bij elkaar brengen van opdrachtgevers en het CIBG zal ertoe leiden dat signalen vaker proactief gedeeld worden. Dit versterkt de betrokkenheid bij de totstandkoming en uitvoering van beleid en wet- en regelgeving. Ik zal mij hier de komende periode voor blijven inzetten.

CIZ

Het CIZ stelt indicaties voor de Wet langdurige zorg (Wlz) en toetst het besluit tot opname en verblijf in het kader van de Wet zorg en dwang (Wzd). Ook brengt het CIZ, in opdracht van het ministerie van SZW, een advies uit aan de Sociale Verzekeringsbank over de zorgbehoefte van kinderen, wanneer ouders een aanvraag indienen voor dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg.

Het CIZ licht in de Stand van de Uitvoering drie knelpunten uit die zij tegenkomt in de uitvoering, namelijk: gegevensuitwisseling tussen domeinen, knellende financieringsvormen en de eenduidigheid van het zorgstelsel.

Ik herken dit en ben voortdurend in gesprek met het CIZ over uitdagingen en knelpunten die zij tegenkomen als poortwachter van de toegang tot de langdurige zorg. Daarnaast spreek ik met het CIZ over de toekomstbestendigheid van de langdurige zorg en de voornemens uit het regeerprogramma, zoals rondom herindicaties in de verpleeghuiszorg en de afstemming tussen zorgwetten. De punten die het CIZ benoemt rondom de eenduidigheid van het zorgstelsel en de knellende financieringsvormen betrek ik bij de uitwerking van deze toekomstplannen.

Verder onderschrijf ik dat het CIZ aandacht vraagt voor het thema gegevensuitwisseling. VWS werkt mee om knelpunten rondom dit thema weg te nemen. Zo onderzoek ik samen met het CIZ welke mogelijkheden er zijn voor het CIZ om onderzoek te doen met hun eigen data. Tegelijkertijd geldt dat gegevensuitwisseling alleen is toegestaan wanneer er een duidelijke en specifieke wettelijke grondslag is en het doel van de uitwisseling concreet en gerechtvaardigd is. Eventuele aanpassing van wet- en regelgeving vergt daarom een zorgvuldige en uitgebreide juridische analyse.

DUS-I

De Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) is een expertisecentrum op het gebied van subsidies en is verantwoordelijk voor de uitvoering van ruim honderdvijftig subsidieregelingen, tegemoetkomingen en specifieke uitkeringen van het ministerie van VWS en het ministerie van OCW.

DUS-I benoemt in de Stand van de Uitvoering, net als vorig jaar, dezelfde vier knelpunten waarmee de dienst geconfronteerd wordt: complexiteit en lastendruk, politieke (tijds)druk, gegevensuitwisseling en organisatorische duurzaamheid. Vorig jaar heeft DUS-I opdrachtgevers VWS en OCW geattendeerd op maatregelen ter verlichting van deze knelpunten, waaronder het vroegtijdig betrekken van DUS-I bij de totstandkoming van nieuwe subsidieregelingen. Naar aanleiding hiervan heb ik het initiatief genomen om DUS-I vanaf het begin van het subsidieproces te betrekken, onder meer door middel van het Beleidskompas en het Expertisecentrum Instrumentkeuze (ECIK). Hiermee zijn de eerste stappen gezet richting vermindering van complexiteit, lastendruk en politieke druk.

In de huidige Stand geeft DUS-I inzicht in de acties die zij zelf onderneemt om verbetering te realiseren op de genoemde terreinen. DUS-I is actief betrokken bij het ECIK en heeft de intentie om actief bij te dragen aan de doenvermogentoets in het Beleidskompas. Tevens heeft DUS-I het initiatief genomen om beleidsdirecties te informeren over hun programma Optimale Dienstverlening, waarbij zij streven naar meer uniformiteit in de opzet en uitvoering van regelingen. Dankzij de vroege betrokkenheid kan DUS-I tevens tijdig starten met de voorbereidingen voor doeltreffende gegevensuitwisseling. Ik waardeer de inzet die DUS-I zelf pleegt op het oplossen van knelpunten.

Er zijn ook knelpunten die DUS-I niet alleen op kan lossen. Gegevensdeling blijft een complex vraagstuk met knelpunten in wet- en regelgeving. Ik zal de komende tijd samen met DUS-I en betrokken ministeries bezien wat er nodig is om de gegevensdeling te verbeteren.

Op het gebied van organisatorische duurzaamheid hebben zowel VWS als DUS-I vooruitgang geboekt. Zo is er gezamenlijk, inclusief betrokkenheid van opdrachtgever OCW, een financieel onderzoek opgestart, gericht op de ontwikkeling van een nieuw kostprijsmodel en een passende financieringssystematiek, waarvan de resultaten naar verwachting rond de zomer beschikbaar zullen zijn. Daarnaast heeft DUS-I interne stappen gezet ter verbetering van haar dienstverlening. Het aanpakken van de benoemde knelpunten is een gezamenlijk proces waar we de komende periode stappen in blijven zetten.

SVB - PGB

De Sociale Verzekeringsbank (SVB) is een zbo met hoofdopdrachtgever SZW, en is verantwoordelijk voor het uitvoeren van verschillende regelingen in de sociale zekerheid en zorg, zoals de AOW, kinderbijslag, wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en het Persoonsgebonden budget (PGB). De Stand 2025 is specifiek uitgebracht over het PGB. VWS is opdrachtgever van het PGB.

De SVB zet zich elke dag weer in voor budgethouders en hun zorgverleners. Zij zorgen ervoor dat de budgetadministratie en betaling van de zorg die onder een PGB wordt geleverd zo goed als mogelijk verloopt. Vanuit die expertise, schetst de SVB drie knelpunten die mij niet onbekend zijn: administratieve last door werkgeverschap, conflicterende (arbeids)wetgeving en de verschillende uitwerking van de vier zorgwetten waarbinnen PGB mogelijk is.

De staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg is verantwoordelijk voor de goede uitvoering van het PGB. Zij richt zich binnen deze verantwoordelijkheid onder andere op het wegnemen van de administratieve last die budgethouders ervaren bij het werkgeverschap in het PGB. Daarbij is het doel om de eerste twee knelpunten die de SVB beschrijft (zo veel als mogelijk) weg te nemen. Bij de uitwerking van mogelijke oplossingen is, naast andere belanghebbenden, ook de SVB betrokken. De oplossingsrichting die de SVB voorstelt, wordt in dit traject betrokken.

Ten aanzien van het derde knelpunt merk ik als eerste op dat het PGB een leveringsvorm van zorg is, gelijkwaardig aan ‘zorg in natura’. Beide leveringsvormen zijn daarbij verankerd in verschillende wetten. Ik herken dat deze wetten in de praktijk niet altijd even goed op elkaar aansluiten. In het regeerprogramma is daarom ook opgenomen dat het kabinet ervoor zal zorgen dat de zorgwetten beter op elkaar worden afgestemd en daar waar doorrekeningen aantonen dat het goedkoper en efficiënter kan, worden voorbereidingen getroffen om ze ook samen te voegen. Daarom loopt er momenteel een verkenning op dit onderwerp. VWS werkt momenteel aan afspraken met partijen in het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg. En verder werkt de staatssecretaris, onder andere via de ‘werkagenda Nationale Strategie VN verdrag Handicap’, aan oplossingen om de ervaringen van mensen die langdurige zorg nodig hebben te verbeteren.

Tot slot

Ik waardeer het enorm dat deze zes organisaties hebben geïnvesteerd in het opstellen van een Stand van de Uitvoering. Met het ongefilterd delen van de knelpunten geven zij het kabinet, het parlement en het bredere publiek waardevolle inzichten in hoe zij hun taken uitvoeren en de dilemma’s en knelpunten waar zij in de praktijk mee te maken hebben. Dit helpt om de uitvoering te verbeteren en schrijnende situaties en onbegrip bij burgers te voorkomen.

U heeft kunnen lezen dat de afgelopen vier jaar in samenwerking met de uitvoering successen zijn geboekt omtrent het oplossen van knelpunten. Ondanks dat sommige knelpunten minder snel en eenvoudig op te lossen zijn, blijf ik mij inzetten voor oplossingen die de publieke dienstverlening verbeteren. Daarnaast zal elke Stand tijdens de bestuurlijke overleggen worden besproken om dieper in te kunnen gaan op problematiek en oplossingsrichtingen.

Vanuit de beschikbare middelen voor Werk aan Uitvoering zijn tijdens de voorjaarsbesluitvorming aanvullende plannen goedgekeurd voor onder andere het CAK en DUS-I. Ik verwacht dat deze middelen ook bijdragen aan de verdere verbetering van de publieke dienstverlening.

De organisaties zijn graag bereid verdere toelichting aan de Kamer te geven over de benoemde knelpunten en voorgestelde oplossingsrichtingen.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Agema


  1. Voor eerdere brieven zie Kamerstukken 2021/2022, 29 362, nr. 307; Kamerstukken 2022/2023, 29 362, nr. 329 en Kamerstukken 2023/2024, 29 362, nr. 360↩︎

  2. Zie Kabinetsreactie rapporten Werk aan Uitvoering: het versterken van de publieke dienstverlening, d.d. 5 maart 2021 (Kamerstuk 29362, nr. 290).↩︎

  3. De SVB is een zbo onder het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.↩︎

  4. Kamerstukken II, vergaderjaar 2024-2025, 29 963 nr. 25.↩︎

  5. Overzicht van Medisch-wetenschappelijk Onderzoek in Nederland (OMON)↩︎