Herinvoering vermogenstoetsuitzondering voor letselschadevergoedingen
Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op verbetering van de uitvoerbaarheid van toeslagen (Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen)
Brief regering
Nummer: 2025D26149, datum: 2025-06-04, bijgewerkt: 2025-06-05 11:32, versie: 3 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.P.H. Palmen, staatssecretaris van Financiën (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Uitvoeringstoets Dienst Toeslagen vermogenstoetsuitzondering toeslagen bij letselschade
- Ministeriële regeling herinvoering vermogenstoetsuitzondering letselschadevergoedingen
- Beslisnota's bij Kamerbrief over herinvoering vermogenstoetsuitzondering voor letselschadevergoedingen
Onderdeel van kamerstukdossier 35574 -32 Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op verbetering van de uitvoerbaarheid van toeslagen (Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen).
Onderdeel van zaak 2025Z11387:
- Indiener: S.T.P.H. Palmen, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2025-07-03 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal J 1/2
Vergaderjaar 2024-2025
35 574 Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op verbetering van de uitvoerbaarheid van toeslagen (Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen)
Nr. 32 Brief van de staatssecretaris van Financiën
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2025
Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2025 is de motie van het lid Inge van Dijk1 (CDA) aangenomen die oproept te onderzoeken wat de gevolgen zijn van het aflopen van de tienjaarstermijn voor de vermogenstoetsuitzonderingen voor letselschadevergoedingen. Indien de gevolgen disproportioneel blijken, roept de motie op maatregelen in te stellen. Naar aanleiding hiervan informeer ik u hierbij over mijn voornemen om de vermogenstoetsuitzondering voor de toeslagen voor letselschadevergoedingen opnieuw in te voeren en leg ik u de ministeriële regeling daartoe voor.
Vermogenstoetsuitzonderingen
De huurtoeslag, de zorgtoeslag en het kindgebonden budget kennen een zogenoemde vermogenstoets om te bepalen of iemand aanspraak maakt op de betreffende toeslag.2 Indien het vermogen op de peildatum van 1 januari hoger is dan een bepaald bedrag, vervalt voor dat jaar het recht op de toeslag waarvan de vermogensgrens is overschreden. Voor de huurtoeslag bedraagt de vermogensgrens € 37.395 voor alleenstaanden en € 74.790 voor mensen met een toeslagpartner (bedragen 2025). Voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget gelden hogere vermogensgrenzen (€ 141.896 zonder toeslagpartner en € 179.429 met toeslagpartner, bedragen 2025). De vermogenstoets is bedoeld om de toeslagen te beperken tot mensen die inkomensondersteuning nodig hebben. In bepaalde situaties is het echter niet wenselijk dat mensen hun toeslagen kwijtraken als gevolg van het overschrijden van de vermogensgrens doordat zij een bepaalde tegemoetkoming hebben ontvangen. Voor bepaalde financiële bijdragen, compensaties of tegemoetkomingen is daarom bepaald dat die niet meetellen voor het vermogen voor de toeslagen en daarmee de vermogenstoets (de vermogenstoetsuitzonderingen).
Overgangsregeling voor letselschadevergoedingen
Bij het vaststellen van de hoogte van een vergoeding voor letselschade wordt in beginsel rekening gehouden met het feit dat het ontvangen van een hoog bedrag kan betekenen dat burgers hun aanspraak verliezen op een regeling, zoals een toeslag. Bij een specifieke groep burgers was bij het vaststellen van de hoogte van hun letselschade-uitkering het niet mogelijk om rekening te houden met het mogelijke verlies van zorgtoeslag en kindgebonden budget als gevolg van ontvangst van de uitkering, omdat de vermogensgrenzen in deze toeslagen toen nog niet bestonden. Op 11 oktober 2010 kwam het regeerakkoord van het toenmalige kabinet beschikbaar, waarin werd aangekondigd dat in de zorgtoeslag en het kindgebonden budget vermogensgrenzen gingen gelden.3 Bij de invoering van deze vermogensgrenzen per 1 januari 2013 is daarom ervoor gekozen een overgangsregeling te treffen voor mensen met een letselschade-uitkering.4 De overgangsregeling hield in dat voor mensen bij wie de hoogte van de letselschade-uitkering vóór 11 oktober 2010 was vastgesteld, deze uitkering niet mee zou tellen bij de vermogensgrens in de zorgtoeslag en het kindgebonden budget.5 De overgangsregeling gold voor een periode van tien jaar. Sinds 1 januari 2023 wegen letselschade-uitkeringen opnieuw mee in de vermogenstoetsen.6
Motie Inge van Dijk
Bij de behandeling van het Belastingplan 2025 heeft de Tweede Kamer de motie Inge van Dijk aangenomen. Deze motie roept de regering op om te onderzoeken wat de impact is van het aflopen van de hierboven bedoelde vermogenstoetsuitzondering. Indien deze impact disproportioneel is, roept de motie de regering op om maatregelen voor te stellen. Waar het kabinet in eerste instantie geen aanleiding zag om de vermogenstoetsuitzondering opnieuw in te voeren, blijkt bij nader inzien dat het niet valt uit te sluiten dat het aflopen van deze specifieke vermogenstoetsuitzondering in individuele situaties disproportionele impact zou kunnen hebben op mensen die een letselschadevergoeding hebben ontvangen. Het is voorstelbaar dat letselschadevergoedingen in individuele gevallen bedoeld zijn geweest om langere periodes, soms zelfs van meerdere decennia, te overbruggen en dat sommige mensen nu nog steeds voor hun dagelijks levensonderhoud afhankelijk zijn van deze vergoeding. Als bij het vaststellen van de hoogte van de letselschade-uitkering in deze gevallen rekening gehouden had kunnen worden met de vermogensgrenzen in de zorgtoeslag en het kindgebonden budget, was deze opgehoogd met een bedrag dat meer dan tien jaar aan toeslagverlies had gecompenseerd. Het hanteren van een tienjaarstermijn voor deze vermogensuitzondering past dus bij nader inzien, anders dan bij de andere bestaande vermogenstoetsuitzonderingen, niet bij de doelgroep van deze uitzondering. Om onwenselijke gevolgen voor deze mensen te voorkomen, wil het kabinet daarom de vermogenstoetsuitzondering voor deze specifieke groep letselschadevergoedingen met terugwerkende kracht opnieuw invoeren. Zodoende worden ook de gevolgen voor deze mensen die zijn ontstaan na afloop van de uitzondering op 1 januari 2023 met terugwerkende kracht hersteld.
Voorhangprocedure
Hierbij bied ik u de u de ministeriële regeling aan waarmee de vermogenstoetsuitzondering voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget voor letselschade-uitkeringen die zijn vastgesteld vóór 11 oktober 2010 opnieuw wordt ingevoerd. Deze vermogenstoetsuitzondering treedt in werking nadat deze in de Staatscourant is gepubliceerd, kent terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 en kent geen eindtermijn.
De voorlegging van deze regeling aan uw Kamer geschiedt op grond van artikel 47, derde lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. Op grond van deze bepaling mag de ministeriële regeling twee weken nadat deze aan beide Kamers der Staten-Generaal is voorgelegd, gepubliceerd worden, tenzij uw Kamer de wens te kennen geeft dat deze wijzigingen in een voorstel van wet worden opgenomen.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De staatssecretaris van Financiën,
S.T.P.H. Palmen
Ter Griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal ontvangen op 4 juni 2025.
De wens dat het onderwerp van de ministeriële regeling
bij wet wordt geregeld kan door of namens een van
beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de
Eerste Kamer dan wel door ten minste dertig leden van
de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op
18 juni 2025.
Kamerstukken II 2024/25, 36602, nr. 111.↩︎
De kinderopvangtoeslag kent geen vermogenstoets.↩︎
Kamerstukken II 2010/11, 32417, nr. 15.↩︎
Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nr. 109.↩︎
Artikel XX, onderdeel B, van de Wijziging van enige fiscale uitvoeringsregelingen en van enige overige uitvoeringsregelingen (Stcrt. 2012, 26349).↩︎
Artikel XX, onderdeel B, van de Wijziging van enige fiscale uitvoeringsregelingen en van enige overige uitvoeringsregelingen (Stcrt. 2012, 26349)↩︎