Geannoteerde agenda informele Landbouwraad 15-17 juni (Warschau)
Landbouw- en Visserijraad
Brief regering
Nummer: 2025D26190, datum: 2025-06-05, bijgewerkt: 2025-06-05 13:29, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1709 Landbouw- en Visserijraad.
Onderdeel van zaak 2025Z11399:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-06-10 12:00: Landbouw- en Visserijraad (informeel), juni 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-06-18 11:15: Extra procedurevergadering commissie LVVN (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Van 15 tot 17 juni a.s. vindt in Warschau een informele Landbouwraad (hierna: informele Raad) plaats met als hoofdthema ‘Generatievernieuwing als basis voor innovatie en modernisering in de landbouw’. Met deze brief informeer ik de Kamer over de agenda van de informele Raad en de Nederlandse inbreng.
Het Pools voorzitterschap heeft als leidraad voor de discussie een aantal vragen geformuleerd. Het heeft de lidstaten gevraagd hoe generatievernieuwing in de Europese landbouw kan worden ondersteund, zodat voedselzekerheid kan worden gegarandeerd en het concurrentievermogen van bedrijven kan worden behouden en vergroot. Daarbij hoort ook de implementatie van innovaties, aldus het voorzitterschap. Ook heeft het de lidstaten gevraagd te reflecteren op hoe jongeren kunnen worden aangemoedigd om op het platteland te blijven, er te komen wonen en in de landbouw te gaan werken en welke maatregelen daarvoor het meest effectief zijn.
Rond de zomer zal ik de Kamer informeren over de maatregelen die ik wil nemen om generatievernieuwing in de landbouw te ondersteunen en voor de sociaaleconomische versterking van het platteland, waarbij ik specifiek aandacht wil besteden aan jongeren in plattelandsgemeenschappen.
Generatievernieuwing als basis
In Nederland is op dit moment bij circa 31% van de bedrijven een opvolger beschikbaar. Dit is vergelijkbaar met andere EU-lidstaten. Dat betekent dat veel boeren van boven de 50-55 jaar geen opvolger hebben en dat er weinig zicht is op voortzetting van het bedrijf. Jonge landbouwers worden in Nederland al langere tijd ondersteund. Dit gebeurt onder andere door middel van aparte investeringsregelingen, aanvullingen op de basispremie, door een regeling vestigingssteun en door de regeling ‘Samenwerken aan generatievernieuwing’ binnen het huidige Nationaal Strategisch Plan van Nederland in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB-NSP).
Verder zal ondernemerschap in de uitwerking van een nieuwe fase van het Groenpact een rode draad vormen en wordt met nationale middelen onder andere gewerkt aan het bundelen van kennis, ervaring en vaardigheden rondom bedrijfsovername. Veel van de beschikbare regelingen voorzien in extra financiële ondersteuning van jonge boeren. Dit is nodig om hen de kans te geven hun bedrijf te moderniseren en om te innoveren. Zo kent bijvoorbeeld ook het Investeringsfonds Duurzame Landbouw aantrekkelijke voorwaarden voor jonge boeren die investeren in een toekomstbestendig bedrijf.
Tijdens de informele Raad in Warschau zal Nederland de hiervoor genoemde activiteiten onder de aandacht brengen en aangeven dat Nederland het van essentieel belang vindt dat de jonge boeren van nu en de jonge boeren van de toekomst worden ondersteund om agrarisch ondernemer te worden en te blijven. Dit is belangrijk voor de continuïteit van de sector, voor de voedselzekerheid en voor de innovatiekracht van de landbouw. Daarnaast zal Nederland waardering uitspreken voor de nadrukkelijke aandacht die de Europese Commissie besteedt aan de mentale gezondheid van boeren.
Behoud van jongeren en jonge boeren voor het platteland en de sector
Een van de externe factoren die mogelijk een rol speelt bij de keuze om een agrarisch bedrijf over te nemen en bij het voortbestaan van landbouwbedrijven, is de aantrekkelijkheid van plattelandsgebieden als woon- en werkplek voor jongeren. Veel jonge plattelandsbewoners waarderen de veiligheid, sociale cohesie, nabijheid van de natuur en de sterke gemeenschappen van de plek waar ze opgroeien. Toch blijft het een uitdaging voor hen om te blijven, bijvoorbeeld vanwege de beperkte mogelijkheden wat betreft werk, studie en openbaar vervoer. Nederland zal tijdens de informele Landbouraad aandacht vragen voor de gevolgen van Europese regelgeving op de Nederlandse sector. Knellende wet- en regelgeving zorgt voor beperkt perspectief voor jonge boeren, dit zie ik als een urgent probleem. Onder meer daarom pleit Nederland in Europees verband voor congruente, doelgerichte Europese wet- en regelgeving.
Tijdens de informele Raad zal Nederland verder aangeven dat de problematiek rondom bedrijfsovername in Nederland op een aantal punten anders is dan elders in de Europese Unie. Zo heeft Nederland één van de hoogste pachtprijzen van de Europese Unie en is een bedrijfsovername bovengemiddeld duur. Ik vind het belangrijk dat het landelijk gebied een plek is en blijft waar het fijn wonen, leven en werken is, in het bijzonder voor jongeren. In dat kader zie ik potentie om meer jongeren te bereiken door initiatieven van onderop, bijvoorbeeld via LEADER. Denk hierbij aan de recreatievoorzieningen die specifiek op jongeren gericht zijn.
Hoogachtend,
Femke Marije Wiersma
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur