Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. Geannoteerde Agenda formele Telecomraad 6 juni 2025 (Kamerstuk 21501-33-1130)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D25926, datum: 2025-06-03, bijgewerkt: 2025-06-06 10:16, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N.T.P. Wingelaar, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: S.R. Muller, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z09819:
- Indiener: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Medeindiener: F.Z. SzabĂł, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-05-22 14:14: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-03 15:00: Telecomraad (Formeel) op 6 juni 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (đ origineel)
2025D25926 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brieven d.d. 20 mei 2025 âGeannoteerde Agenda van de formele Telecomraad 6 juni 2025â (Kamerstuk 21501-33-1130), d.d. 23 april 2025 âVerslag informele Telecomraad 4-5 maart 2025â (Kamerstuk 21501-33-1128) en d.d. 3 maart 2025 âAntwoorden op vragen commissie over o.a. de Telecomraad (informeel) 4-5 maart 2025â (Kamerstuk 21501-33-1113).
De voorzitter van de commissie,
Wingelaar
Adjunct-griffier van de commissie,
Muller
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractieII Antwoord/reactie van de bewindspersoon
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken behorende bij het in een schriftelijk overleg omgezet commissiedebat van 3 juni 2025 over de Telecomraad (Formeel) op 6 juni 2025. Naar aanleiding hiervan hebben deze leden nog een aantal vragen.
Zij lezen in de geannoteerde agenda dat de Raad zal spreken over
satelliet connectiviteit als bouwsteen voor strategische autonomie,
waarbij wordt vermeldt dat de Europese Commissie bezig is met de
ontwikkeling van IRIS2 (Infrastructure for Resilience,
Interconnectivity and Security by Satellite).
Het kabinet stelt in haar schrijven dat zij deze ontwikkeling steunt en
dat zij, binnen de beschikbare middelen, inzet op gerichte deelname van
Nederlandse partijen aan dit strategisch belangrijke Europese project.
Kan het kabinet toelichten welke middelen het inzet om deelname van
Nederlandse partijen aan dit project te garanderen?
De leden van de PVV-fractie lezen ook in de geannoteerde agenda dat de voorbereidingen op de WRC (World Radio Conference), waar iedere vier jaar in VN-verband de verdeling van de frequenties wordt besproken, in Europees verband reeds gestart zijn en er aan een Europees standpunt gewerkt wordt. Deze leden vragen wat de Nederlandse inbreng hierin is en of de EU of VN leidend is op dit vlak.
Zij constateren daarnaast dat het beleidsdebat over het mobiliseren van investeringen in AI geagendeerd staat voor de Telecomraad. De leden van de PVV-fractie vragen in hoeverre het kabinet voornemens is om, in lijn met de motie van de leden Martens-America en Vermeer over het voortouw nemen om in de EU te komen tot een Omnibus voor digitale wetgeving (Kamerstuk 21501-30, nr. 645), het recent gewijzigde Nederlandse standpunt over te brengen tijdens de Telecomraad en het belang van de vereenvoudiging van de AI Act alsook een implementatiepauze daarvan te benadrukken.
Tot slot lezen deze leden dat in de raadsconclusies wordt benadrukt dat de Europese Unie zich sterker dient te positioneren in strategisch gevoelige onderdelen van de digitale infrastructuur, waaronder de afhankelijkheid van niet-Europese technologieaanbieders op het gebied van 5G, 6G, onderzeese kabels en satellietcommunicatie. Hierop aansluitend wordt in de âNon-Paper Towards a Strong and Competitive European Digital Connectivity Ecosystemâ opgemerkt dat we hiervoor de concurrentie in stand moeten houden, waarbij de focus vooral lijkt te liggen op de consumentenprijs. Deze leden willen gaarne vernemen welke andere maatregelen het kabinet voornemens is te nemen om ons concurrentieniveau op bijvoorbeeld het gebied van 5G en 6G op hoofdniveau te brengen om onze afhankelijkheid van andere partijen te beperken.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de Telecomraad. Deze leden betreuren dat door de politieke chaos in Nederland, we onze verantwoordelijkheid in Europees verband niet goed kunnen nemen. Over de stukken en de politieke situatie hebben de leden vragen en opmerkingen.
Ten eerste vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie welke gevolgen de politieke crisis in Den Haag heeft voor de inzet van het kabinet in de Telecomraad. Op welke manier is Nederland straks vertegenwoordigd in de Telecomraad? Hoe besluitvaardig kan Nederland in de Telecomraad nog zijn na het vallen van het kabinet? Hoe worden de werkzaamheden van de staatssecretaris van Digitalisering en Koninkrijksrelaties en de minister van Economische Zaken voortgezet in de komende periode? Is het nog steeds de verwachting dat dit kabinet de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, het herziene cloudbeleid en een kabinetsvisie over digitale autonomie presenteert, ook in demissionaire vorm?
Deze leden moedigen het aan dat Nederland bijdraagt aan Europese projecten die bijdragen aan de strategische autonomie. De betrokkenheid van Nederland bij het IRIS-project voor een weerbare Europese satellietconnectiviteit, is volgens deze leden noodzakelijk. Zij vragen u om duidelijk te maken welke middelen hiervoor beschikbaar zijn. Het is van het grootste belang dat digitale infrastructuur geen structurele afhankelijkheden kent van niet-Europese partijen. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen u om toe te lichten welke afhankelijkheden de satellietconnectiviteit nu kent, en hoe Nederland bij zal dragen in het wegnemen van die knelpunten. Daarnaast vragen deze leden hoe er rekening wordt gehouden met datatoegang en -uitwisseling in de ontwikkelingen rondom een Europees satellietsysteem. Wie is er verantwoordelijk voor het beschermen van de data die wordt verwerkt binnen een eigen Europese satellietconstructie? Wie krijgen toegang tot deze satellietdata? Zij vragen of satellietconnectiviteit een plek krijgt in de aangekondigde kabinetsvisie over digitale autonomie, mocht die er nog komen. Volgens de GroenLinks-PvdA-fractie heeft Nederland genoeg kennis in huis om een waardevolle bijdrage te leveren aan deze ontwikkeling en vragen u dit te doen.
Deze leden staan positief tegenover Europese inspanningen voor een eigen AI-infrastructuur. Zij benadrukken dat er een unieke kans is om volgens Europese waarden AI-toepassingen te ontwikkelen voor maatschappelijke doelen. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen u om nader in te gaan op het strategische belang van een Europese AI-infrastructuur. Geven lidstaten een âcommitmentâ om Europese AI-toepassingen ook zelf af te nemen, naast financiĂ«le toezeggingen? Dat is volgens deze leden alleen mogelijk als dataportabiliteit en interoperabiliteit een randvoorwaarde zijn voor alle EU-projecten in dit kader. Bent u bereid hiervoor te pleiten? Bovendien vragen deze leden om meer duidelijkheid over de gewenste verhouding tussen publieke en private investeringen. Zij vinden het noodzakelijk dat er genoeg publieke zeggenschap is over digitale infrastructuur. Welke voorwaarden stelt u aan de verhouding tussen publieke en private investeerders? En bent u bereid in te brengen dat AI-faciliteiten energie-efficiĂ«nt moeten zijn? Tot slot menen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat Europese AI-toepassingen getraind moeten zijn op betrouwbare Europese data, met een eerlijke compensatie voor de makers en leveranciers van die data. Bent u bereid tevens in te brengen dat Europese AI-ontwikkelingen het auteursrecht van makers dienen te respecteren?
Deze leden steunen Europese ontwikkelingen op het gebied van een weerbare digitale infrastructuur. Zij willen dat de totale afhankelijkheid van niet-Europese partijen wordt doorbroken en overheden zich committeren aan het gebruik van Europese digitale diensten. Daartoe is het van belang dat we de risicoâs in kaart brengen. Bent u bereid te pleiten voor een brede âstress-testâ of een grondige risico-analyse van onder andere de cloudinfrastructuur en de communicatiesystemen van EU-lidstaten, om te doorgronden wĂĄĂĄr de problematische afhankelijkheden in de keten zitten? Is dit een voorwaarde voor de risicogebaseerde aanpak die u voorstaat? De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen u om, conform meerdere aangenomen Kamermoties in het kader van cloudautonomie, in te brengen dat Europese aanbestedingsregels aangepast dienen te worden om de toegang van Nederlandse en Europese cloudaanbieders tot overheidscontracten te vergroten. Bent u bereid dit in te brengen? Kunt u toelichten welke ontwikkelingen er in dit kader spelen en hoe Nederland daarbij betrokken is? Hoe willen EU-lidstaten de concurrentiepositie van Europese ICT-leveranciers verbeteren?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen u om zo snel mogelijk helderheid te bieden over de gevolgen van de kabinetsval voor de inzet van Nederland in de Europese Unie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Telecomraad van 6 juni. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de steun van het kabinet aan de ontwikkeling van de Europese satellietconstellatie IRISÂČ en van de inzet om Nederlandse deelname te stimuleren. Deze leden willen de minister vragen welke Nederlandse partijen bij dit programma betrokken zijn en op welke wijze het kabinet deze partijen concreet ondersteunt om daadwerkelijk deel te nemen aan IRISÂČ. Kan de minister aangeven of er specifieke maatregelen zijn om Nederlandse belangen in het aanbestedingsproces te borgen?
Het gepresenteerde AI Continent Action Plan heeft als ambitie om van Europa een koploper in AI te maken. Hoewel het kabinet positief is over de richting van het plan, is de uitwerking volgens hen op dit moment nog onvoldoende concreet. De leden van de NSC-fractie willen de minister vragen welke onderdelen volgens hem nog nader ingevuld moeten worden om het plan effectief en uitvoerbaar te maken en waar verdere concretisering volgens hem noodzakelijk is. Daarnaast vragen deze leden welke stappen het kabinet zet om de beschikbaarheid van rekenkracht te vergroten, de toegang tot hoogwaardige data te verbeteren en het aantrekken en opleiden van AI-talent in Nederland te bevorderen.
Deze leden willen ook graag weten hoe het kabinet maatschappelijke en ethische vragen rondom AI meeneemt in het actieplan en in de Europese discussies tijdens de Telecomraad. Kan de minister aangeven hoe deze themaâs in samenhang met het AI Act-traject worden behandeld?
Het kabinet onderschrijft de Europese inzet op het versterken van veilige en weerbare digitale infrastructuur. Terecht is er in de Raadsconclusies bijzondere aandacht voor het terugdringen van afhankelijkheden van niet-Europese technologieaanbieders, onder meer op het gebied van 5G, 6G, satellietsystemen en onderzeese kabels. Nederland speelt hierbij als maritiem knooppunt een sleutelrol vanwege de grote hoeveelheid datakabels die via onze Noordzeekust Europa binnenkomen. De leden van de NSC-fractie willen de minister vragen hoe hij de strategische rol van Nederland bij het monitoren en beveiligen van deze onderzeese kabels ziet en op welke manier hij dit belang wil agenderen tijdens de Telecomraad.
Tot slot vragen deze leden of Europa momenteel beschikt over voldoende capaciteit, expertise en middelen om het toezicht op deze kritieke infrastructuur structureel en effectief in te richten. Indien dat niet het geval is, welke stappen acht het kabinet dan noodzakelijk?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken op de agenda van de Telecomraad en hebben hierover enkele vragen.
Deze leden lezen dat de bescherming van jeugd online is toegevoegd aan de agenda van de Telecomraad. Zij vragen of het kabinet voornemens is om het plan, gepresenteerd door Frankrijk, Griekenland en Spanje, te steunen. Tevens vragen zij of het kabinet de aangenomen moties omtrent leeftijdsgrenzen bij sociale media in acht zal nemen bij de standpuntbepaling.
De leden van de SGP-fractie merken op dat indien overgegaan wordt tot een nationale of Europese leeftijdsgrens voor sociale media, het niet uitgekristalliseerd is op welk niveau leeftijdsverificatie wordt geregeld. Deze leden merken op dat het meest voor de hand liggend is om dit op operating system/app store-niveau te beleggen omdat dit een universeel en gelijk speelveld creëert. Zij vragen het kabinet of dit standpunt wordt gedeeld. Tevens vragen zij of het kabinet voornemens is hierop het voortouw te nemen.
De leden van de SGP-fractie benadrukken het grote belang van goed geregelde leeftijdsverificatie. Uiteenlopende wetgeving en leeftijdsverificatiesystemen op verschillende platformen zal leiden tot zeer uiteenlopende ervaringen voor jongeren, afhankelijk van de gebruikte apps en hun locatie hetgeen zal leiden tot onmogelijkheden in de handhaving. Deze leden vragen het kabinet of zij voornemens is in Europa in te zetten op centraal georganiseerde leeftijdsverificatie op operating system- of appstoreniveau waarbij het cruciaal is om kennis aan applicatieontwikkelaars (via een API (Application Programming Interface) beschikbaar te stellen. Is het kabinet voornemens in te zetten op een verplichting voor alle applicatieontwikkelaars om de gewenste leeftijdsverificatie te bieden welke geldt voor bestaande en toekomstige apps? Zij vragen hierbij tevens oog te hebben voor gebruiksgemak van de (jonge) gebruiker en de waterdichtheid van het systeem.
II Antwoord/reactie van de bewindspersoon